rzan
stad
IH 01
verboden
De nieuwe Poppenjurk
Oplossing raadsel vorige week
Nieuw Raadsel
Wat zou je doen als***?
Tante Nel vertelt uit haar jeugd
EDGAR RICE
j BURROUGHS
Hedie pmg£nó en melljel!
't Weer blijft nog steeds van streek en
jullie zullen dus wel meer huisarrest heb
ben, dan je lief is. Hoewel, er zijn ook leuke
dingen. Myn jongens hebben op het land
achter ons huis een heel grote plas en nu
hebben ze van oude planken en schotten een
vlot getimmerd en spelen daar Robinson
Crusoe. Ze bouwen dammen en varen van de
ene kant naar de andere. Je begrijpt, dat ze
daar nog al eens wat natte benen b\j oplopen,
maar plezier dat ze hebben, ze verheugen zich
erover als de regen neerplenst, want dan
wordt de plas weer groter. En zo zullen velen
van m'n vriendjes ook in hun omgeving van
die ideale speelterreinen hebben.
Wie in deze tijd het boek wint boft ook,
want die kan fijn genieten, als het buiten
pijpesteeltjes giet. De gelukkige van deze
week is:
Mary Jurg, Herzogstraat 50.
Je ziet, dat je raadsel niet alleen goed
was, Mary, maar dat je zelfs met de prijs
schoot gaat. En nu waag je je ook nog aan
het „grote mensen-raadsel". Nu, ik hoop,
dat je daar eens net zo gelukkig mee bent
aLs met de kinderraadsels. Je spaarbank
boekje kan nog wel „een riks" gebruiken,
denk ik.
Truus v. Liere, Oost (T.). Nu kom ik
vandaag precies op tijd met m'n gelukwens
Truus. Van harte gefeliciteerd, hoor, dat dit
nieuwe jaar je een hele massa zonnige en
blije dingen mag brengen. Maar vergeet
nooit, dat wanneer de zon schijnt er ook
altijd schaduw is. Een prettige dag en veel
fijne cadeautjes.
Cornelia v. d. Vis, Oosterend (T.). Die
zetter, die het raadsel gezet heeft, stond
bepaald op z'n hoofd, Cornelia en toen las
hij de omgekeerde volgorde, maar jij hebt
best begrepen wat hij bedoelde en al m'n
andere vriendjes en vriendinnetjes zonden
het raadsel ook goed in. Morgen veel ple
zier bij de jarige Truus.
Piet Wijnands, Je had het raadsel wel
goed opgelost, maar Mary heeft de prijs ge
wonnen, Piet en dus zal je het nog eens
moeten proberen en daarna misschien nog
wel eens. Verlies de moed maar niet.
Marianne Bruin. Dat is nog niet lang,
Marianne, pas twee jaar in Holland en ik
moet je zeggen, dat je de jNederlandsche
taal beter schrijft, dan menig vriendje of
vriendinnetje dat op Hollandss grond gebo
ren is. Je hebt dus dicht bij Weenen ge
woond.
Antoon Vos. Ja, de vissers hebben het
de laatqte weken zwaar gehad, Antoon, en
het hele Nederlandse volk heeft meegeleefd
met het droevige ongeluk van de Sch. 102,
die in het zicht van de haven verging. Vooral
wij, die de moeilijkheden van de visserij ken
nen, zijn met het lot van de mensen begaan.
.En wel heel treurig was, dat drie mensen
erbij, verdronken.
Simon Visser. Vandaag heb ik zelf na
gekeken of die meneer zich soms vergist
heeft, maar ik zag je naam bij de goede
oplossers en dus zal je vanmiddag tevreden
zijn, als je met haastige ogen 't Juttertje
doorloopt.
Bep Wulffelé. 150 Kilometer lopen, dat
is geen kleinigheid, Bep, en 't is maar goed
'dat je er 15 weken over mag doen, anders
zou je er zeker bij neervallen. Ik weet wel
zeker, dat ik geen 150 Kilometer in 15 weken
tippel.
Repelsteeltje. Ik moet je teleurstellen,
Repelsteeltje, dat ik aan de voorbereiding
niet toegekomen ben. Er gaat altijd veel tijd
inzitten. Volgend jaar hopen we weer en
natuurlijk mag jij dan weer van de partij
zijn. Graag zelfs, je was zo'n leuk Repel
steeltje.
