RADIO
IN DE BERGEN
isTli
GELUKS „VISSCNERS"
PROGRAMMA
Een vroolijk afscheid van het land der gesluierde
vrouwen, palmen en bonte kleederdrachten
ZONDAG 8 JANUARI 1»»9.
HUveraum I, 1875 e« SOI,5 bi.
8J6 VARA. 12.00 AVRO. VPRO. 5.80
VARA. «-30 VPRO, 8.00—12.90 AVRO.
8.56 Gramofoonmuziek.
9.01 Sportnieuws.
9.06 Tuinbouwpraatje.
9.30 Gramofoonmuziek.
9.59 Sportnieuws.
10.00 Bach-cantate.
10.30 Declamatie en gramofoenrausiek.
11.00 „Mignon" en VARA-Kinderteoor „De
„Krekeltjes".
12.00 „Levenswaarden, die terzake doen
12.20 Berichten, gramofoonmuziek.
12.30 Ensemble Jetty Cantor.
1.30 Causerie: „Een Indische Jeugdgevange
nis".
I.50 Gramofoonmuziek.
2.00 Boekenhalfuur.
2.30 Concertgebouw-or-kaSjt en soliste. Jn de
pauze Schilderij bespreking
4.30 AVRO-Dansorkest (opn) «n Sport
nieuws ANP.
5.00 Gesprekken met luisteraars.
5.30 Voor de kinderen.
6.00 Sportuitzending.
6.16 Sportnieuws ANP, gramofoeswsswek,
6.40 Wijdingswoord.
7 00 Nederduitsch Hervormde Kerkd»e®st.
8.00 Berichten ANP, Radiojournaal, mede-
deelingen.
8.20 Omroeporkest en soliste.
9.00 Hersengymnastiek.
9.30 AVRO-Amusementsorkest, „Die Meseï
Buebe" en soliste.
10.10 Radiotooneel.
10.30 Gramofoonmuziek.
II.00 Berichten ANP, hierna: Orgel, klarinet
en saxofoon.
11.4012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II, 415,5 m.
8.30 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO. 5.00
NCRV. 7.45—11.90 KRO.
8.30 Morgenwijding.
9.30 Orgelspel.
10.10 Gramofoonmuziek.
10.20 Nederduitsch Hervormde Kerkdienst.
Hierna gewijde muziek (gr.pl.),
12.15 Missiepraatje.
12.35 Rotterdamsch Katholiek Mannen-koer.
1.00 Boekbespreking.
1.20 KRO-Melodisten en solist.
2.00 Vragenbeantwoording.
2.50 KRO-Kamerorkest en zang met piano»
begeleiding.
4.10 Gramofoonmuziek.
4.15 Ziekenlof.
4.55 Sportnieuws.
5.00 Gedeformeerde Kerkdienst. Hierna: Zang
en org<y.
7.30 Gramofoonmuziek.
7.45 Berichten.
7.50 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP, mededeekngen.
8.15 KRO-orkest. KRO-Melodisten en solist.
9.15 Radiotooneel.
9.45 Matrozenkoor „Hofstad's Koorknapen".
10.05 KRO-orkest.
10.30 Berichten ANP.
10.40—11.00 Epiloog.
MAANDAG 9 JANUARI 1989.
Hilversum I, 1875 en 991,5 m.
Algemeen Programma, verzorgd door de
AVRO.
8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Berichten);.
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.30 Voor de vrouw.
10.35 Ensemble Jonny Kroon en gramofoon
muziek.
12.15 Berichten, gramofoonmuziek.
1.00 Ensemble Spezzialetti.
I.45 Gramofoonmuziek.
2.00 Ensemble Spezzialetti.
2.30 Omroeporkest en soliste. (3.354.05
Causerie over de Oudercommiesies en d's
Ouderraden bij het Lager Onderwijl),
4.30 Disco-causerie.
5.30 AVRO-Aeolian-orkest.
6.15 AVRO-Amusementsorkest (Opn.). (Om,
6.25 Berichtenj.
7.00 Banjo, viool en piano.
7.30 Causerie over Herman Boerhaove,
8.00 Berichten ANP.
8.15 Radiotooneil met rr uziek.
9.20 AVRO-Vaudeville-orkeat eti so&eten.
10.00 Gramofoonmuziek met inleiding.
10.30 Orgelspel.
II.00 Berichten ANP, hierna tot 12.00 gra
mofoonmuziek.
Hilversum II, 415,5 m.
