j E1M ©E Anneke en het kalfje WiüÖSOPilNI SM© B-eAle ymyeriA en nxeityeA,! Oplossingen raadsels vorige week Nieuw Raadsel Van de week is Jaap thuisgekomen van de „Kippeschool", met een blij gezicht en de mededeling, dat er een brief van Sinterklaas was ontvangen en of Mamma die wou komen lezen, met haar portemonnaie bij haar. Dus nu weten jullie, dat hij in aantocht is. Ja, 't duurt nog vier weken. Maar wat zijn vier weken?, een zucht, een rookpluim, een wer velwind, ze vliegen voorbij. Je zal het zien, nog één week, dan worden de étalages al ge reed gemaakt, dan ruik je de lekkere geur van taai taai en speculaas, dan zie je de Sinterklaas prentenboeken en als je 's avonds goed luistert, dan hoor je het paard over het dak rijden. Ja, ja, dat wordt een goede tijd, want dan komen ook snel de andere feestdagen en dan holt de winter voorbij en dan en dan... maar daar praten we nog niet over. De taart is van de week gewonnen door: ARIE DE HOOP, Joubertstraat 70, Den Helder. En nu de briefjes van de vorige week. Het eerste is van: Marietje Weeda. Vind je het niet fijn, dat het van het jaar zo lang mooi weer is, Marietje. 't Is waar, Jan de wind buldert zo nu en dan eens, maar koud is het eigenlijk nog niet geweest en we hebben toch al No vember. Op een dag na, hebben jullie het met de hersftvacantie ook getroffen. Maar die ene dag was het dan ook wel heel erg somber. Rika Kaptein. Ik vind het niet alleen leuk, dat jij een nieuw raadselvriendinnetje bent, Rika, maar ik heb alle vertrouwen, dat jij ook een goed en trouw vriendinnetje wordt. Je briefje is zo keurig geschreven. Ik geloof, dat wij lang met elkaar zullen cor responderen. Antje Roossen, Oosterland (W.). Jam mer, dat ik je briefje de vorige week over het hoofd heb gezien, Antje, dan had je al een week eerder een briefje van me gehad, want het is m'n gewoonte om de vriendjes en vriendinnetjes van buiten de stad altijd te laten schrijven, omdat zij telkens 5 cent voor een postzegel moeten betalen. Ik hoop jou dus niet meer te vergeten. Natuurlijk woon ik in Den Helder. Wat een aardige tekening heb je gemaakt. Marietje Snoek. Dat ben ik nu eens helemaal niet met je eens, Marietje, dat een knap gezicht het voornaamste is. Ik heb wel eens mensen met een lelijk gezicht ont moet, waar je direct van hield om hun in nemendheid en ik heb wel eens mensen met een knap gezicht gesproken, die afstootten om hun koelheid of verwaandheid. Nee, hoor, het gezicht is maar van geringe beteekenis. Bij kinderen, die het zich nog niet bewust zijn, daar is het lief, maar bij groten is het van veel minder belang. Tinl v. Brederode. Heb je van de week veel plezier gehad, Tini? Je kon bijna alle uren van de dag buiten zijn. Ja, dat zal wel een lijster of merel geweest zijn, die zwarte vogel, met die oranje snavel, want zo is de tekening van deze vogels. Er zijn er heel wat die 's winters overblijven, vooral als de win ter niet te streng wordt, maar grote groepen trekken naar het Zuiden van Europa. De Bengeltjes. Vonden jullie het niet leuk in de Donkere Duinen. We zijn er vroe ger wel eens voor naar Alkmaar geweest om dat gezellige dierenleven te zien, maar dat is nu niet meer noodig, nu springen de duiven hier op je armen en je hoofd, op je neus en in je nek. En de eenden trekken met hun grote snavels aan je jas of pikken in je benen, maar pijn doet het niet. Sjaantje Reynhout. Er zijn nog