Wij lazen voor U IN DE i WIH!§©B>Iii TARZAN Meineed uitgelokt Sommeling in het gelijk gesteld Radioprogramma i edgar rlci- j burroughs - Uit de Pers van heden Staatshoofden voor de radio maurice walsh DOOR Thome en Lal Taask kwamen eindelijk bij een opening in de rotsen aan. „Volgens de kaart begint hier het pad naar Athair" zei, Thome, terwijl hij naar een ruw, nauw pad wees, dat vlak langs de rand der rotsen liep. „Dat kunnen wij niet volgen", zei de Hindoe zacht, „daar zou zelfs een gems geen kans voor zien." „O, dat geeft niet, wij zullen het wel kunnen," antwoordde Thome, „denk maar aan den vader der diamanten". Lal Taask trachtte zijn zenuwen meester te worden en volgde zijn meester op het smalle, gevaarlijke pad. Langzaam klommen zij omhoog. Toen de nacht inviel hadden zij een klein platform bereikt, dat hen als een veilige haven voor kwam na de vreselijke tocht langs de rotsen. „Ik heb het gevoel, dat wij worden gadege slagen," zei Lal Taask eensklaps huiverend. „Daas!" bromde Thome, wie kan ons hier nu gadeslaan?" „Daar, o lieve help!" schreeuwde Taask en viel op de grond alsof hij door de bliksem getroffen was. Thome keek nu in de duisternis en zag een lichtende doodskop, die langzaam tussen de bomen heen en weer be woog. De vluchtelingen en onze werk' loozen. Het „Liberale Weekblad" schrijft, dat het woord „demagogie" te mooi is voor de prak tijken, in de N. S. B. pers toegepast, om bij voorbaat haat te zaaien tegen de Joodsche vluchtelingen. Tegenover ieder bericht om trent voor hen bijeengebrachte gelden wor den telkenmale berichten geplaatst omtrent onze eigen werkloozen. Alsof de toestand van onze werkloozen hoe betreurenswaardig deze ook moge zijn vergelijkbaar is met die van de rampzalige vluchtelingen, die, mishandeld veelal eerst in concentratiekampen, be roofd van al hun bezit en gescheiden van hun familieleden en kinderen, omtrent wier lot zij meestal volkomen in het onzekere verkeeren, aan onze grenzen komen. Wij hebben, aldus het blad. een heel wat beteren dunk van onze werkloozen dan de politiekelingen van de N. S. B. en zijn er van overtuigd dat zeker 95 pCt. van hen, als dat noodig mocht zijn, zelf no£ wel enkele dubbeltjes zou willen en kunnen missen voor deze rampzalige slachtoffers van ras senhaat en terreur. „Nederland is pasklaar voor de Joden." Het Nationaal Dagblad (N.S.B.) schrijft: Niets is te dol voor de democratie. Het heeft den heer Aibarda, den leider der z.g. S.D.A.P., den leider m.aw. der partij die lijdelijk aanziet, dat arbeiderskinderen in het Zuiden (Oss) ongestraft van hun eer worden beroofd, geërgerd, dat de N.S.B.- fractie aan zijn geweeklaag over de Joden kinderen geen geloof heeft gehecht. De N.S. B.-fractie der Tweede Rapier had Aibarda toegeroepen: „Is het ernst met uw klachten, dien dan een motie in om tien, twintig of vijftigduizend Joden hier toe te laten. Doet gij dit niet, dan zijn uw klachten niet ge meend"! De heer Aibarda en zijn partij worden in klimmende mate1 door de arbeiders gewan trouwd. Deze arbeiders zijn er getuige van geweest, dat Aibarda hen in den steek liet. Welnu, de heer Aibarda heeft zich willen rehabiliteeren en heeft tot minister Colijn een interpellatie gericht, zoo tam, zoo onder worpen, dat het een ieder, die zich de revo- lutionnaire taal van Pieter Jelles Troelstra herinnerde, wonderlijk te moede werd. Ai barda heeft gecapituleerd, zooals hij capi tuleerde voor de Staatspartij, toen deze niet duldde, dat