Wij lazen voor U RADIO IÜZM i iim m i ¥El^li©01N STAD Een Russisch „buffer-gebied T*,tRVf^iv£GtN j EDGAR RICL. j BURROUGHS Uit de Pers van heden DE LAGE ROGGEPRIJZEN Schippersvrouw springt van schrik over boord Katholieke Middenstanders tegen reisbonnen PROGRAMMA I DOOR No. 18. De storm ging even snel liggen, als hij op gekomen was. De bomen schudden hun natte kruinen en de zon scheen opnieuw. Maar in het hart van Frederik Gregory scheen de zon niet. „Verdwaald," mompi 1de hij. „Wy zul len Bonga nooit op tijd bereiken om Helen te redden uit de handen van dien duivel Thome." „Wy zullen ergens heengaan," zei Tarzan. „Misschien komen wij een plek tegen, die il herken." Magra was in gedachten ver zonken. Als de geheime agent van Thome was het haar taak zijn aanvallers te mis leiden. Vlug snelde zij het bos in haalde uit haar zak een opgevouwen stuk papier te voorschijn. Het was een copie van de gesto len kaart van Athair. Zij bekeek de kaart aandachtig. Ja, hier was het meer. En hier was Bonga. Hier, twee wegen. Nadat zjj de kaart weer opgeborgen had, begaf zij zich naar de mannen. „Ik herken het meer, ik ben hier reeds eerder geweest, ik weet, waar we zijn." Zij leidde hen langs het meer naar een pad. „Dit," zei ze, „is de weg naar Bon ga." „Bravo!" riep Gregory. Als hy slechts geweten had, dat Magra hem op een dwaal spoor bracht dat dit pad hen dieper de jungle inbracht, weg van het gewenste doel! DE STAAT EISCHT Het Handelsblad (lib.) verwijt den minis ter van financiën vaagheid ten opzichte van zijn belastingplannen tot dekking van het tekort 1939. Over de aangekondigde winst belasting op de naamlooze vennootschap schrijft het blad: In liet algemecH is een winstbelasting op de N.V. een verre van fraaie heffing; in de practijk vooral wanneer er een fiksche uitdeelingsbelasting bestaat komt zij neer op het belasten van voor bijna alle bedrij ven noodzakelijke reserves, welke uit de winst worden gevormd. Waar de voorzichtige zakenman meent niet te mogen verteren uit economisch en bcdrijfshuishoud- kundig oogpunt., daar eischt de Staat, onverschillig de situatie van de bedrijven, wèl een aandeel op. Intusschen moéten er voor de levensbe langen van ons volk op het oogenbLik nieuwe middelen gevonden worden, en wij kunnen ons dus niet zuiver negatief stel len tegenover elke nieuwe belasting.. Maar wel is het van het uiterste belang voor het zakenleven, op welke wijze de regeering zich naast mogelijke besparingen! die nieuwe middelen tracht te verschaffen. En eveneens is van belang, dat het bedreigde zakenleven spoedig weet waaraan het toe is. De vage plannen van minister De Walde zijn, aldus het blad, niet bijster geschikt om het bedrijfsleven, dat weten wil waar aan het toe is, veel houvast te geven. WAT IS DaN „MATIG" BESCHERMEND? Uit een vlugschrift van de Ned. Ver. voor Vrijhandel, over de aanhangige wijziging van de Tariefmachtigingswet: Wordt het wetsontwerp, zooals het is voorgesteld door de Staten-Generaal aange nomen, dan zal de regeering aannemen, dat zij een vrijwel blanco crediet heeft gekre gen tot het invoeren van een zoogenaamd matig beschermend tarief van invoerrech ten. Het is nog niet zoo lang geleden, dat ons tarief van invoerrechten 5 pet. bedroeg. Reeds toen moest men erkennen, dat dit niet zuiver fiscaal was. Zuiver fiscaal is alleen een tarief, dat wordt geheven van goederen, die in het binnenland niet wor den geproduceerd. Dat lage tarief was ma tig beschermend. Sindsdien is dat tarief ver hoogd van 5, op 8 en op 12 pet. en eerlang zou het dus voor een aantal artikelen moe ten worden gebracht op 20 pet. Als „matig" beschermend is, hoe hoog moet een tarief dan zijn, dat inderdaad bescher mend is? VERWILDERING DER GEESTEN. In het Volk (S.D.A.P.) lezen wij onder het hoofd „Aanvatten!