Wij lazen voor ^RVS(>%£G6rt EN DE 1WIKÜOIDEN i SMD j Zelfs niet gratis met de wilde bus En neefje zei: „Dag Oom" Radioprogramma j EDGAR RIC_ jBURROUGHS f Uit de Pers van heden Groote opdrachten der NederL Spoorwegen DOOR No. 26. Er lag die nacht een gevoel van huivering over het kamp. Er werd geen vuur gestookt, uit vrees voor een overval van de kannibalen, die Tarzan wist, dat in de omgeving waren. En nu in het duister waren ze in gevaar voor de aanvallen van de hongerige wilde dieren. In het kamp van Atan Thome echter brandde het vuur wel en gewapende askarles hielden de wacht. De ontvoerde Helen Gregory lag zenuwachtig op haar veldbed, terwijl haar gedachten vervuld waren van ellende. Thome was dien dag erg famililaar tegen haar ge weest. In het hoofd van het meisje kwam het plan op om te ontvluchten. Op dat ogen blik liet een leeuw in de duisternis van de junglenacht zijn gebrul horen. Helen huiverde. Als ze probeerde te vluchten zou ze de dood in het bos ontmoeten. Maar als ze bleef haar gedachten werden onderbroken door een sluipend geluid. Ze sprong van haar veldbed op, want voor haar beteekende ieder geluid een bedreiging. Voorzichtig gluurde Helen door de opening van het tentzeil en zag, dat de laaghartige Atan Thome naar haar tent toeliep. ONZE BODEM: EEN DER BELANG RIJKSTE BRONNEN VAN ONS VOLKSBESTAAN. Het Handelsblad (lib.) bespreekt nog eens het rapport van ir. J. Th. Westhoff, dat ter bestrijding der werkloosheid 0.111. als werkverschaffingsobject aanbeveelt bodem- ontginning en, 7.00 mogelijk, uitbreiding on zer cultuurgronden. Het blad schrijft: Wanneer men weet, dat onze tegen woordige veestapel bij lange na niet van eigen bodem kan worden gevoed, en dat een hoeveelheid voeder, overeenkomende met de opbrengst van het derde deel onzer oppervlakte cultuurgrond, uit het buiten land moet worden betrokken, dan dient men het er over eens te zijn, dat het ver beteren en uitbreiden onzer relatief kleine oppervlakte cultuurgrond en het zoo in tensief mogelijk exploiteeren er van, een zaak is van wijs sociaal en nationaal-econo- rniscli hol ei clWant de bodem is één onzer belangrijke bronnen van volksbestaan, naast industrie, handel, scheepvaart, ko loniën en ons in het buitenland geïnves teerde kapitaal. DE STRIJD TEGEN DE MISDAAD. De Maasbode (r.k.) houdt een pleidooi voor centralisatie van het recherche-appa raat der politie. Een der meest recente feiten, die meer dwingend en dringend wijzen in de rich ting van de groote wenschelijkheid, zoo niet noodzakelijkheid van oen goed door gevoerde centralisatie, is, aldus het blad. de arrestatie van den beruchten en hoogst geraffineerden inbreker en insluiper, den 33-jarigen Duit schar F. H. te Zwolle. Tot goed begrip van zaken worde hier nog eens herinnerd aan enkele bijzonder heden dezer arrestatie. De gearresteerde had er een gewoonte van gemaakt vooral bij artsen en tand artsen in te breken. Hij sloop dan op het spreekuur naar binnen en sloeg zijn slag. Indien hij bulten de wachtkamer werd aangetroffen excuseerde hij zich en vroeg den dokter te spreken. Doordat hij door deze manier van werken niet heeft kun nen oorkomen, dat hij somtijds werd op- ger - kt, was zijn signalement vrij nauw- kpuv'T bekend. De meest kenmerkende eigenschap ervan was, zijn bovengebdt van gouden tanden Het vorige j;iar is hij te Sneek aangehou den, maar moest hij worden vrijgelaten we gens gebrek aan bewijs, waarna hij als on- gewensehte vreemdeling over de grens is gezet. Voorts heeft zijn geraffineerd optre den ertoe geleid, dat hij in 103(1 door de Haagsche