Wij lazen voor U DE LAMP IINI DE VERBODEN STAD „Ifa'ië p!eegt chantage' Radioprogramma in de Woestijn TARZAN Uit de Pers van heden De grootste wapenfabrieken van Midden-Europa Pittman tegen bet afstaan van koloniën t" i DOOR j EDGAR RIC_ BURROUGHS Langzaam bereikte de optocht van galeien de tunnel, die naar het Horus meer leidde. Tarzan keerde zich tot Gregory. „Het zal daar binnen wel donker zijn. Ieder van ons moet een paar krijgers overvallen. Als ik het bevel geef, zullen wij hen overboord gooien en dan de volgende aanvallen. Gregory knikte zwijgend, terwijl Tarzan vervolgde: „Mis schien hebben wij een kans om een boot te bemachtigen. In ieder geval is het onze laat ste poging en wij moeten doen wat wij kun nen." Jammer genoeg was hl) niet in staat Ogabi of Thetan met zijn plannen op de hoogte te brengen, want dt Athairianen ver stonden ook de Swahili-taai. Zodra de duis ternis van de tunnel hen omringde, behalve het weinige licht, dat de toorts afwierp, gaf Tarzan het bevel. Op hetzelfde oogenblik wierp hij twee krijgslieden over boord. Gre gory volgde zijn voorbeeld. Ogabi en Thetan, die zagen wat er gebeurde, mengden zich eveneens in de strijd. Nu riep Tarzan tegen de galeislaven: „Helpt ons, dan krijgt gij Uw vr\jheid terug". De arme stumperds rezen op en begonnen met de roeispanen naar hun vroegere meesters te slaan. Het scheen wel, alsof de aapman de overwinning zou behalen, maar juist op dat ogenblik gelukte het een der soldaten achter Tarzan te sluipen; hjj wilde hem zijn dolk in de rug stoten. VADER WILLEM MAG NIET HEENGAAN! De Telegraaf betreurt ten zeerste dat dr. W. de Vlugt ontslag heeft aangevraagd als burgemeester van Amsterdam. Dat dit ge meentehoofd den 66-jarigen leeftijd heeft be reikt, mag volgens het blad geen reden zijn, om zijn functie neer te leggen, want de bur gemeester is nog vol veerkracht. Daar komt nog bij, aldus het blad, dat niemand beter dan hij in staat zal zijn den bouw te leiden van ons nieuwe stadhuis, dat, naar wij hopen, in de komende jaren tot stand zal komen. Burgemeester De Vlugt is in zijn diepste wezen een bouwer en bo vendien een Amsterdamsch bouwer. In zijn handen zijn de plannen voor het nieuwe stadhuis veilig, want niemand zal zich te gen zijn autoriteit op dit gebied durven verzetten. Ts het daarom niet beter, dat de heeren te 's-Gravenhage de ontslagaan vrage, die hen dezer dagen heeft bereikt, naast zich neerleggen en vader Willem ver zoeken zijn Amstelstad te blijven besturen, zoolang als hij daartoe de kracht en den wil heeft? Van dit ontijdig ontslag mag niets komen. Wij zijn verzekerd, dat alle goede Amsterdammers hierin met ons over eenstemmen, zoo besluit de Tel. UITVINDER GEZOCHT! In het Militar Wochenblatt wijdt naar de N.R.Crt. meldt de gep. luitenant-gene raal Marx, oud-inspeeteur der Buitsche ar tillerie, een beschouwing aan den stilstand in het schiettechnisch vermogen der artil lerie. Zou het de artillerie gaan als de geweer- infanterie en de cavalerie, welke voor geen ontwikkeling vatbaar, gedoemd waren in hun oorspronkelijken vorm van het strijd- tooneel te verdwijnen? zoo vraagt de schrij ver en vervolgt: Schiettechnisch is het wapen de laatste 20 jaar nauwelijks verder gekomen. Wel werd een groot gedeelte der artillerie gemo toriseerd, maar dit beeft op liet schieten zelf geen invloed. Stilstand beteekent nu een maar achteruitgang. Hot wordt tij T, dat er een uitvinder opstaat, die