Geestelijk dakloozen
in Noord holland
Komt er nooit geen
einde aan de haring?
Weer brandsfoffentoeslag
voor de werkloozen
Geestelijke herbewapening
Nederland en
ZuicUAmerika
Van loggers en freilers
Prins Hendrik herdacht
Onder zand bedolven
Felle brand in Den Haag
Nieuwe Fokkers voor
de Marine
EEN LANGZAME, DOCH HARDNEKKIGE
AFBROKKELING VAN HET VRIJZINNIG
KERKELIJK LEVEN IN ONZE PROVIN
CIE. EEN WERKPLAN.
Het bestuur van de Vereeniging
van Vrijz. Hervormden in Noord-
Holland had gisteren in gebouw
„De Harmonie" te Alkmaar een bui
tengewone algemeene vergaderine
belegd, waarin ds. B. J. Aris te
Amsterdam een „werkplan voor
Noord-Holland" ontvouwde, in ver
band met 't feit, dat het in vrijzin
nige kringen zoo beruchte Reorgani
satie-voorstel der Ned. Herv. Kerk
verworpen is. Zooals men zich her
inneren zal, is door alle vrijzinnigen
in Nederland fel van leer getrokken
tegen de voorgestelde reorganisatie,
welke o.m. ten doel had de predikan
ten strenger aan de belijdenis te
houden. Vooral Noord-Holiand vrees
de leertuchtprocessen en dientenge
volge, uitstooting der in overtreding
zijnde predikanten.. Nu het gevaar
is afgewend, meent het bestuur der
Ver. v. Vrijz. Herv. in Noord-Holland
dat onze provincie, zoals zij het uit
drukt, een „naam te herwinnen
heeft" en het is daartoe dat zij de
ze vergadering heeft belegd. Vele
vertegenwoordigers van vrijzinnige
kerkeraden, kerkvoogdijen, en af-
deelingen hebben aan den oproep
gehoor gegeven: wij zien tal van
predikanten en andere bekende fi
guren uit het godsdienstig leven uit
onze omgeving.
De vice-voorzitter, ds. van der Poel uit
Den Helder, opent (bij ontstentenis van den
voorz. ds. Poldervaart), de vergadering en
drukt er zijn vreugde over uit dat het be
faamde Reorganisatie-voorstel verworpen is.
Doch de gevaren zijn nog niet in alle op
zichten bezworen. Wij moeten blijven strij
den.
Met deze woorden leidt spr. ds. Aris in.
na nog een oogenblik stilte verzocht te
hebben ter eerbiedige gedachtenis van den
overleden oud-voorzitter der vereeniging,
ds. Baar.
Rede ds. Aris.
Wij zullen vandaag eens niet spre
ken over de orthodoxie, aldus ds.
Aris, wij zullen ons niet negatief
richten tegen andere partijen of
groepen, maar wij zullen het po
sitief hebben over ons zelf.
Als grondslag voor onze bespreking heb
ben wij in de eerste plaats waarheid noo-
dig, zegt spr. Wij zullen den toestand onder
oogen moeten zien zonder iets te verbloe
men.
Een triest beeld.
De huidige wereldsituatie is, al
dus spr., verre van florissant. Het
vrijzinnig-christelijk leven in Noord-
Holland geeft het beeld van een
langzame, doch hardnekkige af
brokkeling De lijn gaat onherroepe
lijk naar beneden. Wij houden het
op deze manier niet!
Persoonlijk geloof ik niet, iegt de predi
kant, dat wij uiteindelijk Noord-Holland zul
len redden. Daarvoor zijn de tegenkrachten
te groot.
Hiermee bedoelt spr. niet de orthodoxie;
ook de orthodoxie zal het in Noord-Holland
niet houden!
De christenen hebben echter in het alge
meen den stroom niet mee. De kerken zijn
leeggezogen.
In sommige gemeenten, waar vroeger 300
'a 400 menschen in de kerk kwamen zitten
er nu nog geen 10...
Hoe komt dat?
Deze toestand is niet alleen de schuld
van het modernisme. Spr. citeert verschil
lende uitsnraken, waarin gezegd wordt, dat
de kerk in Noord-Holland reeds een ruïne
was, toen het modernisme zijn intree deed.