heel wat „promotie"kansen voor je bij de pad vinderij, Sjaantje en voor je het tot leidster gebracht hebt zal je nog heel wat Sinter-, klazen en verjaardagen gevierd hebben. Maar als je vol houdt, wie weet... Gerard Jellema. Fijn, dat jy zo'n mecano- doos hebt om je te vermaken, want als je daar een beetje liefhebberij voor hebt, kan je reuze leuke dingen maken. En daar leer je ook handigheid door, cie je later weer te pas komt. Wiesje Coster. Dat is niet zoo gemak kelijk, Wiesje, mijn dochtertje zoekt haar eigen vriendinnetjes. Zo zal het ook wel met jou gaan. Ik kan dus moeilijk tegen haar zeggen, nu moet je eens met Wiesje Coster touwtje gaan springen, want ze weet niet eens wie je bent en dan... wjj wonen wel een klein half uurtje van jou vandaan. Coen Coster. Die Poolsche onderzeeër zag er fors uit, vond je niet, Coen en die gesloten brug vooral vond ik mooi. Een open brug is 's zomers fijn, maar een onderzeeboot moet ook in de winter, ln het voorjaar en in het najaar varen en dan is het minder pret tig op zo'n open brug. Piet Strous, Vils&ingen. Wat een fees ten in het vooruitzicht, Piet. Wanneer ben jij jarig en wanneer je moeder? Het versje neem ik hieronder op. 't Lijkt wel de bou tade van de Genestet. HOLLANDSE REGENZOSIER. Er valt maar water, water... Het vee wordt ziek in 't natte gras. En warmte?... Later, later. Ach't lage land wordt één moeras. De molens jagen, jagen... Het water moet de polders uit De boeren klagen, klagen En 't weer is nóg niet uitgebuit, O, saaie, trieste regen, We zijn je moe, we zijn je zat! We snakken naar de zegen Van zomer over land en stad. Klaas Jellema. Meneer Zeilstra ken ik wel, Klaas en ik denk, dat hij wel mooi ver tellen kan, vooral over i e Goede Herder. Ben je ook op de Zondagsschool? Bep Wulffelé. Dat is niet vroeg, Bep, als je Zondagsmorgens om kwart over negen op pad gaat. Ik dacht, dat jullie de vogels wakker maakten, maar daar is geen sprake van als je de deur uitstapt, terwijl de zon hoog aan de hemel staat. Cornelia v. d. Vis, Oosterend (T.), Wat zal je het daar gezellig gehad hebben, bij dat rad van avontuur op de bazar van V.I.O.S., Cor. Ik had best eens bij je willen draaien voor een duppie, want dat was ze ker de prijs? Truus v. Liere, Oost (X.). Als je blieft, jij hebt 't er nog beter gehad, Truus, op de bazar, twee fruitmanden en een kussen ge wonnen. 't Is niet mis. Henny Koeper, Texel. Ja, dat is een bekende naam voor me, die naam van jou, Henny, want die wordt ook gedragen door „Oom Piet" en die is nog altijd met sterke vriendschapsbanden aan onze krant verbon den. Een leuk clubje hebben jullie thuis. Wij zijn op het ogenblik ook met z'n zessen, maar daar is dan vader en moeder bijge teld. Is het een leuke hond, die hond van je oom? Frits Raadsheer. Eigenlijk mocht jij van de week niet schrijven, Frits, maar om dat je een nieuw vriendje bent, geef ik je toch maar even antwoord. Volgende week zal ik wat royaler zj)n. Jan Strous, Vlissingen. Gelukkig dat het maar een spelletje was, die verduiste ringsoefening, Jan, en dat die bommen- gooierij geen ernst was, want dan was het minder leuk geweest. Nu had jij natuurlijk ook wel voor gewonde willen spelen, met het vooruitzicht van een reep chocolade, maar anders... voor geen doos chocolade, hè? Piet Strous, Vlissingen. Inderdaad, Piet, hierboven heb ik al een briefje aan je beantwoord en ik zal dus hier