Sport
Aspirin
De kruiserbouw
Hoe waardeert men
„reclame"
Dinsdag 1 November 1938
tfiadtnieuwui
Afscheid
Tweede Blad
garnizoens-commandant
-¥•
Burgerlijke Stand
Vertrokken personen
Een interview
met HRC's scheidenden
voorzitter
Heusch geen overdaad!
Geld en liefde
Een jubilaris
£eq£Al&iicPileti
Door den afgetreden Garnizoens-Com- J
mandant van Den Helder, de Luitenant
Kolonel J. H. C. Bentz van den Berg,
is de navolgende Garnizoens-Order uit
gevaardigd
„In verband met het mij door H. M.
de Koningin verleend eervol ontslag
breng ik ter kennis van het Garnizoen,
dat ik op heden het commando daarover
neerleg en heb overgedragen aan den
Majoor W. H, Doorman.
Het is mg een behoefte aan officieren
onderofficieren, korporaals en minde
ren mijn dank te betuigen voor de
steun en medewerking, welke ik gedu
rende mgn ambtsperiode van ieder
hunner heb mogen ondervinden.
ik hoop, dat ieder Uwer op het inge
slagen voetspoor zult voortgaan en
wensch U allen het beste in Uw verdere
militaire loopbaan."
BALDADIGHEID.
Iemand van den Ruijghweg deed aangifte,
dat eenige jongens de omheining van zijn wo
ning niet met rust lieten.
6 GULDEN GEDOKT.
Iemand, die in het Algem. Politieblad ge
signaleerd stond wegens een schuld van 6.
of 2 dagen, werd aangehouden. Na betaling
van dit bedrag kon hij weer gaan.
DENK OM UW RIJWIELPLAATJE!
Verschillende overtredingen van de Motor'
en Rij wiel wet, de Rijwielbelastingwet en de
Alg. Politieverordening werden gisteren weder
geconstateerd.
BEVALLEN: J. T.V. van BurenRamp, z.
W. DrenthHaverkamp, d. G. Tijdeman
Bosma, z.
OVERLEDEN: Wed. P. Kroon, geb. G. de
Boer, 74 jaar.
C. Komen en gezin, naar Vlissingen, Oud
Station 14.
J. Binksma, varensgezel, naar South Shields.
Jacoba J. Hoveling, onderwijzeres, naar
Anna Paulowna, Nieuweweg 17a.
M. Speers, naar South Shields.
A. A. Thorbecke, naar Deventer, Diepen-
veenscheweg 177.
A. HenneveldSlijkoord en kinderen, naar
Bussum, Singel 53.
A. M. VereekeJoosse, naar Middelburg.
Oude Werf straat 11.
E. Heijnis, naar Leiden, Warmonderweg 33.
R. van Spandaw, naar Groningen, Branden
burgerstraat 27.
Judith Stassen, naar Amsterdam, Jason-
straat 5 3 hg.
G. Kruijs en gezin, luit. ter zee, naar Soera-
baja.
J. J. Goos, monteur, naar Amsterdam, Wit-
tenkade 140 3hoog.
T. F. Walma van der Molen en gezin, luit.
ter zee, naar Wassenaar, Prinsweg 18.
Geesje Houwer, dienstbode, naar Wassenaar,
Prinsenweg 18.
Grietje van Vliet, naar Amsterdam, St.
Anthonie Breestraat 58 I.
R. Verwer en gez., naar Weststellingerwerf,
Wolvega, Lijclamaweg 28.
Cornelia W. Gottenbos, kapster, naar Leiden,
van der Werffstraat 33.
J. H. Burggraaf, sergt.-maj. R.K.A., en
gezin, naar s'-Gravenhage, Corn. van der Lijn-
straat 35.
Wijnanda M. ten BodenBoomer en gezin,
naar Utrecht, Rietstraat 20.
Maartje Wezelmanvan Duijn en gezin,
naar Velsen, Prins Hendrikstr. 63 rood boven.
