Sport Aspirin De kruiserbouw Hoe waardeert men „reclame" Dinsdag 1 November 1938 tfiadtnieuwui Afscheid Tweede Blad garnizoens-commandant -¥• Burgerlijke Stand Vertrokken personen Een interview met HRC's scheidenden voorzitter Heusch geen overdaad! Geld en liefde Een jubilaris £eq£Al&iicPileti Door den afgetreden Garnizoens-Com- J mandant van Den Helder, de Luitenant Kolonel J. H. C. Bentz van den Berg, is de navolgende Garnizoens-Order uit gevaardigd „In verband met het mij door H. M. de Koningin verleend eervol ontslag breng ik ter kennis van het Garnizoen, dat ik op heden het commando daarover neerleg en heb overgedragen aan den Majoor W. H, Doorman. Het is mg een behoefte aan officieren onderofficieren, korporaals en minde ren mijn dank te betuigen voor de steun en medewerking, welke ik gedu rende mgn ambtsperiode van ieder hunner heb mogen ondervinden. ik hoop, dat ieder Uwer op het inge slagen voetspoor zult voortgaan en wensch U allen het beste in Uw verdere militaire loopbaan." BALDADIGHEID. Iemand van den Ruijghweg deed aangifte, dat eenige jongens de omheining van zijn wo ning niet met rust lieten. 6 GULDEN GEDOKT. Iemand, die in het Algem. Politieblad ge signaleerd stond wegens een schuld van 6. of 2 dagen, werd aangehouden. Na betaling van dit bedrag kon hij weer gaan. DENK OM UW RIJWIELPLAATJE! Verschillende overtredingen van de Motor' en Rij wiel wet, de Rijwielbelastingwet en de Alg. Politieverordening werden gisteren weder geconstateerd. BEVALLEN: J. T.V. van BurenRamp, z. W. DrenthHaverkamp, d. G. Tijdeman Bosma, z. OVERLEDEN: Wed. P. Kroon, geb. G. de Boer, 74 jaar. C. Komen en gezin, naar Vlissingen, Oud Station 14. J. Binksma, varensgezel, naar South Shields. Jacoba J. Hoveling, onderwijzeres, naar Anna Paulowna, Nieuweweg 17a. M. Speers, naar South Shields. A. A. Thorbecke, naar Deventer, Diepen- veenscheweg 177. A. HenneveldSlijkoord en kinderen, naar Bussum, Singel 53. A. M. VereekeJoosse, naar Middelburg. Oude Werf straat 11. E. Heijnis, naar Leiden, Warmonderweg 33. R. van Spandaw, naar Groningen, Branden burgerstraat 27. Judith Stassen, naar Amsterdam, Jason- straat 5 3 hg. G. Kruijs en gezin, luit. ter zee, naar Soera- baja. J. J. Goos, monteur, naar Amsterdam, Wit- tenkade 140 3hoog. T. F. Walma van der Molen en gezin, luit. ter zee, naar Wassenaar, Prinsweg 18. Geesje Houwer, dienstbode, naar Wassenaar, Prinsenweg 18. Grietje van Vliet, naar Amsterdam, St. Anthonie Breestraat 58 I. R. Verwer en gez., naar Weststellingerwerf, Wolvega, Lijclamaweg 28. Cornelia W. Gottenbos, kapster, naar Leiden, van der Werffstraat 33. J. H. Burggraaf, sergt.-maj. R.K.A., en gezin, naar s'-Gravenhage, Corn. van der Lijn- straat 35. Wijnanda M. ten BodenBoomer en gezin, naar Utrecht, Rietstraat 20. Maartje Wezelmanvan Duijn en gezin, naar Velsen, Prins Hendrikstr. 63 rood boven. Wed. P. Schriervan der Plaat, en dochter, naar Arnhem, Goudwindestraat 56. L. G. van Leeuwen, naar Rotterdam, Wes tersingel, p.a. Parkhotel. J. de Langen, kapper, naar Enkhuizen, St. Jansstraat 25, p/a. Harder. W. D. Kerstiens, ambt. v. Gend en Loos, naar Haarlem, Führhopstraat 18. D. van Hartingsvelt, electricien, naar Alk maar, van Houttenkade 8, bij Harms. A. Benning, adj.-torp.mkr., en gezin, naar 's-Gravenhage, Eskamplaan 263. D. Visser* kantoorhouder P.T.T., en gezin, naar Velsen, Bloemstraat 104. B. G. A. Mahieu, off. v. adm., en gezin, naar Soerabaja. J. J. J. Marten, sergt.