I TT«Z«
Wij lazen voor U
Vrijspraak voor
„Bora" geëischt
Radioprogramma
ff
j
Uit de Pers van heden
Woningen voor groote
gezinnen
Dievenbende in de hoofd
stad aan 't werk
Gestrande logger bracht
f 3400 - op
feuilleton
maurice walsh
EM Pi
DOOR
I EDGAR RICL.
j BURROUGHS
No. 33.
Schreeuwend kroop de wilde krijger naar
Helen toe, om zijn lange speer in haar hart
te steken. Hoog in de boom erboven rekte
Tarzan zich in zijn volle lengte uit en terwijl
hij naar Goro, de mana keek, uitte hij een
vreselijke kreet der mensapen. Op het horen
van deze bloeddorstige schreeuw hield de
kruipende wilde stil. De anderen hevig ge
schrokken, vluchtten weg bij dit ontzettende
geluid. Toen sprak Tarzan: „De bosgeest
komt de blanke mem1 sahib halen!" De aap
man sprong op de grond, terwijl hij hoopte,
de zwarten voldoende schrik te hebben aan
gejaagd om de enkele seconden, die h(j no
dig had, om Helen te bevrijden, veilig te zijn.
Maar hij had niet gerekend op de moed van
Chemungo, den zoon van Mpingoe, die reeds
met zijn grote speer klaar stond. „Chemingo
is niet bang," schreeuwde de zwarte en
sprong naar voren met opgeheven speer.
Toen deed Tarzan iets vreemds. Hij had de
touwen van Helen losgesneden en stak zijn
mes weer in het foudraal, klaar om Che
mungo met blote handen en ongewapend te
ontmoeten.
EEN BURGEMEESTER BESCHULDIGDE
DEN KATHOLIEKEN BOERENBOND
Onlangs werd voor het Ambtenarengerecht
te Utrecht in hooger beroep behandeld de
ontslagzaak van een rijkstuinbouwconsulent,
ir. van der Veen te Nijmegen, die o.m. be
schuldigd werd van anti-papistische hande
lingen.
De burgemeester van Nijmegen, de heer
Steinweg trad als getuige vóór den rijks
tuinbouwconsulent op en beschuldigde bij
die gelegenheid een deel der Nijmeegsche
burgerij van geestdrijverij, o.m. den Aarts-
diocesanen Boeren- en Tuindersbond. De
burgemeester verklaarde o.m.:
,.Men heeft mij van zekere ka
tholieke ziido gepoogd onmogelijk
te maken." Men heeft van mij ge
zegd: „U leunt tegen het protestant-
sche deel van de Nijmeegsche bevol
king". Men heeft gepoogd mijn ge
voelens jegens H.M. de Koningin
verdacht te maken en mij onmogelijk
te maken."
Ook was er volgens get. sprake van par
tijdige benoemingen.
Het orgaan van den Aartsdiocesanen Boe
ren- en Tuindersbond komt tegen de be
schuldiging van het gemeentehoofd in ver
zet. Het blad zou willen vragen:
1. Wanneer en hoe heeft de A.B.T.B. ge
poogd dezen burgemester onmogelijk te
maken?
2. Wanneer heeft de A.B.T.B. gezegd: U
steunt op het Protestantsche deel van Nijme
gen?
3. Wanneer heeft de A.B.T.B. gepoogd de
gevoelens van den burgemeester jegens H.
M. de Koningin verdacht te maken?
4. Wanneer heeft de A.B.T.B. zich be
moeid met benoemingen in Nijmegen?
Het blad betoogt voorts, nog nooit „het
genoegen" te hebben gehad met den heer
Steinweg kennis te mogen maken.
De Maasbode (r.k.) maakt naar aanlei
ding van deze uitlatingen van het Bondsor
gaan de volgende aanteckening:
Heeft de heer Steinweg naar waarheid ge
tuigenis afgelegd, dan behoort hij zonder
dralen op de krasse sommatie van het week
blad van den Katholieken Boerenbond te
antwoorden.
Het is onduldbaar, aldus de Maasbo
de, dat de leiding van een bond
met duizenden leden publiek door
een magistraat wordt beschuldigd,
indien deze zijn beschuldigingen niet
met doorslaande bewijzen staaft.