YViesje Coster. Waarom mijn „klein
dochtertje niet mee doet met de raadsels,
Wiesje? Wel, omdat ik geen kleindochtertje
heb, ik ben nog geen opa, hoor. Maar je
bedoelde zeker mijn „kleine dochtertje". Nu,
ik zal het haar eens vragen.
Rika Koningstem. Ja, Sint Nicolaas
komt gauw, Rika. Van de week kwam de
juffrouw van de Fröbelschool vragen of
kleine Jaap weer op school kwam, want ze
begonnen met Sinterklaasversjes. En langs
de huizen is al een hele massa geld opge
haald en de winkels hebben hun Sinter
klaasinkopen al gedaan en de dagen zijn al
zo kort en van de week heb ik op een avond
Piet door de schoorsteen horen fluiten.
Klaas Jellema. Onthoudt dat gcod, Klaas,
dat de aanhouder wint, dan geef je de moed
niet zo gauw op. In het Kerkhofslootje zal je
niet veel leven mèer vinden. Alles siaapt in
de modder en wacht tot het voorjaar weer
in 't land is.
Gerard Jellema. Van de week staan
jullie nummer één, Gerard. Op je vraag
over de vorige week moet ik je het ant
woord schuldig blijven. Als je de raadsels
goed opgelost hebt is het me helemaal een
raadsel waarom je naam niet in 't Jutter
tje stond.
Marietje Weeda. Of ik uitgewaaid ben,
Marietje. Ik rijd iedere dag van het kantoor
Koningstraat, tot halverwege Huisduinen,
dus je begrijpt dat de wind voldoende gele
genheid krijgt me flink te pakken te nemen.
Maar ik houd wel van de storm om m'n
haren.
Marietje Snoek. Je briefje zag er van
de week al heel wat netter uit, Marietje. Als
je nu volgende week nog wat ruimer schrijft,
wordt het nog veel keuriger. Afgesproken?
Hellevoetsluis is wel een erg stil stadje, hé?
Ik ben er eens een paar dagen geweest, met
de marine manoeuvres, maar vond het er
ijselijk stil.
Hiitje Zijlstra. Welkom, Indisch vrien
dinnetje! Nu moet je me volgende week zelf
een briefje schrijven. Daartoe ben je best in
staat.
De Bengeltjes. O, was dat versje van
jullie, dat had ik eigenlijk wel na kunnen
gaan, want in de eerste plaats was het op
blauw papier geschreven en in de tweede
plaats zijn jullie grote dierenvrienden.
Piet en Joop v. d. Nol, Rotterdam. Dat
zijn dure raadseloplossingen geweest, jongens
twee enveloppen gefrankeerd, dat kan je
voortaan de helft goedkoper doen. Vinden
jullie Rotterdam niet zo aardig als Den Hel
der? Dat kan ik me begrijpen. Er is maar
één Nieuwediep, hier hebben we de dij ken
de zee en die moet je tegenwoordig zien en
hqren. En dan heb je daar, zoals Joop schrijft,
van die „zouteloze" jongens. Daar heb je
hier ook geen last van, want als je aan je
haar likt, dan proef je zout en als je je tong
even uitsteekt, dan is hij meteen gezouten.
Nee, van zouteloosheid hebben we hier geen
hinder.
Loeki en Leon v. d. Wal. Jullie hebt
je al net zo fijn vermaakt als mijn jongens,
Loeki en Leon, alleen moet Leon niet te
water duiken, want daarvoor is het geen
weer. Wat jammer dat je vader nu nog zoo
veel vaart, terwijl hij eigenlijk pas uit In-
dië is. Dat is de schaduwzijde van het ma
rineleven.
Piet Strous, Vlissingen. Ja, jullie ge
nieten natuurlijk ook van de boosheid van
de zee, die zich zelfs niet ontziet, om over
het standbeeld van Mich. Adr. de Ruyter
heen te sproeien. Nou, we profiteren er hier
ook van.
Piet Strous, Vlissingen. Een vriende
lijke duinwachter hebben jullie, Piet, die zo
maar toe staat, dat je vuurtjes stookt, als
je voorzichtig bent. Nu, voorzichig zijn jul
lie, dat spreekt.
