Geestelijk dakloozen in Noord holland Komt er nooit geen einde aan de haring? Weer brandsfoffentoeslag voor de werkloozen Geestelijke herbewapening Nederland en ZuicUAmerika Van loggers en freilers Prins Hendrik herdacht Onder zand bedolven Felle brand in Den Haag Nieuwe Fokkers voor de Marine EEN LANGZAME, DOCH HARDNEKKIGE AFBROKKELING VAN HET VRIJZINNIG KERKELIJK LEVEN IN ONZE PROVIN CIE. EEN WERKPLAN. Het bestuur van de Vereeniging van Vrijz. Hervormden in Noord- Holland had gisteren in gebouw „De Harmonie" te Alkmaar een bui tengewone algemeene vergaderine belegd, waarin ds. B. J. Aris te Amsterdam een „werkplan voor Noord-Holland" ontvouwde, in ver band met 't feit, dat het in vrijzin nige kringen zoo beruchte Reorgani satie-voorstel der Ned. Herv. Kerk verworpen is. Zooals men zich her inneren zal, is door alle vrijzinnigen in Nederland fel van leer getrokken tegen de voorgestelde reorganisatie, welke o.m. ten doel had de predikan ten strenger aan de belijdenis te houden. Vooral Noord-Holiand vrees de leertuchtprocessen en dientenge volge, uitstooting der in overtreding zijnde predikanten.. Nu het gevaar is afgewend, meent het bestuur der Ver. v. Vrijz. Herv. in Noord-Holland dat onze provincie, zoals zij het uit drukt, een „naam te herwinnen heeft" en het is daartoe dat zij de ze vergadering heeft belegd. Vele vertegenwoordigers van vrijzinnige kerkeraden, kerkvoogdijen, en af- deelingen hebben aan den oproep gehoor gegeven: wij zien tal van predikanten en andere bekende fi guren uit het godsdienstig leven uit onze omgeving. De vice-voorzitter, ds. van der Poel uit Den Helder, opent (bij ontstentenis van den voorz. ds. Poldervaart), de vergadering en drukt er zijn vreugde over uit dat het be faamde Reorganisatie-voorstel verworpen is. Doch de gevaren zijn nog niet in alle op zichten bezworen. Wij moeten blijven strij den. Met deze woorden leidt spr. ds. Aris in. na nog een oogenblik stilte verzocht te hebben ter eerbiedige gedachtenis van den overleden oud-voorzitter der vereeniging, ds. Baar. Rede ds. Aris. Wij zullen vandaag eens niet spre ken over de orthodoxie, aldus ds. Aris, wij zullen ons niet negatief richten tegen andere partijen of groepen, maar wij zullen het po sitief hebben over ons zelf. Als grondslag voor onze bespreking heb ben wij in de eerste plaats waarheid noo- dig, zegt spr. Wij zullen den toestand onder oogen moeten zien zonder iets te verbloe men. Een triest beeld. De huidige wereldsituatie is, al dus spr., verre van florissant. Het vrijzinnig-christelijk leven in Noord- Holland geeft het beeld van een langzame, doch hardnekkige af brokkeling De lijn gaat onherroepe lijk naar beneden. Wij houden het op deze manier niet! Persoonlijk geloof ik niet, iegt de predi kant, dat wij uiteindelijk Noord-Holland zul len redden. Daarvoor zijn de tegenkrachten te groot. Hiermee bedoelt spr. niet de orthodoxie; ook de orthodoxie zal het in Noord-Holland niet houden! De christenen hebben echter in het alge meen den stroom niet mee. De kerken zijn leeggezogen. In sommige gemeenten, waar vroeger 300 'a 400 menschen in de kerk kwamen zitten er nu nog geen 10... Hoe komt dat? Deze toestand is niet alleen de schuld van het modernisme. Spr. citeert verschil lende uitsnraken, waarin gezegd wordt, dat de kerk in Noord-Holland reeds een ruïne was, toen het modernisme zijn intree deed. Spr. schildert de mentaliteit van den Noord-Hollander, zijn houding tegenover de kerk. Een practïsche Noord-Hollander voelt hoe de invloed van de kerk door de beslissingen van het maat