-" o.m. het volgende: Het Nederlandsche volk drnagt den drang naar vrijheid als een diepe trek in zijn we zen mede, doch over haar verwerkelijkin gen en begrenzingen kan zeer verschillend worden gedacht. Ook de N.S.B. belooft aan ons volk een bevrijding van allerlei bindingen, waarin wij thans zouden zijn gekluisterd. Het is duidelijk, dat dit slechts ijdel woordenspel is en een volstrekt misleidend goochelen met begrippen. Toch hoede men zich er voor de bcteekenis van zulk een propagan da te onderschatten. Dit voortdu rend, in 'n bijna demonisch rliyth- mc, herhalen van de bewering, dat ■men aan ons volk de ware vrijheid zal schenken, kan velen, wier in zichten op dit punt een vaste fun deering missen, gemakkelijk beko ren, vooral in de huidjgg omstan digheden, nu de economische be nauwenis groote doelen van ons volk reeds jaren achtereen in een positie heeft gebracht, die men. zon der overdrijving, matericöcle slaver nij kan noemen. Het blad schrijft verder: Wij hechten er dan ook zeer aan, dat, nu de vrijheid door bepaalde- bevolkings groepen wordt bedreigd, zij, die tot haar bescherming zijn geroepen, het zwaarte punt van hun taak leggen in het bevorde ren van de positieve krachten, die de aan hankelijkheid aan de. vrijheidsidee kunnen versterken. Dit beteekent het wegnemen van de massale werkloosheid, die meer dan iets anders een verwildering der geesten dreigt te brengen, waarvan voor onze volkskracht de grootste gevaren zijn te duchten. Hef beteekent ook een herbouw van ons economisch bestel, opdat de ver schillende geledingen der gemeenschap weer een redelijk bestaan kunnen vinden, opdat de spanning tusschen stad en platte land worde opgeheven en ook de midden stand den schier ondragelijken druk van zich ziet afgewenteld. Telegram aan den Minister. Hot bestuur van „Landbouw en Maat schappij" te Ruinerwolde heeft den minister van Economische Zaken in een telegram dringend verzocht in verband met den nood toestand op do roggemarkt krachtig in te grijpen, om verhooging der roggeprijzen te verkrijgen. tt PLAN TOT AANLEG VAN EEN GEWELDIGE VERDEDIGINGSLI NIE TEGEN DUITSCHLAND. In diplomatieke kringen te Was hington zijn berichten ontvangen, dat de Sovjet-Unie de schepping be spoedigt van een uitgebreid kunst matig „niemandsland" langs haar Westelijke grens ,als eerste verde digingslinie tegen Duitschland. EEN PROGRAM VAN ZES PUNTEN. Gemeld wordt, dat een program van zes punten is opgesteld, dat beoogt den op- marseh van een naderend leger te vertra gen en tenslotte tot staan te brengen. Do bedoeling is: 1. De ontbossching van een gebied over een breedte, variecrcnde van enkele tot honderd mijl tusschen de Sovjet-Unie en haar buren Roemenië. Polen en Estland; 2. De ontvolking van deze zone en in som mige gevallen de vestiging in de ontruimde steden en hoeven van betrouwbare man nen van het Roode Leger en vrouwen, die voor het uiterlijk boeren en arbeiders zou den zijn, doch die de grenzen zouden be waken en onwettige grensoverschrijdingen zouden verijdelen; 3. De vernieling of ondermijning van groote verkeerswegen, met inbegrip van bruggen, wegen en spoorwegen, die door dit „buffergebied" loopen; 4. Een geweldige „Maginot'Minie aan te leggen langs de Oostelijke grens van deze zone, waar reserve- opslagplaatsen met spoed worden ingericht en versterkingen worden aangelegd; 5. De versnelling van den aanleg van spoorwegen en groote verkeerswegen achter deze linie om het vervoer van legerbchocf- ten en troepen te vergemakkelijken. 6. De ontwikkeling achter dit gebied van groote centra voor militaire concentraties, zoomede een versterking en aanleg van vliegtuigbases. Dit zou de Russische lucht politie grooten steun geven. Er zijn reeds berichten ontvangen, dat ook aan de grenzen van Finland, Perzië en Afghanistan dergelijke zones zullen worden ingericht. Vrachtauto kwam. in het Noord- Willemskanaal terecht. Gisterochtend half zeven is een groote truck met trailer \an de maatschappij „De HunzehoofCn" te Groningen bij Vries door het gesloten hek van de brug over het Xoordwillemskanaal gereden, doordat de chauffeur, J. W. uit Nunspeet, door den dik ken mist te laat