de artillerie over deze impasse heen helpt. Nieuwe wegen zul len moeten worden ingeslagen. Langs de oude paden zal men onmogelijk verder kunnen komen. Aan elk nieuw project, al lijkt het nog zoo vreemd, moet een rede lijke kans worden gegeven. De toekomst der artillerie staat daarbij op het spel. „WAT KAN DE BLINDE STAATSZUCHT BROUWEN" Het Volk (S.D.A.P.) schrijft onder het hoofd „Kerstgeest": Bij de redactie van „De Maasbode" werkt de Kerstgeest nog duclitig na. Zoo frisch van de lever weg onthalen de heeren ons op deze drie koppen: HET KERSTOFFENSIEF VAN FRANCO De eerste resultaten bevredigend. De rooden lieten duizenden dooden op het slagveld achter. Heel bevredigend, niet waar, die duizen den „roode" dooden? Laten wij voor ons commentaar en om in de Kerstsfeer te blij ven, even leentjebuur spelen bij Vondel: Wat kan de blinde staatszucht brouwen, Wanneer zij raast uit misvertrouwen, Wat is zoo schendig, dat haar rouwt? Een Fransch katholiek schrijver heeft eens gezegd, dat men steeds moest bedenken, dat zijn vijand tot in alle eeuwigheid een zeer bemind kind van God is. Moge „De Maasbode" zich eens, aldus het Vk., op dit woord bezinnen. t ER IS GEEN REDEN VOOR GRUWEL- REPORTAGE. Uit het Nationale Dagblad (N.S.B.): De eerste de beste keer, dat de democra tie een klein onderdeel van het Jodenvraag stuk op te lossen krijgt, weet zij geen beter middel, dan hetgeen zij bij de dictaturen kon leeren: het gruwzame concentratiekamp. En wat doet nu de Nederlandsche pers? Schrijft zij nu gruwel-reportage's van speciale ver slaggevers uit Hoek van Holland en Veen- huizen? Neen want er is geen reden voor. De Joden hebben het in de kampen best, aldus het blad, dat verder betoogt, dat men over de Duitsche kampen veel gemakkelij ker gruwelreportage's kan schrijven, omdat niemand de moeite zal nemen om naar Dachau te trekken en te zien, wat de waar heid is. Het Mussertblad vindt het vreemd, dat men in Nederland zoo weinig mogelijk rucht baarheid aan de Ned. kampen wil. geven en besluit: Overigens is en blijft het een concentratie kamp en er is eigenlijk maar één kenmer kend'verschil met de kampen in Duitsch- land: daar moeten zij, die hun leven lang geparasiteerd hebben, van vroeg tot laat de handen uit de mouwen steken. Daar wordt in de kampen gewerkt en in de Nederland sche kampen mogen de heeren lanterfanten. Maar dat is, aldus het N.Ü.B. een zeer al gemeen verschil tusschen democratie en na- tionaal-socialisme. Franschen trekken zich terug. De „Times" meldt uit Praag, dat daar officieel is medegedeeld, dat met het oog op den gewijzigden politieken toestand in Midden-Europa, de Fransche groep Schnei- der-Creusot, welke tot nu toe de Skoda- fabrieken, de grootste wapenfabrieken in Midden-Europa, heeft gecontroleerd, haar belangen heeft overgedaan aan een Tsje- cho-Slowaaksche groep, welke de Tsjecho- Slowaaksche regeering vertegenwoordigd. Schneider-Creusot werd vertegenwoordigd door de Holding Company Union Europe- ènne. Recente geruchten, dat Duitschland de Skodafahrieken zou overnemen, 'werden met stelligheid tegengesproken, evenals de berichten, dat Duitsche ingenieurs reeds met de productie waren belast. De mede- deeling, aldus de correspondent, verklaart niet of de Tsjcho-Slowaaksche staat, welke reeds een groote minderheid der aandeelen bezat, de nieuw verworven aandeelen zal behouden en dus feitelijk eenig eigenaar zal worden of dat een deel van