rechtbank voorwaardelijk is ver oordeeld wegens oplichting, terwijl men er niet achter was met wien men precies te doen had. Wie, aldus de Msb., nuchter en critisch den inhoud van dit bericht in zijn geest heeft opgenomen, moet noodwendig de vraag in zich voelen opkomen hoe het mo gelijk is geweest, dat dit Duitsche heerschap wiens signalement toch vrij nauwkeurig bekend was en van wien men bovendien een zeer kenmerkende eigenschap het gouden bovengebit wist, zes jaren lang ongehinderd zijn misdadig bedrijf in ons land heeft kunnen uitoefenen. Maar laten wij nu eens „breed" zijn en 's mans onvindbaarheid toeschrijven aan zijn buitengewone geraffineerdheid, dan nog blijven hier twee uiterst klemmende vragen open: le. Hoe is 't mogelijk, dat in 1936 de Haagsche rechtbank voorwaardelijk veroor deelt iemand, wiens signalement toen al herhaalde malen in het algemeen Politie blad had gestaan en wiens opsporing door politie-instanties van verscheidene plaatsen dringend en herhaaldelijk was verzocht. 2e. Hoe is 't mogelijk, dat een jaar later in Sneek wordt aangehouden, wegens (no ta bene!) wegens gebrek aan bewijs vrijge laten en als ongewenschte vreemdeling over de grens gezet iemand, wiens signale ment... zie .boven!? Ons dunkt, dat met name de twee hier aangehaalde feiten volkomen voor zich zelf spreken en aan duidelijkheid niets te wen- schen overlaten. Voor de zooveelste maal houden hier de nuchtere feiten een welsprekend en drin gend pleidooi voor de noodzakelijkheid van méér eenheid, méér samenwerking bij de algemeene politieele recherche. De overheid moge dit pleidooi verstaan en met bekwamen spoed de aanhangige reorganisatieplannen doorvoeren, opdat op méér effectieve wijze de strijd tegen de misdaad kan worden aangebonden, waar door vanzelf den goedwillendcn Nederland- schen burger een grootere mate van veilig heid zal worden geboden. Avonturen van de Goot Express, een oude dame en een oude heer. Dat men zelfs niet vervoerd mag worden met een „wilde" autobus als de onderne mers daarvan gratis vervoer aanbieden be wijst de avontuurlijke reis van de Gooi Express. De Gooi-Express had aangekondigd, dat zij M'dag en ook de volgende dagen pas sagiers naar Bussum en Hilversum gratis zou vervoeren. De directie was van mee ning, dat dan geen wetsartikel werd over treden en zij ongestoord, zij het dan ook met weinig profijt haar dienst zou kunnen uitoefenen. Reeds voor acht uur stonden vele be langstellenden voor het kantoor van de Gooi-Express gevestigd in het reisbureau Favoriet aan de Ceintuurbaan. Reeds om half acht was een oude dame. die tot haar groote vreugde had vernomen dat zij gratis naar Hilversum zou kunnen reizen, pre sent om toch vooral maar zeker te zijn van een goed plaatsje. De bus was „versierd" met een gedicht van Clinge Doorenbos, een plakkaat waar op bij 't publiek werd aangedrongen om in te teekenen op lijsten tot behoud van de bussen. In duidelijke gele letters was op de ruiten van de bus de mededeeling ge plaatst, dat men gratis vervoerd kon wor den naar het Gooi. Om acht uur verscheen echter de ver keerspolitie en deelde namens den commis saris mede, dat ook het gratis vervoer ver boden was. Na lang heen en weergenraat reed de bus, waarin behalve de oude dame ook vele chauffeurs van de Gooi-Express had den plaats genomen toch weg, voorafgegaan en gevolgd door een politiemotor. Ver zou de stoet echter niet komen. Bij de Hart- veldschebrug aan de grens van de gemeen te Amsterdam gaf de politie het signaal om te stoppen. De bus werd aan den kant van den weg gezet en de