Wed. P. Schriervan der Plaat, en dochter,
naar Arnhem, Goudwindestraat 56.
L. G. van Leeuwen, naar Rotterdam, Wes
tersingel, p.a. Parkhotel.
J. de Langen, kapper, naar Enkhuizen, St.
Jansstraat 25, p/a. Harder.
W. D. Kerstiens, ambt. v. Gend en Loos,
naar Haarlem, Führhopstraat 18.
D. van Hartingsvelt, electricien, naar Alk
maar, van Houttenkade 8, bij Harms.
A. Benning, adj.-torp.mkr., en gezin, naar
's-Gravenhage, Eskamplaan 263.
D. Visser* kantoorhouder P.T.T., en gezin,
naar Velsen, Bloemstraat 104.
B. G. A. Mahieu, off. v. adm., en gezin,
naar Soerabaja.
J. J. J. Marten, sergt.-vliegt.mkr., en echt-
genoote, naar Friedrichshafen (Dld.).
Maatje H. OngenaeRoelse en dochter,
naar Vlissingen, Zeilmarkt 7.
Louisa M. Vegtervan der Poll en zoon,
naar Dordrecht, Reinkenstraat 31.
Geertruida J. J. C. VuijkMeijer, naar
's-Gravenhage, Adelheidstraat 229.
Wilhelmina R. Wijers, naar Djogjakarta (N.I.).
Anna A. Siezen—Beek, naar Soerabaja.
Elizabeth W. de Boer, naar Zutphen, Erme-
hage 2.
Elisabeth H. Eenhoorn, naar Amsterdam,
Roelofhartstraat 7».
G. van der Haagen, monteur, naar Egmond
aan Zee, Pompstation waterleiding.
A. G. van der Hout, majoor art., en gezin,
naar Harderwijk, Nassaulaan 2.
Maria Scheurleer, naar Hilversum, Lupine
straat 15.
W. M. Verstegen, koopman, en gezin, naar
Cuijk, Haagschestraat 419.
A. van der Wulp, naar Dordrecht, 's-Gra-
vendeelschedijk 169.
A. Minoli, naar Amsterdam, Prinsengr. 71'.
Louise M. Vader, dienstbode, naar Vlissin
gen, Kromme Elleboog 2.
Antonia K. Kuijl, naar Amsterdam
Heerengracht 87.
Maria, J. C. DoolaardSimonis en
naar Rijswijk, Cromvliekade 28.
P. Doolaard, naar Rijswijk. Cromvliekade 28.
P. J. Scheurleer, maj. vliegt.mkr., en echt-
genoote, naar Friedrichshafen (Dld
Nw.
zoon
Terugblik op 17 jaren voorzitter
schap. Géén aansluiting b(j
andere club.
De heer Thijssen, voorzitter van H.R.C.,
een functie, die hij 17 jaar lang, onaf
gebroken heeft vervuld, gaat ons verlaten.
Een gevoelig verlies, niet alleen voor de
Racers, doch ook voor de geheele Helder-
sche sportwereld.
Daarom hebben wij hem eens opgezocht,
om iets meer van zijn werken in die 17 jaren
te weten te komen. En al dadelijk vielen we
met de deur in huis.
„Hoe bent U eigenlijk bij H.R.C. gekomen?"
Toen kwamen de herinneringen. Als iemand,
die „in dienst" belast was met de afdeeling
Gymnastiek, had de heer Thijssen al spoedig
in de gaten, eerst als toeschouwer, later als
donateur der Racers, wat H.R.C. ontbrak. Het
duurde dan ook niet lang of hij wierp zich op
als gymnastiekleider van H.R.C.
Eerst was de animo zeer groot, maar al
spoedig zakte deze en tenslotte werd de deel
name te klein.
Maar de aandacht was op hem gevallen en
in 1921'22 kreeg hij de vereerende uitnoodi-
gïng om den heer C. Fasol op te volgen als
voorzitter van H.R.C.