alleen vertel len, dat ik het briefje voor Buffal bij het loket heb neergelegd en dat hij het daar af kan halen. Balie v. Bijnen. Ik vind het wat leuk, dat ik een plaatsje in jullie hart heb en als bewijs daarvan op je verjaardagskalender geschreven ben. Rika Keyzer, Den Burg (T.). De ver rassing van het boek kwam dus niet alleen van de krant, Rika, maar ook door je moe der, die zo verstandig was geweest, het op te bergen, tot jezelf je naam zou lezen. Ik ben blij, dat je het mooi vindt. Nu moet je nog proberen een keer de taart te winnen. C as per Groninger. Ik eindig deze week met hieronder jouw rijmpje te plaatsen, Casper. Al was mijn oplossing verkeerd, Dat kan wel eens gebeuren, Toch heeft uw oordeel mij vereerd, Daarom kan ik niet treuren. Jongens en meisjes, tot volgende week. I. Claudius Civilus was een vrijheidsheld, welke de Germaanse troepen met succes aanvoerde tegen de Romeinen. II. Een pinguïn is een dier dat in de ijsstreken leeft. III. Jules Verne was een fantast, hij schreef o.a. het boek 20.000 mijl onder zee. Goede oplossingen ontvangen vant Cor Wulffelé; Hennie Korbee; Lientje Lelieveld; Leontiene en Coentje Coster; Fritsje Coster; Rika Koningstem; Gretha Biersteker; Marietje Eskes; Cor v. Bijnen; Coen Coster; Sientje Korbee; Mary Jurg; Bertha Korbee; Henk Siersma; Tilly Bis schop; Loek en Leo v. d. Wal; Gerard en Klaas Jellema; Truus Liere, Texel; Ma rietje Weeda; Cornelis v. d. Vis, Texel; Jan Bek; Wijnand Kerstens; Johan v. d. Pol; Rika Kaptein; de Bengeltjes; Thijs Kater, Juiianadorp; Casper Groninger; Simon Vis ser; Antoon Vos; Gerard Molenaar; Annie en Bali v. Bijnen; Tiny v. Brederode; Jan en Piet Strous, Vlissingen; Frits Raads heer; Annie de Hoop; Henny Roeper, Texel; Louis v. Voorst; Jo Verschoor; Neeltje Cos ter; Anine Janssen; Ellie Bisschop; Annie Hertog; Gretha Klok; Hiske Zits; Riek Hendrikse; Anine Janssen; P. C. Goebert; Arie de Hoop; -Henny Roeper, Texel; Hiltje Zijlstra; Marie Hertog; Eduard v. d. Pol; Han Grotziger; Jan Koorrien; Bep Wulffelé; Wiesje Coster; Koos de Glopper. Mijn geheel bestaat uit 25 letters of vijf woorden is een spreekwoord. 18, 3, 4, 5, 21: is een dier, dat eieren legt. 1, 13, 9: vleeschsoort. 6, 7, 8, 15: schiet-werktuig. 12, 10, 16, 17: waar turf van gemaakt wordt. 19, 20, 14, 25: zwemvogel. 1. 2, 16, 11: vogel. 22, 23, 20, 21: deel van een wagen. 22, 13, 24, 4: deel van het hoofd. WETENSWAARDIGHEDEN. In Engeland worden wel eens z.g. „gymk- hana-races" gehouden, d.z. komische wed strijden bij verschillende soorten van sport, bijv. paardrijden met een glas water in de hand. Op de Parana-rivier in Argentinië heeft men een vloot van zeven schepen, waarop kerken gebouwd zijn. Het gaat hier om echte kerken met klokken, torens en krui sen alleen staan ze op een schip in- plaats van op de wal. In Michigan in Amerika is de Indianen- hoofdman van de Ottawa-Indianen al sinds 25 jaar postbode. Hij heeft zelf om die be trekking gevraagd, want hij zegt, dat het de mooiste betrekking is, die er te krij gen is. door LIES HELGERS. Op een mooie Septemberdag kwam boer Klaas Lutjes 's middags thuis van het land. „Anna", zei hij tegen zijn vrouw, „ons koren is gezaaid, maar ik heb weer zo'n pijn in mijn rug, dat ik bijna niet meer lopen kan.'' „Je hebt natuurlijk weer al het zaad te gelijk in de zak gedaan en die omgehan gen. Dat is ook teveel voor je." „Nee", zei de boer, „dat