de Augiasstal in Oss gereinigd en de marechaussee gerehabiliteerd werd. Het schuim stond de heeren Aibarda, Wendelaar en Van Gelderen en hoe de ah- dere bondgenooten van Goseling nog verder mogen heeten, letterlijk op den mond, toen zij houtweg verklaarden, dat Mussert's plan om een Joodsch tehuis te stichten in Zuid- Amerika (uit de vereeniging van Fransch en Britsch Guyana met Suriname) gelijk stond met een deportatie naar onherbergza me oorden. De Jood Van Gelderen, die natuurlijk hee lemaal geen lust heeft weldra te verhui zen, was de brutaalste. Deze adjudant van Aibarda voelt er niets voor het Joodsche volk door noesten vlijt een eigen vaderland te laten opbouwen. Het moet voor de heeren pasklaar gemaakt worden; dat moeten ze ker de Europeanen doen,. Offeren niet En- gelsche soldaten in Palestina het leven voor de Joodsche immigratie? Woudenberg, de N.S.B.-arbeidersafgevaar- digde heeft deze redekavelende Kamer ver teld, dat onze voorvaderen West-Indië ge koloniseerd hebben, dat zij met de vuisten den Nederlandschen bodem aan de zee en de rivieren hebben ontworsteld. Het is na tuurlijk begrijpelijk, dat de Joden Neder land tot hun Palestina willen maken. Joden er in, Nederlanders er uit! Hier is het, aldus de Mussertkrant pasklaar, wat zouden zij een eigen tehuis oprichten. In het Handelsblad (lib.) vinden wij on der het hoofd „Omgekeerde wereldecono mie?" o.m. het volgende: In de eerste tien maanden van het loopcn- de jaar werd 869.000 kilo varkensvleesch in gevoerd en dit terwijl onze eigen productie sedert jaren aan een rigoureuze beperking is onderworpen en de regeering af en toe tienduizenden varkens uit de markt moet nemen, om de prijzen te behoeden voor een è.1 te diepen val. Wij hebben deze zaak eens nader onder zocht en daarbij is ons gebleken, dat het hier gaat om lichte baconvarkens, zonder kop, pootcn en reuzel, in het gewicht van gemiddeld 55 a 60 k.g. en alle afkomstig uit Litauen. Zij worden ingevoerd voor een prijs van op dit oogenblik 44 cents per kilo c.i.f. en worden verwerkt tot vleesch- waren, die geëxporteerd worden. In de pu blicaties van het Centraal Bureau v. d. Sta tistiek kan men ze vinden onder „Invoer", post 49, blz. 2. Alléén al in de maand Octo- ber werd 112.000 kilo, overeenkomende dus met ongeveer tweeduizend van dit soort var- kenhs ingevoerd ;in JanuariOctober werd ingevoerd 896.000 kilo, dus rond 15.000 16000 varkens. Zoo doorgaande zal het loo- pende jaar dus een invoer opleveren van tegen de twintigduizend varkens! Men zal moeten toegeven, dat het eenigszins vreemd aandoet, dat ons land waar de varkensteelt beperkt wordt en de regeering nog onlangs duizenden zware varkens uit de markt moest nemen en tegen lagen, doch geheimen prijs naar Duitsch- land exporteeren, terwijl op 't oogen blik overtollige baconvarkens wor den ingeblikt voor de werkloozen aan den anderen kant rond twintig duizend varkens in één jaar bin- nenlaat uit Litauen, een land, waar mede wij geen intensief handelsver keer onderhouden. Op de tot vleeschwaren verwerkte eigen varkens wordt bij export een toeslag ver leend. Is het dan niet mogelijk, om onze eigen blijkens het uit de markt nemen althans overtollig geachte varkens in plaats van Litausche varkens tot export- vleeschwaren te verwerken? De huidige si tuatie lijkt op 't eerste gezicht nogal onlo gisch. Een echtscheidingsaffaire. De 43-jarige kolenwerker J. J. ter S. is wegens uitlokking van meineed door d'e Rotetrdamsche