-vliegt.mkr., en echt- genoote, naar Friedrichshafen (Dld.). Maatje H. OngenaeRoelse en dochter, naar Vlissingen, Zeilmarkt 7. Louisa M. Vegtervan der Poll en zoon, naar Dordrecht, Reinkenstraat 31. Geertruida J. J. C. VuijkMeijer, naar 's-Gravenhage, Adelheidstraat 229. Wilhelmina R. Wijers, naar Djogjakarta (N.I.). Anna A. Siezen—Beek, naar Soerabaja. Elizabeth W. de Boer, naar Zutphen, Erme- hage 2. Elisabeth H. Eenhoorn, naar Amsterdam, Roelofhartstraat 7». G. van der Haagen, monteur, naar Egmond aan Zee, Pompstation waterleiding. A. G. van der Hout, majoor art., en gezin, naar Harderwijk, Nassaulaan 2. Maria Scheurleer, naar Hilversum, Lupine straat 15. W. M. Verstegen, koopman, en gezin, naar Cuijk, Haagschestraat 419. A. van der Wulp, naar Dordrecht, 's-Gra- vendeelschedijk 169. A. Minoli, naar Amsterdam, Prinsengr. 71'. Louise M. Vader, dienstbode, naar Vlissin gen, Kromme Elleboog 2. Antonia K. Kuijl, naar Amsterdam Heerengracht 87. Maria, J. C. DoolaardSimonis en naar Rijswijk, Cromvliekade 28. P. Doolaard, naar Rijswijk. Cromvliekade 28. P. J. Scheurleer, maj. vliegt.mkr., en echt- genoote, naar Friedrichshafen (Dld Nw. zoon Terugblik op 17 jaren voorzitter schap. Géén aansluiting b(j andere club. De heer Thijssen, voorzitter van H.R.C., een functie, die hij 17 jaar lang, onaf gebroken heeft vervuld, gaat ons verlaten. Een gevoelig verlies, niet alleen voor de Racers, doch ook voor de geheele Helder- sche sportwereld. Daarom hebben wij hem eens opgezocht, om iets meer van zijn werken in die 17 jaren te weten te komen. En al dadelijk vielen we met de deur in huis. „Hoe bent U eigenlijk bij H.R.C. gekomen?" Toen kwamen de herinneringen. Als iemand, die „in dienst" belast was met de afdeeling Gymnastiek, had de heer Thijssen al spoedig in de gaten, eerst als toeschouwer, later als donateur der Racers, wat H.R.C. ontbrak. Het duurde dan ook niet lang of hij wierp zich op als gymnastiekleider van H.R.C. Eerst was de animo zeer groot, maar al spoedig zakte deze en tenslotte werd de deel name te klein. Maar de aandacht was op hem gevallen en in 1921'22 kreeg hij de vereerende uitnoodi- gïng om den heer C. Fasol op te volgen als voorzitter van H.R.C. In een benoemingsvergadering verklaarde hij: „Als ik er nu maar alleen in slaag de ver- eeniging op een hooger peil te brengen, dan ben ik tevreden". Zoo begon de heer Thijssen zijn loopbaan bij de H.R.C., en in die 17 jaar heeft hij ge regeerd met die ijzeren discipline, die een voetbalvereeniging noodig heeft. Zelf nooit in clubverband gevoetbald heb bende, bleek het al spoedig, dat H.R.C. een voorzitter gekregen had, zooals ze er niet gauw één terug zou krijgen. Zijn vrouw steunde hem in alles en toen Racing zijn populariteit met den dag zag stij gen in de wel haast beroemd geworden zomer avondwedstrijden tegen A.V.T.A. op het An- kerparkterrein, ging het èn den heer Thijssen én de jeugdige Racers crescendo. Al spoedig werd de K.N.V.B. (toen nog N.V.B.) bereikt en de concurrentiestrijd met de oudste Heldersche vereeniging „Helder", nam een aanvang. Verhouding H.R.C.Helder. „Wat vindt U van de verhouding tusschen Helder" en „H.R.C." in den loop der tijden?" „Ja, dat is zeer moeilijk te beantwoor den, maar dit kan ik U wel zeggen: de aanhang heeft er m.i. de allergrootste knoei aan gegeven, dat de verhoudingen slecht geweest zijn en weer zijn. De wed strijden tusschen de le elftallen hebben zich, een enkele uitzondering daargelaten, altijd gekenmerkt door een bijzonder sportieven geest. Verder verklaar ik: „H.R.C. zal altijd bereid zijn tot samen werking en wij hopen, dat deze samen werking in de naaste toekomst weer tot stand zal komen." „Wat is het prettigste en wat het minst- prettige moment in die 17 jaar geweest?" Mijn prettigste moment?" (Even zit de heer Thijssen te peinzen). Dan„Er zijn er zeer veel geweest, maar twee zal ik er toch nooit vergeten. Daar was dan die