RZAN
I
Wij lazen voor
Radioprogramma
IM
illD
- Uit de Pers van heden
De ambtenaar mag zich
niet vermoeien
Noodlottige fooi
Trouwlustige
„puzz'ekoning
DOOR
edgar ric^
BURROUGHS
No. 28.
In de overtuiging, dat het blanke meisje
alleen was, waren de wilden niet al te voor-
zichtig bg hun aanval. Lang voordat het no-
dig was, sprongen ze op en renden, luid
schreeuwend met hun speren zwaaiend, op
'■i haar af. Een ogenblik was Helen als verlamd
van schrik. Toen, ondanks haar moeheid,
werd ze als het ware geëlectriceerd, ze keer
de zich om en vluchtte. Licht en getramd
scheen het een ogenblik dat haar voorsprong
zich vergrootte. Als ze het bos kon bereiken,
kon ze hen misschien ontkomen, maar ook
de wilden renden, wat ze konden. Juist toen
het leek, alsof Helen zou winnen, werd haar
de weg versperd door een grote leeuw, die
uit het kreupelhout te voorschijn kwam. De
wilden maakten groot misbaar. Het dier,
dat door al dat geschreeuw verwonderd om
zich heen keek, bleef een ogenblik stil staan
en de arme Helen zat nu in de val. Ze -ton
niet voor- en niet achteruit. Ze keerde zich
naar rechts een moedige maar nutteloze
poging om zichzelf te redden. De leeuw
volgde haar. De drie krijgers, die niet bang
schenen te zijn, renden naar het dier toe, mis
schien konden ze het neervellen, maar op dat
ogenblik struikelde Helen en viel.
EEN „KANS" GEMIST
Bij uitzondering is het Nationale Dagblad
(N,S,B,) van meening, dat de Daviusster, 't
Joodsche embleem ergens gemist werd waar
zij; aanwezig had behooren te zijn. Dat is
op het Avro-schaaktournooi.
Het Nationaal-socialistische orgaan schrijft:
Er wapperde een serie vlaggen in de zaal
en die zullen dus ook wel meereizen en
blijven wapperen. Ook de roode Russische
bloedvlag met de sikkel en hamer ter eere
van meester Botwinnik. Eén vlag hebben
we werkelijk gemist: de Davidsster, het
geen welhaast onbegrijpelijk is als men be
denkt, dat Fine en Reschewski tot de zonen
van het oude Volk behooren. En hier zou
juist niemand zictf er aan ergeren, omdat
het een internationaal tournooi is. Echt
jammer van die mooie kans.
EEN VLAG, DIE DE LADING NIET DEKT.
Do Nederlander (chr. hist.) is van mee
rling, dat de strijd op politiek terrein open
lijk gevoerd dient te worden en kant zich fel
tegen hot kerkelijk maandblad „Evangelie
en Volk", dat naar men weet van nationaal-
socialistische smetten wordt verdacht. De
Nederlander schrijft:
Hoewel het niet noodig is zich al te be
zorgd te maken over het aantal door het.
nationaal-socialisme geïnfecteerden de
strijdwijze der N.S.B. zorgt wel voor beper
king van dat aantal is het toch goed alle
gevallen te signaleeren, waarin op bedekte
wijze voor de verderfelijke beginselen pro
paganda wordt gemaakt. Want in die ge
vallen kan 't gevaar bestaan, dat argelooze
lieden erin loopen en, verblind door een
srhoonen schijn, de kern niet meer kunnen
zien.
Temeer is dat noodzakelijk als die kern
gehuld is in godsdienstig kleed.
DE JUISTE WEG IS NIET STEEDS
DE KORTSTE.
Dr. Kortenhorst beëindigt een artikel over
het adres der negen mannen in de „R.K.
Werkgever" met deze vergelijking.
Wanneer een drenkeling aan onze West
kust door den stroom zeewaarts wordt ge;
trokken, dan doet (hij verstandig, al is hij
nog zoo'n voortreffelijk zwemmer, niet te
pogen tegen stroom en getij in, de kust te
bereiken, hij zou zijn krachten tevergeefs
uitputten en zijn redding in de waagschaal
stellen. De eenige methode is in zoo'n geval
met den stroom mee te gaan om bij opko
mend water een eind verder het vaste land
te naderen.