rechtbank veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar, van welk vonnis hij in appèl kwam bij het Haagsche gerechtshof. Uit het getuige-verhoor voor dit college bleek, dat ter S. in een echtscheidingsproce dure met zijn echtgenoote gewikkeld was. Volgens de verklaringen van zijn vrouw leefde verdachte met een andere vrouw samen, waarop zij een eisch tot echtschei ding indiende. Verdachte zelf beantwoordde zijn vrouw met een weder-eisch, haar van overspel be tichtende. Om dit te bewijzen had hij een kameraad overgehaald om voor de recht bank te betuigen, dat deze zijn vrouw in een bar had gezien, omringd door een aan tal mannen. Deze verklaring bleek op onwaarheid te berusten, daar de kastelein als getuige me dedeelde, dat de vrouw nooit in zijn café's is geweest. Ook de kameraad bekende, dat hij de val- sche' verklaring heeft afgelegd om verdach te een plezier te doen. Deze had hem er eerst twee kwartjes, la ter nog twee gulden voor gegeven. De Kameraad was evenwel wegens mein eed vervolgd en veroordeeld tot zes maan den gevangenisstraf. Verdachte zelf hield vol, dat de vrouw wèl in het café is geweest en dat de ka meraad zelf aangeboden heeft om eens te gaan kijken. Dat zoowel hij, als de vrouw en de kas telein nu anders verklaren, schreef verdach te toe aan het feit, dat ze tegen hem sa men spannen. De advocaat-generaal achtte de getuige- verklaringen zoo duidelijk en pertinent, dat hij do uitlokking bewezen achtte en beves tiging van het vonnis van de rechtbank vorderde. De verdediger concludeerde tot vrijspraak en drong subs. op een voorwaardelijke straf aan. Uitspraak 19 December. OOK KONINGIN WILHELMINA. Het bestuur van de wereldtentoonstelling 1939 te New York deelt mede, dat plannen worden gemaakt voor een reeks radio-rede voeringen uit te spreken door de vertegen woordigers van elf staten, die bij deze gele genheid vriendschapsboodschappen zullen zenden. De redevoeringen zullen op 1 Januari 1939 aanvangen met die van Lebrun, den presi dent van Frankrijk, en eiken Zondag worden vervolgd, tot 23 Juli. Tot de staatshoofden, die het woord zullen voeren, behoort o.m. de Koningin van Nederland. De boodschappen zullen op de korte golf in het betreffende land uitgezonden en in de Vereenigde Staten heruitgezonden wor den. Hooge Raad afcht art. 2 R.A.P. niet verbindend. Weer zes wilde busdiensten verboden. De Hooge Raad heeft gisteren bij vervroe ging arrest gewezen in de azak betreffende de „wilde" autobusdiensten. Zooals men weet, had de ambtenaar van van het O.M. cassatie aangeteekend tegen het vonnis van den Haagschen kantonrech ter, den heer N. Sommeling, terecht staande wegens het zonder vergunning onderhouden van 'n autobusdienst Den HaagAmster dam, van rechtsvervolging heeft ontslagen. De advocaat-generaal concludeerde op 14 November jl. tot vernietiging van het vonnis van den kantonrechter. De Hooge Raad heeft thans het cassatie beroep verworpen, overwegende, dat artikel 2 van het Reglement Autovervoer Personen waarin verboden wordt, herhaaldelijk met een motorijtuig tegen vergoeding per sonen te vervoeren, onverbindend is. Uitspraken van den Amster- damschen president. De president van de Amsterdamsche ar rondissementsrechtbank heeft uitspraak gedaan in zes korte gedingen, door de Spoorwegen en de Gooische tram aanhangig gemaakt tegén wilde autobusdienstem Ver boden werden de dienst AmsterdamBus- sum van Koch, de Grono-express (Amster dam—Groningen v.v.), de Stormvogels (Am sterdam— IJmuiden), de N.V. Brilman (Am sterdamEnschede), N.V. van de Berge- Tieleman (AmsterdamApeldoorn) en Avan- ti), (AmsterdamHaarlem). WOENSDAG 7 DECEMBER 1988. Hilversum I, 1875 en 415,5 m. NCRV-uitzending. 