terugreis, na afloop van den wedstrijd KinheimH.R.C., toen we weer tweede klasser waren geworden, en ook dat enthousiasme, waarmede ons elf tal bejubeld werd in dien beslissingswedstrijd tegen Z.V.V. verleden jaar. Toen bleek toch wel duidelijk, welk een groote aanhang wij be zitten en dat doet je als voorzitter natuurlijk dubbel goed". „Het is jammer," vervolgde de heer Thijs sen oolijk, „dat er van dien grpoten aanhang zoo weinig lid zijn van ons Trainerfonds. We zijn het getal 200 wel reeds overschreden, maar het kan natuurlijk nog veel beter." „En mijn minst prettige oogenblik?" „Nu, daar hoef ik geen moment over te peinzen, dat was wel de „Swift-dag". Dat was deje^gd sfaaferimk. iekjjkeu, dat ik nog zoo opgeruimd ben. Het is toch zoo eenvoudig: ik bekijkalles van den vroolijken kant. Natuurlijk - ook wel eens wat rheumatiek of spit, maar dan neem ik één of twee Aspirintjes en... het leed is geleden! HET HOOUC1 VAN VERTROUWENI in het jaar, toen Helder en H.R.C. een nek- aan-nek-race voerden om de eerste plaats en wij dien laatsten wedstrijd uit moesten naar den hekkesluiter, Swift. We verloren met 53 in een kamp, waarbij het gedurende de volle 90 minuten regende dat 't goot en scheids rechter Hageman, hoewel zelf zware kiespijn hebbende, tot het bittere einde liet doorspelen, bitter voor ons, omdat we verloren buiten onze schuld. En dan is er natuurlijk het ver scheiden van onzen secretaris, den heer v. d Akker geweest, waardoor de vereeniging een groot verlies leed. „Wat denkt U van het peil, waarop HRC, op het oogenblik staat? Bent U daarover heelemaal tevreden?" Ook hier is de heer Thijssen zeer beslist in zijn antwoord. „Neen, daar ben ik niet tevreden over. We hadden nog meer kunnen bereiken. Maar ik heb me altijd die gedachte voorgehouden, dat we beter een derde klasser kunnen zijn met een goeden geest, dan een tweede klasser, waarin de geest niet deugt. Wij hebben dat peil natuurlijk met alle middelen gepoogd om hoog te brengen. Het jaar, dat wij uit de tweede klasse gewipt werden, kregen wij de bschikking over den heer Reitsma, die daar vóór als spelend lid bij ons was geweest. Direct na den heer Reitsma volgde de heer Leavy, thans nog bij ons in dienst, die ons in één jaar tijd in de 2de klasse terugbracht. En dit is een zeer verblijdend teeken; wij hebben nooit meer te klagen gehad over ge brek aan animo bij de training. „En wat tot slot, zou nu om het zoo eens te zeggen, Uw liefste wensch zijn?" Mijn liefste wensch, ja, er zijn zooveel dingen, die ik zou willen, maar één ding is toch wel het voornaamste, en dat is het vernemen van goede berichten over HRC, en dat wil ik U wel verklappen, als ik er ook maar eenigszins toe in staat ben, zal ik daar zijn, waar HRC is en mocht ik nog ooit eens terugkomen, dan ben ik te vreden, als ik weer mijn kracht aan de H.R.C. kan wijden." „Geen aansluiting bij een andere vereeni ging op het oog?", vroegen wij nog. „Neen en nog eens neen, daar denk ik ab soluut niet aan." En zoo eindigde ons onderhoud met den heer Thijssen, die behalve als voorzitter der H.R.C. ook als secretaris van de Protest commissie der N.H.V.B. optrad. Dat hij nog eens, en wel weer heel gauw zal terugkomen, dat is gelooven we wel de wensch van heel H.R.C. niet alleen, maar van honderden sportliefhebbers, al of niet aan H.R.C. verwant. Het ga U goed in IJmuiden, heer Thijssen! De heer Thijssen eere-voorzitter. In de gisteravond gehouden buitengewone algemeene ledenvergadering der H.R.C. zijn eenige belangrijke besluiten genomen. De marine-medewerker van het Hbl. schrijft: Uit het voorloopig verslag over de Defensie- begrooting 1939 blijkt, dat er vele leden bezwaren maken tegen