passagiers moes ten uitstappen. De oude dame, de ecnigc „echte" passagier had er weinig lust in: „Mijn kleinkinderen rekenen op mijn komst..." er was niets aan te doen, ook zij moest uitstappen.. Terwijl weer werd onderhandeld stapte een tweede passagier in, een oude heer, die daar in de buurt aan den wandel was, de bus van de Gooi- Express in 't oog had gekregen en aangelokt door de mededeelingen dat hij gratis naar Hilversum kon, stapte hij maar in. „Ziezoo dat tref ik, ik zit goed en ik kom gratis in Hilversum" verzekerde deze nieuwe „echte" passagier ons, die op een tweeper- soonsbank breeduit en rustig was gaan zit ten om af te wachten tot het trcharrewar tusschen politie en busdirectie zou zijn af- geloopen. De oude heer wilde er niet uit, met geen stok. „Gratis naar Hilversum" stond op de bus, dus hij zou en hij moest gratis naar Hilversum! Tenslotte werden de oude dame en de oude heer liefderijk opgenomen door een personenauto, die toevallig naar Hilversum moest. Het avontuur bij de Ilartveldschebrug was ten einde. De groote bus van de Gooi- Express reed naar het kantoor aan de Cein tuur baan terug, wederom voorafgegaan en gevolgd door de verkeerspolitie. Daardoor liep oplichter in den val. Te Amsterdam wandelde een 28-jarige man een schoenenzaak binnen voor den aankoop van twee doosjes schoencreme. De klant betaalde met een bankbiljet van tien gulden, dat hij echter, voor het in de kas verdween, weer terugnam omdat hij een doosje wilde ruilen voor een ander en deze beide betalen met wat kleingeld. Och ja, en dan nog wilde hij die tien gulden toch nog wel gewisseld hebbende man ver dween met medeneming van het bankbiljet, benevens het wisselgeld van tien gulden min twe dubbeltjes voor de schoencrême. Voor clo zooveelste maal zou de wisseltruc glansrijk zijn geslaagd, als niet ditmaal het verraad in den persoon van een argeloos loopknechtje had geloerd Deze jongen kwam juist den winkel bin nen, toen de „klant" de zaak wilde verlaten. „Dag oom", zei hij, en tikte zijn familielid joviaal op den schouder. Dit voorval herinnerde zich de chef, toen men bij het natellen van de kas erachter kwam, dat men het slachtoffer van een han dige wisseltruc was geworden. Neefje werd geroepen en daarna duurde het ook niet meer lang of oom zat op het bureau Raam poort om een en ander nader toe te lichten. Bij zijn verhoor bleek de politie, dat zij hier te doen had met een man, die reeds meer malen voor dergelijke en andere feiten met den strafrechter in aanraking was ge weest en den laatstcn tijd weer met succes in verschillende zaken geld had gewisseld." Voor millioen aan spoor wagens besteld. Naar wij vernemen, zijn door de Neder- landsche Spoorwegen bij de firma's Werk spoor, Beynes en Allan de rijtuigen be steld, benoodigd voor de samenstelling van 18 diesel-electrische treinen, elk bestaande uit vijf rijtuigen. Bovendien zijn besteld twee reserve-rijtuigen met bagage- en mo torruimte. De bestelling Werd als volgt verdeeld: Werkspoor 38 rijtuigen, Beynes 36 rijtuigen en Allan 18 rutuigen. Het gaat hier om een bedrag van ruim VA millioen gulden. Zooals bekend is onlangs roods de opdracht voor do Diesel motor-uitrustingen voor deze treinen aan de Nederlandsche industrie gegeven en wel aan de firma's Werkspoor en Stork, voor een totaal be drag van ruim 2% millioen gulden. Door deze bestellingen, waarmede in totaal ruim zeven millioen gulden gemoeid is, zal een groot aantal arbeiders voor gc- ruimen tijd te werk gesteld kunnen wor den. WOENSDAG 9 NOVEMBER 1938. Hilversum I, 1875 en 415,5 m. NCRV-Uitzending. 