Wij lazen voor
^RVS(>%£G6rt
EN DE
1WIKÜOIDEN i
SMD
j
Zelfs niet gratis met
de wilde bus
En neefje zei:
„Dag Oom"
Radioprogramma
j EDGAR RIC_
jBURROUGHS
f
Uit de Pers van heden
Groote opdrachten der
NederL Spoorwegen
DOOR
No. 26.
Er lag die nacht een gevoel van huivering
over het kamp. Er werd geen vuur gestookt,
uit vrees voor een overval van de kannibalen,
die Tarzan wist, dat in de omgeving waren.
En nu in het duister waren ze in gevaar voor
de aanvallen van de hongerige wilde dieren.
In het kamp van Atan Thome echter brandde
het vuur wel en gewapende askarles hielden
de wacht. De ontvoerde Helen Gregory lag
zenuwachtig op haar veldbed, terwijl haar
gedachten vervuld waren van ellende. Thome
was dien dag erg famililaar tegen haar ge
weest. In het hoofd van het meisje kwam
het plan op om te ontvluchten. Op dat ogen
blik liet een leeuw in de duisternis van de
junglenacht zijn gebrul horen. Helen huiverde.
Als ze probeerde te vluchten zou ze de dood
in het bos ontmoeten. Maar als ze bleef
haar gedachten werden onderbroken door een
sluipend geluid. Ze sprong van haar veldbed
op, want voor haar beteekende ieder geluid
een bedreiging. Voorzichtig gluurde Helen
door de opening van het tentzeil en zag, dat
de laaghartige Atan Thome naar haar tent
toeliep.
ONZE BODEM: EEN DER BELANG
RIJKSTE BRONNEN VAN ONS
VOLKSBESTAAN.
Het Handelsblad (lib.) bespreekt nog eens
het rapport van ir. J. Th. Westhoff, dat
ter bestrijding der werkloosheid 0.111. als
werkverschaffingsobject aanbeveelt bodem-
ontginning en, 7.00 mogelijk, uitbreiding on
zer cultuurgronden. Het blad schrijft:
Wanneer men weet, dat onze tegen
woordige veestapel bij lange na niet van
eigen bodem kan worden gevoed, en dat
een hoeveelheid voeder, overeenkomende
met de opbrengst van het derde deel onzer
oppervlakte cultuurgrond, uit het buiten
land moet worden betrokken, dan dient
men het er over eens te zijn, dat het ver
beteren en uitbreiden onzer relatief kleine
oppervlakte cultuurgrond en het zoo in
tensief mogelijk exploiteeren er van, een
zaak is van wijs sociaal en nationaal-econo-
rniscli hol ei clWant de bodem is één onzer
belangrijke bronnen van volksbestaan,
naast industrie, handel, scheepvaart, ko
loniën en ons in het buitenland geïnves
teerde kapitaal.
DE STRIJD TEGEN DE MISDAAD.
De Maasbode (r.k.) houdt een pleidooi
voor centralisatie van het recherche-appa
raat der politie.
Een der meest recente feiten, die meer
dwingend en dringend wijzen in de rich
ting van de groote wenschelijkheid, zoo
niet noodzakelijkheid van oen goed door
gevoerde centralisatie, is, aldus het blad.
de arrestatie van den beruchten en hoogst
geraffineerden inbreker en insluiper, den
33-jarigen Duit schar F. H. te Zwolle.
Tot goed begrip van zaken worde hier
nog eens herinnerd aan enkele bijzonder
heden dezer arrestatie.
De gearresteerde had er een gewoonte
van gemaakt vooral bij artsen en tand
artsen in te breken. Hij sloop dan op het
spreekuur naar binnen en sloeg zijn slag.
Indien hij bulten de wachtkamer werd
aangetroffen excuseerde hij zich en vroeg
den dokter te spreken. Doordat hij door
deze manier van werken niet heeft kun
nen oorkomen, dat hij somtijds werd op-
ger - kt, was zijn signalement vrij nauw-
kpuv'T bekend. De meest kenmerkende
eigenschap ervan was, zijn bovengebdt van
gouden tanden
Het vorige j;iar is hij te Sneek aangehou
den, maar moest hij worden vrijgelaten we
gens gebrek aan bewijs, waarna hij als on-
gewensehte vreemdeling over de grens is
gezet. Voorts heeft zijn geraffineerd optre
den ertoe geleid, dat hij in 103(1 door de
Haagsche rechtbank voorwaardelijk is ver
oordeeld wegens oplichting, terwijl men er
niet achter was met wien men precies te
doen had.