Onder de tegenwoordige omstandigheden
moet een Minister van Financiën niet al
leen een goed zwemmer zijn, maar ook een
goed kenner van eb en vloed. Laat hij daar
om niet te veel luisteren naar de raadgevers
op het strand, die vanuit de verte hem toe
roepen, dat hij langs den kortsten weg zijn
badkoetsje weer moet trachten te naderen.
Het zou hem toch niet lukken en het zou
levensgevaarlijk zijn!
RIJKSUITGAVEN EN -INKOMSTEN:
GEEN ROTSBODEM.
Het Volk is zeer tevreden over het con
gres van S.D.A.P. en N.V.V. over de sociale
verzekering, Zondag te Amsterdam gehou
den. Speciaal roemt het de rede van den
heer van de Kieft die met groote overtui
ging de financiering der sociale maatrege
len besprak.
En wie naar hem luisterde, moest wel
tot de overtuiging komen, lezen wij, dat
daar waarlijk reden voor bestaat! De waar
borg voor de uitbetaling van de arbeiders
pensioenen, de fondsen, staan bloot aan een
hardnekkige aanval van het grootkapitaal,
van de banken en de particuliere verzeke
ringsmaatschappijen. Deze willen de fond
sen binden aan de rijksuitgaven, inplants
van ze te baseeren op een gezonde verzeke
ringsgrondslag. De rijksuitgaven en inkom
sten wie daarop bouwt, doet het niet op
rotsbodem-
Het was een noodzakelijk congres. En
een zeer belangrijk congres. De moderne ar
beidersbeweging wees er de weg mee naar
een afdoende verbetering vuri de sociale
verzekering. Zij gaat daarop niet prat en
is niet hoovaarig. liet is haar plicht. Laten
wij er ons over verheugen, dat zij haar
plicht zoo diep voelde en hem zoo goed ver
vulde, aldus besluit het hoofdblad der so
ciaal democratische beweging in Nederland.
NIET DOOR DWANG, MAAR DOOR
DRANG!
Een van de onderdeelen van de nieuwe
plannen onzer regeering tot bestrijding der
werkloosheid is het bevorderen van het
deelnemen aan de verschillende vormen van
cultureele zorg zooals de arbeid in werk
kampen, centrale werkplaatsen gemeente
lijke wcrk-objecten en herscholing.
Als middel hiertoe wil de regeering onder
meer overgaan tot de invoering van een
Staat-van-Dienstboekje voor iederen leer
plicht vrijen minderjarigen jongen. Een
dergelijk boekje zal zoowel de werkgevers
als do overheidsinstanties in staat stellen,
zich een duidelijk beeld er van te vormen,
op welke wijze de toekomstige deelnemer
aan het normale arbeidsproces zijn ledigen
tijd heeft doorgebracht. In plaats van
zooals van zekere zijde geschiedt hierin
een ringelooren der jeugdige toekomstige
arbeiders te zien. gelooft het Handelsblad,
dat hierin veel meer een belang van werk
nemers en werkgevers beide wordt gediend.
Ongetwijfeld kan in dit boekje een vorm
van drang liggen om den jeugdigen werk-
looze te nopen zijn ledigen tijd goed en
nuttig te besteden. Maar hiertegen kan toch
nauwelijks bezwaar bestaan. Wie meent
dat voor Nederland verplichte arbeidsdienst,
met dwang dus, onnoodig is, moet aantoo-
nen dat met zachten drang inderdaad kan
worden volstaan. Dat deze laatste niet
ontbeerd kan worden heeft de op geheel
vrijwillige deelneming gerichte practijk ge
leerd, die met het werk der arbeidskampen
enz. slechts ongeveer 16% der jeugdige
werkloozen wist te bereiken.