NCRV-Uitzending.
8.00 Schriftlezing, meditatie,
8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (9.396.48
Gelukwenschen)
10.30 Morgendienst.
11.00 Christelijke lectuur.
11.30 Gramofoonmuziek (12.00—1-2.15 Ber.K
12.30 Het Stichts Salonorkest en gramofoon
muziek.
2.00 Voor de scholen.
2.35 Gramofoonmuziek.
3.00 Wenken voor de keuken.
3.30 Gramofoonmuziek.
3.45 Bijbellezing.
4.45 Gramofoonmuziek.
5.15 Voor de kinderen.
6.15 Gramofoonmuziek.
6.30 Berichten, vragenuurtje. (7.007.15 Be
richten).
7.45 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP, herhaling 806-Ber
8.15 Utrechtsch Stedelijk Orkest m.m.v so
liste.
9.00 Cithervoordracht en gramofoonmuziek.
9.30 Causerie: „Iets over dialecten".
10.00 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.30 Gramofoonmuziek.
10.45 Gymnastiekles.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.5012.00 Schriftlezing.
Maar Saigon, waar Fransche oorlogsschepen
liggen en ook Melbourne en KaapsUid liggen
vele duizenden zeemijlen verwijderd. Dus
1 0 t als eemge kans, dat de Fransche regeer
mg telegrafisch allen vrachtschepen vail
den Indischen Oceaan verzoekt, of zij voor
geld en goede woorden hun route willen ver-
anderen om de ongelukkige avonturiers te
redden. En ook dan blijft de vraag, of hulp
nog op tijd komt. De scheepvaartroutes lig*
fWi ver, zeer yer be?ijden St. Pauk
SERENADE
Een schip wordt aangekocht
Hij vond 48 andere gelukszoekers en avon
turiers. Hij verzocht de Fransche regeering
om een vissoherijcoricessie, stichtte de So-
ciété Réunionaise des Pêcheries de St. Paul
et Amsterdam en stak een paar honderd
duizend francs in den aankoop van de vis-
schersboot René Moreaux. Het is de oude
marconist Riem van de nu in „lle-Bourbon"
omgedoopte visschersboot, die thans na nau
welijks acht maanden vertwijfelde S.O.S.-
seinen uitzendt.
Meeningsverschillen aan boord'
De laatste brieven van boord van het
schip stammen uit het Suezkanaal. Zij ver
tellen van ernstige meeningsverschillen aan
boord. Reeds op een groot oceaanschip ont
staan bij een langdurige reis „toestanden"
De „Ile Bourbon" echter was slechts een
kleine visschersboot en daarop bevonden
zich vijf geheel verschillende vrouwen on
der 43 mannen. Zij brachten het eerste on
geluk over de expeditie.
Daar was de vrouw van den expeditielei
der de Boers, een moederlijke vrouw, die
haar man op al zijn expedities vergezeld
had. Daar was mevrouw Riom, Bretonsche,
zeemansvrouw, met rappe tong cn veel tem
perament. Maar daar was ook Colette Mou-
radian, slank, schoon en blond, nicht van
den Franschen schilder Paul Cliaabs. Bege
leid was zij door haar man, een Turk. Zij
wilde de drie jai-en op het eiland slechts
schilderend doorbrengen en sleepte een
groote voorraad schildersbenoodigdheden
met zich. Daar was tenslotte de vrouw van
den expeditie-arts Mace, Raymonde, een
Parijsche, die de zee nog nooit gezien had en
aan boord met bonte Parijsche toiletten ver
scheen, terwijl de anderen in eenvoudige
wollen plunje rondliepen. Kortom, reeds dc
brieven uit Suez deelden mede, dat de vijf
paren niet meer in de kleine hun toegewe
zen „afdeeling voor gehuwden" konden sa
menleven en dat het reeds tot hevige vecht
partijen tusschen de mannen gekomen was.
Wie weet, of niet alleen reeds deze men-
schelijkheden het plan, drie jaren samen op
een klein eiland te leven, tot mislukking ge
doemd zouden hebben? Wie weet, of de we
reld niet later van St. Paul berichten van ge
heel andere tragediën, dan zij thans door
den aether tot ons komen, gekregen zou
hebben?.
Zonder kolen in de konde.
Maar de natuur zelf schijnt de expeditie
geremd te hebben. Er heerschen om St. Paul
zoo krachtige stormen, wordt in de S.O.S.-
seinen van Riom gezegd, dat alle kolen ver
bruikt moesten worden om het doel te be
reiken.