dat belang aan een buitenlandsehe groep, misschien Duitschland, zal worden overgedaan. Heit kapitaal van Skoda bedraagt nominaal 220 millioen Tsjechische kronen. Deze transactie is volgens den corres pondent, een nieuwe aanwijzing voor de terugtrekking van Frankrijk uit Midden- Euro-pa en maakt een einde aan een hoofd stuk van Fransche politieke expansie. Vastbesloten wijst de Fransche pers 'n „koloniaal München" at. Marcel Pays schrijft in de „Excelsior" over de Itaüaansche eischen: „Er werd een ernstige propagandistische fout. gemaakt. Zekere diplomatieke kringen te Rome had den gemeend, de Fransche openbare mee ning te kunnen verdoelen, de Fransche re- goering te dwarsboomen en een koloniaal „München" te kunnen voorbereiden. Het tegendeel geschiedt. De deur blijft open voor onderhandelingen, welke de regeering van Italië zou kunnen voorstellen voor een betere politieke en economische medewer king van de beide groote Latijnsrhe naties, binnen het kader van hun onderscheiden souvereine rechten. Donnadieu (Epoque) verklaart: Alle Franschen zullen de maatregelen goedkeu ren, welke genomen zijn voor de verster king van Dzjiboeti, zelfs degenen, die zich de vurigste verdedigers van de politiek van München betoonden. Duitschland en Italië buigen slechts voor geweld. De verdedigingslijn, welke aan de Tunische grens werd aangelegd, heeft te Rome meer in druk gemaakt dan de diplomatieke nota. En de reis van Daladier naar Corsica en Tunis zal eveneens heil zaam zijn. Wij moeten ons bewapenen Houssard (Petit Journal): Daar Italië af ziet van de kostelooze geschenken, welke het in Januari 1935 werden gegeven, be zetten wij het gebied van Sjeik Said, dat ons op grond der verdragon van 1 October 1863 en 16 Juli 1870 toebehoort, militair. Wij bezetten ook het eiland Doemarra, op het oogenblik, dat onze Engelsche vrien den de militaire organisatie versterken van het eiland Perim. Wij moeten ons bewape nen en het hoofd koel houden. De kalme vastberadenheid zal de gesticulaties en snoeverijen tot staan brengen. Peri schrijft in de Humanité: Wij her halen nog eens, dat de ramp slechts kan worden voorkomen door een definitief „neen" te stellen tegenover de diplomatieke en militaire chantage van Italië. Gebieden zouden vermoedelijk hardvochtiger geregeerd wor den. Senator Pittman, de voorzitter van de commissie voor buitenilandsche zaken van den Amerikaanschen Senaat heeft zich in een brief tot den federalen raad van Chris telijke kerken in Amerika verzet tegen het afstaan van koloniën door Groot Brittan- nië en Frankrijk. „Volgens mijn meoning", aldus schrijft Pittman, „zou een afstaan van de koloniën door Groot Brit- tannië en Frankrijk niet de onaf hankelijkheid van deze gebieden verzekeren, doch zij zouden onmid dellijk in bezit worden genomen en geregeerd worden door zekere an dere regeeringen en vermoedelijk hardvochtiger geregeerd worden." Dit schrijven was een antwoord op een voorstel van den raad dat alle koloniën on- afimn .v zoiu.~n vorden gemaakt en dat vrijhandel zou worden verleend om ieder land te vooorzien van de grondstoffen, wel ke het noodig heeft. ZATERDAG 31 DECEMBER 1938, Hilversum I, 1875 en 415,5 m. KRO-Uitzending. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.). 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstige causerie. 12.00 Berichten. 12.15 KRÖ-Melodisten en sclist. (1.001.20 Gramofoonmuziek. 