6.30—7.00 Onderwijs», fonds voor de Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (9.30 Ge- lukwenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Ensemble v. d. Horst. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 Vervolg concert en gramofoonmuziek. I.30 Gramofoonmuziek. 4.45 Felicitaties. 5.00 Voor de kinderen. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.00 Zang, piano en gramofoonmuziek. (Om 6.30 Berichten). 6.30 Taalles en causerie over het Blnnenaan- varingsreglement. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie over de grondslagen der muziek. 7.45 Causerie over lecFbewerking. 8.00 Berichten ANP., herhaling SOS-Berichten. 8.15 NCRV-Harmonie-orkest en wedstrijd. In de pauze: Gramofoonmuziek. 10.00 Berichten ANP, actueele uitzending. 10.30 Gramofoonmuziek. 10.45 Gymnastiekles. II.00 Zang, piano en gramofoonmuziek. 11.30 Gramofoonmuziek. 11.50—12.00 Schriftlezing. Hilversum II, 301,5 m. VARA-Uitzending. 10.00—10.20 v.m. en 7.30 —8.00 VPRO. 8,00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten). 9.30 Causerie „Onze keuken". 10.00 Morgenwijding. 10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Continu bedrijven. 11.40 Causerie voor de werkloozen. 1 .00 Gramofoonmuziek. 12.15 Berichten. 12.17 Het VARA-Orkest. I.151.45 „Esmeralda", m.m.v. solist. 2.00 Voor de vrouw. 3.15 Voor de kinderen. 5.30 Het VARA-Orkest en gramofoonmuziek. 6.28 Berichten. 6.35 Gramofoonmuziek. 6.40 Causerie over de financiering der sociale verzekering. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Gelukwenschen. 7.10 Gramofoonmuziek. 7.15 Causerie „Van Streven en Strijden". 7.30 Causerie „Om het oude volk". 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.15 Voor schakers. 8.16 „Schuldig of onschuldig?", voordracht. 8.21 Fragmenten uit de operette „Rose ma voisine". 8.45 Radiot' loneel. 10.00 Beric.„ten ANP. 10.05 Het Residentie-orkest, m.m.v. soliste. (Opnamen). II.00 Declamatie. 11.25 Gramofoonmuziek. 11.3012.00 De Ramblers. F e u i lleton 57. „We zijn verloren," riep Rogue. „Binnen twee minuten zullen ze hem gaan lynchen. Hij trok Ailish en Daheen met zich mee. „Laten we maken, dat we wegkomen, zoo lang de kust nog vrij is. Daarenboven rnoet je maken, dat je droog goed aan krijgt." „Jij bent de beste, Rogue!" zei Ailish. „En j(j de beste van de bovenste plank!" zei Rogue. Bij die woorden voelde Ailish een gloed, weldadiger dan die van den warmen wijn, door haar leden stroomen. 2. Maar noch de warme wijn, noch de warme woorden waren in staat om de jonge dame, die zich nu Ailish Conroy noemde, te be hoeden voor de verkoudheid, die voor haar in het vat lag. 's Nachts begon haar keel, die ze teveel had ingespannen, pijn te doen, haar hoofd begon te bonzen, koude rillingen liepen haar langs den rug, de ruimte in den woon wagen, zwak verlicht door het roode lampje bij het heiligenbeeldje, leek hoe langer hoe benauwder te worden, zoodat zij haar ij armen boven de dekens uitstrekte: toen egon baar keel te kriebelen en ze moest hoesten, een droogen, benauwden kuch. In het bed aan de andere zijde kraakte de matras en Maag's klokstem murmelde: „Nu komt de verkoudheid opzetten." Als eenig antwoord kwam een heesch g fluister. „Morgen zal het wel