In een benoemingsvergadering verklaarde
hij: „Als ik er nu maar alleen in slaag de ver-
eeniging op een hooger peil te brengen, dan
ben ik tevreden".
Zoo begon de heer Thijssen zijn loopbaan
bij de H.R.C., en in die 17 jaar heeft hij ge
regeerd met die ijzeren discipline, die een
voetbalvereeniging noodig heeft.
Zelf nooit in clubverband gevoetbald heb
bende, bleek het al spoedig, dat H.R.C. een
voorzitter gekregen had, zooals ze er niet
gauw één terug zou krijgen.
Zijn vrouw steunde hem in alles en toen
Racing zijn populariteit met den dag zag stij
gen in de wel haast beroemd geworden zomer
avondwedstrijden tegen A.V.T.A. op het An-
kerparkterrein, ging het èn den heer Thijssen
én de jeugdige Racers crescendo.
Al spoedig werd de K.N.V.B. (toen nog
N.V.B.) bereikt en de concurrentiestrijd met
de oudste Heldersche vereeniging „Helder",
nam een aanvang.
Verhouding H.R.C.Helder.
„Wat vindt U van de verhouding tusschen
Helder" en „H.R.C." in den loop der tijden?"
„Ja, dat is zeer moeilijk te beantwoor
den, maar dit kan ik U wel zeggen: de
aanhang heeft er m.i. de allergrootste
knoei aan gegeven, dat de verhoudingen
slecht geweest zijn en weer zijn. De wed
strijden tusschen de le elftallen hebben
zich, een enkele uitzondering daargelaten,
altijd gekenmerkt door een bijzonder
sportieven geest. Verder verklaar ik:
„H.R.C. zal altijd bereid zijn tot samen
werking en wij hopen, dat deze samen
werking in de naaste toekomst weer tot
stand zal komen."
„Wat is het prettigste en wat het minst-
prettige moment in die 17 jaar geweest?"
Mijn prettigste moment?" (Even zit de
heer Thijssen te peinzen). Dan„Er zijn
er zeer veel geweest, maar twee zal ik er toch
nooit vergeten. Daar was dan die terugreis,
na afloop van den wedstrijd KinheimH.R.C.,
toen we weer tweede klasser waren geworden,
en ook dat enthousiasme, waarmede ons elf
tal bejubeld werd in dien beslissingswedstrijd
tegen Z.V.V. verleden jaar. Toen bleek toch
wel duidelijk, welk een groote aanhang wij be
zitten en dat doet je als voorzitter natuurlijk
dubbel goed".
„Het is jammer," vervolgde de heer Thijs
sen oolijk, „dat er van dien grpoten aanhang
zoo weinig lid zijn van ons Trainerfonds. We
zijn het getal 200 wel reeds overschreden,
maar het kan natuurlijk nog veel beter."
„En mijn minst prettige oogenblik?"
„Nu, daar hoef ik geen moment over te
peinzen, dat was wel de „Swift-dag". Dat was
deje^gd
sfaaferimk. iekjjkeu,
dat ik nog zoo opgeruimd ben. Het
is toch zoo eenvoudig: ik bekijkalles
van den vroolijken kant. Natuurlijk -
ook wel eens wat rheumatiek of spit,
maar dan neem ik één of twee
Aspirintjes en... het leed is geleden!
HET HOOUC1 VAN VERTROUWENI
in het jaar, toen Helder en H.R.C. een nek-
aan-nek-race voerden om de eerste plaats en
wij dien laatsten wedstrijd uit moesten naar
den hekkesluiter, Swift. We verloren met 53
in een kamp, waarbij het gedurende de volle
90 minuten regende dat 't goot en scheids
rechter Hageman, hoewel zelf zware kiespijn
hebbende, tot het bittere einde liet doorspelen,
bitter voor ons, omdat we verloren buiten
onze schuld. En dan is er natuurlijk het ver
scheiden van onzen secretaris, den heer v. d
Akker geweest, waardoor de vereeniging een
groot verlies leed.