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.302.40 Gramofoonmuziek. 2.45 Kinderuurtje. 4.00 Berichten, hierna: KRO-orkest. (4,455.00 Gramofoonmuziek). 5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Berichten, gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie „Oud-jaar". 7.35 Actueeele atherflitsen. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Meditatie met muzikale omlijsting. 8.35 Met de KRO-Microfoon door 1938. 10.40 „Wat denkt gij van het oude jaar?"j causerieën. 11.15 KRO-Melodisten en solist. 11.45 Gramofoonmuziek. 12.00 De KRO-klok slaat twaalf. 12.00 Causerie „Zalig Nieuwjaar". 12.10 Gramofoonmuziek. 12.1512.30 Gelukwenschen van zeevarenden en gramofoonmuziek. Hilversum n, 301,m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 7.00 VPRO. 9.00 VARA. 12.302.00 AVRO. 8.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 8.16 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor Arbeiders in de Continubedrijven. 12.00 Esmeralda en gramofoonmuziek (Ca. 12.15 Berichten). 12.50 Groninger Orkestvereeniging, solisten en het Toonkunstkoor „Bekker" (opn.). 2.00 Filmkwartiertje. 2.152.25 Gramofoonmuziek. 2.30 Reportage. 4.30 Causerie „De fabriekarbeide'-sbond giste ren, vandaag en morgen. 4.50 Utrechtsch Stedelijk Orkest, soliste en het Toonkunstkoor (opn.). 5.30 Causerie „Koopt Weldadigheidspostzegels" 5.35 Filmland. 6.00 Orgelspel. 6.28 Berichten. 6.30 Voor schakers. 6.31 Uit de Roode Jeugdbeweging. 7.00 Een gang door het oude jaar. 9.00 VARA-orkest en solist. 10.00 „En nu... Oké". 11.10 Berichten ANP. 11.15 VARA-orkest en solist. 11.35 Oudejaarsavondtoespraak. 11.50 Zang en orgel. 12.00 Uitluiden van het Oude Jaar te A'dairv, 12.01 Causerie „Bij de aanvang van het Nieuwe Jaar". Hierna: Gelukwenschen namens op varenden van schepen en gramofoonmuziek. 12.30 Toespraalt; Gelukwenschen aan schepe lingen. 1.002.00 Gramofoonmuziek. Feuilleton door Ethel M. Dell 14. Met een onwillig gebaar wendde hij zich af en gaf daarmee te kennen, dat hij den strijd opgaf. Hij had zich krachtig verweerd, maar had het onderspit moeten delven. Het eerste harde van den slag was al weer voor bij. Liefde in de wildernis kon niet altijd duren. Hij had daarvan ruim zijn deel gehad, en zeer eigenaardig, begon hij er over te denken, dat Stella's koude schoonheid hem toch niet lang zou hebben kunnen boeien. Hij moest iets vurigers, levendigers hebben. Bui tendien eischte zijn natuur van het voorwerp zijner begeerte een zekere mate van eerbied en ontzag en dat had hij in geenen deele ge vonden. Stella was klaarblijkelijk meer be stemd om te ontvangen dan te geven en er waren oogenblikken geweest, dat dit hem in hooge mate had geërgerd. Zij scheen hem vol komen onvatbaar voor eenig dieper gevoel en ofschoon hun verhouding daaronder tot nu toe nog niet had geleden, was hij toch wel tot de overtuiging gekomen, dat dit niet altijd blijven zou. Daarom begreep hij al dadelijk, dat hij el ders wel troost vinden zou. Zijn hart zou met breken, noch door haar. noch door andere vrouw en evenmin dacht hij, dat dit bij haar het geval zou zijn. Inmiddels trachtte hij zoo goed mogelijk zich te schikken in het onvermijdelijke, 't Had nog erger kunnen zijn. Misschien was het toch in den grond der zaak maar veiliger, om aan Monck's bevel te gehoorzamen en heen te gaan. Een publiek schandaal zou veel erger zijn, zoowel voor hem, als voor Stella, die maar weinig te verliezen had en niemand wist wat er kon gebeuren, indien hij bleef. Hij voelde ook weinig voor een samentreffen met de duivelin, die de vloek van zijn leven was geweest. 