het reeds nu aan bouwen van een tweeden vervangenden kruiser. Enkele jaren geleden vond de regee ring het immers nog niet noodig om zulk een tweeden vervangenden kruiser voor 1942 of 1943' op stapel te zetten; thans acht zij het echter om zeer begrijpelijke redenen wél nood zakelijk om het kruiserwapen reeds eerder geheel uit moderne eenheden te doen bestaan. Verschillende Kamerleden zijn nu klaarblijke lijk „bevreesd", dat de regeering de „Java" en „Sumatra" in dienst zal houden, ook nadat de beide vervangers gereed zijn, om daarna wederom voor een tweetal „vervangende" kruisers gelden aan te vragen. Zoodoende zou het aantal kruisers langzamerhand worden uitgebreid tot boven de sterkte van het vloot- plan-Deckers. Redenen voor deze onderstelling zijn o.i. niet aanwezig. De regeering heeft duidelijk gezegd, dat de eerste termijnen, die op de be- grooting-1939 voor een kruiser wordt aange vraagd, bestemd is voor een vervanger van Hr. Ms. „Java". Van uitbreiding der kruiser sterkte is niet gesproken. Natuurlijk zullen de „Java" en „Sumatra" nog goede diensten kunnen bewijzen, nadat de beide vervangers aan de vloot zijn toegevoegd, doch tot de moderne kruisers zullen zij dan zeker niet meer mogen worden gerekend. Wij hebben herhaaldelijk critiek geoefend op het uitstellen van den aanbouw van den tweeden, vervangenden kruiser tot 1942, om dat wij dit uitstel, gezien de internationaal politieke ontwikkeling, niet verantwoord achten. Er is alles voor om. zooals de regee ring thans van plan is, twee kruisers van hetzelfde type tegelijk te doen bouwen. Hoe eerder onze kruiservloot geheel uit moderne eenheden bestaat hoe beter voor de taak, die zij in ons rijk te vervullen heeft. Goedkoop is het instandhouden van een behoorlijke zeemacht zeker niet. Een „cheap road to security" is nu eenmaal onbestaan baar! Doch de Kamerleden en hun kiezers, die de noodzaak van een op moderne leest ge schoeide weermacht eerst zijn gaan inzien nadat het begrip collectieve veiligheid fictie was gebleken, moeten niet uit het oog ver liezen, dat zij een groot gedeelte van de ver antwoordelijkheid dragen voor het feit, dat de regeering in de jaren 19301935 te weinig geld kon besteden aan het althans op peil houden van zee- landmacht. Thans zal de marine-aanbouw in de jaren 19381941 een bedrag van niet minder dan ruim 160 millioen gulden vergen. Weliswaar zijn de sterkte-cijfers voor het lichte mate rieel en de vliegtuigen zooals die in de be grooting 1938 zijn vastgesteld inderdaad aan zienlijk hooger dan die welke de samensteller van het vlootplan-1930 voor oogen hebben gestaan, terwijl ook het overgaan van een „onbemande" tot een grootendeels „bemande" materieel-reserve een (zeer wenschelijke) aan vulling op het oorspronkelijke vlootplan be- teekent. Er is echter wel het een en ander gewijzigd in de wereld sedert 1930. en men zal toch moeilijk kunnen volhouden, dat het van overdreven bezorgdheid voor onze veiligheid getuigt de sterkte der zeemacht op te voeren tot een hooger niveau dan dat van het vloot- plan-Deckers. De vervroegde aanbouw van den tweeden, vervangenden kruiser zal alleen tot gevolg hebben dat wij enkele jaren eerder dan oor spronkelijk gedacht was drie moderne kruisers bezitten; een „uitbreiding" van het vlootplan- Deckers is dit echter zeker niet. al zou een ruimer plan voor een versprefd rijksgebied als het onze, en gezien onze zelfstandigheids- politiek als bijdrage tot den wereldvrede, zeker geen overdaad kunne* heeten. Den heer J. Thijssen werd het eere-voor- zitterschap aangeboden, terwijl hem tevens verzocht werd althans gedurende het loo- pende boekjaar als voorzitter aan te blijven. Voorts werd hem