is het niet. Gis teren heb ik in de regen gelopen en ben toen kletsnat geworden en je weet, als ik nat ben, doen al mijn botjes me pijn!'' „Je moet een warme doek om je rug binden, als je naar het veld gaat, dat doet de vrouw van den molenaar ook en het helpt goed." „Nee, ik hou me bij mijn eigen genees middel. Buurman wrijft zijn arm altijd met brandnetels in tot hij er blaren van heeft! Ik ben al tevreden, als jij warme kamille thee voor me maakt en clan kruip ik vlug in bed. Ach nee, dat kan ik niet doen, want vanmiddag moeten de koeioi naar buiten, want daar is nog genoeg te eten en we moeten zuinig zijn met ons hooi in de schuur voor van de winter." „Nou", zei Anna, „dan ga ik met de koeien naar de wei. Of, nee, ik weet iets! Daar 'JÜ de linde spelen een paar kinderen en An neke, mijn naamgenoot je is er ook bij. Ze is al zo dikwijls met ons naar het veld gegaan en ze is flink genoeg met haar tien jaar om de koeien te kunnen hoeden. Dat vindt buur vrouw ook vast wel goed." De boerin liep naar buiten en riep: „Anneke!" Daar kwam ze al aanlopen. Haar blonde vlechten dansten om haar hoofd. „Hoor eens, Anneke", zei de boerin „Mijn man heeft weer erge rugpiin en ik heb zelf ook nog veel te werken. Wil jij met onze koeien naar de wei gaan?'* „Natuurlijk wel, vrouw Lutjes", ant woordde Anneke. „Ik ga toch ook dikwijls met onze geiten naar de wei. Ik vind het zelfs leuk!" Toen kroop de boer vlug in bed en An neke ging met de drie koeien op weg. De boerin bracht haar een eindje weg, maar toen zei Anneke: „Ga nu maar weer vlug naar huis, vrouw Lutjes, want ik kan de weg heel goed alleen vinden. Ik ben al zo vaak met u meegeweest." Die avond kwam Anneke zingende te rug en de drie koeien liepen met hun buik jes vol achter haar aan. „Het was zó heer lijk op de wei!" riep Anneke al van verre. „Hans van boer Nije was er ook en kleine Tommie van den schoenmaker ook! We hebben een vuurtje gemaakt en daar aard appels in gebakken, zodat we ze konden eten. O, vrouw Lutjes, mag ik morgen weer naar de wei?" „Zeker mag je dat. als moeder het goed vindt", zei de boerin. „We zijn blij, dat we zo'n flink meisje hebben, dat ons wil hel pen!" Anneke hielp nog mee de varkens en de kalveren te voeren en holde toen naar huis. „Moeder", riep ze, „Raad eens, waar ik geweest ben!" „Ik weet het al, herderinnetje" zei haar moeder. „Je bent met de koeien van buur vrouw naar de wei geweest!" „Ja, en mag ik er morgen weer heen, als ik vry heb?" „Dat is goed", zei haar moeder. „Vraag het maar eens aan vader." .Anneke's vader vond het ook meteen goed en zei: „Ja, zoveel koeien als buur man moesten wij ook eigenlijk hebben." „Ik zou met één koe al tevreden zijn", zei vrouw Boom. „En ik al met een kalfje", riep Anneke toen. „Vadertje, wilt u eens een kalfje voor me kopen?" „Kindje," zei hij, „daar heeft vader geen geld voor". „Maar wij zijn ook met onze twee geiten al tevreden", troostte zijn vrouw, en daar na praatten ze er niet meer over. Van die dag af ging Anneke bijna elke dag met de koeien van boer Lutjes naar de wei. Terwijl de dieren graasden, leerde ze haar lessen voor school en soms breide ze aan een kous. Maar het fijnste van alles vond ze toch om 's avonds in de stal rond te lopen en de kalfjes te aaien en te stre len. „Ach", zei ze op een keer. „Ik wou, dat vader ook zo'n lief kalfje voor me kon ko pen, maar hij heeft er nog geen geld