't Was weliswaar zeer onwaarschijnlijk dat dit zou gebeuren, maar de kans bleef in ieder geval bestaan. En daarom besloot hij wijs- geerig zijn last maar op te nemen. Hij was eenigszins avontuurlijk aangelegd en koesterde de vaste overtuiging, dat alles met hem nog best terecht zou komen. De Fortuin was hem altijd nog gunstig geweest en wendde zij nu al tijdelijk het gelaat van hem af, spoedig genoeg zou de toekomst hem weer tegen lachen. Maar voor Monck gevoelde hij niets anders dan haat van den overwonnene. Hij wierp met zijn saamgeknepen oogen een vijande lijken blik op hem, maar hij begreep, dat hij hem te sterk af was. „Ik ben benieuwd wat er met de slang is geschied, nadat de man en de vrouw uit het Paradijs verdreven waren," zei hij met een verwensching. Monck had zijn vermomming weer in orde gebracht. Hij keek hem aan met zijn donkere oogen, maar zeide geen woord. Hij had ge zegd wat hij te zeggen had. Hij sloeg zijn kleed weer als een mantel om zich heen, als een man die altfjd alleen is geweest en zijn eenzamen tocht door de woestenij voortzette. HOOFDSTUK Vin. Uit hetParades verdreven. Toen Stella later aan dien vreeselijken nacht terugdacht, scheen het haar dat zij werkelijk den slaap had geslapen van een, die van de Lotus*) heeft gegeten, want geen Lotus. Een boom in Noord Afrika wiens vruchten vreemdelingen hun vaderland doet vergeten. bange voorgevoelens hadden haar in die stille uren van doffe gevoelloosheid gekweld. Ze was als iemand in „trance" ongevoelig voor het feit dat ze alleen was; ze hoorde alleen het voortdurend ruischen en bruisen van den stroom, dat als een slaapverwekkend middel op haar scheen te werken. Toen ze eindelijk wakker werd, stond de dag al volop aan den hemel en boven het geluid van den stroom uit, klonk het geroeze moes van stemmen, als het gegons van een zwerm bijen. Ze bleef een oogenblik luisteren en vroeg zich af, waarom de koelie haar ont bijt zooveel dichter dan anders bij de tent zou hebben gebracht. En plotseling hoorde zij een doordringenden gil en bleef ze als aan den grond genageld staan. Wie had dien gil geuit? Wat beduidde die? 't Was of ze lamgeslagen was. Toen kwam ze eenigermate tot zichzelf en het drong plot seling tot haar door, dat ze alleen was. Het veldbed naast haar was leeg. 't Was niet aan geroerd. Een onuitsprekelijke angst maakte zich van haar meester, 't Was of haar hart ophield met kloppen. Huiverend wikkelde zij zich in een shawl en ging naar den ingang van de tent, waarvan de voorkant nog los was, zooals haar echt genoot hem den vorigen avond had gelaten. Met bevende vingers duwde zij dien opzij en keek naar buiten. Het gemompel van stemmen ging over In gefluister. Een troepje koelies zat gehurkt op de open plek vóór haar, als een partij apen, die In een levendige discussie waren gewikkeld. Een eind verder zat de mismaakte In lom pen gehulde bedelaar met den zwarten baard, die den vorigen avond Ralph van haar zijde had weggelokt. Zijn rood gerande oogen keken Een diep. kunstmatige slaap, die zich van den natuurlijken slaaptoestand onder scheidt door zijn duur en de volkomen gevoel loosheid. evenals die van een doode recht in de zon. 3e misten zoo volkomen eenige uitdrukking en waren zó star, dat zij meende dat hij blind was. Er was iets