namens alle leden en dona teurs der H.R.C. een prachtig radiotoestel aan geboden, terwijl zijn vrouw een mooie bloe menhulde ten deel viel. Dat deze avond wel de kroon op 't 17-jarige werk van den heer Thijssen was, bleek wel uit zijn dankwoord, waarin hij o.a. het aangebo den eere-voorzitterschap aanvaardde. En nadat nog de heer Van de Witte namens het Trainersfonds, dat den heer Thijssen ook noode ziet vertrekken, hem een zilveren lepel tje had aangeboden, en de heeren Treffers en Luyckx nog eenige hartelijke woorden hadden gesproken, gaf de heer Van Rijswijk de leden de gelegenheid persoonlijk afscheid te nemen van hun voorzitter. Het is algemeen bekend, dat tal van be drijven groote sommen aan reclame uitleggen. En misschien ligt het dus voor de hand, dat sommige menschen daaruit concludeeren, dat wij voor vele artikelen heel wat minder zouden moeten betalen als er maar niet zooveel voor geadverteerd werd. Welke reclame-kosten zouden er b.v. wel drukken op zoo'n pakje sigaretten of op zoo'n stuk zeep, dat U vaak met zoo opvallende advertenties in de Heldersche Courant ge annonceerd zietGeen cent! Zou er niét voor geadverteerd worden, dan zouden de eigenlijke verkoopkosten, die nu heel laag kun nen zijn, stukken en stukken hooger zijn. Voor duurdere artikelen bedragen de recla mekosten naar verhouding nóg minder. Op een paar schoenen van 10.hoogstens een paar dubbeltjes, op een kistje sigaren enkele centen, enz. Niettegenstaande dat alles hoort men toch nog in sommige gevallen beweren, dat de reclame de artikelen duurder maakt. De provisie, die aan reizigers wordt betaald, daar kan men gemakkelijker overheen komen, omdat iedereen begrijpt, dat hun diensten noodig zijn. Reclame evenwel, die per artikel veel en veel minder kost, vervult een voorname taak en helpt den reiziger meer en vlugger verkoopen, waardoor diens onkosten nog aan zienlijk lager kunnen zijn, dan anders het geval ware. Iedere koopman weet, dat er méér wegen zijn om zijn goederen aan den man te brengen. Niemand eischt van hem, dat hij adverteert. Doet hij dat, dan is het, omdat hij heeft bevon den, dat zulks de meest economische manier is om zijn waren te verkoopen. Men kan er dus wel heel zeker van zijn, dat reclame de kosten van een product niet verhoogt. Wanneer het artikel goed is en wat in de advertentie staat in overeenstemming met de kwaliteit van het product, dan wordt het publiek gediend door deze reclame en de adverteerder krijgt zijn be looning in den vorm van een verhoogden om zet, die zijn algemeene kosten verlaagt. Inderdaad zijn de prijzen van tal van arti kelen van alledag aanmerkelijk gedaald als gevolg van de geweldige kostenbesparing, die door den zoovel grooteren omzet, dank zij een verstandige systematische reclame werd ver kregen. Het mooie hiervan is, dat die artikelen daardoor binnen het bereik zijn gekomen van velen, voor wie de prijs voorheen veel te hoog was. De Heldersche Courant wordt praktisch huis aan huis in Den Helder, op de vloot hier en in Ned.-Indië, zoomede op Texel en in het Noorderkwartier, gelezen. Adver- teeren in een plaatselijk dagblad, met zoo'n intensieve verspreiding, heeft natuurlijk een groote publiciteitswaarde. Nergens zal men immers in ons land een dagblad vinden, waarmede de advertee- rende zakenman alle gezindten bereikt, gelgk met de Heldersche Courant het ge val is. Het opschrift boven dit overzicht lijkt inder daad meer geschikt voor een stuiversroman, dan voor een beschouwing over den buiten- landschen toestand. Toch zal u, uit het ver volg van deze beschouwing blijken, dat het opschrift inderdaad niet bezijden de waarheid is. De situatie in het Verre Oosten toont ons