„Wat denkt U van het peil, waarop HRC,
op het oogenblik staat? Bent U daarover
heelemaal tevreden?"
Ook hier is de heer Thijssen zeer beslist in
zijn antwoord.
„Neen, daar ben ik niet tevreden over. We
hadden nog meer kunnen bereiken. Maar ik
heb me altijd die gedachte voorgehouden, dat
we beter een derde klasser kunnen zijn met
een goeden geest, dan een tweede klasser,
waarin de geest niet deugt. Wij hebben dat
peil natuurlijk met alle middelen gepoogd om
hoog te brengen. Het jaar, dat wij uit de
tweede klasse gewipt werden, kregen wij de
bschikking over den heer Reitsma, die daar
vóór als spelend lid bij ons was geweest.
Direct na den heer Reitsma volgde de heer
Leavy, thans nog bij ons in dienst, die ons in
één jaar tijd in de 2de klasse terugbracht.
En dit is een zeer verblijdend teeken; wij
hebben nooit meer te klagen gehad over ge
brek aan animo bij de training.
„En wat tot slot, zou nu om het zoo eens
te zeggen, Uw liefste wensch zijn?"
Mijn liefste wensch, ja, er zijn zooveel
dingen, die ik zou willen, maar één ding is
toch wel het voornaamste, en dat is het
vernemen van goede berichten over HRC,
en dat wil ik U wel verklappen, als ik er
ook maar eenigszins toe in staat ben, zal
ik daar zijn, waar HRC is en mocht ik
nog ooit eens terugkomen, dan ben ik te
vreden, als ik weer mijn kracht aan de
H.R.C. kan wijden."
„Geen aansluiting bij een andere vereeni
ging op het oog?", vroegen wij nog.
„Neen en nog eens neen, daar denk ik ab
soluut niet aan."
En zoo eindigde ons onderhoud met den
heer Thijssen, die behalve als voorzitter der
H.R.C. ook als secretaris van de Protest
commissie der N.H.V.B. optrad.
Dat hij nog eens, en wel weer heel gauw
zal terugkomen, dat is gelooven we wel de
wensch van heel H.R.C. niet alleen, maar van
honderden sportliefhebbers, al of niet aan
H.R.C. verwant.
Het ga U goed in IJmuiden, heer Thijssen!
De heer Thijssen eere-voorzitter.
In de gisteravond gehouden buitengewone
algemeene ledenvergadering der H.R.C. zijn
eenige belangrijke besluiten genomen.
De marine-medewerker van het Hbl. schrijft:
Uit het voorloopig verslag over de Defensie-
begrooting 1939 blijkt, dat er vele leden
bezwaren maken tegen het reeds nu aan
bouwen van een tweeden vervangenden
kruiser. Enkele jaren geleden vond de regee
ring het immers nog niet noodig om zulk een
tweeden vervangenden kruiser voor 1942 of
1943' op stapel te zetten; thans acht zij het
echter om zeer begrijpelijke redenen wél nood
zakelijk om het kruiserwapen reeds eerder
geheel uit moderne eenheden te doen bestaan.
Verschillende Kamerleden zijn nu klaarblijke
lijk „bevreesd", dat de regeering de „Java"
en „Sumatra" in dienst zal houden, ook nadat
de beide vervangers gereed zijn, om daarna
wederom voor een tweetal „vervangende"
kruisers gelden aan te vragen. Zoodoende zou
het aantal kruisers langzamerhand worden
uitgebreid tot boven de sterkte van het vloot-
plan-Deckers.
Redenen voor deze onderstelling zijn o.i.
niet aanwezig. De regeering heeft duidelijk
gezegd, dat de eerste termijnen, die op de be-
grooting-1939 voor een kruiser wordt aange
vraagd, bestemd is voor een vervanger van
Hr. Ms. „Java". Van uitbreiding der kruiser
sterkte is niet gesproken. Natuurlijk zullen
de „Java" en „Sumatra" nog goede diensten
kunnen bewijzen, nadat de beide vervangers
aan de vloot zijn toegevoegd, doch tot de
moderne kruisers zullen zij dan zeker niet
meer mogen worden gerekend.