Spr. schildert de mentaliteit van den
Noord-Hollander, zijn houding tegenover de
kerk.
Een practïsche Noord-Hollander
voelt hoe de invloed van de kerk
door de beslissingen van het maat
schappelijke leven wordt weggezo
gen en vervangen wordt door in
vloeden uit andere gebouwen dan
kathedralen...
Over het algemeen staat het zede
liike leven van den Noord-Hollander
hoog en heeft hij een goed begrip
voor rechtsbeginselen.
De wereldoorlog hefet de kerk in
aanzien doen dalen bij den Noord-
Hollander en de Landbouwcrisis
deed de rest. Vooral de laatste heeft
het rechtsgevoel van den Noord-
Hollander diep gekwetst.
Ook het bezit heeft de kerk geen goed
gedaan, wat snr. nader uiteenzet.
Dit heeft den Noord-Hollander van de kerk
vervreemd. Doch de critische, hooge, hard
nekkige moraal, voortkomend uit de kerk,
verkondigd door het modernisme, leeft
voort-
Op korten termijn!
De onkerkelijken van Noord-Holland
die spr. hoofdzakelijk onder de men
schen van middelbaren leeftijd
vindt, zijn allen lang geen ongeloo-
vigen. Geestelijk zijn zij dakloos.
Tot deze menschen, waarvan er
volgens spr. eenige duizenden in
onze provincie zijn, moeten wij ons
richten op korten termijn opdat de
jeugd geen prooi worde van andere
meer aantrekkelijke bewegingen!
Op de volgende generatie kunnen
wij geen beslag weer leggen. -
Ons werkplan moet dan ook in de al
lereerste plaats een zendingskarakter heb
ben. Spr. hangt vervolgens een triest beeld
op van den toestand in Vrijzinnig kerke
lijk Noordholland; de afdeelingen hebben
sinds 1931 1100 leden verloren en de 94
gemeenten tellen thans 41 vacante predi
kantsplaatsen; een achteruitgang, welke
zich hoofdzakelijk op het platteland vol
trekt; hier schuilt dan ook het directe ge
vaar. Het eenige geneesmiddel is een
grootere, sterkere organisatie, welke con
tact legt tusschen de eenlingen, die nog
trouw op hun post zijn gebleven. Noodig
zijn groote provinciale bijeenkomsten, waar
de eenzame werkers ve'rlost wordeh van
hun minderwaardigheidsgevoel en gesterkt
worden in hun geloof.
Het Plan.
Wij zullen onze beweging moeten mo-
derniseeren en verbeteren; een taak welke
offers vergt en neerkomt op de provincia
le besturen.
Spr. bepleit een actie over de geheele
line; de vrouwen en de jeugd dienen hier
bij ingeschakeld; prov. besturen en kerke
raden imoeten aanpakken en in de laatste
dienen o.m. personen uit arbeiderskringen
zitting te nemen.
Het wordt een contact-zoeken op groote
schaal met de „dakloozen", om zoodoende
de fundamenten van het geestelijk leven
te versterken.
Het doel is niet in de eerste plaats strijd.
De orthodoxie bestrijdt zichzelf,
zegt spr. en ik acht haar in de
eerste tientallen jaren niet %in staat
om ons het lidmaatschap te ont
nemen, evenmin als ik haar in
staat acht vooreerst de rechten der
vrijzinnigen te erkennen.
Op medewerking van die zjjde der ortho
doxie, die daartoe bereid is, stelt spr. ech
ter prijs (applaus)
Met een opwekking, in groote trouw en
bescheidenheid gezamenlijk de geestelijke
goederen, welke in dezen tijd, op het spel
staan, te verdedigen, besluit spr. zijn be
toog.
iTal van sprekers
en spreeksters nemen deel aan de uitvoeri
ge discussies over het nieuwe Werkplan
Van verschillende zijden wordt op daden
aangedrongen; het prov. bestuur doet nog
dezen middag een oproep om werkers! Ds.
Klein Wassink (Alkmaar) acht het nood
zakelijk meer predikanten te beroepen en
in verband daarmee de tractementen te
verbeteren.