Toen men na een langdurige strijd met
water en wind de met kostbare kreeften be
dekte rotsen zag en landdevonden de
48 menschen daar, waar de Boers nog slechts
weinige jaren geleden de blokhutten van
vroegere kolonisten gezien had, niets anders
dan verweerde balken. De storm had zijn
werk gedaan. Op een klein schip, zonder
kolen, duizenden zeemijlen van een men-
schelijke nederzetting verwijderd, aan de
koude van het nabije poolgebied blootge
steld, zonder onderzak op het land, afgemat
en ontmoedigd, zagen de achtenveertig den
dood voor oogen. Zij moesten van kreeften
leven. De delicatesse, die hen tot rijkdom
zou brengen, werd hun tot kwelling. Slechts
een hoop bleef: dat de S.O.S.-seinen gehoord
zouden worden. Zij hadden geluk. Een ama-
GEXEED YOOX den SPRONG.
gens in 't land op een boerderij had meege
maakt. Maar deze jongens en meisjes waren
ook op landbouw- en huishoudscholen ge
weest en lazen geregeld kranten. Evenwel,
zooals dat onverbiddelijk gaat in een land
waar de menschen zich beschaven en veel
tijd besteden aan lezen, schrijven, vereeni-
gingsleven, enz., tijd voor spinnen en weven
en handwerken heeft men hier in de dor
pen niet meer en ook is een kleederdracht
er een zeldzaamheid.
Afscheid Ml maneschijn.
't Afscheid van de nieuwe vrienden werd
al weer moeilijker, maar ik vertrok weer op
den boerenwagen, nu vergezeld door 3 broers.
Uit het dorpscafé klonk nog muziek. Vlug
rekenden m'n begeleiders uit, dat we nog
10 minuten hadden te verliezen, trokken
mij mee naar binnen en daar walste ik al
met een jongen boer tusschen een vroolijk
gezelschap, dat steeds „Jihoe!" jodelde, ter
wijl de oudere gasten de maat stampten
en uit pijpen rookten. Toen wij weer gin
gen, was meteen 't dansen afgeloopen,
want ook de muzikant ging mee op den wa
gen en zoo reden we bij maneschijn door de
romantische bergspleet, terwijl overal het
volk op 't geluid der harmortica-muziek naar
Kijkje op Bied, den parel van SloweaM,
buiten liep, zoodat Fran*rl maar steeds
„uhwè!" moest claxonnen. Bij 't station
kwam de muzikale stoet tot stilstand. „Al
lemaal bedankt", aei ik; „heel Joegoslavië
bedankt, voor alles". „Kommen Sie zurück",
zeiden ze. Ach ja, graag, maar waarschijn
lijk nooit. Ik wist nu al, dat ik naar Joego
slavië heimwee zou hebben, omdat ik nog
in niet één land zooveel vrienden had ge
kregen.
De parel van SRoweaiÉ.
Dit was m'n laatste uitstapje; ik moest
terug naar Holland. Op m'n uitreis bezocht
ik nog Bied, de parel vaii dit wondermooie
land. Van daar ging ik over de grens, Jes-
senecie-Salzburg-Munchen-Nieuweschans
Bij Leer zag ik de eerste zwartbonte koeien
't Ontnuchterde me bijna, 't Was, of ik wak
ker werd na een onwaarschijnlijke droom
over boerderijen zonder meubels, gesluierde
vrouwen, palmen en vijgen en bontgekleur
de kleederdrachten
M. T. BOBKEL.
Tot slot van m'n reis door Joe
goslavië kwam ik terecht in Slo-
wenië, den N oordwestelijksten hoek
van het land, dat zich onder Ger-
maanschen invloed als een West-
Europeesch land heeft ontwikkeld,
't Is netof daar de Slaven zelfs
iets van de energie en bezadigdheid
der Noordelijke volken hebben over
genomen en iets missen van de
luchtige oppervlakkigheid van hun
verdere rasgenooten. Hun energie
moge b.v. blijken uil het feit, dat
zij vanaf 1848 (toen zij ophielden
lijfeigenen te zijn) tot 1914 een
kapitaal bij elkaar hadden gewerkt,
dat toen echter weer verloren ging.
kerkfeest. We hadden een fijne klimtocht
van U/2 uur, waarbij het uitzicht steeds wij
der en mooier werd. Steeds meer menschen
troffen we langs het pad, zoodat we met
velen samen bij 't kerkje aankwamen. Het
witte gebouwtje was echter al volkomen vol
gepropt met feestgangers, waarom wij maar
op een muurtje buiten gingen zitten, om de
muziek te kunnen hooren, want m'n vrien
den van dien morgen weerden zich daarbin
nen duchtig. Na afloop der mis verzamelden
allen zich op een weide om de meegenomen
boterhammen, worsten enz. te genieten en
een glas wijn te drinken, terwijl de pastoor
tusschen de vreed- en vreetzame groepjes
doorkuierde en overal een praatje maakte.