NAZI-ECONOMIE.
De Maasbode (r.k) schrijft:
Negen mannen spraken zus. veertien
mannen spraken zoo. Wat doornig terrein
is toch eigenlijk de economie, dat de the
oretici en practici, die er dagelijks mee in
aanraking zijn en er hun levensstudie van
maken, zoo enorm van meening verschil
len kunnen.
Nochtans: de gewone man praat over
onderwerpen van economischen aard met
heel veel gemak.
Waarom gaan b.v. de geleerde heeren niet
eens om advies bij den hoofdredacteur van
bet Nazi-dagblad? Die lost in een ommezien
de neteligste kwesties op. Dank zij zijn heel
aparte opvatting van de wetenschap der
staathuishoudkunde. Men leze en sta ver
baasd:
De kentering in ons modern denken is
niet in de laatste plaats een kentering in
ons economisch denken.
Voor de oude economie bestond de hoog
ste wijsheid in het verzamelen van alle
mogelijke feitenmateriaal, dat materiaal
schikken en ordenen, om daarna met een
op een studeerkamer uitgedacht „econo-
misch-syst<eem", de volkshuishouding te
misbruiken als proefkonijn.
Voor ons bestaat de heele economie in
niets anders, dan in het met een helder ver
stand, met een open en klaar gemoed in
zich opnemen der eeuwenoude wijsheid
zooals die spreekt, met een klare taal, uit
het leven der natuur en der bijzondere
Godsopenbaring.
Wie dit niet alleen zegt, maar ook beleeft
van hem staat geschreven:
„En zijn God onderricht hem van de wij
ze, Hij leert hem".
Tot zoover het N.D.B
Kan het eenvoudiger? Het is onbegrijpelijk
van eenvoudigheid.
Deze econoom der „Beweging die uit God
is", dat maakt men zich heusch wijs!
laat dan de diverse partijen de revue pas-
seeren om ze te kwalificeeren naar haar
economische politiek. Van de katholieke
heet het:
De Staatspartij heeft, in feite,
nooit anders gedaan dan getracht,
het economisch leven te brengen
onder den (bedoeld is de) almacht
der politieke geestelijkheid om zoo
geheel ons volk, via de economie,
geestelijk te knechten.
Met hetzelfde gemak, waarmee deze fan
tast een van onzin daverende definitie uit
de mouw schudt, lanceert hij ook den grof-
sten lasterpraat. Want van deze banale op-
hitserij tegen de katholieke geestelijkheid
kan hij geen woord waar maken.
Onze „drukpersvrijheid" staat hem niet
temin toe, zoo besluit het katholieke dag
blad, zulke economische insinuaties even
vromelijk als straffeloos los te laten.
Nasleep van den bomaanslag te
Rotterdam.
Bora's pas was echt!
De bom-aanslag op den Coolsingel te Rot
terdam, waarbij de Oekraïner Konovalec
om het leven is gekomen, ligt bijna een half
iaar achter ons en nog steeds houdt de
Justitie zich bezig met deze zaak. Giste
ren is een detail, dat in zijdelingsch verband
met dezen aanslag staat, voor de strafkamer
van het Haagsche hof behandeld.
Een vriend en partij-genoot van Konova
lec, zekere Baranowsky de zg.n. „Bora"
werd eenigen tijd na den bom-aanslag gear
resteerd en daarbij bleek, dat hij zich met
een valschen pas legitimeerde.
Baranowsky, werd later op vrije voeten
gesteld, doch ,er werd proces-verbaal tegen
hem opgemaakt wegens het gebruik van
een valsche reispas.
De Rotterdamsche politierechter veroor
deelde hem tot 2 maanden gevangenisstraf,
doch Baranowsky kwam in hooger beroep.
Nadat het gerechtshof te 's-Gravenhage
de zaak eenige malen had uitgesteld, werd
tenslotte gisterochtend de Rotterdamsche
inspecteur van politie, P. W. Schoenmaker,
als getuige-deskundige gehoord.