Wie, aldus de Msb., nuchter en critisch
den inhoud van dit bericht in zijn geest
heeft opgenomen, moet noodwendig de
vraag in zich voelen opkomen hoe het mo
gelijk is geweest, dat dit Duitsche heerschap
wiens signalement toch vrij nauwkeurig
bekend was en van wien men bovendien
een zeer kenmerkende eigenschap het
gouden bovengebit wist, zes jaren lang
ongehinderd zijn misdadig bedrijf in ons
land heeft kunnen uitoefenen.
Maar laten wij nu eens „breed" zijn en
's mans onvindbaarheid toeschrijven aan
zijn buitengewone geraffineerdheid, dan
nog blijven hier twee uiterst klemmende
vragen open:
le. Hoe is 't mogelijk, dat in 1936 de
Haagsche rechtbank voorwaardelijk veroor
deelt iemand, wiens signalement toen al
herhaalde malen in het algemeen Politie
blad had gestaan en wiens opsporing door
politie-instanties van verscheidene plaatsen
dringend en herhaaldelijk was verzocht.
2e. Hoe is 't mogelijk, dat een jaar later
in Sneek wordt aangehouden, wegens (no
ta bene!) wegens gebrek aan bewijs vrijge
laten en als ongewenschte vreemdeling
over de grens gezet iemand, wiens signale
ment... zie .boven!?
Ons dunkt, dat met name de twee hier
aangehaalde feiten volkomen voor zich zelf
spreken en aan duidelijkheid niets te wen-
schen overlaten.
Voor de zooveelste maal houden hier de
nuchtere feiten een welsprekend en drin
gend pleidooi voor de noodzakelijkheid van
méér eenheid, méér samenwerking bij de
algemeene politieele recherche.
De overheid moge dit pleidooi verstaan
en met bekwamen spoed de aanhangige
reorganisatieplannen doorvoeren, opdat op
méér effectieve wijze de strijd tegen de
misdaad kan worden aangebonden, waar
door vanzelf den goedwillendcn Nederland-
schen burger een grootere mate van veilig
heid zal worden geboden.
Avonturen van de Goot Express,
een oude dame en een oude
heer.
Dat men zelfs niet vervoerd mag worden
met een „wilde" autobus als de onderne
mers daarvan gratis vervoer aanbieden be
wijst de avontuurlijke reis van de Gooi
Express.
De Gooi-Express had aangekondigd, dat
zij M'dag en ook de volgende dagen pas
sagiers naar Bussum en Hilversum gratis
zou vervoeren. De directie was van mee
ning, dat dan geen wetsartikel werd over
treden en zij ongestoord, zij het dan ook
met weinig profijt haar dienst zou kunnen
uitoefenen.
Reeds voor acht uur stonden vele be
langstellenden voor het kantoor van de
Gooi-Express gevestigd in het reisbureau
Favoriet aan de Ceintuurbaan. Reeds om
half acht was een oude dame. die tot haar
groote vreugde had vernomen dat zij gratis
naar Hilversum zou kunnen reizen, pre
sent om toch vooral maar zeker te zijn van
een goed plaatsje.
De bus was „versierd" met een gedicht
van Clinge Doorenbos, een plakkaat waar
op bij 't publiek werd aangedrongen om in
te teekenen op lijsten tot behoud van de
bussen. In duidelijke gele letters was op
de ruiten van de bus de mededeeling ge
plaatst, dat men gratis vervoerd kon wor
den naar het Gooi.
Om acht uur verscheen echter de ver
keerspolitie en deelde namens den commis
saris mede, dat ook het gratis vervoer ver
boden was.
Na lang heen en weergenraat reed de
bus, waarin behalve de oude dame ook
vele chauffeurs van de Gooi-Express had
den plaats genomen toch weg, voorafgegaan
en gevolgd door een politiemotor. Ver zou
de stoet echter niet komen. Bij de Hart-
veldschebrug aan de grens van de gemeen
te Amsterdam gaf de politie het signaal om
te stoppen. De bus werd aan den kant
van den weg gezet en de passagiers moes
ten uitstappen. De oude dame, de ecnigc
„echte" passagier had er weinig lust in:
„Mijn kleinkinderen rekenen op mijn
komst..." er was niets aan te doen, ook
zij moest uitstappen..