De regeering wil het nu met drang pro-
beeren. Mislukt dit, dan zal de dwang niet
kunnen uitblijven. De proef is belangwek
kend en wij gelooven, dat men haar een
eerlijke kans moet geven, maar dat men
dan ook, wanneer mocht blijken dat de
stimulans uit dit systeem onvoldoende is,
niet zal aarzelen tot een vorm van arbeids-
leerplicht over te gaan. In elk geval, en
welke methode men ook kiest, zal er spoed
betracht moeten worden. Elke dag dien onze
jeugd langer leegloopt, verzwakt haar mo
reel.
'Nieuwe bepaling omtrent het
voorlezen van akten door amb
tenaren van den burgerlijken
stand.
De minister van Binnenlandsche Zaken
heeft ten vervolge op zijn rondschrijven van
12 Juli j.1. op verzoek van den minister van
Justitie het volgende ter kennis van bur
gemeesters en wethouders gebracht.
Bij genoemd rondschrijven werd er op ge
wezen, dat aan het voorschrift van artikel
21 van het Burgerlijk Wetboek nopens voor
lezing van akten van den burgerlijken
stand aan verschijnende partijen, mitsga
ders aan de getuigen, stopt de hand dient
te worden gehouden.
Tntusschen is gebleken, dat, hij
voltrekking van meerdere huwelij
ken achtereenvolgens, van de amb
tenaar moeilijk kan worden ge
vergd, dat hij de akten zelf voor
leest. Met het oog hierop kan er in
worden berust, dat de ambtenaar
van den burgerlijken stand, indien
hieraan dringende behoefte bestaat,
de huwelijksakten in zijn tegenwoor
digheid en onder zijn verantwoor
delijkheid doet voorlezen door een
assistent.
Hiertegen schijnt, gelet op artikel 21 van
het burgerlijk wetboek, geen overwegend
bezwaar te bestaan, daar de met voorlezing
belaste persoon, dan geen zelfstandige rol
vervult, maar geacht kan worden te zijn
het instrument van den dienstdoenden amb
tenaar.
In alle andere gevallen zullen de ambte
naren de akten zelf dienen voor te lezen.
De Gooi-Express moest het
gratis vervoer weer stoppen!
De pret van korten duur.
Sinds gistermorgen half twaalf is het
weer afgeloopen met het gratis vervoer op
het traject AmsterdamHilversum v.v. per
Gooi-Express. Toen de bus, die om elf uur
geheel bezet met gratis-meerijdende passa
giers uit Amsterdam vertrok, in Hilversum
aankwam, heeft de politie geconstateerd,
dat er reizigers waren, die den chauffeur,
na uitgestapt te zijn, een fooi gaven. En dat
mag niet.
Ook het geven van een fooi aan den
chauffeur wordt beschouwd als een geca
moufleerde vergoeding.
Op verbod van de politie heeft de exploi
tant van de Gooi-Express den dienst stopge
zet. Zooals bekend, werd Dinsdagmiddag
het verbod van gratis vervoer, dat tegen
dezen wilden busdienst was uitgevaardigd,
opgeheven.
Maximum straf geëischt.
Het Amsterdamsche gerechtshof zette gis
teren de behandeling voort van de strafzaak
tegen een man, die zich „puzzlekoning"
noemt, doch die tegelijkertijd expert is in
het aanknoopen van relaties met dames.
Hij maakt zijn slachtoffer wijs. dat hij
trouwplannen heeft, weet haar geld af te
troggelen en van trouwen komt niets. Dit
maal was, zooals wij onlangs uitvoerig ge
meld hebben, een goedgeloovige dienstbode
de dupe geworden.
De man, die reeds 16 veroordeelingen
achter den rug heeft, hield vol, dat hij
nooit geld van het dienstmeisje ontvangen
had.
De procureur-generaal eischte den maxi
mum-straf tegen den puzzlekoning, n.1. drie
jaar gevangenisstraf.
De verdediger achtte de feiten niet bewe
zen en pleitte vrijspraak.
Arrest 23 November.
VRIJDAG 11 NOVEMBER 1988.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
Algemeen Programma, verzorgd door de
KRO.
8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.),
10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Bijbelsche causerie.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-orkest.
1.20 KRO-orkest en solist.
2.053.00 Gramofoonmuziek.
3.05 Orgelconcert.
4.00 Berichten en gramofoonmuziek.
4.15 KRO-Melodisten en solist.
(5.005.15 Gramofoomuziek).