Wij hebben herhaaldelijk critiek geoefend
op het uitstellen van den aanbouw van den
tweeden, vervangenden kruiser tot 1942, om
dat wij dit uitstel, gezien de internationaal
politieke ontwikkeling, niet verantwoord
achten. Er is alles voor om. zooals de regee
ring thans van plan is, twee kruisers van
hetzelfde type tegelijk te doen bouwen. Hoe
eerder onze kruiservloot geheel uit moderne
eenheden bestaat hoe beter voor de taak, die
zij in ons rijk te vervullen heeft.
Goedkoop is het instandhouden van een
behoorlijke zeemacht zeker niet. Een „cheap
road to security" is nu eenmaal onbestaan
baar! Doch de Kamerleden en hun kiezers, die
de noodzaak van een op moderne leest ge
schoeide weermacht eerst zijn gaan inzien
nadat het begrip collectieve veiligheid fictie
was gebleken, moeten niet uit het oog ver
liezen, dat zij een groot gedeelte van de ver
antwoordelijkheid dragen voor het feit, dat de
regeering in de jaren 19301935 te weinig
geld kon besteden aan het althans op peil
houden van zee- landmacht.
Thans zal de marine-aanbouw in de jaren
19381941 een bedrag van niet minder dan
ruim 160 millioen gulden vergen. Weliswaar
zijn de sterkte-cijfers voor het lichte mate
rieel en de vliegtuigen zooals die in de be
grooting 1938 zijn vastgesteld inderdaad aan
zienlijk hooger dan die welke de samensteller
van het vlootplan-1930 voor oogen hebben
gestaan, terwijl ook het overgaan van een
„onbemande" tot een grootendeels „bemande"
materieel-reserve een (zeer wenschelijke) aan
vulling op het oorspronkelijke vlootplan be-
teekent. Er is echter wel het een en ander
gewijzigd in de wereld sedert 1930. en men zal
toch moeilijk kunnen volhouden, dat het van
overdreven bezorgdheid voor onze veiligheid
getuigt de sterkte der zeemacht op te voeren
tot een hooger niveau dan dat van het vloot-
plan-Deckers.
De vervroegde aanbouw van den tweeden,
vervangenden kruiser zal alleen tot gevolg
hebben dat wij enkele jaren eerder dan oor
spronkelijk gedacht was drie moderne kruisers
bezitten; een „uitbreiding" van het vlootplan-
Deckers is dit echter zeker niet. al zou een
ruimer plan voor een versprefd rijksgebied als
het onze, en gezien onze zelfstandigheids-
politiek als bijdrage tot den wereldvrede,
zeker geen overdaad kunne* heeten.
Den heer J. Thijssen werd het eere-voor-
zitterschap aangeboden, terwijl hem tevens
verzocht werd althans gedurende het loo-
pende boekjaar als voorzitter aan te
blijven.
Voorts werd hem namens alle leden en dona
teurs der H.R.C. een prachtig radiotoestel aan
geboden, terwijl zijn vrouw een mooie bloe
menhulde ten deel viel.
Dat deze avond wel de kroon op 't 17-jarige
werk van den heer Thijssen was, bleek wel uit
zijn dankwoord, waarin hij o.a. het aangebo
den eere-voorzitterschap aanvaardde.
En nadat nog de heer Van de Witte namens
het Trainersfonds, dat den heer Thijssen ook
noode ziet vertrekken, hem een zilveren lepel
tje had aangeboden, en de heeren Treffers en
Luyckx nog eenige hartelijke woorden hadden
gesproken, gaf de heer Van Rijswijk de leden
de gelegenheid persoonlijk afscheid te nemen
van hun voorzitter.
Het is algemeen bekend, dat tal van be
drijven groote sommen aan reclame uitleggen.