Terwijl weer werd onderhandeld stapte
een tweede passagier
in, een oude heer, die daar in de buurt
aan den wandel was, de bus van de Gooi-
Express in 't oog had gekregen en aangelokt
door de mededeelingen dat hij gratis naar
Hilversum kon, stapte hij maar in. „Ziezoo
dat tref ik, ik zit goed en ik kom gratis
in Hilversum" verzekerde deze nieuwe
„echte" passagier ons, die op een tweeper-
soonsbank breeduit en rustig was gaan zit
ten om af te wachten tot het trcharrewar
tusschen politie en busdirectie zou zijn af-
geloopen.
De oude heer wilde er niet uit, met geen
stok. „Gratis naar Hilversum" stond op de
bus, dus hij zou en hij moest gratis naar
Hilversum!
Tenslotte werden de oude dame en de
oude heer liefderijk opgenomen door een
personenauto, die toevallig naar Hilversum
moest.
Het avontuur bij de Ilartveldschebrug
was ten einde. De groote bus van de Gooi-
Express reed naar het kantoor aan de Cein
tuur baan terug, wederom voorafgegaan en
gevolgd door de verkeerspolitie.
Daardoor liep oplichter in den
val.
Te Amsterdam wandelde een 28-jarige
man een schoenenzaak binnen voor den
aankoop van twee doosjes schoencreme. De
klant betaalde met een bankbiljet van tien
gulden, dat hij echter, voor het in de kas
verdween, weer terugnam omdat hij een
doosje wilde ruilen voor een ander en deze
beide betalen met wat kleingeld. Och ja,
en dan nog wilde hij die tien gulden toch
nog wel gewisseld hebbende man ver
dween met medeneming van het bankbiljet,
benevens het wisselgeld van tien gulden
min twe dubbeltjes voor de schoencrême.
Voor clo zooveelste maal zou de wisseltruc
glansrijk zijn geslaagd, als niet ditmaal het
verraad in den persoon van een argeloos
loopknechtje had geloerd
Deze jongen kwam juist den winkel bin
nen, toen de „klant" de zaak wilde verlaten.
„Dag oom", zei hij, en tikte zijn familielid
joviaal op den schouder.
Dit voorval herinnerde zich de chef, toen
men bij het natellen van de kas erachter
kwam, dat men het slachtoffer van een han
dige wisseltruc was geworden. Neefje werd
geroepen en daarna duurde het ook niet
meer lang of oom zat op het bureau Raam
poort om een en ander nader toe te lichten.
Bij zijn verhoor bleek de politie, dat zij hier
te doen had met een man, die reeds meer
malen voor dergelijke en andere feiten met
den strafrechter in aanraking was ge
weest en den laatstcn tijd weer met succes
in verschillende zaken geld had gewisseld."
Voor millioen aan spoor
wagens besteld.
Naar wij vernemen, zijn door de Neder-
landsche Spoorwegen bij de firma's Werk
spoor, Beynes en Allan de rijtuigen be
steld, benoodigd voor de samenstelling van
18 diesel-electrische treinen, elk bestaande
uit vijf rijtuigen. Bovendien zijn besteld
twee reserve-rijtuigen met bagage- en mo
torruimte. De bestelling Werd als volgt
verdeeld: Werkspoor 38 rijtuigen, Beynes
36 rijtuigen en Allan 18 rutuigen. Het gaat
hier om een bedrag van ruim VA millioen
gulden. Zooals bekend is onlangs roods de
opdracht voor do Diesel motor-uitrustingen
voor deze treinen aan de Nederlandsche
industrie gegeven en wel aan de firma's
Werkspoor en Stork, voor een totaal be
drag van ruim 2% millioen gulden.
Door deze bestellingen, waarmede in
totaal ruim zeven millioen gulden gemoeid
is, zal een groot aantal arbeiders voor gc-
ruimen tijd te werk gesteld kunnen wor
den.
WOENSDAG 9 NOVEMBER 1938.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
NCRV-Uitzending. 6.&9- -7.0C Onderwijsfonds
voor de Scheepvaart.