zag, dat de afsluitboomen van het gepoemde kanaal gesloten waren. De cabine van de truck kwam hierdoor boven het kanaal te hangen. De chauffeur kon tijdig uit de auto springen. Juist passeerde de tjalk „Aaltje" uit Groningen, schipper J. Niemand, door het kanaal. De „Aaltje" was geladen met suiker bieten, bestemd voor de Friesch Groningsche Suikerfabriek. De vrouw van Niemand, die aan het roer stond en de zware vrachtauto op zich af zag komen, sprong in haar angst over boord. Zij kon echter door haar man en den brugwachter worden gered. Truck en afsluitboomen werden ernstig beschadigd. Het verkeer over deze brug was gcruimen tijd gestagneerd. Van het gebeurde is proces verbaal opge maakt. Niet in gemengd gezelschap uit gaan... In een te Haarlem gehouden vergadering van den ccntralen raad van den R.K. Mid denstandsbond in het bisdom Haarlem heeft de voorzitter, de heer E. .T. M. Stumpel ge zegd, dat de Bond het bijvoegen van zegel tjes bij eetwaren enz., welke zegeltjes in bepaald aantal recht geven op excursies, ongewenscht acht, ook omdat de deelnemers aan deze excursies tot allerlei verschillen de groepen behooren. EEN DURE VOETBALLER. Derby County heeft aan Brentford de som van 0500 pond betaald voor de overne ming van Dave Mc. Culloch, den Schotschen internationalen middenvoor, zegt de Daily Express. Mc. Culloch kostte Brentford 5500 pond, 'toen deze club hem in 1935 van Ilearts kocht. Brentford heeft dus drie ja ren lang van Mc. Culloch's diensten gebruik gemaakt en bovendien nog een slordige 1000 pond aan hem verdiend. ZATERDAG 29 OCTOBER 1988. Hilversum I. 1875 en 415.5 m. KRO-uitzending. 8.009.15 Gramofoonmuziek (Om 8.15 Ber.) 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.454.00 Kinderuur. 4.55 Berichten, hierna het KRO-orkest (4.455.00 Gramofoonmuziek.). 5.30 Esperanto-nieuws. 5.45 De KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie over chemische strijdmiddelen, 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP; mededeelingen. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting. 8.35 De KRO-Melodisten, m.m.v. solist. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Internationale sportrevue. 10.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum n. 301,5 m. VARA-uitzending. 7.30—8.00 VPRO. 10.0010.20 v.m. en 8.00 VARA-Kalender. 8.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Ber.). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Con tinubedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek. (Om 12.15 Ber.) 2.00 Economisch overzicht. 2.20 VARA-Orkest. 3.10 Reportage. 3.30 Utrechtsch Stedelijk Orkest, m.m.v. solist 4.30 Esperanto-uitzending. 4.50 Residentie-orkest, m.m.v. soliste. 5.30 Filmland. 6.00 Zang en orgel. 6.30 Groningsche uitzending. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Bijbelvertellingen. 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia 8.15 Esmeralda. 8.45 Toespraak. 8.55 VARA-Orkest. 9.4o Gramofoonmuziek. 10.30 Berichten ANP. 10.35 Community-Singing. 11.0012.00 Gramofoonmuuek. FEUILLETON MAURICE WALSH 24. 2. Van den grooten weg klonk het snerpende gekraak van een aantal ongesmeerde assen en over den hoogen boog van de brug kwam een bende haveloos kermisvolk' gestroomd. Er wa ren een half dozijn ezelwagens overbeladen met vrouwen, kinderen, kromme tentpalen, oude zakken, rieten manden, glimmend blik- werk; vóór in eiken wagen zat een stoffige kerel, de voeten neer bengelend aan weers zijden van het ezellijf en op geregeld terug- keerende momenten schopte een naar beneden hangende voet den ezel tegen den buik, meer uitgewoonte, want het dier stoorde er zich niet in het minst aan; in de achterhoede volg de een heele troep ezels, van alle mogelijke kleuren, vormen en leeftijden, waarbij er nau- welks één van een behoorlijk ras te vinden was. Een stuk of wat in lompen gekleede dreumessen dreef de bende op, geholpen door een paar straathonden. De jachthond van Jamesy Goffey kwam haastig van