6.00 and- en tuinbouwcauserie.
6.20 Vervolg concert.
7.00 Berichten.
7.15 Luchtvaartcauscrie.
I.35 Letlands programma.
8.00 Berichten ANP.
8.15 Rotterdamsch Philharmonisch orkest en
soliste.
9 15 Programma, gewijd aan Neerlands' Weer
macht.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Lajos Veres en zijn Hongaarsch orkest.
II.0012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II, 301,5 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA.
10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 VAR A-Kalender.
8.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten),
10.00 Morgenwijding.
10.20 Gramofoonmuziek.
10.40 Declamatie.
11.00 Piano-voordracht.
11.30 Orgelspel.
12.00 De Palladians.
(Om 12.15 Berichten).
12.45 Gramofoonmuziek.
I.20 AVRO-Amusementsorkest m.m.v.
de AVRO-girls en solist, (gr.opn.).
2.00 Gramofoonmuziek.
2.30 Herdenking van de Wapenstilstand.
3.00 AVRO-Dansorkest en solisten, bericht.
4.00 Gramofoonmuziek.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Esmeralda.
6.00 De Ramblers.
6.30 Literaire causerie.
6.50 Orgelspel.
7.00 Causerie „Opvoeding tot democratie".
7,20 Berichten ANP.
7.30 Berichten.
7.35 Causerie „Wat en hoe gelooven wij?"
8.00 Trioconcert.
8.30 Causerie „Film alt. maatschappelijk ver
schijnsel".
9.00 Voor schakers.
9.01 Radiotooneel met muziek.
9.30 Fantasia.
10.00 Gramofoonmuziek.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Avondwijding.
II.00 Vioolduetten.
11.30 Jazz-muziek (gr.pl.).
11.5512.00 Gramofoonmuziek.
FEUILLETON
MAURICE WALSH
35.
VIERDE HOOFDSTUK.
1.
Paddy Joe Long's wit geschilderde huisje
met de groene ialoesieën keek neer op de wgde
bocht, meer dan een halve mijl lang, van het
„Ladies Strand" van Ballybwingan. Aan de
eene zijde verhieven zich zwarte en roode rot
sen kaarsrecht op tot zachte glooiende toppen
vol zeegras; aan de andere zijde stak een met
gras begroeide kaap ver in zee uit met op
zijn uiterste punt een oude Noormannentoren.
Daartusschen strekte de schitterende, blauw
groene zee zich als een v'oer uit tot waar de
verre horizon een strakke lijn leek, getrokken
tusschen de hooge zwarte muren van Loop
Head en Kerry Head, meer dan twaalf mgl
lang. Een trage branding, in zachte schuim
randen brekend op het goudgele strand zong
een slaperig lied; de zon, vol en mild deze
heiige herfstdagen, strooide haar gouden
schijnsel overal in het rond.
Voor het huisje strekte zich een groen
grasveld uit met ten groote rotspartij in het
midden; Norrey, Paddy Joe's mooie, rijzige
jonge vrouw, wandelde om die rotspartij rond
en bekeek met berusting in het hart de
schade, die de herfst onherroepelijk in de
planten had moeten aanrichten. Zij had één
van Paddy Joe's havelooze hoeden over haar
lichtblonde haar getrokken en droeg een lan
gen prikkelsteker in haar gehandschoende
rechterhand.
Het kleine groene poortje van het strand-
pad kraakte achter haar open en de lande
lijke brievenbesteller kwam sukkelig over het
grasveld aansloffen.
„Morgen, Tade!"
„Goeden morgen, mevrouw! Wat een weer
tje hebben we toch, de hemel zij geprezen
en dan nog wel, nu alles op apegapen ligt
om een droppeltje regen. Niet één ei is er
deze week gelegd in het heele dorp."
„Goed dat je het zegt, Tade Als je langs
Willie Carroll omt, wil je hem dan zeggen,
dat hg me vier en twintig van zijn beste
eieren stuurt en een paar syphons spuit
water."
„Graag, mevrouw. Hij hjeft vajt wel een
partijtje voor u achtergehouder dat kunt u
gelooven."