-r:-. -r- /f%
Den predikanten wordt in het
algemeen door den heer gods
dienstonderwijzer Korndorffer te
Wieringerwaard verweten, dat zij
den godsdienstonderwijzers niet „er
kennen."
De heer Korndorffer verzoekt, den gods
dienstonderwijzers een kans te geven, in den
zin van verschaffing eener bestaansmoge
lijkheid.
Ds. Enklaar (Den Helder) en Ds. Nijholt
(Wieringermeer), pleiten er o.m. voor, voor
al den godsdienstonderwijzers een belang-
Hoewel half Europa jaar in jaar
uit op de Doggersbank vischb,
schijnt de groote haringvijver on
uitputtelijk. Het gevaar van Ne-
derlandsche visschers op buiten-
landsche schepen.
Dezer dagen trokken wij, %oo schrijft een
bijzondere cox-respondent van het Hsb., met
een IJmuidenschen treiler naar de Doggers-
bank ter haringvisscherij. Ieder najaar vaart
een groot deel van Nederlands treiler- en
loggervloot de Noordzee op „om haring" In
de maanden September en October is deze
visscherij een bloeiend bedrijf en onnoeme
lijk is dan ook in dien tijd het aantal ha
ringen, dat aan de markt komt in bevroren
toestand, in zout en ijs, gesteurd of gekaakt.
Opstoomend naar de Doggersbank, naar
den 56sten breedtegraad, kregen we volop
gelegenheid van de vangsten van andere in
zee komende, of thuisvarende treilers ken
nis te nemen. Zoo ontmoetten wij de IJmui-
den 73, de „Utrecht", die „met een schipvol
visch" kwam thuisstoomen, na nog geen
volle drie dagen gevischt te hebben op de
Doggersbank. In de morgenuren na den dag
van uitvaren, bereikten we de vischgronden
van den zes-en-vijftigsten, waar we uitzetten,
nadat we van andere treilers het resultaat
van hun visscherij hadden vernomen. De
eerste trek, die ongeveer drie uren duurde
de normale trektijd bracht nog weinig
haring aan dek: ongeveer dertig manden,
waarbij zeer veel bolk. De visschers leiden
uit het feit, dat zich veel grondvisch tus
schen de haring bevindt, af, dat ze de eigen
lijke haringspokken nog niet hebben, daar
deze viéch niet op den grond voorkomt,
maar overdag veelal laag boven den grond
zwemt, terwijl de haring des nachts dichter
onder de oppervlakte schijnt te komen. Deze
bewering kunnen we zelf op waarheid toet
sen door een vergelijk te treffen tusschen
de vangsten van treilers en loggers.
Een vergelijkende beschouwing van de
vischmethoden van treilers en loggers leert
ons:: de treilers visschen op haring meestal
met de treil-met-haringpatent of kortweg
met Fransch patent, terwijl de loggers vis
schen met een vleet. Het Fransche patent is
een tusschen\orm tusschen het drijfnet en
rijk aandeel te geven in de nieuwe cam
pagne.
De heer Joh. de Veer, Schagen, is van
meening, dat de belangstelling in gemeen
ten, waarin een verflauwd kerkelijk leven
valt te constateeren, kan worden verleven
digd door aansluiting te zoeken bij die ge
meenten, waar een opgewekt kerkelijk le
ven heerscht.
Ds. Aris, na de lunchpauze, den talrijken
vragenstellers uitvoerig antwoordend, dringt
o.a. aan op vernieuwing der colleges van
kerkeraden en voogdijen, door de leden na
een periodiek aftreden niet terstond her
kiesbaar te stellen. Spr. laakt voorts een
„afwachtende houding" der colleges en ge
meenteleden tegenover den dominee. „De
dominee moet niet alles zelf doen"; in dien
geest moet de verhouding van den ambts
drager tegenover de gemeente worden her
zien.
De positie der godsdienstonder
wijzers.
Wat de materieele positie der godsdienst
onderwijzers betreft, zou volgens spr., een
verbetering daarvan ten nauwste samenhan
gen met de zgm vacature-penningen (het
geld dat predikanten ontvangen voor het
vervullen van vacante spreekbeurten); de
predikanten zouden daarvan afstand moeten
doen.
De vergadering gaat nu over tot de aan
vankelijke uitvoering van het Werkplan;
comité's van actie voor elke classis worden
in beginsel gevormd.