onder den woonwagen vandaan, stormde een eind vooruit, bleef stokstijf staan en begon verwoed en dreigend te blaffen. Hij was een verstandige hond, hetgeen bleek, toen de mormels hem in de gaten kre gen. want ze kwamen eensgezind over de meent aanhollen. Daarop stootte Jamesy Cof- fey een indianengehuil uit. sprong overeind, snelde naar de rivierbedding, om amunitie te verzamelen. Het gehuil bracht de mormels tot stilstand, de eerste steen deed ze rolle bollend rechtsomkeert maken; de tweede, met zorg gemikt, was de oorzaak van een gejank van en een overhaastte vlucht; en de heele troep ketellappers barstte in ongeloofelijk schrille kreten van aanmoediging los. Toen klonk er een bulderende stem: „Knap gemikt, Jamesy! Deai zal ik je mor gen wel eens voor krijgen als Maag er niet bij is om je te helpen." Het was een vroolijke liederlijke bende en de vriendelijkheden, die ze riepen zouden in staat zijn geweest om Rabelais te doen blo zen De troep droop af in de richting van Cast- leinch en toen Jamesy terug kwam. zag hij, dat Rogue McCoy zijn plaats op de zeep kist had ingenomen. Hij keek hem woedend aan. „Schiet op, naar het Westen, jou onbe scheiden vlerk, er is plaats genoeg voor twee." Als goede vrienden bleven ze schouder aan schouder zitten en Rogue stak een oude rozen- houten pijp in den mond, terwijl hij op zijn gemak een eind allergemeenst uitziende tabak in stukjes begon te schaven. „Het zijn de lui van het hoofd van Jut maar, de Flyns", zei Jamesy, verpletterende minachting in zijn stem. ".Als ik jou was, zou ik er niet op letten." „De Kanjer was er ook bij," zei Julie, met voldoening, „hij dorst zijn mond niet open te doen." „Daar past hij wel voor op." „Goed en wel," hoonde Jamesy, „maar het scheelde een beetje of dien dag in Lisdoon- vara had de Kanjer jou er onder gehad." „Het arme jochie zal zijn heele leven tus schen zijn tanden door kunnen spugen," zei Maag Carty. „Er is nog een. die het zal kunnen doen. als ik hem maar eens te pakken heb gehad." zei Rogue rustig, terwijl hij de tabak in zijn sterke handen fijn wreef. „Ik heb dien vent, die het tegen Julie had, eens flink opgenomen „Laat loopen. laat loopen", ried Jamesy hem aan. ,,'t Zijn enkel maar die kerels van het hoofd van Jut." „Dat kan me geen bliksem schelen." zei Rogue. „Iedere vent die Maag Carty, of Julie Brien of Daheen Coffey te na komt „En Jamesy Coffey dan, jy Hondenge- broed?" „Laat die maar op zichzelf passen bo vendien, wie kan nou Jamesy Coffey te na komen?" „Alle joden, kaffer, dat je bent!" pro testeerde Jamesy. „Dan kunnen we iedere kermis en iedere markt op een vechtpartij re kenen en tusschendoor den tijd in het gevang van Stranleigh zoek brengen. Maar er straal de een warmte uit den blik, die in lijnrechte tegenspraak was met zijn protest. „En wat meer zegt, vereerde held, als Shamus Og komt aanwaaien en die kan net zoo kwet send zyn als een schoppende muilezel. „Als hij een zoon is van Jamesy Coffey, dan zal hij een leelijke, lasterlijke, bijtende vitriool-achtige mosterdpleister van een tong hebben, maar wat praat ik? Loop rond, beleedig je grootmoeder!" „De hemel is mijn getuige," riep Jamesy driftig, „dat ik met jou geen uur rust heb. Ik durf mijn mond niet meer open te doen, uit angst, dat ik een scheef woord over de een of ander zal zeggen en dan komt Rogue Mc Coy en die laat me mijn eigen tong in slikken. Wacht maar eens tot ik alles aan Shamus Og gezegd heb en als ik ook maar vijf jaar jonger was Van den heuvel kwam geratel en gesnor van een auto en rond de bocht kwam een oude Ford-tractor aangezwaaid, die over de duikersluis afboog. Hij had twee groote wa gens op sleeptouw, één daarvan was met zei len afgedekt, de andere hoog geladen met pa len, zeildoek, rollen linoleum, schommel schuitjes en geelgeverfde houten borden met bonte, rood-en-gouden letters beschilderd. Jamesy herkende de zaak op den eersten blik. „Als je van den duivel spreekt!" riep hij uit. „Dat is de troep van