Deze verklaarde, dat de pas op naam
stond van zekeren Ladislaw Bora, iemand
van Tsjechische nationaliteit. Bij onderzoek
te Praag is gebleken, dat de pas inderdaad
aan Bora toebehoorde, die hem op onver
klaarbare wijze is kwijt geraakt. De pas
bleek evenwel volkomen echt te zijn. Het
portret van Bora kwam weinig overeen' met
dat van Baranowsky, zoodat het een raad
sel is, hoe deze laatste zoovele malen de
grens heeft kunnen passeeren, zonder dat
ontdekt is, dat hij op een anders pas
reisde.
De advocaat-generaal, achtte, nu de valsch-
heid van den pas niet is gebleken, het mis
drijf van art. 231 W.N. strafrecht niet over
treden en vorderde, met vernietiging van
het vonnis van den politierechter, vrijspraak
voor verdachte.
Het Hof zal op 30 November uitspraak
doen.
ger bod genoemd, zoodat het afmijnen kon
beginnen. De afmijner begon met f 10.000
Het was de heer C. Vrolijk van de N.V. F.
Vrolijk Szn., die bij f 3400.„mijn" riep.
Deze Vennootschap, die de Sch. 102 ook
vroeger bezat, is dus weer eigenaresse van
den logger geworden. De reparatie van den
logger wordt op f 12000 begroot In dit be
drag is niet begrepen het herstel van den
motor. Vermoedelijk zal de logger gerepa
reerd worden.
Door het Werkfonds worden
aan de gemeenten gelden be
schikbaar gesteld.
De minister van Binnenlandsclie Zaken
heeft aan de gemeentebesturen een
schrijven gericht, waarin Zijne Excellentie
mededeelt, dat ten behoeve van den bouw
van woningen voor groote gezinnen met
beperkt inkomen, die niet in staat zijn, de
huur van een voor zulk een gezin voldoend
ruime woning te betalen, door het Werk
fonds gelden beschikbaar worden gesteld,
onder de volgende voorwaarden:
a. Onder een groot gezin wordt verstaan
een gezin met meer dan vijf inwonende kin
deren.
b. De voorschotten moetn worden terug
betaald bij wijze van annuiteiten in dier
voege, dat gedurende ten hoogste 15 jaar
een annuiteit zal gelden, berekend naar een
rente van 3Vt procent en gebaseerd op een
a.flossingstermijn van de voorschotten van
40 jaar.
Na afloop van deze periode zal met betrek
king tot het dan bestaande schuldrestant
een nieuwe annuiteit worden vastgesteld,
gebaseerd op een rentevoet van S'A pro
cent en een looptijd van 35 jaar. of zooveel
langer of korter als in verband met de dan
geldende omstandigheden noodig moet wor
den geacht.
De Sch. 102, de in het zicht van den
Scheveningsche haven gestrande logger, die
door den Rijkswaterstaat is geborgen, is gis
teren in het openbaar verkocht op het ter
rein van de N.V. sleephelling-Mij Schevenin-
gen.
De verkoop ging eerst bij opbod en afslag.
Ingezet op f 500 was de heer Roest uit
Schiedam de hoogste bieder.
Na 2100 gulden werd geen hoo-
Houthandel voor
gulden bestolen.
tweeduizend
Bijna iederen nacht rukt thans de mobie
le vakkundige garde van de dievenwereld
in de hoofdstad uit om haar slag te slaan.
Gisternacht is ingebroken in het kantoor
van den houthandel Hart aan de Weesper-
zijde. Ook hier was alleen de brandkast het
doel. Het slot werd keurig opengeboord en
uit de safe tweeduizend gulden weggeno
men.
De politic meent, gezien de wijze van wer
ken, verband te kunnen leggen tusschen
dezen inbraak en dien bij de Noordholland-
sclie bank aan het Damrak, en andere.
VRIJDAG 18 NOVEMBER 1938.
Hilversum I, 1875 en 415,5 m.
Algemeen Programma, verzorgd door de
NCRV.
8.00 Schriftlezing, meditatie.
8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (9.30—=
9.45 Gelukwenschen).
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Cellovoordracht met pianobegeleiding ep
gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Orgelspel.