Hierna sluit voorzitter de bijeenkomst.
Thans ook voor hen die kamers
huren zonder huiselijk verkeer.
Omtrent kleine boeren en tuin
ders nog niets bepaald.
De Minister van Sociale Zaken
heeft een circulaire aan de gemeen
tebesturen gezonden, waarin wordt
bericht, dat de werkloozen en in
werkverschaffing werkenden weer
een brandsfoffentoeslag mag wor
den verstrekt.
Deze zal gedurende het tijdvak van 30
October tot en met 26 November 1938 ten
hoogste f 1.per week mogen bedragen,
van 27 November 1938 tot en met 11 Maart
1939 maximaal f 1.30 per week, terwijl na
dien wederom geen hooger bedrag dan we
kelijks f 1.aan brandsfoffentoeslag mag
worden toegekend.
Voor dezen bijslag komen in aanmerking
gehuwde en ongehuwde kostwinners alsme
de zij, die den steun voor alleenwonenden
ontvangen.
Voorts kan gedurende het in den aanhef
dezes vermelde tijdvak aan degenen, die bij
anderen een kamer hebben gehuurd zonder
huiselijk verkeer, daarbij zelf de zorg voor
hun voedsel dragen en voor het verkrijgen
van brandstoffen op zichzelf aangewezen
zijn mits de gemeentebesturen hiervoor
termen aanweiz. achten '.u brandstoffen-
bijslag worden verstrekt, gelijk aan de helft
van dien, welke aan kostwinners
wordt toegekend, mitsdien in vorengenoem
de drie tijdvakken tot een maximum van
resp. f 0.50, f 0.65 en lf 0.50 per week.
Voor het overige zijn de bepalingen onge
veer gelijksoortig als die in voorgaande ja
ren.
In de kosten der verstrekking van den
brandstoffenbijslag aan werkloozen, die in
de steunregeling zijn opgenomen of bij een
gesubsidieerde werkverschaffing zijn ge
plaatst, zal dit 't werkloosheidssubsidiefonds
eenzelfde bijdrage worden toegekend als in
de overige kosten van steunverleening of in
het schrobnet. De treil, het eigenlijke schrob
net, vischt op den bodem en maakt dus
vooral bodemdieren buit. Met de treil-met-
haringpatent, waaraan een tweetal drijfbor-
den zijn bevestigd, vischt men op geringe
hoogte boven den grond. Het vleetnet daar
entegen is een staand net, dat na uitgescho
ten te zijn, rechtstandig in zee komt te
staan. Nu ligt het dus voor de hand, dat
wanneer de haring laag zwemt, de treil of
het Fransche patent dit is wel het meest
geschikt voor de haringvisscherij de visch
zal vangen, terwijl ze bij hoog - zwemmen in
de vleet kan worden gevangen. Ziedaar de
controle. Het feit, dat de treilers, nu de
vangsten daags groot zijn, 's nachts niet
visschen, wijst reeds op een geringe vangst
kans in de nachtelijke uren. Ook vroeger
waren we eens in de' gelegenheid te consta
teeren, dat de nachtvangsten nauwelijks
loonend zijn. De loggers daarentegen van
gen wél 's nachts en maken dan betere trek
ken van daags. De treilervisschers beweren,
dat de gunstigste trekken liggen in den tijd
van de schemering, dus op den overgang
van dag naar nacht en van nacht naar dag.
Dit zou dan te verklaren zijn met het om
hooggaan en weer in dieper water komen
van de haring. De veronderstelling, dat deze
bijna circuleerende beweging der ha
ringen in verband staat met de lichtinten
siteit in het water, ligt dus voor de hand.
i Wisselvalligheden.
Doch niet alleen zijn de treilervangsten
overdag vaak duidelijk anders dan de nacht
vangsten, niet alleen zijn er onderlinge hoe-
veelheidsverschillen, ook kunnen zich aller
lei andere verschijnselen voordoen. Bekend
is, dat juist in dezen tijd de haring veelal
„kuitziek" is.
De term kuitziek' wil slechts zeggen,
dat de haring paairijp is en dus in
staat is tot paaien. Dat de haring
kuitziek is, is te zien doordat de vis
schen kuit en homvocht verliezen.