8.15 Schriftlezing, meditatie.
8.15 Berichten, gramofoomuzlek.
(9.309.45 Gelukwenschen).
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Zang, piano en gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12.30 Berichten, Orgelspel.
I.30 Gramofoonmuziek.
2.002.55 Ensemble v. d. Horst en gramofoon.
muziek.
3.00 Christ. Lectuur.
3.30 Vervolg concert en gramofoonmuziek.
4.30 Gramofoonmuziek.
4.45 Felicitaties.
5.00 Kinderuurtje.
5.45 Gramofoonmuziek.
6.00 Land- en tuibouwcauserie.
6.20 Gramofoonmuziek.
6.30 Taalles en causerie over het Binnenaanva-
ringsreglement.
7.00 Berichten.
7.15 Voor postzegelverzamelaars.
7.45 Causerie over leerbewerklng.
8.00 Berichten ANP. Herhaling SOS-Berichten
8.15 Haarlemsche orkestvereeniging en solist.
9.05 Causerie „Nieuw Guinea, vroeger en nu",
9.35 Vervolg concert.
10.15 Berichten ANP en actueel programma.
10.45 Gymnastiekles.
II.00 Gramofoonmuziek.
Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing.
Hilversum II, 301,5 m.
VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. VPRO,
6.307.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO.
8.00 VAR A-Kalender.
8.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten),
9.30 Keukenpraatje.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor arbeiders in de Cont'm'bedrijven.
11.40 Causerie „Welke industrialisatie-moge
lijkheden zijn er?".
12.00 Gramofoonmuziek.
12.15 Berichten.
12.17 Esmeralda.
12.451.45 Orgelspel en gramofconmuziek.
2.00 Voor de vrouw.
3.10 Voor de kinderen.
5.30 „The Four Blue Stars" en solist,
6.00 Orgelspel.
6.30 Causerie „Erfelijke geestelijke aanleg en
op oeding".
7.00 Gelukwenschen.
7.05 Koorconcert.
7 35 Causerie „Vernieuwin; van opvoeding en
onderwijs".
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.15 VARA-Orkest.
9.00 Voor Schakers.
9.01 Radiotooneel.
9.50 Gramofoonmuziek.
10.00 Berichten ANP.
10.05 Orgel en zang.
10.30 Zang en piano.
11.0012.00 Gramofoonmuziek.
FEUILLETON
MAURICE WALSH
33.
„Zoo als u wilt!" Het is duidelijk gebleken,
dat de gekwetste, kapitein Eudmon Butler,
zeer te laken is geweest in deze heele geschie
denis, daar houd ik rekening mee. U hebt
allen het rapport van den dokter gehooi d
waaruit gebleken is, dat, naar zijn meening
Kapitein Butler niet in direct levensgevaar
verkeert, indien er geen onvoorziene compli
caties bijkomen, tengevolge van het ernstige
lichamelijke letsel, dat hij opgeloopen heeft.
Die meening zal ik aanvaarden. Maar Kapi
tein Butler is zoo leelijk te pas gekomen, dat
ik het pak slaag dat hij opgeloopen heeft,
niet als noodzakelijk of onvermijdelijk kan
qualificeeren, al neem ik nog zoo veel ver
zachtende omstandigheden in aanmerking.
Volgens mijn Idee hebben we hier niet te
doen met een gewone kermlsruzle; hier was
eer klaarblijkelijke wil tot letsel aanl c-., ui'
alles sprak oen roes pzet Nog daa.gi'ten
de kleine kwetsuren, die onafscheidelijk ver-
tcnaen zijn aan een knokpar'-ii zonder hand
schoenen, heeft kapitein Butler 2ijn neus en
drie van zijn ribben gebroken en aan zijn dij
is een spier bijna gescheurd. Onder de gege
ven omstandigheden veroordeel ik Rogue
McCoy tot één maand opsluiting in de gevan
genis van Stranleigh, met dwangarbeid. Het
spfjt me wel Jamesy, maar een straatgevecht
van dergelijke afmetingen kunnen we niet
over het hoofd zien.
„En de man, die begonnen is, edelacht
bare?" wenschte Jamesy Coffey te weten.
„Dacht je niet, dat die zjjn portie al te pak
ken had?"
„Op mijn woord, edelachtbare, ik mag u
niet tegenspreken."