Aan de eene zijde van het grasveld stond
een naar alle kanter. open tuinhuisje, met
uitzicht op zee en vandaar klonk een nadruk
kelijk gebrul.
„Maak, dat jullie weg komt! En verte:
hem niet, dat ik gezegd heb, dat hij een glas
bier moest hebben."
„Een glas bier? Graag. Paddy Joe. God
zal je zegenen!" En nadat hij Norrey een
bundeltje brieven en een courant in omslag
in de hand geduwd had, schuifelde Tade vlug
uit het gezicht.
Norrey wandelde over het gras het tuin
huis binnen; bij haar komst gingen haar
mans voeten van hun rustplaats op zgn
schrijftafel naar beneden.
„Wijf!" protesteerde hg. „Weet je niet hoe
druk ik het vanmorgen heb?" Hij was bezig
zgn pijp te stoppen, terwijl hg een s^hrgfbloc
op de knieën hield, waarop nog geen letter
te lezen stond.
Norrey keek naar de verzameling brieven
in haar hand. „Allemaal je gewone troep be
wonderaars," zei ze, met een vernietigenden
blik. „Voor het meerendeel van allerlei malle
wichten. Ik begin haast te denken, dat je
grootste publiek uit dames en niets meer dan
dames bestaat, Paddy Joe, mijn schat!"
„Ik moet tenminste de vrouw nog tegen
komen, bij wie ik niet een potje breken
mocht," zei Paddy Joe pedant.
Zg gaf hem een klap oo zijn met grijs
doorspikkeld zwarte haar met een dubbel ge
vouwen krant. „Daar heb je je „Kerryman"
ik zal je brieven wel even door kijken."
Paddy Joe stak zijn pijp in de brand, Nor
rey ging op een 'mek van de schrijftafel zit
ten en stak een sigaret op en een tijd lang
he;rschte er stilzwijgen in de zonnigi ruim
te, enkel onderbroken door het openscheuren
van een envelop en het geritsel van papier.
Plotseling stiet Paddy Joe een forschen
vloek uit. „Gerechte goden! luister eens even:
Vandaag zijn voor het politiegerecht van
Castleinch, ten overstaan van den politie
rechter McEnri veroordeeld tot resp. één en
drie naanden, Rogue McCoy, naar zijn zeg
gen ketellapper en Shamus Og Coffey, ker
misreiziger, ter zake va. ernstige mishandeling
bij gelegenheid van de groote jaarlijksche
paardemarkt van Castleinch „ik was er
al bang voor, dat het op zooiets tusschen
Shamus Og en Rogue zou uitloopen, ik
wil i' wat om verwedden, dat ik weet, wie
daar met haar rooden kop achter zit
„Uit de getuigenis, die voornamelijk afge
legd werd door den bekenden en alom bemin
den reizenden koopman Jamesy Coffey, vader
van een van de beklaagden, is gebleken, dat
mevrouw Elspet Trant van Dounberg
,.S-s-s-s-t!" Norrey bracht hem tot zwijgen
niet een ongeduldig handgebaar. De brief,
dien ze aan het lezen was, interesseerde haar
blijkbaar hevig.
Paddy Joe doorliep haastig de kolom politie
berichten. „Zoo!" riep hij uit. „Ik had het mis.
Het had heelemaal niets met Julie Brien te
maken. Jongens! Ik had een pink willen geven
om dat te hebben kunnen bijwonen."
Norrey las haar brief uit en keek op. „Ga
verder," zei ze rustig, „lees het me maar eens
voor!"
„Het moet een allemachtig aardige knok
partij geweest zijn," zei Paddy Joe met een
stem, waarin de spijt, dat hij er niet bij had j
kunnen zijn, nog na klonk.
„Je herinnert je alles,, wat ik je van Rogue
McCoy verteld heb Rogan Stuart, zooals
hij eerst heette. Daar heb je het dan, er staat
boven: De ketellapper als vechtersbaas
de Zwarte Hoofdman delft het onderspit." En
hij ging verder met het levendig verslag van
alles, wat er zich in het gerechtsgebouw van
Castleinch had afgespeeld.