Later werden er vierstemmige volksliederen
gezongen. De mannen dronken nog een glas
extra, de vrouwen becritiseerden stiekum el
kaar'» Zondagsclie jurken, be t.jongvolk zat
in groepjes samen te lachen, terwijl de kin
deren de helling af duikelden en elkaar ver
drongen voor de kraampjes met suikeren
poppetjes en hartjes aan foze lintjes.
Om 3 uur was dc „Zegen" en schuivelde
ik mee de tjokvolle kerk binnen. Er werd
ernstig gebeden en daarna gezongen, waarbij
een man, die niet heelemaal nuchter meer
was te vroeg inzette. Dat was toch wel een
afleiding bij al die ernst; er werd gegicheld,
halzen rekten zich en een naam fluisterde
door de kerk. Toen knielden allen weer, om
te danken en daarmee was 't. uit. De deuren
gingen weer open entaraboem, tara-
boem", daar dreunde ook de dorpsmuziek
al' weer los, die voor den ingang had staan
wachten. Nu begon pas het échte feest. De
wijnkaraffen gingen weer rond en de jon
geren dansten. Ik zelf trok met m'n groepje
terug naar Dol. waar we aten en over alles
en nog wat praatten, zooals ik dat nog ner-
S.O.S.-seinen van het „Vervloek
te Eiland".
Vrouwen, storm en koude ver
storen millioenen droom.
(Van onzen Parijschen correspondent.)
Parijs, December 1938.
Dezer dagen ging door de pers het
bericht van een eigenaardig S.O.S.-
sein, dat van het St. Pauls-eiiand
in het zuidelijk deel van den Indi
schen Oceaan uitgezonden, door een
Amerikaanschen radio-amateur op
gevangen en naar Frankrijk doorge
geven was. Het eiland St. Paul heet
reeds lang het „Vervloekte Eiland".
Sinds 1843 is liet bezocht door ver
schillende expedities, die bijna alle
op geheimzinnige wijze verongeluk
ten. Hoe kwamen er thans weder
om menschen op het kleine eiland,
dat, slechts weinige honderden mijlen
van den poolcirkel verwijderd, tus
schen Afrika en Australië in den
Indischen Oceaan ligt?
Op 28 Mei 1938 verliet een eigenaardig
klein stoomschip met een al even eigenaar
dige bemanning de haven van St. Male in
Bretagnc. Men wist slechts, dat zij naar de
Stille Zuidzee wilden trekken, om na drie
jaren als rijke lieden terug te keeren. Men
schen uit alle lagen der maatschappij en
vrouwen van velerlei slag bevonden zich
aan boord.
Leider van de geluksexpeditie was John
de Broers, een Nederlander, die zijn leven
met het schieten van alligators in Afrika
en jachten op Madagascar had doorge
bracht, maar daarvan niet rijker, maar ar
mer geworden was. Maar in ieder geval had
hij eenmaal in zijn leven een weinig roman
tische, doch veelbelovende ontdekking ge
daan, Hij had waargenomen, dat ieder jaar
millioenen uitgelezen kreeften eenige maan
den lang de rotsen van het eiland St. Paul
bedekken. Wat, indien hij een schip van
koelinstallaties voorzag, de kreeften naar
het Fransche eiland Réunion bracht, daar
verkocht en levensmiddelen mee terugnam?
De rekening was duidelifk in drie jaren
moest hij mi'liionair zijn]
HOE 'T IN EEN JOEGOSLAVISCHE
DORPSKERK TOEGAAT.
Als in Tlrol
Slowenië is eeri prachtig bergland en de
hoofdstad Ljubljana is dan ook n uitgangs
punt voor bergtourisme. Manneer je door
de stad wandelt, heb je meer de gewaarwor
ding ergens in Tirol te zajn dan op den Bal
kan! De Oostersche sfeer ,van het Zuiden is
dezen menschen dan ook even vreemd als
ons. Het is hun zelfs een beetje onaange
naam, dat zij met dergelijke provincies sa-
menhooren, ofschoon zij toch niet tegen den
tegenwoordigen Staat in oppositie zijn, zoo
als de Kroaten. Zij zijn als nijvere bijen be
zig, om alles wat in den oorlog verloren ging
terug te winnen.