weer beter zijn, bruine moeder." Maar bruine moeder stond meteen ook al bij haar bed, greep haar handen, voelde over haar voorhoofd, streelde haar hals. „Niets meer dan een verkoudheid, lieve schat. Je hebt zeker wel dorst?" „Wel een beetje, moeder." „Ik zal een lekkere warme citroenkwast voor ons beiden maken. Houd je handen onder het dek, liefje." Ze stak een klein lampje aan, maakte een blazend primus stel aan het branden en zette er haar blikken keteltje op. Julie, vast in haar eersten jongen slaap, bleef rustig adem halen achter het cretonnen gordijntje voor de kooi. Binnen twee minuten werd er zachtjes aan de deur gerammeld, waarop Maag Carty een doek om haar schouders sloeg, de bovendeur openmaakte en naar buiten keek. „Wie ia daar?" „Rogue alleen maar. Ailish is toch niet ziek „Wat zou die stevige kleine rakker man- keeren?" fluisterde zij terug. „Ik kon alleen maar niet slapen met dien regen op het dak, en daarop maak ik een kopje thee tot troost. Maak dat je weer in je bed komt, domme jongen, anders vat je nog kou met je bloote voeten." Zij hoorde hem terug stommelen naar de huifkar en fluisterde tegen Ailish: „Hij is net een kloek met kuikens je zou denken, dat hij je moeder was." „Maar meer ook niet!" zei Ailish heesch. "Hij houdt verschrikkelijk veel van je liefje." „Niet meer dan van één van de anderen. ||van ons houdt hij zeker ook, maar wees nu rustig liefje, anders gaat je keel maar weer pijn doen." Rogue klom onder de huif terug, waar Jamesy rustig op zijn rug lag en Daheen dien in een weldadigen jongensslaap gedompeld lag. 's Nachts onder de huif was Jamesy nooit brommerig of ruziezoekend. „Er was toch niets?" vroeg hij zachtjes. „Nee alleen maar licht in den wagen." „Slaap je eigenlijk nooit eens?" „Het is wel eens erger geweest." „Ailish in orde?" „Maag Carty zegt van wel ze was bezig thee te zetten." „Zoo'n fijne juffer!" Hij richtte zich op een elleboog op. „Ik zou ook wel een kop willen!" Rogue kwam overeind. „Wacht even, dan zal ik een beker vol voor je gaan vragen." Jamesy duwde hen. terug. „Wel nee, jongen! Als ik op dit uur van den nacht thee ging drinken, dan zou ik geen oog meer dicht doen. Slaap is een heerlijk ding." „Dat is het," stemde Rogue in. „Een koste lijk ding is het hoewel er tijden zijn ge weest, dat ik het meer een martelwerktuig van Satan heb gevonden." „Ach, ja, vond je dat? Hoor eens, die tijden heb ik ook gekend!" „Och!" riep Rogue vol belangstelling uit, „dat spijt me, Jamesy." „Goed gezegd! Ik herinner het me nog best. Ik heb eens tien pond gezet op Amberwave, dat hij de National winnen zou, en wat doet de bastaard? Hij komt bij de tweede hindernis te vallen! Toen heb ik een week lang niet kunnen slapen net als mijn oude vriend John Walsh van Ballydonohue, die nog geen nacht geslapen heeft, sinds de Valera ge kozen is. Had het iets met een paard te maken?" „Gewoonlijk hebben zij iets met paarden te maken." zei Rogue effen. „Zeker zeker! Weet je. wat ik de laatste dagen als eens heb gedacht?" „Niet alles!" „Ik ben bezig geweest een plan in elkaar te zetten voor de lente, als het eenmaal zoo ver komt. Jij en die juffer daarginds hebben het mooiste stuk van Ierland nog heelemaal niet gezien. We zullen Copaleen Rua op den trein zetten naar Dounbeg en dan gaan we de kust volgen tot Coomakista, over de Winderige pas naar Kenmare, en door den tunnel naar Glengariffe. Daarna gaan w« langs de Hertenpas bij Ceimaneigh, laten Orange Bandon links liggen