„Wat den tweeden beklaagde betreft, Sha-
mus Og Coffey," ging de rechter verder, „zoo
is uit de verklaringen van de getuigen af
doende gebleken, dat hij Brigadier O'Dowd
heeft aangevallen, terwijl Brigadier O'Dowd
zijn plicht vervulde. Ik ga niet in op de be
schuldiging, dat hij den Brigadier drie ribben
gebroken heeft, evenmin als op het verweer,
dat hij hem alleen maar een duwtje gegeven
zou hebben. Het is maar al te duidelijk, dat
de brigadier nog een heel tijdje buiten gevecht
zal zijn. Daarbij is het niet de eerste maal,
dat beklaagde in aanraking komt met het ge
recht en daarom geef ik hem drie maanden
dwangarbeid. Hiermee is de zitting be
ëindigd."
„Dat zal hen belden kalmeeren!" zei Jamesy
Coffey phllosofisch.
3.
Shamus Og Coffey en Rogue Mc Coy zaten
naast elkaar op een houten bank in het ge
ïmproviseerde spekhok van de marechaussee
kazerne, waar ze verblijf hielden tot het tijd
zou zijn, hen met den middagtrein naar de
gevangenis van Stranleigh te vervoeren. Sha
mus Og's rechterpols was met een handboei
aan de linkerpols van Rogue gekoppeld, want
de politie Het het er niet op aankomen bjj
twee zulke vechtersbazen. Ze zaten heel kalm
en vriendschappelijk te praten.
„Een echte ongeluksvogel ben lk!" zei
Rogue. „Overal waar ik hom, breng ik de
poppen aan het dansen. Je weet toch, dat ik
heel aan het begin van mijn verblijf ln deze
streek bijna twee beste kerels ln de doos had
geholpen voor doodslag op zjjn minst!"
„Dat verbaast me niks." zei Shamus Og.
na de dingen die ik je gisteren heb zien
doen."
„Laat dat maar eens even rusten! Ik be
doel de narigheid, waar ik jou in heb ge
sleept."
„Laat dat maar heelemaal rusten, zeg! Het
was de moeite waard en ik ben al eens eer
der in de kast geweest al tweemaal!"
„Niet bepaald een pretje, wel?"
„Jij zult dit een pretje vinden boven dit
leven in de buitenlucht met drie stevige maal
tijden per dag. Kerel, je zult de heele maand
honger hebben als een wolf, pas tegen het
einde zul je er aan gewoon geraakt zijn. Ze
laten de lui, die er voor het eerst zijn, ex
pres ialf dood hongeren. Ik ben een oude
bekende, die zijn weggetje weet en kans ziet
van tijd tot tijd stiekum een sigaretje te pik
ken. En wat zal ik een bom duiten sparen in
die drie maanden!"
„Maar je spul?'
„Terry Ward speelt het alleen wel klaar.
Het seizoen is toch al haast voorbij en we
waren van plan, naar Lemerick te gaan! Dat
is een goede plaats om te overwinteren."
„Zou ik er eens heen gaan, om poolshoogte
te nemen ik ben veel eerder vrij, dan jij
N-neen! Volgende zomer heb ik je graag:
maar Terry is all right, en hij zou misschien
denken, dat je kwam om hem te bespionnee-
ren. En heusch hij zal me niet meer in de
luren leggen, dan ermee door kan."
De sleutel werd In het slot omgedraaid en
er kletterden een paar bespijkerde bruine
schoenen over den steenen vloer.
„Daar heb je onze belde vechtersbazen
kwam de hooge tenor van Jamesy Coffey.
Lange Maag Carty kwam achter hem aan
daarop ging de deur zachtje- dicht. Shamus
Og bleef naar die dichte deur kijken. Mis
schien had hij gehoopt een derde persoon op
bezoek te zien komen.
De beide oude menschen hadden elk een
pak bij zich. Voor dat ze een woord zei. begon
Maag Carty het hare op het eind van de bank
open te maken. Als altijd was zij de breng
ster van goede dingen; uit haar pak kwamen
twee flesschen soep, in wollen sokken gepakt
om ze warm te houden, twee Itterkruiken
donkerbruine stout met half uitgetrokken
kurk en een groote stapel boterhammen.