Eén ding hebben de Slowenen echter ge
meen met de overige Stiften; je wordt heel
gemakkelijke vrienden me£'?e, omdat ze zoo
open en vlot zijn. Ik had ooft al gauw weer
kennissen.
Ou«i«4e mm offerde zich op
Eén deser kennissen bleek zoon te zijn van
een boerenfamilie, die een baantje in de stad
had gezocht, omdat er voor hem op de boer
derij geen werk en plaate was en nu had
hij als oudste thuis, ruimte gemaakt voor
zijn broers en zusters.
Deze nieuwe vriend van me voelde zich
nog steeds niet recht thuis in de stad en
hij begreep daarom ook wel, waarom ik op
mijn reizen steeds weer het platteland zocht.
Hij noodigde me uit, mee te gaan naar zijn
dorp, waar een kerkelijk feestje zou zijn,
terwijl ik dan meteen ook zijn ouderlijke
boerderij kon bekijken. Ik accepteerde graag
Op den bewusten dag was het ijzig koud en
regenachtig, maar we gingen toch, eerst met
een belle-bel treintje naar Hrastnik, waar
voor 't station een broer wachtte met een
boerenwagen. Even later zaten we gedrieën
samengedrukt op het voorbankje. Broer
Koetsier imiteerde met z'n mond een claxon:
„uhwè, uhwè!" en toen hobbelden we een
drachtig doch zwijgend door 't dorp. 't Was
pas half 7 en de mist maakte het bitter koud.
Ik probeerde onder het paardedek m'n han
den en voeten te warmen en bedacht, dat ik
in Dalmatië bij 35 graden in de schaduw,
hevig naar dit alles had verlangd en dus nu
niet mocht mopperen. Juist toen we 't dorp
verlieten en een steilen bergweg insloegen,
kwam een aantal mannen met blinkend ge
poetste instrumenten naar beneden. Natuur
lijk hielden ze ons staande iedereen hield
ons staande om te vragen hoe 't in de
stad ging en of ik misschien 't meisje van
den boerenzoon was? Toen die dat ontken
de en er over uitwijdde wat voor een inte»
ressant schepsel ik eigenlijk wel was, beke
ken ze me een poosje oplettend, fluisterden
even samen, kropen in hun groote en kleine
horens en bliezen een vroege serenade voor
me, die ik met klapperende onderkaak en
een drup aan m'n kouwe neus aanhoorde,
terwijl kille slierten mist aan me vasthecht
ten. Toen 't uit was, riep Franzrl weer „uh
wè"; en hotsten verder, steeds hooger de
bergen in, waarvan door de mist niet één
was te zien.
Vroolfjk welkom.
Dol lag op 900 M. hoogte. Tenslotte kwa
men we aan ons doel, een laag wit huis met
bloeiende dahlia's rondom en potten met ge
raniums en fuchsia's in de vensternissen.
De groene deur sprong al open en daar kwa
men nog 7 broers en zussen te voorschijn,
waar achteraan de vader kwam, die knik
kende op de stoep bleef staan en z'n krom
me pijp opstak ter verwelkoming. Deze aan
komst maakte me al warm, maar we wer
den nog verder op temperatuur gebracht
met heete koffie. En terwijl ik in de warme
keuken heelemaal op streek kwam met de
gemoedelijke bergbewoners, trok de zon de
grauwe nevelsluiers op zij en 't was mooi
weer.
Naar den stal.
We gingen en bloc de boerderij rond; naar
de sta!, waar de roodbruine meikkoeien het
heele jaar staan (het jongvee gaat 's zomers
met een herder den berg op.) Boven de stal
was de hooizolder, waar tevens 't gras voor
de koeien werd gehakseld, wat electrisch
geschiedde, evenals het dorschen. Er was
een schuur met wanden van open latwerk,
waartusschen het gras en koren wordt ge
stoken om te drogen en tot slot kwamen
we in 't gebouwtje waar de appelpersen voor
de bereiding van appelwijn stonden^
Een wonderlijke kerkgang.
Toen ik alles had gezien, was 't tijd om
op weg te gaan naar den bergtop, voor het
Na de mis uit picnicken.