6.&9- -7.0C Onderwijsfonds voor de Scheepvaart. 8.15 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, gramofoomuzlek. (9.309.45 Gelukwenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Zang, piano en gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.30 Berichten, Orgelspel. I.30 Gramofoonmuziek. 2.002.55 Ensemble v. d. Horst en gramofoon. muziek. 3.00 Christ. Lectuur. 3.30 Vervolg concert en gramofoonmuziek. 4.30 Gramofoonmuziek. 4.45 Felicitaties. 5.00 Kinderuurtje. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Land- en tuibouwcauserie. 6.20 Gramofoonmuziek. 6.30 Taalles en causerie over het Binnenaanva- ringsreglement. 7.00 Berichten. 7.15 Voor postzegelverzamelaars. 7.45 Causerie over leerbewerklng. 8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Berichten 8.15 Haarlemsche orkestvereeniging en solist. 9.05 Causerie „Nieuw Guinea, vroeger en nu", 9.35 Vervolg concert. 10.15 Berichten ANP en actueel programma. 10.45 Gymnastiekles. II.00 Gramofoonmuziek. Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing. Hilversum II, 301,5 m. VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. VPRO, 6.307.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO. 8.00 VAR A-Kalender. 8.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten), 9.30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Cont'm'bedrijven. 11.40 Causerie „Welke industrialisatie-moge lijkheden zijn er?". 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 Berichten. 12.17 Esmeralda. 12.451.45 Orgelspel en gramofconmuziek. 2.00 Voor de vrouw. 3.10 Voor de kinderen. 5.30 „The Four Blue Stars" en solist, 6.00 Orgelspel. 6.30 Causerie „Erfelijke geestelijke aanleg en op oeding". 7.00 Gelukwenschen. 7.05 Koorconcert. 7 35 Causerie „Vernieuwin; van opvoeding en onderwijs". 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.15 VARA-Orkest. 9.00 Voor Schakers. 9.01 Radiotooneel. 9.50 Gramofoonmuziek. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Orgel en zang. 10.30 Zang en piano. 11.0012.00 Gramofoonmuziek. FEUILLETON MAURICE WALSH 33. „Zoo als u wilt!" Het is duidelijk gebleken, dat de gekwetste, kapitein Eudmon Butler, zeer te laken is geweest in deze heele geschie denis, daar houd ik rekening mee. U hebt allen het rapport van den dokter gehooi d waaruit gebleken is, dat, naar zijn meening Kapitein Butler niet in direct levensgevaar verkeert, indien er geen onvoorziene compli caties bijkomen, tengevolge van het ernstige lichamelijke letsel, dat hij opgeloopen heeft. Die meening zal ik aanvaarden. Maar Kapi tein Butler is zoo leelijk te pas gekomen, dat ik het pak slaag dat hij opgeloopen heeft, niet als noodzakelijk of onvermijdelijk kan qualificeeren, al neem ik nog zoo veel ver zachtende omstandigheden in aanmerking. Volgens mijn Idee hebben we hier niet te doen met een gewone kermlsruzle; hier was eer klaarblijkelijke wil tot letsel aanl c-., ui' alles sprak oen roes pzet Nog daa.gi'ten de kleine kwetsuren, die onafscheidelijk ver- tcnaen zijn aan een knokpar'-ii zonder hand schoenen, heeft kapitein Butler 2ijn neus en drie van zijn ribben gebroken en aan zijn dij is een spier bijna gescheurd. Onder de gege ven omstandigheden veroordeel ik Rogue McCoy tot één maand opsluiting in de gevan genis van Stranleigh, met dwangarbeid. Het spfjt me wel Jamesy, maar een straatgevecht van dergelijke afmetingen kunnen we niet over het hoofd zien. „En de man, die begonnen is, edelacht bare?" wenschte Jamesy Coffey te weten. „Dacht je niet, dat die zjjn portie al te pak ken had?" „Op mijn