Piet Goebert. Als je tot vorig jaar in
Indië bent geweest, Piet, dan zal je zeker
niet veel van schaatsenrijden kunnen. Maar
als we een beetje vorst krijgen zal je zien,
dat je het gauw leert. Artis ken ik goed,
daar ben ik verscheidene malen geweest en
telkens vind je het er weer leuk. Wat een
pientere dieren zijn die zeeleeuwen, hé? Ik
geloof toch, dat er wel meer dagen in je
vacantie geweest zijn, dat je je niet ver
veelde, behalve die ene dag, Je hebt toch
wel vriendjes?
V Dit is het briefje voor den jongen,
die zijn naam vergat. Hij mist natuurlijk
vandaag zijn naam, maar die moet hij hier
dan maar invullen.
Jongens en meisjes, het laatste birefje
verdwijnt juist in de prullemand, ik stop
dus„tot volgende week.
Klein, pinda, massa, bazar, boord, Marie,
hoorn. Naarden.
Goede oplossingen ontvangen vant
Gerard en Klaas Jellema, Rika Koning
stem, Tiny v. Brederode; Cor v. Bijnen;
Wiesje Coster; Repelsteeltje; Bali en An-
nie van Bijnen; Bep Wulffelé; Simon Vis
ser; Mary Jurg; Loeki en Leon v. d. Wal;
Coen Coster; Marianne Bruin; Tiny Bakker;
Piet Wijnands; Cornelia v. d. Vis, Ooste
rend (T.)Truus v. Liere, Oost (T.); Ma
rietje Eskes,Wijnand Kerstens; Jan en Piet
Strous, Vlissingen; Neeltje, Coentje, Fritsje
en Tieny Coster; Gerard v. d- Paal; Nelly
Rotgans; Jan Koomen; Joop v. d. Noll, R.'
dam; Piet v. d. Noll, R.'dam; Marietje
Snoek; de Bengeltjes; Hiltje Zijlstra; Loesje
Flotat; Marietje Weeda; Tilly en Elly Bis
schop; Annie Janssen; Loeki Janssen.
1 x p en 2 x A.
1 X E en 1 X K.
1 X L en I en N.
Zeg mij welk dier ik ben?
Een leuk gezelschapsspelletje.
Dit is een alleraardigst gezelschapsspelle
tje, waarvoor je minstens met je drieën
moet zijn. Hoe meer personen er mee spe
len, des te leuker het is.
De deelnemers gaan om de tafel fcitten.
Elk van de medespelers bedenkt een
vraag, die begint met de woorden; „Wat
zou je doen, als.." (Dus bijvoorbeeld:
„Wat zou je doen, als alles in 't rond begon
te draaien?", of: „..als 't licht opeens uit
ging?" of: „..als 't jam begon te regenen?"
enz.) Ieder moet nu zijn vraag den buur
man die links van hem zit, in het oor fluis
teren. Als dit gebeurd is, begint het twede
deel van het spel.
Ieder bedenkt een antwoord op de vraag,
die hij zo juist heeft gesteld en dat ant
woord fluistert hij niet zijn linker-, maar
zijn rechterbuurman in het oor.
En nu komt de grote pret! Beurt om
beurt noemt ieder de vraag èn het ant
woord op, die hem in het oor zijn gefluis
terd en die natuurlijk helemaal niet bij el
kaar passen. De dolste combinaties krijg je
dan en de malste tegenstrijdigheden!
Probeer 't maar eens. Als je met een niet
te klein gezelschap bent, zul je je tranen
met tuiten lachen!
Als er kleintjes in 't -gezelschap zijn, is
't misschien wat lastig voor hen, om vra
gen en antwoorden te bedenken en te ge
lijk de vraag en het antwoord van hun
buurman te onthouden. Als 't er dan op
aan kwam te zeggen, wat hun in 't oor ge
fluisterd is, zouden ze 't wel eens vergeten
kunnen zijn. Daarom kun je in dat geval
beter de vragen en antwoorden op een
stukje papier schrijven en dan ieder om
beurt oplezen.