schappelijke leven wordt weggezo gen en vervangen wordt door in vloeden uit andere gebouwen dan kathedralen... Over het algemeen staat het zede liike leven van den Noord-Hollander hoog en heeft hij een goed begrip voor rechtsbeginselen. De wereldoorlog hefet de kerk in aanzien doen dalen bij den Noord- Hollander en de Landbouwcrisis deed de rest. Vooral de laatste heeft het rechtsgevoel van den Noord- Hollander diep gekwetst. Ook het bezit heeft de kerk geen goed gedaan, wat snr. nader uiteenzet. Dit heeft den Noord-Hollander van de kerk vervreemd. Doch de critische, hooge, hard nekkige moraal, voortkomend uit de kerk, verkondigd door het modernisme, leeft voort- Op korten termijn! De onkerkelijken van Noord-Holland die spr. hoofdzakelijk onder de men schen van middelbaren leeftijd vindt, zijn allen lang geen ongeloo- vigen. Geestelijk zijn zij dakloos. Tot deze menschen, waarvan er volgens spr. eenige duizenden in onze provincie zijn, moeten wij ons richten op korten termijn opdat de jeugd geen prooi worde van andere meer aantrekkelijke bewegingen! Op de volgende generatie kunnen wij geen beslag weer leggen. - Ons werkplan moet dan ook in de al lereerste plaats een zendingskarakter heb ben. Spr. hangt vervolgens een triest beeld op van den toestand in Vrijzinnig kerke lijk Noordholland; de afdeelingen hebben sinds 1931 1100 leden verloren en de 94 gemeenten tellen thans 41 vacante predi kantsplaatsen; een achteruitgang, welke zich hoofdzakelijk op het platteland vol trekt; hier schuilt dan ook het directe ge vaar. Het eenige geneesmiddel is een grootere, sterkere organisatie, welke con tact legt tusschen de eenlingen, die nog trouw op hun post zijn gebleven. Noodig zijn groote provinciale bijeenkomsten, waar de eenzame werkers ve'rlost wordeh van hun minderwaardigheidsgevoel en gesterkt worden in hun geloof. Het Plan. Wij zullen onze beweging moeten mo- derniseeren en verbeteren; een taak welke offers vergt en neerkomt op de provincia le besturen. Spr. bepleit een actie over de geheele line; de vrouwen en de jeugd dienen hier bij ingeschakeld; prov. besturen en kerke raden imoeten aanpakken en in de laatste dienen o.m. personen uit arbeiderskringen zitting te nemen. Het wordt een contact-zoeken op groote schaal met de „dakloozen", om zoodoende de fundamenten van het geestelijk leven te versterken. Het doel is niet in de eerste plaats strijd. De orthodoxie bestrijdt zichzelf, zegt spr. en ik acht haar in de eerste tientallen jaren niet %in staat om ons het lidmaatschap te ont nemen, evenmin als ik haar in staat acht vooreerst de rechten der vrijzinnigen te erkennen. Op medewerking van die zjjde der ortho doxie, die daartoe bereid is, stelt spr. ech ter prijs (applaus) Met een opwekking, in groote trouw en bescheidenheid gezamenlijk de geestelijke goederen, welke in dezen tijd, op het spel staan, te verdedigen, besluit spr. zijn be toog. iTal van sprekers en spreeksters nemen deel aan de uitvoeri ge discussies over het nieuwe Werkplan Van verschillende zijden wordt op daden aangedrongen; het prov. bestuur doet nog dezen middag een oproep om werkers! Ds. Klein Wassink (Alkmaar) acht het nood zakelijk meer predikanten te beroepen en in verband daarmee de tractementen te verbeteren. -r:-. -r- /f% Den predikanten wordt in het algemeen door den heer gods dienstonderwijzer Korndorffer te Wieringerwaard verweten, dat zij den godsdienstonderwijzers niet „er kennen." De heer Korndorffer verzoekt, den gods dienstonderwijzers een kans te geven, in den zin van verschaffing eener bestaansmoge