woord, edelachtbare, ik mag u niet tegenspreken." „Wat den tweeden beklaagde betreft, Sha- mus Og Coffey," ging de rechter verder, „zoo is uit de verklaringen van de getuigen af doende gebleken, dat hij Brigadier O'Dowd heeft aangevallen, terwijl Brigadier O'Dowd zijn plicht vervulde. Ik ga niet in op de be schuldiging, dat hij den Brigadier drie ribben gebroken heeft, evenmin als op het verweer, dat hij hem alleen maar een duwtje gegeven zou hebben. Het is maar al te duidelijk, dat de brigadier nog een heel tijdje buiten gevecht zal zijn. Daarbij is het niet de eerste maal, dat beklaagde in aanraking komt met het ge recht en daarom geef ik hem drie maanden dwangarbeid. Hiermee is de zitting be ëindigd." „Dat zal hen belden kalmeeren!" zei Jamesy Coffey phllosofisch. 3. Shamus Og Coffey en Rogue Mc Coy zaten naast elkaar op een houten bank in het ge ïmproviseerde spekhok van de marechaussee kazerne, waar ze verblijf hielden tot het tijd zou zijn, hen met den middagtrein naar de gevangenis van Stranleigh te vervoeren. Sha mus Og's rechterpols was met een handboei aan de linkerpols van Rogue gekoppeld, want de politie Het het er niet op aankomen bjj twee zulke vechtersbazen. Ze zaten heel kalm en vriendschappelijk te praten. „Een echte ongeluksvogel ben lk!" zei Rogue. „Overal waar ik hom, breng ik de poppen aan het dansen. Je weet toch, dat ik heel aan het begin van mijn verblijf ln deze streek bijna twee beste kerels ln de doos had geholpen voor doodslag op zjjn minst!" „Dat verbaast me niks." zei Shamus Og. na de dingen die ik je gisteren heb zien doen." „Laat dat maar eens even rusten! Ik be doel de narigheid, waar ik jou in heb ge sleept." „Laat dat maar heelemaal rusten, zeg! Het was de moeite waard en ik ben al eens eer der in de kast geweest al tweemaal!" „Niet bepaald een pretje, wel?" „Jij zult dit een pretje vinden boven dit leven in de buitenlucht met drie stevige maal tijden per dag. Kerel, je zult de heele maand honger hebben als een wolf, pas tegen het einde zul je er aan gewoon geraakt zijn. Ze laten de lui, die er voor het eerst zijn, ex pres ialf dood hongeren. Ik ben een oude bekende, die zijn weggetje weet en kans ziet van tijd tot tijd stiekum een sigaretje te pik ken. En wat zal ik een bom duiten sparen in die drie maanden!" „Maar je spul?' „Terry Ward speelt het alleen wel klaar. Het seizoen is toch al haast voorbij en we waren van plan, naar Lemerick te gaan! Dat is een goede plaats om te overwinteren." „Zou ik er eens heen gaan, om poolshoogte te nemen ik ben veel eerder vrij, dan jij N-neen! Volgende zomer heb ik je graag: maar Terry is all right, en hij zou misschien denken, dat je kwam om hem te bespionnee- ren. En heusch hij zal me niet meer in de luren leggen, dan ermee door kan." De sleutel werd In het slot omgedraaid en er kletterden een paar bespijkerde bruine schoenen over den steenen vloer. „Daar heb je onze belde vechtersbazen kwam de hooge tenor van Jamesy Coffey. Lange Maag Carty kwam achter hem aan daarop ging de deur zachtje- dicht. Shamus Og bleef naar die dichte deur kijken. Mis schien had hij gehoopt een derde persoon op bezoek te zien komen. De beide oude menschen hadden elk een pak bij zich. Voor dat ze een woord zei. begon Maag Carty het hare op het eind van de bank open te maken. Als altijd was zij de breng ster van goede dingen; uit haar pak kwamen twee flesschen soep, in wollen sokken gepakt om ze warm te houden, twee Itterkruiken donkerbruine stout met half uitgetrokken kurk en een groote stapel boterhammen. ..Ik wist wel dat mijn 1 eide lieve jongens