onheilspellends, iets vreese- lijks in zijn gereserveerdheid. Het was alsof hij was besloten in een geheimzinnigen cirkel, waarbinnen niemand hem naderen kon. En zoo dichtbij, dat zij met de hand zijn getul- band hoofd had kunnen raken, zat de Sikh, Peter in het gras gehurkt en bewoog het lichaam heen en weer als een kind dat ver driet heeft. Dadelijk begreep ze, dat hij het was, die dien angstigen gil had geslaakt Ze wendde zich tot hem als den eenigen persoon, die zij in die vreemde omgeving kon vertrouwen. „Peter," zei ze, „wat is er gebeurd Wat is er aan de hand? Waar... waar is de kapi tein... Sahib? Hij schrikte toen hij haar stem hoorde en dadelijk sprong hij geruischloos op en boog zich voor haar „De Mem-Sahib moet het haar nederigen dienaar vergeven." zei hij, en ze zag dat zijn donker gelaat trilde van aandoening. „Maar hij moet u slecht nieuws mededeelen. De kapitein-Sahib is heengegaan." „Heengegaan!" riep Stella ongeloovig uit, als sprak hij in een haar onbekende taal. Peter sloeg voor haar vragenden blik de oogen neer en hernam bijna fluisterend: „Mem-Sahib, in het stille nachtelijk uur is t geschied. De kapitein-Sahib was op den berg in slaap gevallen en in zijn slaap viel rj... en werd met den stroom meegevoerd." „Meegevoerd!" half versuft herhaalde Stella dat woord. Ze voelde zich plotseling ziek en ellendig. Peter wees met de hand naar den geheim zinnigen bedelaar. „Deze man, Mem-Sahib,zeide hij met een buiging, „is een heilig man, hij bad op den berg en zag den Sahib, in diepen slaap, en plotseling viel hij van de rots, alsof een hand hem had aangeraakt. Hij ging den berg af om hem te zoeken, Mem-Sahib, doch hf was verdwenen. De sneeuw smelt en het water vliedt snel en diep." „Ah!" ,,'t Was meer een zucht dan een uitroep, waarmee Stella tegen het touw van de tent viel, waaraan ze zich als tot steun vastklemde. De forsche Sikh greep haar, vóór ze viel en onderdrukte zijn eigen leed, omdat hij zag dat z(j hulp en steun behoefde. „Leun maar op mij, Mem-Sahib,' zeide hy met een mengeling van eerbied en toewijding. Zij nam zijn hulp instinctmatig aan, nauwe lijks wetende wat ze deed en zacht en bijna vrouwelijk teeder geleidde hij haar naar da tent terug. „Mem-Sahib moet rusten,' zeide hij, „en ik zal een vrouw halen om haar te helpen en te bedienen." Ze sloeg nu de oogen op, verwonderd en verbijsterd. Nooit tevoren was Peter in iets te kort geschoten, hij had haar altijd alles verschaft wat ze noodig had, maar zelfs in haar uitersten nood had zij nog besef genoeg om zich af te vragen, waar hij in deze wilder nis iemand dacht te vinden, zooals hy wilde zoeken. Toen zij bemerkte dat hij wilde heengaan, greep de angst haar aan en zichzelf met moeite beheerschend, riep ze: „Neen, neen, Peter. Dat is niet noodig. Ik ben heel wel. Maar... vertel me; nog eens wat meer! Hoe is het gebeurd? En waarom sliep hij op den berg?" „Hoe zou de nederige dienaar van Mem- Sahib dat weten!" zei Peter vriendelijk en eerbiedig als een die tot een kind spreekt. „Misschien was de opium in de sigaar wat sterker dan gewoonlijk. Maar hoe kan ik het zeggen." „Opium! Maar hij gebruikte toch geen opium Stella keek hem andermaal met de uiterste verbazing aan. „Neen, dat weet ik wel heel zeker," liet zij erop volgen als ter overtuiging van zichzelf. „Mem-Sahib, hoe zou ik het weten," mom pelde hij zacht. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1938 | | pagina 7