I.30 Zang met pianobegeleiding en gramofoon»
muziek.
2.25—2.55 Christelijke lectuur.
3.00 Gramofoonmuziek.
4.00 „Quintolia", gramofoonmuziek en decla
matie.
6.30 Voor tuinliefhebbers.
7.00 Berichten.
7.15 Literaire causerie.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Berichten.
8.15 Arnhemsche Orkestvereeniging, m.m.v,
solist.
9.00 Causerie over de catacomben van Rome.
9.30 Vervolg concert.
10.00 Berichten ANP, actueel programma.
10.30 Het Apollo-kwintet.
10.45 Sportpraatje.
II.00 Vervolg concert.
11.25 Gramofoonmuziek.
11.5012.00 Schriftlezing.
Hilversum II, 301,5 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA,
10.40 VPRO. 11.0012.,.0 VARA.
8.00 VARA-Kalender.
8.05 Gramofoonmuziek. (Om ca. 8.16 Berichten
10.00 Morgenwijding.
10.20 Declamatie.
11.00 Vervolg declamatie.
11.15 Viool en piano.
11.45 Gramofoonmuziek (Om ca. 12.15 Ber.).
12.30 AVRO-Amusementsorkest en het duo
„JA".
I.30 Variété-programma (Gr.pl.).
2.00 Causerie „De tuin in November".
2.30 Orgel en viool.
3.00 Variété-programma, hierna ber.
4.30 De Ramblers.
5.00 Voor de kinderen.
5.30—6.25 VARA-orkest.
6.30 Literaire causerie.
6.50 Orgelspel.
7.00 Causerie „Opvoeding tot democratie".
7.20 Berichten ANP.
7.30 Berichten.
7.35 Causerie „Wat en hoe gelooven wij (VI),
8.00 Cello en piano.
8.30 Causerie „Het dier in zijn wereld (I)".
9.00 Haarlemsche Orkestvereeniging, Haar
lems Gemengd koor en solisten.
10.00 Populair concert.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Avondwijding.
II.00 Alt, 'viola da gamba en cembalo.
11.30 Jazzmuziek (Gr.pl.).
11.55—12.00 Gramofoonmuziek.
1
41.
„U wilt toch zeker niet aan mijn woord
twijfelen, mijnheer Long. Als u er op staat
kan ik met bewijzen komen. Het was heele-
maal een ongelukkige samenloop van omstan
digheden. Tusschen mijn zoon en mij boterde
het niet zoo erg, tengevolg van nu ja, van
zijn levenswandel. Dien avond was het ook
weer zoo! We hadden gemerkt, dat er clan
destien visch gevangen werd, een eind de
rivier op en we j-dden afgesproken, dat we
naar de tweede poel zouden gaan en ons daar
ve -dekt opstellen. Voor dat we op weg gin
gen, namen we nog een glas in mijn kantoor
en daar kregen we ruzie nog al erg en
terwijl we onderweg waren naar het schui
tenhuis, vlamde de twist opnieuw weer op.
Toen zei hij iets iets dat me al mijn zelf-
beheersching deed verlieze, en ik sprong op
hem af om hem, met m(jn handen aan zijn
keel te dwingen, zijn woorden terug te nemen.
Ik moet er b(j vertellen, dat ik heel veel
kracht in mijn handen heb en ik voelde hem
onder mijn greep in elkaar zakken. Toen heb
ik hem enkel maar van r..ij afgeslingerd. En
er waren twee redenen, waarom ik zoo vlug
mogelijk maakte, dat ik weg kwam. Ten le
voel? ik een onoverkomelijk verlangen, hem
een schop tegen zijn gezicht te geven en ten
twee hoorde ik uw boot schuren tegen den
wand van het schuitenhuis. Ik wilde liever
niet, dat iemand iets va - onze ruzie zou
merken. En het zal wei gegaan zijn, zooals
u zoo pas veronderstelde; er was niet veel
toe noodig, om hem van kant te maken ik
denk wel dat zijn hart niet in orde was. Voor
den volgenden morgen wist ik niet eens, dat
hij dood was. Hier hield sir ,'eromt even op
en vervolgde toen rustig. „Als het v er wer
kelijk om te doen is, dat er niemand verder
in betrokken raakt, dan kunt u na wat ik u
verteld heb, met een gei ast geweten uw
mond houden, mijnheer Long."