lijkheid. Ds. Enklaar (Den Helder) en Ds. Nijholt (Wieringermeer), pleiten er o.m. voor, voor al den godsdienstonderwijzers een belang- Hoewel half Europa jaar in jaar uit op de Doggersbank vischb, schijnt de groote haringvijver on uitputtelijk. Het gevaar van Ne- derlandsche visschers op buiten- landsche schepen. Dezer dagen trokken wij, %oo schrijft een bijzondere cox-respondent van het Hsb., met een IJmuidenschen treiler naar de Doggers- bank ter haringvisscherij. Ieder najaar vaart een groot deel van Nederlands treiler- en loggervloot de Noordzee op „om haring" In de maanden September en October is deze visscherij een bloeiend bedrijf en onnoeme lijk is dan ook in dien tijd het aantal ha ringen, dat aan de markt komt in bevroren toestand, in zout en ijs, gesteurd of gekaakt. Opstoomend naar de Doggersbank, naar den 56sten breedtegraad, kregen we volop gelegenheid van de vangsten van andere in zee komende, of thuisvarende treilers ken nis te nemen. Zoo ontmoetten wij de IJmui- den 73, de „Utrecht", die „met een schipvol visch" kwam thuisstoomen, na nog geen volle drie dagen gevischt te hebben op de Doggersbank. In de morgenuren na den dag van uitvaren, bereikten we de vischgronden van den zes-en-vijftigsten, waar we uitzetten, nadat we van andere treilers het resultaat van hun visscherij hadden vernomen. De eerste trek, die ongeveer drie uren duurde de normale trektijd bracht nog weinig haring aan dek: ongeveer dertig manden, waarbij zeer veel bolk. De visschers leiden uit het feit, dat zich veel grondvisch tus schen de haring bevindt, af, dat ze de eigen lijke haringspokken nog niet hebben, daar deze viéch niet op den grond voorkomt, maar overdag veelal laag boven den grond zwemt, terwijl de haring des nachts dichter onder de oppervlakte schijnt te komen. Deze bewering kunnen we zelf op waarheid toet sen door een vergelijk te treffen tusschen de vangsten van treilers en loggers. Een vergelijkende beschouwing van de vischmethoden van treilers en loggers leert ons:: de treilers visschen op haring meestal met de treil-met-haringpatent of kortweg met Fransch patent, terwijl de loggers vis schen met een vleet. Het Fransche patent is een tusschen\orm tusschen het drijfnet en rijk aandeel te geven in de nieuwe cam pagne. De heer Joh. de Veer, Schagen, is van meening, dat de belangstelling in gemeen ten, waarin een verflauwd kerkelijk leven valt te constateeren, kan worden verleven digd door aansluiting te zoeken bij die ge meenten, waar een opgewekt kerkelijk le ven heerscht. Ds. Aris, na de lunchpauze, den talrijken vragenstellers uitvoerig antwoordend, dringt o.a. aan op vernieuwing der colleges van kerkeraden en voogdijen, door de leden na een periodiek aftreden niet terstond her kiesbaar te stellen. Spr. laakt voorts een „afwachtende houding" der colleges en ge meenteleden tegenover den dominee. „De dominee moet niet alles zelf doen"; in dien geest moet de verhouding van den ambts drager tegenover de gemeente worden her zien. De positie der godsdienstonder wijzers. Wat de materieele positie der godsdienst onderwijzers betreft, zou volgens spr., een verbetering daarvan ten nauwste samenhan gen met de zgm vacature-penningen (het geld dat predikanten ontvangen voor het vervullen van vacante spreekbeurten); de predikanten zouden daarvan afstand moeten doen. De vergadering gaat nu over tot de aan vankelijke uitvoering van het Werkplan; comité's van actie voor elke classis worden in beginsel gevormd. Hierna sluit voorzitter de bijeenkomst. Thans ook voor hen die kamers huren zonder