..Ik wist wel dat mijn 1 eide lieve jongens
honger zouden hebben, te meer daar ze het
land van den honger tegemoet gaan. Hier,
pak aan, beste schatten! Ach dat jullie daar
zoo aan elkaar gekoppeld moet zitten! Maar
twee dagen geleden heb ik er al van ge
droomd en het was geen kwaad voorteeken."
„Nou, dat was ook wat moois om vooruit
te zien, één maand en drie maanden in 't ge
vang," zei Jamesy Coffey droogjes.
„Nee, mijn bedaarde vriend! Dat bedoel ik
niet. Alleen maar die vriendschappelijke band
tusschen de beide jongens."
„Ze ging voort, de beiden te bedienen en zij
gaven duidelijk genoeg hun dankbaarheid te
kennen in woorden en in daden.
„Bont en blauw over je heele lichaam, ze
ker, mo goal (licht van mijn oogen)," zei ze
tegen Rogue.
„Alles behalve mijn kakement, bruine moe
der, dat zie je wel. Ik voel me best en ik was
hard aan een maandje rust toe, om van dien
slavendrijver Jamesy Coffey te bekomen."
„Een mooi gezicht zal dat zijn, als je touw
zit te pluizen met een kapotten duim!" kwam
Jamesy slagvaardig. „Dat was een mooi stuk.
wat je daar uitgehaald hebt, jongetje! Het
mag dan zijn, dat j(j per slot van rekening de
winnende partij was, maar wat een tijd heeft
het je niet gekost; en dan die held van een
Shamus Og, die geen sjoege genoeg had om
te weten, dat je een klabak pas een mep kunt
geven, als hij zich omgekeerd heeft!"
„Gelijk heb je, Va!" stemde Shamus Og toe
„Loop naar de maan!" zei Jamesy.
„Hoe maakt Daheen het?" vroeg Rogue.
„Die arme engel..." begon Maag.
,-Dle huilt tranen met tuiten," viel Jamesy
haar in de rede; „en ik heb hem al twee keer
over de knie genomen om hem beter te leeren.
Hij zou ons voor de heele stad te schande ge
maakt hebben, als we hem mee hadden ge
bracht en Julie zit al even hard te huile
balken als hij."
..En waarom zou Julie Brien zitten huile
balken?" informeerde Shamus Og dreigend
„Voor de gezelligheid, waarom anders? En
ook, omdat ze geen schoon hemd voor Rogue
mee te geven had, nadat ze in zijn andere
md drL gr.ten gewasschen had het kalf!"
Shamus bleef met een somber gezicht door
eten.
„Maar hoe het ook zij,' vervolgde Jamesy,
„ik zal nu tenminste weer eens rust krijgen in
mijn eigen kamp, voor een maand en de baas
weer zijn, al zou ook de onderste steen boven
gaan. Wat heb je ook weer gezegd van het
vijfde leesboekje voor Daheen Julie heeft
me op het hart gedrukt, dat ik je dat moest
vragen."
Rogue glimlachte bjj zichzelf. „Ja! Maar 't
zal je een halve riks kosten!"
„Dan moet hij het er voorloopig r-.aar zon
der doen!"
„Steek je hand maar eens in mijn zak, aan
de kant, waar ik vast zit daar zit een
handvol zilver!" Jamesy gooide zijn pak op
de bank.
„Hier zit een tweedehandsch jasje en vest
ln en een roode halsdoek, die Slaag nog had.
Ik ga er van door." Bij de deur keerde hij zich
nog eens oni. „Als je vrij komt, verlang je
misschien niet zoozeer naar den grooten weg
in wintertijd, Rogue McJoy; dan wil je mis
schien op je eigen gelegenheid verder of
achter dat geld aan, dat Shamus Og je voor
gespiegeld heeft, morvah!"
„Dat blijft g«*zegd," zei Shamus Og.
„Misschien wel, Jamesy." zei Rogue duister
„Waar denk je tegen dien tijd te zijn?"
„Dat \veet ik nog niet, maar zeker niet in
Stranleigh. Stranleigh m October is erg ge
noeg om een eend om droog weer te laten
roepen!"
Maag Carty was voor Rogue komen staan
en streek met haar lange vingers zachtjes
langs zijn voorhoofd en zijn wangen naar zijn
kin; daarbij doorstr omde hem een wonder
lijk. weelderig, slaperig gevoel, dat de kna
gende pijn, die hem tot nu toe beheerscht had,
verdreef.
(Wordt vervolgd.)