Het is visch, die gevangen werd op
de paaiplaafs of in de onmiddellijke
nabijheid ervan. Over het algemeen
zijn deze kuitziekc haringen groot en
slap. De visschers geven aan deze
groote haringen den naam van
„spoenders". Gewoonlijk worden de
spoenders hij zeer groote hoeveelhe
den tegelijk gevangen, terwijl de
kleinere haringen bijna nooit mo
gelijk in het geheel niet— in der
gelijke groote scholen voorkomen.
Enkele malen vangt men haring,
dat reeds gepaaid heeft en dan slap
is van vlecsch; andere trekken bren
gen weer kleine, stevige, z.g, „spij
kerharde" haring aan dek.
de loonen der werkverschaffing wordt ver
leend.
Omtrent den brandstoffenbijslag, toe te
kennen aan kleine boeren en tuinders, zul
len de gemeentebesturen bij afzonderlijk
schrijven bericht ontvangen.
Plechtigheid te Vlissingen.
In den gevel van de zeevaartschool de
„De Ruyterschool" te Vlissingen is dezer
dagen boven het gedenkteeken van wijlen
Z.K.H. Prins Hendrik, Prins der Nederlan
den, beschermheer van de school, de looden
koker ingemetseld, bevattende de oorkonde,
behoorende bij de onthulling en de lijsten
met namen van de leden van het eerecomi
té, van het huldigingscomité ter nagedachte
nis van Z.K.H. Hendrik, Prins der Neder
landen, de officieele genoodigden, die bij
de onthulling van het gedenkteeken door H.
M. de Koningin op 2 Mei 1938 tegenwoordig
waren en van hen, die hun bijdrage er
toe hebben ingezonden.
Bij de inmetseling waren tegenwoordig de
directeur van de „De Ruyterschool" en de
voorzitter van het werk-comité.
Knaap gestikt.
Te Wageningen hadden eenige kinderen
op den Wageningschen berg een kuil gegra
ven van een paar meter diepte, terwijl zij
daarin speelden, stortte plotseliing het zand
in, waarop de kinderen snel den kuil ver
lieten. De 13-jarige Hendrik van Kooten wil
de echter nog eens naar de instorting gaan
kijken en begaf zich opnieuw in den kuil.
Daarbij deed zich opeens een nieuwe instor
ting voor, welke de jongen onder het zand
bedolf.
De andere kinderen, die hierbij stonden,
namen van schrik de vlucht en waarschuw
den den in de nabijheid woenden arbeider
W. Hulshof, die zich onmiddellijk met zijn
zoon naar de plaats van het ongeluk begaf
en het zand snel verwijderde. Eerst na
twintig minuten slaagde hij er in den knaap
te vinden, men trachtte drie kwartier lang
de levensgeesten weer op te wekken, echter
tevergeefs. De jongen bleek reeds te zijn
overleden.
Padvinders brengen onze Ko
ningin dank.
De nationale padvindersraad heeft het
volgende schrijven aan Hare Majesteit de
Koningin gezonden:
Do leden van den nationalen padvinders-
raad vertegenwoordigende „De Nederland
sche padvinders." „De Katholieke verken
ners," dè Nederlandsche Christelijke
vereeniging van padvinders," „de padvin-
dersyereeniging Nederland", brengen eerbie
dig te Uwer Majesteit kennis, dat zij en de
vereenigingen, die zij vertegenwoordigen,
dankbaar voor Uwer Majesteit woord van
instemming met den oproep tot moreele en
geestelijke herbewapening van een aantal
hooggeplaatsten in den lande, zich ernstig
voornemen om te doen wat in hun vermo
gen ligt, teneinde die geestelijke en mo
reele herbewapening te helpen verwerkelij
ken en den weg te gaan door Uwe Majesteit
getoond, opdat zij, naar de mate van de
krachten aan ieder hunner geschonken, mo
gen komen tot daden van vertrouwen, van
zelfopoffering en zedelijken moed en van ge
loof.