huiselijk verkeer. Omtrent kleine boeren en tuin ders nog niets bepaald. De Minister van Sociale Zaken heeft een circulaire aan de gemeen tebesturen gezonden, waarin wordt bericht, dat de werkloozen en in werkverschaffing werkenden weer een brandsfoffentoeslag mag wor den verstrekt. Deze zal gedurende het tijdvak van 30 October tot en met 26 November 1938 ten hoogste f 1.per week mogen bedragen, van 27 November 1938 tot en met 11 Maart 1939 maximaal f 1.30 per week, terwijl na dien wederom geen hooger bedrag dan we kelijks f 1.aan brandsfoffentoeslag mag worden toegekend. Voor dezen bijslag komen in aanmerking gehuwde en ongehuwde kostwinners alsme de zij, die den steun voor alleenwonenden ontvangen. Voorts kan gedurende het in den aanhef dezes vermelde tijdvak aan degenen, die bij anderen een kamer hebben gehuurd zonder huiselijk verkeer, daarbij zelf de zorg voor hun voedsel dragen en voor het verkrijgen van brandstoffen op zichzelf aangewezen zijn mits de gemeentebesturen hiervoor termen aanweiz. achten '.u brandstoffen- bijslag worden verstrekt, gelijk aan de helft van dien, welke aan kostwinners wordt toegekend, mitsdien in vorengenoem de drie tijdvakken tot een maximum van resp. f 0.50, f 0.65 en lf 0.50 per week. Voor het overige zijn de bepalingen onge veer gelijksoortig als die in voorgaande ja ren. In de kosten der verstrekking van den brandstoffenbijslag aan werkloozen, die in de steunregeling zijn opgenomen of bij een gesubsidieerde werkverschaffing zijn ge plaatst, zal dit 't werkloosheidssubsidiefonds eenzelfde bijdrage worden toegekend als in de overige kosten van steunverleening of in het schrobnet. De treil, het eigenlijke schrob net, vischt op den bodem en maakt dus vooral bodemdieren buit. Met de treil-met- haringpatent, waaraan een tweetal drijfbor- den zijn bevestigd, vischt men op geringe hoogte boven den grond. Het vleetnet daar entegen is een staand net, dat na uitgescho ten te zijn, rechtstandig in zee komt te staan. Nu ligt het dus voor de hand, dat wanneer de haring laag zwemt, de treil of het Fransche patent dit is wel het meest geschikt voor de haringvisscherij de visch zal vangen, terwijl ze bij hoog - zwemmen in de vleet kan worden gevangen. Ziedaar de controle. Het feit, dat de treilers, nu de vangsten daags groot zijn, 's nachts niet visschen, wijst reeds op een geringe vangst kans in de nachtelijke uren. Ook vroeger waren we eens in de' gelegenheid te consta teeren, dat de nachtvangsten nauwelijks loonend zijn. De loggers daarentegen van gen wél 's nachts en maken dan betere trek ken van daags. De treilervisschers beweren, dat de gunstigste trekken liggen in den tijd van de schemering, dus op den overgang van dag naar nacht en van nacht naar dag. Dit zou dan te verklaren zijn met het om hooggaan en weer in dieper water komen van de haring. De veronderstelling, dat deze bijna circuleerende beweging der ha ringen in verband staat met de lichtinten siteit in het water, ligt dus voor de hand. i Wisselvalligheden. Doch niet alleen zijn de treilervangsten overdag vaak duidelijk anders dan de nacht vangsten, niet alleen zijn er onderlinge hoe- veelheidsverschillen, ook kunnen zich aller lei andere verschijnselen voordoen. Bekend is, dat juist in dezen tijd de haring veelal „kuitziek" is. De term kuitziek' wil slechts zeggen, dat de haring paairijp is en dus in staat is tot paaien. Dat de haring kuitziek is, is te zien doordat de vis schen kuit en homvocht verliezen. Het is visch, die gevangen werd op de paaiplaafs of in de onmiddellijke nabijheid