en nemen den weg naar Macroom. Dan konden we naar Limerick gaan en de bloemetjes eens buiten zetten met Shamus Og, als die dan niet net weer in de nor zit en dan verder langs de Shannon, waar dan juist de eerste forellen bij Loghill water zullen zijn binnengekomen; zoo doende komen we midden Juni bij Ballybwin- gan, waar Paddy Joe ons dan het hemd wel van het lijf zal vragen. Je hebt nog nooit iemand bijgewoond, die zoo kan kletsen, als Paddy Joe en dan schrijft hij van alles op op een papiertje en daar maakt hij dan boeken van en ze zeggen, dat er dan ook nog gekken zijn, die die boeken koopen." „We zullen hem om percenten vragen, Jamesy." „Wat is dat?" „Nee. voor den drommel! Bloedgeld heb ik nooit willen aanraken. Kom hier, dan zal ik je wat influisteren. Mijn betovergrootmoeders achterneef was een spion, zoowat in het jaar ,47 en daar z(jn we nog niet overheen. Vertel het vooral niet aan Daheen." „Daarom schold Cracawley Sheridan je uit voor stille verklikker op de kermis in Ballinasloe?" kwam de slaperige stem van Daheen. „Dien Cracawley heb ik nooit mogenlijden!" „Hij zou je op je ziel gegeven hebben, als Shamus Og er niet bjj geweest was." „Dat kan heel goed zijn. Maar nu moeten jullie stil wezen, jongens, dan kunnen we nog een beetje slapen. 3. Maar 's morgens- een heldere winter morgen na een nacht van regen, met een naar het drogere noorden ruimenden bries toen ze uit de huifkar tuimelden en om hun ontbijt riepen kwamen Maag Carty en Julie uit den woonwagen en spraken een paar ernstige woorden. „Ailish heeft kou op de borst gevat ze blijft er vandaag in." De trekken rondom Rogue's mond verzach ten zich op een wonderbaarlijke manier, om daarna strenger dan ooit te worden. Hij sprak geen woord, maar stapte recht toe recht aan naar den wagen en klom het trapje op. Uit een warmrood gezicht keken Ailish's koortsoogen hem aan en zij begroette hem met iets peinzends in haar glimlach. „Alleen maar mijn stembanden, Rogue," fluisterde zij heesch. Haar arm, bloot tot aan de elleboog, lag buiten het dek en hij legde zachtjes zijn vin gers om haar pols. De polsslag was versneld, maar niet al te zeer. Hij voelde aan haar hoofd en merkte dat het droog en heet was. „Wat een heerlijke koele handen," fluisterde zij, toen hij haar glanzende krullen achterover streek. „Niets ergers dan een gewone verkoudheid, meid," zei hij vol vertrouwen. „Eén dag in bed en dan ben je er weer boven op." En met een luchtigen zwaai ging hij den wagen weer uit. Maar eenmaal weer buiten liep hjj om den wagen heen en schopte zoo verwoed een kluit gras uit den weg, dat Rakker nauwelijks uit de voeten kon komen, en een jammerlijk ge huil uitstiet, waarop hij Rakker zonder ver heffing van stem danig uitschold. Jamesy kwam achter hem aan, en Rogue greep hem b(j de schouders. „Jamesy, doe me één plezier en geef me een schop, zoodat ik in de rivier vlieg. Vooruit dan!" ..Laat me los, zeg ik je, idioot, dat je bent. Het is alleen maar een verkoudheid, maar als je wilt, laat ik den dokter komen. Ik zal er Julie heen sturen." „Ik ga zelf wel, waar woont h(j „Bij het begin van de Willemsstraat zijn bordje staat aan de deur. En weet je wat ik ga doen, Rogue McCoy? Ik loop recht toe recht aan naar de slaapstee van Mick Lane en daar haal ik Meehaul Bwee uit zijn nest en ik sleep hem regelrecht naar de slotgracht verdraaid als ik dat niet doe! Wat voer jij daar uit, Daheen?" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7