honger zouden hebben, te meer daar ze het land van den honger tegemoet gaan. Hier, pak aan, beste schatten! Ach dat jullie daar zoo aan elkaar gekoppeld moet zitten! Maar twee dagen geleden heb ik er al van ge droomd en het was geen kwaad voorteeken." „Nou, dat was ook wat moois om vooruit te zien, één maand en drie maanden in 't ge vang," zei Jamesy Coffey droogjes. „Nee, mijn bedaarde vriend! Dat bedoel ik niet. Alleen maar die vriendschappelijke band tusschen de beide jongens." „Ze ging voort, de beiden te bedienen en zij gaven duidelijk genoeg hun dankbaarheid te kennen in woorden en in daden. „Bont en blauw over je heele lichaam, ze ker, mo goal (licht van mijn oogen)," zei ze tegen Rogue. „Alles behalve mijn kakement, bruine moe der, dat zie je wel. Ik voel me best en ik was hard aan een maandje rust toe, om van dien slavendrijver Jamesy Coffey te bekomen." „Een mooi gezicht zal dat zijn, als je touw zit te pluizen met een kapotten duim!" kwam Jamesy slagvaardig. „Dat was een mooi stuk. wat je daar uitgehaald hebt, jongetje! Het mag dan zijn, dat j(j per slot van rekening de winnende partij was, maar wat een tijd heeft het je niet gekost; en dan die held van een Shamus Og, die geen sjoege genoeg had om te weten, dat je een klabak pas een mep kunt geven, als hij zich omgekeerd heeft!" „Gelijk heb je, Va!" stemde Shamus Og toe „Loop naar de maan!" zei Jamesy. „Hoe maakt Daheen het?" vroeg Rogue. „Die arme engel..." begon Maag. ,-Dle huilt tranen met tuiten," viel Jamesy haar in de rede; „en ik heb hem al twee keer over de knie genomen om hem beter te leeren. Hij zou ons voor de heele stad te schande ge maakt hebben, als we hem mee hadden ge bracht en Julie zit al even hard te huile balken als hij." ..En waarom zou Julie Brien zitten huile balken?" informeerde Shamus Og dreigend „Voor de gezelligheid, waarom anders? En ook, omdat ze geen schoon hemd voor Rogue mee te geven had, nadat ze in zijn andere md drL gr.ten gewasschen had het kalf!" Shamus bleef met een somber gezicht door eten. „Maar hoe het ook zij,' vervolgde Jamesy, „ik zal nu tenminste weer eens rust krijgen in mijn eigen kamp, voor een maand en de baas weer zijn, al zou ook de onderste steen boven gaan. Wat heb je ook weer gezegd van het vijfde leesboekje voor Daheen Julie heeft me op het hart gedrukt, dat ik je dat moest vragen." Rogue glimlachte bjj zichzelf. „Ja! Maar 't zal je een halve riks kosten!" „Dan moet hij het er voorloopig r-.aar zon der doen!" „Steek je hand maar eens in mijn zak, aan de kant, waar ik vast zit daar zit een handvol zilver!" Jamesy gooide zijn pak op de bank. „Hier zit een tweedehandsch jasje en vest ln en een roode halsdoek, die Slaag nog had. Ik ga er van door." Bij de deur keerde hij zich nog eens oni. „Als je vrij komt, verlang je misschien niet zoozeer naar den grooten weg in wintertijd, Rogue McJoy; dan wil je mis schien op je eigen gelegenheid verder of achter dat geld aan, dat Shamus Og je voor gespiegeld heeft, morvah!" „Dat blijft g«*zegd," zei Shamus Og. „Misschien wel, Jamesy." zei Rogue duister „Waar denk je tegen dien tijd te zijn?" „Dat \veet ik nog niet, maar zeker niet in Stranleigh. Stranleigh m October is erg ge noeg om een eend om droog weer te laten roepen!" Maag Carty was voor Rogue komen staan en streek met haar lange vingers zachtjes langs zijn voorhoofd en zijn wangen naar zijn kin; daarbij doorstr omde hem een wonder lijk. weelderig, slaperig gevoel, dat de kna gende pijn, die hem tot nu toe beheerscht had, verdreef. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7