„Wij zullen er verder niemand in betrekken,
zei Paddy Joe met gedempte stem. Hij deea
een paar passen achteruit, van de auto van
daan, zonder zjjn oogen van den grond op te
heffen. Er volgde een wonderlijke, gerekte
stilte, toen sloeg de auto met een snorrend
geluid aan, ue motor ronkt.-, en daarna stond
hij moederziel alleen midden op den weg.
Toen pas hioi hij de oo' en op er keek de
auto na, tot zij om den bocht verdwenen was.
Weemoedig schudde hij het hoofd.
„Je kunt prachtig liegen, jou mannetjes
putter", mompelde hij. „maar nu was je
heele verhaal toch wat al te nap. Drommels
wat zal ik die vrouw van mi' een massa te
vertellen hebben!"
VIJFDE HOOFDSTUK.
I.
De hoofdcipier, een mayere, donkere man
met het gezicht van een geleerde, stak het
geplaveide buitenplein van de gevangenis
ov in gezelscnap van Rogue McCoy, die met
hangend hoofd naast hem liep. Rogue's haar
h--' al een week mogen groeien, zijn kin was
glad geschoren en zijn echterhand vertoonde
geen verband meer, evenmin als zijn voor
hoofd en wang een hechtpleister.
„Ben je blij, dat je vi% komt, McCoy?"
vroeg de cipier
Och, ja, baas!" antwoordde Rogue dof.
„We hebben het je niet a1 te lastig gemaakt
wel?"
„Iedereen is even geschikt geweest.
„We wisten natuurlij. waarom je zat.
Iemand, die den Zwarten Hoofdma.» op zijn
kop geeft, kan de ergste niet zijn hoe je
het ook bekijkt. Was dit voor het eerst?"
„Ja, dat was het, baas."
„Zorg, dat het meteen voor het laatst ge
weest is. Ik weet verder niets van je af
ook niet waarom je het noodig vindt om te
doen alsof je een zigeuner bent maar we
hebben al eens meer lui van jouw soort hier
gehad, meestal politieke gevangenen en bij
hen had de geest gewoonlijk meer onder de
gevangenschap te lij en. dan het lichaam. Ik
denk, te levendig van geest. Een doorsnee
boef heeft geen geest, die he. hindert. Is het
waar, dat je bijna niet geslapen hebt al dien
tjjd
„Dat ben ik wel gewoon."
„Als dat zoo is. heb ik met je te doen. Als
je even kunt, zie dan, dat je verder buiten
de gevangenis blijft."
„Bedankt voor den goeden raad, baas. Ik
zal mijn oest doen, er aan te denken. En voor
ik het vergeet, ou u me kunnen zeggen, wan
neer Shamus Og vrij komt liefst dag en
datum ja! Den dag vooi Kerstavond, dan
zelfden tijd. Maak je >ver Shamus Og maar
niet ongerust, die schikt zuh wel, evenals zijn
vader voor hem!"
Zij asscraen nu de donker poort, waar
hun voetstappen weerkaatsten van het dak
zoowel als van de groote, met 'jzer beslagen
deuren voor ben. De baas knikte tegen den
man, die de wacht had, waarop de groote
sleutel met een lichte knik het groote slot
opensloot.
„Nu vaarwel, het ga je goed!" de beide
mannen schudden elkaar de hand. „We zul-
leu hopen, dat we elkaar hier nooit weer zul
len terug zien."
Rogue stapte door het nauwe tourniquet de
vrijheid in, en de deur vie. dreunend achter
hem in het slot. Twee stappen deed hij naar
i 'ten, toen stond hij stil.
Het was 's morgens acht uur van een dag,
laat in October, voor den tjjd van het jaar
een mooie dag. De lucht was helder en scherp
de hemel welfde zich licht blauw en heel hoog
boven hem. De boomen, die boven de muren
langs den weg opstaken, iadden nog maar
weinig blad verloren en hun rood met gouden
herfsttooi straalde in de vroege zon; de ge
vangenismuren wierpen een donkere schaduw
over de breede straat, maar de kroeg aan den
overkant, een langgerekt buis van twee ver
diepingen, ving het volle morgenlicht, dat
zijn spiegelglas-ruiten en zijn gelakte deuren
vrooljjk deed glimmen.