Tante Nel logeerde voor een weekje bij
de Delfmannetjes. Dat was altijd een feest,
want tante Nel kon zo leuk vertellen. Het
was zo grappig om al die verhalen van
vroeger te horen, toen er nog geen elec-
trisch licht was en je een gas- of petrole
umlamp moest aansteken inplaats van een
voudig het knopje om te draaien. Tante Nel
bracht ook wel eens een oud fotoalbum
mee en dan hadden de kinderen toch zo
veel plezier. Een klein geel kiekje van
Oma toen ze klein was. En van tante Nel
met oma samen in de tuin. Wat droegen
de mensen toen toch een gekke kleren!
Stel je voor, dat de kinderen Delfman nu
ook met zulke gekke hoge laarsjes moesten
lopen en zo'n mal broekje moesten dra
gen!
Het was Zaterdagmiddag en het regen
de. Wiesje, Henk, Jan en Corrie speelden
in de huiskamer en tante Nel zat te breien.
Moeder liep steeds heen en weer, ze had
zoveel in huis te doen. Toen begon tante
Nel weer te vertellen. „Kinderen", zei ze,
„jullie hebben geen idee, hoe verwend jul
lie zijn, tegenwoordig. Als ik zie, hoe Cor
rie daar met haar poppen zit te spelen,
Jan met zijri mecanodoos, Henk met de
trein en Wies met het winkeltje, dan zou
ik !ZO met jullie mee willen spelen. Vooral
met de meisjes natuurlijk. Mijn poppen za
gen er heel anders uit, dan die van jullie.
Maar nu moeten jullie ook bedenken, dat
ik in 1872 geboren werd. Toen zag alles er
heel anders uit.
Ja, ja, zo in het jaar 1880 speelde ik ook
veel met mijn pop. Jullie zouden mijn Jo
hanna niet eens mooi vinden, denk ik, maar
ik hield heel veel van haar. Jullie zouden
je pop niet eens Johanna noemen, maar
Marijke, of Annie of Noortje. Maar toch
was mijn Johanna erg lief. Ze had een
hoofd van was. met heel lang blond haar.
Het was echt haar en ik kon er echte vlech
ten in leggen.
Nu zou de lievelingszuster van mijn moe
der, tante Anna, op bezoek komen. Ik wil
de, dat Johanna voor die gelegenheid een
mooi nieuw jurkje droeg, want het oude,
blauwe was helemaal verschoten en zat vol
vlekken. Ik ging naar moeder en vroeg of
ze niet nog een stukje goed had voor een
poppenjurk. Marie, de kinderjuffrouw, zou
me dan wel met naaien helpen. Maar moe
der had alleen nog een lelijke grijze lap en
ik wilde niet, dat Johanna zo'n grauwe
feestjurk kreeg. Vroeger ging dat allemaal
nog niet zo gemakkelijk. Jullie zouden nu
met moeder naar een winkel lopen en iets
nieuws kopen, maar in mijn tijd was het
goed nog erg duur en de mensen gaven
niet gauw geld uit.
Moeder ging die middag op visite en de
oude Marie zat in de keuken te naaien. Ik
liep toevallig de huiskamer in en zag daar
op de tafel een prachtige lichtgroene lap
zijde, die moeder juist uit had gepakt. Het
was een lap, die ze ergens goedkoop had
kunnen krijgen. Het was net genoeg voor
een jurk, had ze aan tafel verteld. Toen
viel een zonnestraal op de lap en de zij
glansde plotseling zo mooi en had zo'n
prachtige kleur, dat ik dacht: „Wat zou
Johanna er schattig uitzien in zo'n jurk!"
Verder dacht ik niet eens. Naast de lap lag
een schaar. Ik pakte de schaar en knipte
een groot stuk van de lap af. Toen schrok
ik ineens, maar er was al zoveel afgeknipt,
dat ik nu maar doorknipte.
Ik stopte de lap onder mijn schort, want
ik voelde heel goed, dat het niet goed was,
wat ik gedaan had. Ik had een erge kleur,
toen ik bij Marie in de keuken kwam en
haar vroeg om me te helpen. Marie had de
lap nog niet gezien en wist daarona ook niet
hoe ik eraan kwam. Ze knipte een mooi
jurkje voor Johanna en ik ging ijverig zit
ten naaien. Maar ik voelde me helemaal
niet op mijn gemak en mijn geweten stak,
alsof ik met een naald werd gestoken Ik
probeerde nergens aan te denken en naaide
flink door. Zo kwam het jurkje klaar en
het was het mooiste, dat Johanna ooit ge
had heeft.