voor." „Zeg, Anna", zei de boer die avond tegen zijn vrouw, „we hebben zelf geen kinderen om voor te zorgen, hoe zou je het vinden, als we Anneke eens een kalfje cadeau ga ven? Ik weet, dat ze over een maand jarig is." „Dat vind ik een goed plan", zei de boer in. „En Anneke's ouders zullen er ook blij mee zijn." Toen het al kouder en kouder werd, en de weidevelden nat waren, bleef Anneke met haar koelen thuis. Toen hielp ze de vriendelijke boerin in huis en in de stallen mee. „Ja, Anneke", zei de boer op een keer. „Nu ben je over een week jarig en wat denk je nu, dat je van ons krijgt?" Anneke keek hem verbaasd aan en zei: „Van U?" De boer moest lachen om haar ongelovig gezicht en zei toen: „Ja van óns!" „Ik weet niet", zei Anneke, „misschien een paar appels ofof chocola!" Nu lachte de boer nog meer en zei: „Er zijn toch ook nog andere dingen?" Anneke haalde verlegen haar schouders op en zei: „Ik.... ik weet niets meer!" „Dan moet je het maar afwachten, meis je", zei de boer vriendelijk. En toen Anneke op haar verjaardag langs het burenhuis liep, riep boer Lutjes: „Anneke, kom je eens kijken, wat er voor cadeautje in onze sta] staat?" Anneke kreeg er een kleur van. „Een cadeautje, in uw stal?" vroeg ze. Toen gaf de boer haar een hand en riep de boer in er ook bij. Met zijn drieën gingen ze naar de stal en daar zag Anneke een kalfje staan, met een lint om zijn hals en een kaartje eraan, waar op stond: „Voor ons lieve herderinnetje!" „Het is maar goed, dat het niet regent, want nu kan je het meteen mee naar huis nemen", zei de boerin. „Maar.... maar mag ik het dan mee naar huis nemen?" „Natuurlijk mag je het mee naar huis nemen. Ga maar gauwl" De boerin legde een warme deken over de rug van het kalfje en zo gingen ze naar het huis van Annekes ouders. Toen de nieuwe bewoner naast de geiten in de stal stond, vergaten die van verbazing zelfs te blaten. „Zo'n groot geschenk kunnen we heus niet aannemen," zei Anneke's moeder. Maar boer Lutjes weerde af: „Welnee! Denk er aan, buurvrouw, dat je een ver jaarscadeau altijd aan moet nemen!" En vriendelijk groetend gingen boer en boer in Lutjes weer naar huis. Maar Anneke was niet uit de stal weg te slaan. Ze bleef bijna de hele dag bij haar kalfje en ze voelde zich zo gelukkig, als ze zich nog nooit gevoeld had. IDJ7r^||| DOOR edgar rice iBURROUGHS No. 25. Het wilde dier werd omiddellijk door Tar- zan gevolgd. Nuraa, de leeuw is vlug, maar niet zo vlug als de machtige koning van de jungle. Als een pijl uit de boog toesnellend, sprong Tarzan plotseling op de rug van het dier en liet zijn mes in de zachte zijde neer komen. Nog eens en nog eens stak hij, totdat het dier dood neerviel, vlak voor de voeten van Magra. Tarzan zette zijn voet op het dode lichaam en uitte de vreselijke kreet ven de mensapen. Het meisje keek hem bevend aan. Wat was hjj geweldig! Zij wilde haar bewondering voor hem uitspreken, maar In- plaats daarvan zei ze: „Ik ben blij, dat U mjj het redden nog waard vond!" Tarzan ne geerde haar woorden. „Ik zal U naar het kamp terugbrengen," zei hij. Magra liep ach ter hem aan en zag hoe gemakkelijk hij zich door het bos bewoog. „Ik voel me zo veilig als ik bij U ben," zei ze. „Op deze expeditie is niemand van ons 'veilig," antwoordde Tar zan grimmig, „de jungle kan ons morgen of misschien vandaag al overwinnen!"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 11