Die zonneschijn voorbij de schaduwzone gaf
Rogue McCoy pas recht een eenzaam gevoel.
Hij was zoo vredig, zoo onpersoonlijk, zoo on
eindig verheven boven Rogue zelf en boven de
kilte in zijn hart. Maar waarom zou dat an
ders zijn? vVat beteekende die zonneschijn?
Als het er toe kwam, gaf hij geen zier, noch
om de zon noch om zich zelf. En toch voelde
hij zich zoo eenzaam, zoo verschrikkelijk een
zaam.
Hij keek de straat eens in, aan weerszijden;
de straat was heelemaal leeg. Toen ratelde er
een melkwagen over een kruispunt, verderop,
en daarna was de straat opnieuw leeg, even
leeg als de ziel van Rogue McCoy. Hij begroef
zijn handen diep in zijn zakken en staarde neer
op de koude staatsteenen. Wat moest hij nu?
O, God in den hemel, m st hij dat grauwe
leven weer opnemen? „Laat hem den tijd
laat hem den t(jd!" Iets, dat hijzelf vas, sprak
die ede uit tegen een ander iets, dat ook hij
zelf was.
„Hij zal het kunnen als je hem een beetje
tijd laat." En toen klonk er een berispende
stem achter hem.
„Kun je ,e vrienden niet eens goeden mor
gen zeggen?"
Rogue McCoy drukte, met een gebaar dat
bijna iets vrouwelijks had, zjjn hand tegen
zijn borst en keerde zich langzaam lang
zaam om.
Ne ast het tourniquet, met één schouder
tegen den muur, stond Jamesy Coffey, kort en
dik, blauw van kakement en met zijn onaf-
scheidelijk kaasbolletje. Hy had daar al dien
tijd gestaan, met een gezicht als een donder
wolk.
Nou, jullie nemen je gemak er maar van!
Twee uur sta ik hier te blauwbekken ter
wijl jij op je gemak aan je ham-en-eieren zit".
Rogue deed een paar stappen, tot hij heel
dicht bij hem stond, pakte hem bij de opslagen
van zijn jas en trok hem bij de poort weg en
schudde hem zachtjes door elkaar. Hij durfde
niet te spreken, want hij vertrouwde zijn
eigen stem niet.
„Blijf met je misdadigerspooten van mijn
lijf af," waarschuwde Jamesy, zonder eenige
moeite te doen om zich los te maken. Met zijn
verstandige oogen was hij oezig zijn mannetje
zijn beschermeling, zijn jongen op te remen. Hij
begreep, wa' de moeheid in die diepliggende
grijze oogen beteekende; hij zag, hoe mager
de wangen waren onder de koppig-sterke
jukbeenderen; hij wist met welk een moed der
wanhoop die mond zijn lrjdenstrekken verbor
gen trachtte te houden. Hij stak een hand in
zijn borstrok.
„Die kroeg is nog in geen uren open," zei
hij, „neem hier dus maar vast een slok uit."
„Hier" was een platte flesch whiskey. „Pak
aan, ik heb het voo jou meegebracht."
Hij prak terwijl met zijn tanden probeerde
de kurk er af te wrurmen. „Laat een klein
slokje voor me over."
Rogue wierp het hoofd achterover en de
drank klokte zjjn keel in.
„Jongens, jongens!" lamenteerde Jamesy.
.ogue reikte hem de flej-.h toe en Jamesy
hield die tegen het licht. „Wat een
stommerd ben ik toch. Maar dat ben ik al
mijn levensdagen geweest. Waarom heb ik niet
eerst zelf mijn portie genomen?"
„Ook goeden morgen, vreemdeling!" zei
Rogue, die er eindelijk in geslaagd was, zijn
stem terug te vinden. „Je doet me bepaald
denken aan een zekeren Jamesy Coffey".
fWordt vervolgd.)