En misschien ligt het dus voor de hand, dat
sommige menschen daaruit concludeeren, dat
wij voor vele artikelen heel wat minder zouden
moeten betalen als er maar niet zooveel voor
geadverteerd werd.
Welke reclame-kosten zouden er b.v. wel
drukken op zoo'n pakje sigaretten of op zoo'n
stuk zeep, dat U vaak met zoo opvallende
advertenties in de Heldersche Courant ge
annonceerd zietGeen cent! Zou er niét
voor geadverteerd worden, dan zouden de
eigenlijke verkoopkosten, die nu heel laag kun
nen zijn, stukken en stukken hooger zijn.
Voor duurdere artikelen bedragen de recla
mekosten naar verhouding nóg minder. Op een
paar schoenen van 10.hoogstens een paar
dubbeltjes, op een kistje sigaren enkele centen,
enz.
Niettegenstaande dat alles hoort men toch
nog in sommige gevallen beweren, dat de
reclame de artikelen duurder maakt.
De provisie, die aan reizigers wordt betaald,
daar kan men gemakkelijker overheen komen,
omdat iedereen begrijpt, dat hun diensten
noodig zijn. Reclame evenwel, die per artikel
veel en veel minder kost, vervult een voorname
taak en helpt den reiziger meer en vlugger
verkoopen, waardoor diens onkosten nog aan
zienlijk lager kunnen zijn, dan anders het geval
ware.
Iedere koopman weet, dat er méér wegen
zijn om zijn goederen aan den man te brengen.
Niemand eischt van hem, dat hij adverteert.
Doet hij dat, dan is het, omdat hij heeft bevon
den, dat zulks de meest economische manier is
om zijn waren te verkoopen. Men kan er dus
wel heel zeker van zijn, dat reclame de kosten
van een product niet verhoogt. Wanneer het
artikel goed is en wat in de advertentie staat
in overeenstemming met de kwaliteit van het
product, dan wordt het publiek gediend door
deze reclame en de adverteerder krijgt zijn be
looning in den vorm van een verhoogden om
zet, die zijn algemeene kosten verlaagt.
Inderdaad zijn de prijzen van tal van arti
kelen van alledag aanmerkelijk gedaald als
gevolg van de geweldige kostenbesparing, die
door den zoovel grooteren omzet, dank zij een
verstandige systematische reclame werd ver
kregen. Het mooie hiervan is, dat die artikelen
daardoor binnen het bereik zijn gekomen van
velen, voor wie de prijs voorheen veel te hoog
was.
De Heldersche Courant wordt praktisch
huis aan huis in Den Helder, op de vloot
hier en in Ned.-Indië, zoomede op Texel en
in het Noorderkwartier, gelezen. Adver-
teeren in een plaatselijk dagblad, met zoo'n
intensieve verspreiding, heeft natuurlijk
een groote publiciteitswaarde.
Nergens zal men immers in ons land een
dagblad vinden, waarmede de advertee-
rende zakenman alle gezindten bereikt,
gelgk met de Heldersche Courant het ge
val is.
Het opschrift boven dit overzicht lijkt inder
daad meer geschikt voor een stuiversroman,
dan voor een beschouwing over den buiten-
landschen toestand. Toch zal u, uit het ver
volg van deze beschouwing blijken, dat het
opschrift inderdaad niet bezijden de waarheid
is.
De situatie in het Verre Oosten toont ons
opnieuw en wel heel duidelijk, dat er een
wezenlijk verschil bestaat tusschen politieke
vriendschap en geldjacht ten nadeele van de
vriendschappelijke relatie. Heeft men in den
grooten oorlog meermalen meegemaakt, dat
wapenleveranties door den wapenhandel ge
daan werden aan vijandelijke landen, hetzelfde
verschijnsel ziet men op het oogenblik in het
Verre Oosten. Zaken zijn immers zaken, en
zoo levert Amerika ontzaglijke hoeveelheden
wapens aan Japan, hoewel het vierkant staat
tegenover de Japansche actie in China.