ervan. Over het algemeen zijn deze kuitziekc haringen groot en slap. De visschers geven aan deze groote haringen den naam van „spoenders". Gewoonlijk worden de spoenders hij zeer groote hoeveelhe den tegelijk gevangen, terwijl de kleinere haringen bijna nooit mo gelijk in het geheel niet— in der gelijke groote scholen voorkomen. Enkele malen vangt men haring, dat reeds gepaaid heeft en dan slap is van vlecsch; andere trekken bren gen weer kleine, stevige, z.g, „spij kerharde" haring aan dek. de loonen der werkverschaffing wordt ver leend. Omtrent den brandstoffenbijslag, toe te kennen aan kleine boeren en tuinders, zul len de gemeentebesturen bij afzonderlijk schrijven bericht ontvangen. Plechtigheid te Vlissingen. In den gevel van de zeevaartschool de „De Ruyterschool" te Vlissingen is dezer dagen boven het gedenkteeken van wijlen Z.K.H. Prins Hendrik, Prins der Nederlan den, beschermheer van de school, de looden koker ingemetseld, bevattende de oorkonde, behoorende bij de onthulling en de lijsten met namen van de leden van het eerecomi té, van het huldigingscomité ter nagedachte nis van Z.K.H. Hendrik, Prins der Neder landen, de officieele genoodigden, die bij de onthulling van het gedenkteeken door H. M. de Koningin op 2 Mei 1938 tegenwoordig waren en van hen, die hun bijdrage er toe hebben ingezonden. Bij de inmetseling waren tegenwoordig de directeur van de „De Ruyterschool" en de voorzitter van het werk-comité. Knaap gestikt. Te Wageningen hadden eenige kinderen op den Wageningschen berg een kuil gegra ven van een paar meter diepte, terwijl zij daarin speelden, stortte plotseliing het zand in, waarop de kinderen snel den kuil ver lieten. De 13-jarige Hendrik van Kooten wil de echter nog eens naar de instorting gaan kijken en begaf zich opnieuw in den kuil. Daarbij deed zich opeens een nieuwe instor ting voor, welke de jongen onder het zand bedolf. De andere kinderen, die hierbij stonden, namen van schrik de vlucht en waarschuw den den in de nabijheid woenden arbeider W. Hulshof, die zich onmiddellijk met zijn zoon naar de plaats van het ongeluk begaf en het zand snel verwijderde. Eerst na twintig minuten slaagde hij er in den knaap te vinden, men trachtte drie kwartier lang de levensgeesten weer op te wekken, echter tevergeefs. De jongen bleek reeds te zijn overleden. Padvinders brengen onze Ko ningin dank. De nationale padvindersraad heeft het volgende schrijven aan Hare Majesteit de Koningin gezonden: Do leden van den nationalen padvinders- raad vertegenwoordigende „De Nederland sche padvinders." „De Katholieke verken ners," dè Nederlandsche Christelijke vereeniging van padvinders," „de padvin- dersyereeniging Nederland", brengen eerbie dig te Uwer Majesteit kennis, dat zij en de vereenigingen, die zij vertegenwoordigen, dankbaar voor Uwer Majesteit woord van instemming met den oproep tot moreele en geestelijke herbewapening van een aantal hooggeplaatsten in den lande, zich ernstig voornemen om te doen wat in hun vermo gen ligt, teneinde die geestelijke en mo reele herbewapening te helpen verwerkelij ken en den weg te gaan door Uwe Majesteit getoond, opdat zij, naar de mate van de krachten aan ieder hunner geschonken, mo gen komen tot daden van vertrouwen, van zelfopoffering en zedelijken moed en van ge loof. Opmerkelijk is wel, dat de trekken, waar bij kuitzieke haring gevangen is, bijna nooit iets anders opleveren dan deze spoenders, en dat tevens ook de kleinere haringen vaak bij elkaar schijnen te blijven. Wanneer er hoeveelheden van vier tot vijf honderd man den