opnieuw en wel heel duidelijk, dat er een wezenlijk verschil bestaat tusschen politieke vriendschap en geldjacht ten nadeele van de vriendschappelijke relatie. Heeft men in den grooten oorlog meermalen meegemaakt, dat wapenleveranties door den wapenhandel ge daan werden aan vijandelijke landen, hetzelfde verschijnsel ziet men op het oogenblik in het Verre Oosten. Zaken zijn immers zaken, en zoo levert Amerika ontzaglijke hoeveelheden wapens aan Japan, hoewel het vierkant staat tegenover de Japansche actie in China. Het protest van de Amerikaansche regeering over de discriminatie van Amerikaansche burgers in China, is daarvan het beste bewijs. Amerika heeft groote kapitalen geïnvesteerd in China en het heeft er dus alle belang bij, dat China niet geheel onder Japansche macht komt, want dat beteekent voor de Amerikaan sche zakenlieden het verlies van den handel op China. De deelen, die Japan reeds ver overd heeft, zijn geheel onder Japanschen invloed gekomen, d.w.z. ook commercieel. Japan behartigt daar zijn belangen ten koste van de andere mogendheden. Niettegen staande dit echter gaan de Amerikaansche wapenfabrikanten door met hun leveranties en de regeering verhindert het niet. Men beweert, dat Japan zonder de Amerikaansche wapenleveranties nimmer het resultaat geboekt zou hebben, dat men tot op heden heeft bereikt. Duitschland en Italië, die een bondgenoot schap hebben met Japan, tegen Rusland, steunen den Japanschen tegenstander, China, met groote wapenleveranties, 't Is fraai. Japan durft waarschijnlijk Duitschland en Italië niet zoo openlijk beschuldigen, maar het heeft wel een fel protest gericht aan het adres van Frankrijk, dat China ook steunt door wapenleveranties. Ingeval de Fransche regeering in gebreke zou blijven maatregelen te nemen om het vervoer van wapens en munitie naar China te stoppen, zou de regee ring uit Tokio uit zelfverdediging genood zaakt kunnen zijn, de stappen te doen, welke haar door de omstandigheden worden opge legd. Zoo ziet men, dat er met twee maten ge meten wordt. De wereld is niet veranderd en vooral wanneer het geld een rol speelt, dan heeft men meestal een zeer ruim geweten en komen vriendschappen en bondgenootschappen eerst in de tweede plaats. Agenda, BIOSCOPEN: Tivoli-theater, Spoorstraat, half 8: „De zoon van Tarzan". Rialto, Spoorstraat half 8: „De dubbele Bruiloft" en „Méér dan secre taresse". Witte-Bioscoop, Koningstraat, half 8: „Hfet derde Alarm" en „Een Radiomoord Mysterie". Vrjjdag 4 November. Zeevaartschool: Weer- en sterrek. Kring: P. M. v. Riel over: „Diepzee-onderzoek in den O.-I. Archipel a/b van Hr. Ms. „Snellius". Casino, 8.30 uur: Tooneelavond van TAVENU met „De Ebbenhouten Olifant". Zaterdag 5 November. Casino, 8.15 uur: Uitvoering van het M.S.F. Zondag 6 November. Casino, 8.15 uur: „Boefje". In de haven van Yarmouth hotste het Schotsche kustvaartuig ..Ma Freen" met een stoomschip en zonk kort daarna Opgenomen om 8 uur hedenmorgen. Barometerstand Den Helder 760.2 Temperatuur lucht 9.9 Wind; richting: W.; kracht: 2 Licht op 5.02 m. Heden herdenkt de heer C. Boer, drukker bij de N.V. Drukkerij en Uitgeverij v/h C. de Boer Jr., den dag waarop hg voor 35 jaar in dienst van deze zaak trad. De Kapitein C. F. Tilman wordt belast met het bevel over de le Compagnie, le Bataljon van het Regiment Kust-Artillerie te Den Helder. Inlgving. Op 2 November a.s. zal een inlijving plaats heben van dienstplichtigen van de eerste ploeg der lichting 1939. bestemd voor het Regiment Kust Artillerie te Den Helder. Deze dienst plichtigen moeten dienen tot 30 September 1939 (de onderofficieren tot 28 October 1939).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 5