Ward. ze komen heel uit Wicklow, bandieten, hondenslagers, paardedieven; de Wards zouden in staat zijn om een kunstei weg te stelen van onder een broedende kip. Je zult zien, morgen koopen ze alle oude knollen op, en die gaan ze dan ver- koopen als gedresseerde jachtpaarden aan de lui van de Templogue jacht." „Misschien willen ze onze Copaleen Rua wel koopen." „Loop naar de pomp, jij! Al zou ik van honger om komen, dan zou ik dat fijne beestje nog niet aan die lui verkoopen." Er begon iets van belangstelling te dagen in Jamesy Coffey's oogen en de mond boven de blauwe kin nam zachte lijnen aan. „Ik vraag me af, of Shamus Og ook by ze is? Als dat zoo is, dan zul je me bij uitzondering want ik doe het niet vaak eens hooren blaffen. Daar kun je van op aan." Juli Brien bleef op haar knieën liggen, maar wendde zich toch achterom, om de voorbijgaande woonwagens met een scherpen blik op te nemen. De tractor verminderde zijn vaart'niet, maar op de hoogte van het kam pement zwaaide zich een forsche kerel uit de achterdeur van den eersten wagen en sprong met een soepele gratie, die prachtig was om te zien, op den weg. „Waarachtig daar is hij!" zei Jamesy, met een ongewoon zachte stem. Julie Brien keerde zich om naar het water en begon verwoed te wasschen. Rogue McCoy keek eens. wat ze deed en glimlachte ver drietig. Dat hemd, dat ze onderhanden had, was van hem, en ze had het al eenmaal een goede beurt gegeven. Het had toch al zulke dunne plekken en deze overbodige boenpartij z«'U het er niet cp doen vooruitgaan. Zij Dek kalm en rustig door te werken; de kleur op haar gladde wangen was niet veranderd en den somberen blik van haar oogen kon hij niet waarnemen: maar terwijl zij haar hoofd afwendde, had hij gezien, dat er in haar hals een ader klopte, steeds maar klopte. Hij keer de zich om. en keek naar Shamus Og. die tus schen de bremstruiken door over de meent geloopen kwam. Hij was het aankijken wel waard. Een lange jonge man, lenig en sterk, met de ronde kin, even blauw-zwart als die van zijn vader, een blooten kop met dikke zwarte krullen en zwarte oogen, waaruit duidelijk een opvlie gend humeur en een groote lust tot ondeu gende streken sprak. Een raspaardje, wat dan ook zijn afkomst mocht zijn. Hij droeg een behoorlijk pak van grove tweed in gemengde kleuren en een slappe boord met een losge strikte blauwe das met witte stippeltjes. Hij kwam hun kring binnen gestapt en bleef daar wijdbeensch staan. Hij keek zijn vader eens aan, hij wierp een blik op zijn stiefmoeder, maar Rogue McCoy zag hjj ten eenen male over het hoofd. Niemand sprak een woord. Toen wandelde hij langzaam naar den oever van het riviertje en keek neer op het meisje, dat daar zoo ijverig aan het boenen was. „Zoo, Julie Brien, hoe maak je het?" groette hij met verheffing van stem. „Best hoor, bedankt voor het navragen. En ik hoop, dat het jou ook goed gaat, Shamus Og?" Haar stem klonk koel en zacht en een beetje heesch en ze maakte van het stuk waschgoed onder haar handen een dikkere schuimpudding. „Schitterend! Wat heb je het toch druk? Wie zijn hemd heb je daar onder handen?" „Het hemd van een heel fatsoenlijken jon gen!" „Heb je ooit één van myn hemden gewas- schen?" „Daar heb je zelf al iemand anders voor uitgezocht." „O, is dat zoo? Ik heb nog nooit aan een vrouw gevraagd, voor me te wasschen, die het niet heel graag deed." „My behoef je het niet te vragen, Shamus Og!" Hij bleef op haar staan neerkijken, met een wilden gloed in zijn zwarte oogen; hg kon zijn breede schouders niet stil hou 1-n en in zijn wang trilde er een zenuw, trilde steeds door; er ging een stroom van gevoelens van hem naar haar, waarin woede, gefolterdheid en hartstocht om den voorrang streden. Maar hg sprak geen enkel woord meer. Knersend keerde hg zijn hakken op de steenen om en richtte het woord tot zijn vader; alleen zijn oogen verrieden den stryd, die er in zijn bin nenste gevoerd werd. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7