Opmerkelijk is wel, dat de trekken, waar
bij kuitzieke haring gevangen is, bijna nooit
iets anders opleveren dan deze spoenders,
en dat tevens ook de kleinere haringen vaak
bij elkaar schijnen te blijven. Wanneer er
hoeveelheden van vier tot vijf honderd man
den visch gevangen worden, dan zit er ge
woonlijk weinig andere visch tusschen de
haring. Komen er echter kleinere hoeveel
heden in den last, dan zit er nogal eens an
der materiaal tusschen. Makreel wordt vrij
regelmatig gevangen. Zelf hadden we de
gelegenheid te zien hoe tusschen de zwem
mende haringscholen vrij wat makreelen
meezwommen. Eenmaal bevatte de kuil een
zeer groote hoeveelheid heel kleine makreel-
tjes. De trek daarop zaten er weer makree
len tusschen van gewone afmetingen. Reeds
vroeger hadden we de gelegenheid na te
gaan, dat de nachtvangsten bijna geen ma
kreel aan boord brengen, niettegenstaande
de vangsten overdag wel vrij wat makreel
bevatten.
Andere dieren.
Met de komst van 'de haring en vooral
van de paairijpe haring schijnt vaak op de
Noordzee de komst van andere zeedieren
gepaard te gaan. Zoo schijnt het dat bijvoor
beeld kleine schelvisschen, die zich in de
zen tijd veel voeden met haringkuit, met de
haringscholen mee trekken en een gemak
kelijke buit worden van de netten, daar zij
zich dik gegoten hebben aan de pas gescho
ten kuit en daardoor moeilijk het net kun
nen ontzwemmen. Inderdaad is het waar,
dat de haringscholen tal van volgelingen
hebhen, zoowel visschen als grootere zee
zoogdieren, die het op de visch of op de
kuit voorzien hebben. Telken male, wan
neer we op de Doggersbank het net inhaal
den kwamen groote aantallen tonijnen in
de nabijheid van het schip, tegelijk met tui
melaars, waarvan we er soms wei meer dan
veertig zagen.
Thans doet zich het merkwaardige
verschijnsel voor, dat er meer haring
schijnt te zijn dan in andere jaren.
Dit blijkt duidelijk uit de enorme
vangsten, die thans gemaakt worden
De treilers koeren nu soms reeds na
drie of vier dagen visschen vol huis
waarts. Er zijn schepen, die komen
thuisvaren met 2500 manden haring;
de vangst van enkele dagen. Dit
beteekent een gewichtshoeveelheid
van 2500 maal 40 kg. of 100 ton.
Schatten we het aantal haringen op
tenminste 200 stuks per mand, dan
beteekent dit een haringaantal per
reis van 'n half millioen. Beden
ken we dat er op de Doggersbank
door Nederlanders, zoowel als door
Duitschers, Franschcn, Engclschcn,
Fabriek heeft veel waterschade.
Gistermiddag is brand ontsaan op den
zolder van de meubelfabriek van de fa.
Dooijeweert aan de Elandstraat. Het zeer
brandbare materiaal watten, linnen en
kapok deden de vlammen hoog opja
gen, en de brandweer had man en macht
noodig om uitbreiding te voorkomen. Na 3
kwartier was men den brand meester.
Het geheele pand was drijfnat en de
schade is zeer aanzienlijk. Zij wordt door
verzekering gedekt.
Dezer dagen hebben wij medegedeeld, dat
een maatschappij van handelsbetrekkingen
Holland—Zuid-Amerika is opgericht.
Volgens den nieuwen directeur, den heer
D. Knegt, oud-procuratiehouder van het Phi-
lipsconcern, zal de maatschappij als tus-
schenpersoon van groot belang zijn, bij elke
strubbeling, welke in een overzeeverbinding
zoo gauw en zoo gemakkelijk optreedt door
wederzijdsch onvoldoende begrip en aanvoe
len der situatie. Wij zorgen dus, zei de heer
Knegt, niet alleen voor het eventueel tot
stand brengen van een relatie, voor zoeken
naar goede agenten enz., doch wij zorgen er
vooral voor, dat zulk een verbinding tot de
gewenschte verkoopsresultaten leidt door
voortdurend te blijven toezien op de bewe
gingen van de handelsagenten, door hen
waar noodig te helpen en aldus daad
werkelijk deel te nemen aan de practische
uitvoering van het werk.