Het protest van de Amerikaansche regeering
over de discriminatie van Amerikaansche
burgers in China, is daarvan het beste bewijs.
Amerika heeft groote kapitalen geïnvesteerd
in China en het heeft er dus alle belang bij,
dat China niet geheel onder Japansche macht
komt, want dat beteekent voor de Amerikaan
sche zakenlieden het verlies van den handel
op China. De deelen, die Japan reeds ver
overd heeft, zijn geheel onder Japanschen
invloed gekomen, d.w.z. ook commercieel.
Japan behartigt daar zijn belangen ten koste
van de andere mogendheden. Niettegen
staande dit echter gaan de Amerikaansche
wapenfabrikanten door met hun leveranties en
de regeering verhindert het niet.
Men beweert, dat Japan zonder de
Amerikaansche wapenleveranties nimmer
het resultaat geboekt zou hebben, dat
men tot op heden heeft bereikt.
Duitschland en Italië, die een bondgenoot
schap hebben met Japan, tegen Rusland,
steunen den Japanschen tegenstander, China,
met groote wapenleveranties, 't Is fraai.
Japan durft waarschijnlijk Duitschland en
Italië niet zoo openlijk beschuldigen, maar het
heeft wel een fel protest gericht aan het
adres van Frankrijk, dat China ook steunt
door wapenleveranties. Ingeval de Fransche
regeering in gebreke zou blijven maatregelen
te nemen om het vervoer van wapens en
munitie naar China te stoppen, zou de regee
ring uit Tokio uit zelfverdediging genood
zaakt kunnen zijn, de stappen te doen, welke
haar door de omstandigheden worden opge
legd.
Zoo ziet men, dat er met twee maten ge
meten wordt. De wereld is niet veranderd en
vooral wanneer het geld een rol speelt, dan
heeft men meestal een zeer ruim geweten en
komen vriendschappen en bondgenootschappen
eerst in de tweede plaats.
Agenda,
BIOSCOPEN:
Tivoli-theater, Spoorstraat, half 8:
„De zoon van Tarzan".
Rialto, Spoorstraat half 8:
„De dubbele Bruiloft" en „Méér dan secre
taresse".
Witte-Bioscoop, Koningstraat, half 8:
„Hfet derde Alarm" en „Een Radiomoord
Mysterie".
Vrjjdag 4 November.
Zeevaartschool: Weer- en sterrek. Kring: P.
M. v. Riel over: „Diepzee-onderzoek in den
O.-I. Archipel a/b van Hr. Ms. „Snellius".
Casino, 8.30 uur: Tooneelavond van TAVENU
met „De Ebbenhouten Olifant".
Zaterdag 5 November.
Casino, 8.15 uur: Uitvoering van het M.S.F.
Zondag 6 November.
Casino, 8.15 uur: „Boefje".
In de haven van Yarmouth hotste het
Schotsche kustvaartuig ..Ma Freen" met een
stoomschip en zonk kort daarna
Opgenomen
om 8 uur
hedenmorgen.
Barometerstand Den Helder
760.2
Temperatuur
lucht
9.9
Wind;
richting:
W.;
kracht: 2
Licht op
5.02 m.
Heden herdenkt de heer C. Boer, drukker
bij de N.V. Drukkerij en Uitgeverij v/h C. de
Boer Jr., den dag waarop hg voor 35 jaar in
dienst van deze zaak trad.
De Kapitein C. F. Tilman wordt belast met
het bevel over de le Compagnie, le Bataljon
van het Regiment Kust-Artillerie te Den
Helder.
Inlgving.
Op 2 November a.s. zal een inlijving plaats
heben van dienstplichtigen van de eerste ploeg
der lichting 1939. bestemd voor het Regiment
Kust Artillerie te Den Helder. Deze dienst
plichtigen moeten dienen tot 30 September
1939 (de onderofficieren tot 28 October 1939).