visch gevangen worden, dan zit er ge woonlijk weinig andere visch tusschen de haring. Komen er echter kleinere hoeveel heden in den last, dan zit er nogal eens an der materiaal tusschen. Makreel wordt vrij regelmatig gevangen. Zelf hadden we de gelegenheid te zien hoe tusschen de zwem mende haringscholen vrij wat makreelen meezwommen. Eenmaal bevatte de kuil een zeer groote hoeveelheid heel kleine makreel- tjes. De trek daarop zaten er weer makree len tusschen van gewone afmetingen. Reeds vroeger hadden we de gelegenheid na te gaan, dat de nachtvangsten bijna geen ma kreel aan boord brengen, niettegenstaande de vangsten overdag wel vrij wat makreel bevatten. Andere dieren. Met de komst van 'de haring en vooral van de paairijpe haring schijnt vaak op de Noordzee de komst van andere zeedieren gepaard te gaan. Zoo schijnt het dat bijvoor beeld kleine schelvisschen, die zich in de zen tijd veel voeden met haringkuit, met de haringscholen mee trekken en een gemak kelijke buit worden van de netten, daar zij zich dik gegoten hebben aan de pas gescho ten kuit en daardoor moeilijk het net kun nen ontzwemmen. Inderdaad is het waar, dat de haringscholen tal van volgelingen hebhen, zoowel visschen als grootere zee zoogdieren, die het op de visch of op de kuit voorzien hebben. Telken male, wan neer we op de Doggersbank het net inhaal den kwamen groote aantallen tonijnen in de nabijheid van het schip, tegelijk met tui melaars, waarvan we er soms wei meer dan veertig zagen. Thans doet zich het merkwaardige verschijnsel voor, dat er meer haring schijnt te zijn dan in andere jaren. Dit blijkt duidelijk uit de enorme vangsten, die thans gemaakt worden De treilers koeren nu soms reeds na drie of vier dagen visschen vol huis waarts. Er zijn schepen, die komen thuisvaren met 2500 manden haring; de vangst van enkele dagen. Dit beteekent een gewichtshoeveelheid van 2500 maal 40 kg. of 100 ton. Schatten we het aantal haringen op tenminste 200 stuks per mand, dan beteekent dit een haringaantal per reis van 'n half millioen. Beden ken we dat er op de Doggersbank door Nederlanders, zoowel als door Duitschers, Franschcn, Engclschcn, Fabriek heeft veel waterschade. Gistermiddag is brand ontsaan op den zolder van de meubelfabriek van de fa. Dooijeweert aan de Elandstraat. Het zeer brandbare materiaal watten, linnen en kapok deden de vlammen hoog opja gen, en de brandweer had man en macht noodig om uitbreiding te voorkomen. Na 3 kwartier was men den brand meester. Het geheele pand was drijfnat en de schade is zeer aanzienlijk. Zij wordt door verzekering gedekt. Dezer dagen hebben wij medegedeeld, dat een maatschappij van handelsbetrekkingen Holland—Zuid-Amerika is opgericht. Volgens den nieuwen directeur, den heer D. Knegt, oud-procuratiehouder van het Phi- lipsconcern, zal de maatschappij als tus- schenpersoon van groot belang zijn, bij elke strubbeling, welke in een overzeeverbinding zoo gauw en zoo gemakkelijk optreedt door wederzijdsch onvoldoende begrip en aanvoe len der situatie. Wij zorgen dus, zei de heer Knegt, niet alleen voor het eventueel tot stand brengen van een relatie, voor zoeken naar goede agenten enz., doch wij zorgen er vooral voor, dat zulk een verbinding tot de gewenschte verkoopsresultaten leidt door voortdurend te blijven toezien op de bewe gingen van de handelsagenten, door hen waar noodig te helpen en aldus daad werkelijk deel te nemen aan de practische uitvoering van het werk. Wij gelooven, aldus de heer Knegt, dat een belangrijke verhooging van den Neder- landschen afzet naar