Wij gelooven, aldus de heer Knegt, dat
een belangrijke verhooging van den Neder-
landschen afzet naar Zuid-Amerika kan
worden bereikt, wanneer de Nederlandsche
exportfirma's ontvankelijk zijn voor nood
zakelijke aanpassing aan toestanden en
normen in dat land.
Het kantoor der maatschappij zal te 's-
Gravenhage worden gevestigd, terwijl even
eens een bureau in Buenos Aires zal wor
den ingericht. Binnenkort zullen nadere bij
zonderheden worden medegedeeld over de
inlichtingenlbureaux, welke met medewer
king van de Kamers van Koophandel in
een twaalftal gemeenten van ons land
worden georganiseerd. Op dit oogenblik
wordt met de betrokken kamers te dien.
opzichte overleg gepleegd.
Ter vervanging van oud materieel.
Ter vervanging van verouderd materieel
heeft het departement van marine een se
rie nieuwe lesvliegtuigen van het type Fok
ker S. 9 besteld.
Nadat reeds een vijftal toestellen- van de
ze serie werd afgeleverd, zijn thans weder
om vijf van deze lesvliegtuigen door de ma
rinecommissie, onder leiding van overste
J. N. Kramer, overgenomen.
De fokkerfabriek was vertegenwoordigd
door ir. P. J. C. Vos, de vliegtuigen
werden door den fabrieksvlieger Leegstra
gedemonstreerd en vervolgens door den of
ficier-vlieger eerste klasse, D. J. R. Beuge
ling, nagevlogen.
Belgen, Denen en Polen gevischt
wordt, en dat ze ongetwijfeld slechts
een klein gedeelte vangen van den
geheelen haringvoorraad van onzen
haringvijver, dan zal het duidelijk
zijn, welk een onnoemelijke hoeveel-
heid visch daar thans moet voorko
men.
We zagen enkele malen dat een gedeelte
van een school haring, waar het net door
heen getrokken was, met'het halen van het
net was omhooggekomen en hoe dan het wa
ter hier en daar soms „dik" was van de
visch.
De intensiteit, waarmee gevischt wordt,
de perfectionneering der vangmethoden, de
krachtiger booten en de vermeerdering van
de trekkracht der treilers, tezamen met het
feit, dat veel visch niet tot paaien komt en
dat ook jonge visschen worden gevangen en
hetzij als „puf" worden meegevoerd met de
loggers, hetzij dood overboord gezet wordt
maakt echter een nauwkeurige bestudee
ring van het leven van deze visschen en van
de vangmethoden internationaal gewenscht
daar het mede geldt een economisch belang
WAT ZAL DE TOEKOMST BRENGEN?
Nederland vischt momenteel nog veelvul
dig op de Doggersbank. Echter brengt de
ongunstige economische toestand hier te lan
de in het visschersbedrijf tevens een moei
lijkheid mee, waarvoor de Nederlandsche
visscherij niet blind mag zijn. Op buiten-
landsche treilers worden namelijk in den
Iaatsten tijd veelvuldig Nederlandsche schip
pers gevraagd. Dit geldt niet alleen voor
Duitsche, doch evenzeer voor Fransche en
Poolsche treilers Hoe verheugend en 1106
streelend voor vaderlandschcn trots dit oon
moge zijn, het valt niet te ontkennen, dat
dit tevens een gevaar inhoudt.
Het is begrijpelijk dat deze schippers uit
sluitend worden aangesteld om de vischnie-
thode aan anderen te leeren. Binnenkort zul
len zij dan weer „den zak" krijgen en naai
ons land terugkeeren. Geen mensch zal h'm
deze daad euvel duiden, want het is vols"
men begrijpelijk en zelfs prijzenswaard dat-
men in het buitenland werk aanvaardt, wan
neer het eigen land het niet kan bieden-
Het gevaar is echter duidelijk: Nederlan
ders leeren anderen visschen en daarna z»
de uitvoer van ons land uit weer beperi1
worden door invoerverboden en contingc"'
teeringen van die andere landen. Dat be
teekent dan weer een gevoeligen slag ,n
liet Nederlandsche visscherij bedrijf. De
is of onze visscherij nog veel econonusc i
tegenslagen zal kunnen weerstaan.