Maar toen de huisnaaister kwam o.m de
jurk van moeder te maken, verwonderde
ze zich erover, dat er maar zo weinig goed
was. Ook moeder begreep er niets van! Ik
schaamde me zó, dat ik niets durfde te zeg
gen. Het werd toch nog een mooie jurk,
alleen was de rok een beetje nauw, maar
dat zag je niet zo erg.
De grote dag was aangebroken. Moeder
had haar nieuwe jurk aangetrokken en
ging met vader vooruit naar het station.
Ik kwam iets later met Marie en met Jo
hanna op mijn arm. Ze had het lichtgroene
jurkje aan en ik had haar haar mooi ge
borsteld en gekamd. Ik was zo trots op
haar, dat ik helemaal vergat, hoe ik aan-het
jurkje was gekomen.
Moeder had de nieuwe poppenjurk nog
niet gezien, want ze had het erg druk.
Toen de trein binnenkwam, zagen we met
een tante Anna op het perron lopen. Ze
begroette ons allemaal hartelijk en toen
keek ze ineens naar de pop. „Maar Lien,"
zei ze verbaasd. „De pop heeft een jurk van
hetzelfde goed als jij!"
„Nel!" zei moeder verschrikt en ze keek
naar Johanna's nieuwe jurk. „Hoe kom jij
aan die zij?" En toen bedacht ze zich op
eens iets. „O, dus daarom was er zo wei
nig goed!" Nu keek ze tante Anna aan en
zei: „De rok van mijn jurk is veel te nauw
geworden, want Nel heeft een flink stuk
van de zij afgeknipt. Het gevolg daarvan
zie je hier...." en daarbij wees ze op Jo
hanna. l
Toen schaamde ik me zo vreselijk, als ik
me nog nooit geschaamd had. Verder zei
moeder niets, maar dat was al meer dan
voldoende!
Toen we thuis kwamen trok ik Johanna
weer gauw haar lelijke, blauwe jurkje aan,
want ik kon de mooie lichtgroene niet meer
zien!"
Een Frans geleerde beweert, dat de mie
ren hele brandweertroepen uitsturen, als
er ergens een brandje is ontstaan. Het
spreekt vanzelf, dat er nogal eens een
kleine brand op de grond is. Als iemand
een lucifer of een brandende sigaret laat
vallen, kan het heel gemakkelijk gebeuren,
dat er een paar takjes in brand raken. Het
schijnt nu, dat de mieren, zodra ze dat
merken en als de brand niet te groot is, m
grote troepen naar die plaats gaan en de
brand blussen door er bepaalde mierenzu-
ren op te spuiten!
DOOR
No. 8.
Terwijl Helen zich naar de bazaar haastte,
beraadslaagden Atan Thome en Magra in
hun schuilhoek. Atan Thome was nog woe
dend, omdat Magra voorkomen had, dat hij
Tarzan, die ze beiden nog steeds voor Brian
Gregory hielden, had neergeschoten. „Waar
om deed je dat eigenlijk?'' vroeg hij haar.
het nutteloos zou zijn te trachten Thome tot
„Houd je zoveel van hem?" „Misschien",
lachte Magra geheimzinnig. „Liefde en zaken
kan men niet met elkaar verwarren", snauw
de de man, „bemoei je er dus niet verder
meer mee, je weet wat ik doe met mensen,
die mij in de weg staan." Het meisje hui
verde, zij wist het! En zij wist tevens, dat
andere gedachten te brengen. „Kom, laten
wij over de zaken spreken,", zei ze. „Wij
moeten zien in het bezit te komen van" de
kaart van Athair. Die Gregory heeft hem.
Daarom moeten wij iets zien te krijgen, dat
zij willen bezitten, dan kunnen we ruilen,
laten wij bijvoorbeeld ons meester maken van
het meisje. Helen. Dat is een mooi werkF
voor Lal Taask." En zo gebeurde ^het^
vvi 1 ddSKt üiJl ZO gcDCUI gjj
terwijl Helen door de bazaar wandelde
jLal faas»
allerlei inkopen deed, de ogen van Lal i a
haar volgden ogen scherp en si?. Lns
als de ogen van een wild dier dat zijn
berekent om zijn slachtoffer te bespringe