Zuid-Amerika kan worden bereikt, wanneer de Nederlandsche exportfirma's ontvankelijk zijn voor nood zakelijke aanpassing aan toestanden en normen in dat land. Het kantoor der maatschappij zal te 's- Gravenhage worden gevestigd, terwijl even eens een bureau in Buenos Aires zal wor den ingericht. Binnenkort zullen nadere bij zonderheden worden medegedeeld over de inlichtingenlbureaux, welke met medewer king van de Kamers van Koophandel in een twaalftal gemeenten van ons land worden georganiseerd. Op dit oogenblik wordt met de betrokken kamers te dien. opzichte overleg gepleegd. Ter vervanging van oud materieel. Ter vervanging van verouderd materieel heeft het departement van marine een se rie nieuwe lesvliegtuigen van het type Fok ker S. 9 besteld. Nadat reeds een vijftal toestellen- van de ze serie werd afgeleverd, zijn thans weder om vijf van deze lesvliegtuigen door de ma rinecommissie, onder leiding van overste J. N. Kramer, overgenomen. De fokkerfabriek was vertegenwoordigd door ir. P. J. C. Vos, de vliegtuigen werden door den fabrieksvlieger Leegstra gedemonstreerd en vervolgens door den of ficier-vlieger eerste klasse, D. J. R. Beuge ling, nagevlogen. Belgen, Denen en Polen gevischt wordt, en dat ze ongetwijfeld slechts een klein gedeelte vangen van den geheelen haringvoorraad van onzen haringvijver, dan zal het duidelijk zijn, welk een onnoemelijke hoeveel- heid visch daar thans moet voorko men. We zagen enkele malen dat een gedeelte van een school haring, waar het net door heen getrokken was, met'het halen van het net was omhooggekomen en hoe dan het wa ter hier en daar soms „dik" was van de visch. De intensiteit, waarmee gevischt wordt, de perfectionneering der vangmethoden, de krachtiger booten en de vermeerdering van de trekkracht der treilers, tezamen met het feit, dat veel visch niet tot paaien komt en dat ook jonge visschen worden gevangen en hetzij als „puf" worden meegevoerd met de loggers, hetzij dood overboord gezet wordt maakt echter een nauwkeurige bestudee ring van het leven van deze visschen en van de vangmethoden internationaal gewenscht daar het mede geldt een economisch belang WAT ZAL DE TOEKOMST BRENGEN? Nederland vischt momenteel nog veelvul dig op de Doggersbank. Echter brengt de ongunstige economische toestand hier te lan de in het visschersbedrijf tevens een moei lijkheid mee, waarvoor de Nederlandsche visscherij niet blind mag zijn. Op buiten- landsche treilers worden namelijk in den Iaatsten tijd veelvuldig Nederlandsche schip pers gevraagd. Dit geldt niet alleen voor Duitsche, doch evenzeer voor Fransche en Poolsche treilers Hoe verheugend en 1106 streelend voor vaderlandschcn trots dit oon moge zijn, het valt niet te ontkennen, dat dit tevens een gevaar inhoudt. Het is begrijpelijk dat deze schippers uit sluitend worden aangesteld om de vischnie- thode aan anderen te leeren. Binnenkort zul len zij dan weer „den zak" krijgen en naai ons land terugkeeren. Geen mensch zal h'm deze daad euvel duiden, want het is vols" men begrijpelijk en zelfs prijzenswaard dat- men in het buitenland werk aanvaardt, wan neer het eigen land het niet kan bieden- Het gevaar is echter duidelijk: Nederlan ders leeren anderen visschen en daarna z» de uitvoer van ons land uit weer beperi1 worden door invoerverboden en contingc"' teeringen van die andere landen. Dat be teekent dan weer een gevoeligen slag ,n liet Nederlandsche visscherij bedrijf. De is of onze visscherij nog veel econonusc i tegenslagen zal kunnen weerstaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 8