„Kapitein Butler is nog niet zoover hersteld,
dat hij het ziekenhuis heeft mogen verlaten,"
las hij tot besluit, „maar hij verkeert niet
meer in levensgevaar. Dat zal hem een goede
les zijn die allang voor hem in het vet lag."
„De rechter was wel heel streng," vond
Norrey.
„Een maand is het allerminste wat ze een
zigeuner geven, verdiend of onverdiend," zei
Paddy Joe luchtig, „en Shamus Og heeft meer
op zijn kerfstok."
Norrey hield den brief op. die haar zoo zeer
in beslag genomen had. „Luister nu e^ns hier,"
zei ze ernstig en bedaard. „Hij is gedateerd
van Kampeerterrein Owenglass Brug, Cast
leinch, den morgen van de groote paarden
markt verder niet. Hij komt van Rogue
McCoy."
„De morgen van de markt!" Paddy Joe ging
er eens recht bij zitten. „Vooruit, meid, lees
op dan!"
„Beste Paddy Joe Long,
Ze hebben de naald in den hooiberg gevon
den en ik dacht, dat het maar wgzer was, je
daarvan even op de hoogte te brengen. Het
gebeurde gisteravond. Shamus Og Coffey, die
tusschen twee haakjes alleen hierheengeko-
men is, om zeker iemand te laten zien dat hij
een schoon blaadje omgeslagen heeft
Shamus Og en ik waren dan op weg om ons
mét tamelijk droge kelen naar den herberg
van Mickeen te begeven, toen een zekere jonge
weduwe toevallig van het terras van het hotel
„het Wapen van Desmond" naar beneden keek
met een onmiskenbare uitdrukking van her
kenning in haar oogen; en dat, terwijl ik zon
der dat er sprake van eenige twijfel was, als
I bonafide ketellapper was aanvaard door een
paar van de meest doorgewinterde jongens van
den weg.
Ze was op dit moment niet in goed gezel
schap, maar wonderlijk genoeg, voornoemd ge
zelschap scheen mij niet te herkennen..."
Paddy Joe sloeg met zijn vuist op de tafel
voor hem. Dat was Eudmon Butler. „Ga voort,
alsjeblief."
Ze heeft toen niets gezegd, maar dienzelf
den avond, een heelen tijd later heeft ze me
op den weg naar het kamp opgewacht. Ze
was alleen en ze was redelijk. We hebben
een tijdje loopen praten en, daar ik wel wat
aangeschoten was, heb ik allerlei uitge
kraamd, wat ik op dat oogenblik voor hooge
wijsheid hield, maar wat me dezen morgen,
nu ik weer bij mijn positieven ben, en niet vrij
van haarpijn daarbg, om met Jamesy Coffey
te spreken, een hopeloos gedaas lgkt.
Zeg me nu, wat ik verder moet doen. Maar
één ding moet ik je smeeken, mijnheer mijn
beschermer, tracht niet me uit gezelschap te
verwijderen als een slak uit zijn huisje. Nog
niet. Ik pas hier zoo bizonder goed, en al
snauwt hg me dan ook voortdurend af, toch
geeft Jamesy Coffey mij een gevoel, wat
heel bevredigend voor mijn gdelheid is dat
de troep zonder mij niet meer bestaan kan.
O. wat ben ik je dankbaar.
Vanmorgen hebben wij het druk. Daheen,
onder ons gezegd een juweel van een jongen,
en ik gaan samen naar de markt om te zien
of we Copaleen Rua aan den man kunnen
brengen. Onderweg zal ik dezen brief op de
bus doen. Misschien loopen we wel weer tegen
de jonge dame aan, want Copaleen Rua is
geen verkeerd beestje, geboren voor de groote
jacht en zonder een kwade stee aan zich. We
denken hier nog een week te blijven en gaan
dan naar het eiland Tarbert, waar Jamesy
een oude ijzeren schuit voor de sloop gekocht
heeft. Daar zul je me te allen tijde kunnen
vinden.
Wat jammer, dat ze nog altgd in zulk ver
keerd gezelschap is! Steeds gaarne.
je Rogue (Ketellapper).
(Wordt vervolgd.)