Een schip naar de Oost
Aq^nda
^dadinleiuaó
£en oud-^uttei aan 't uwold
Het meest indrukwekkende
Nieuwediepsche Moment
Met de 3 Dampo producten bestrijdt U alle verkoudheden
Maandag 9 Tanuari 1939
Tweede Blad
De laatste seconden
Het afscheid van den
heer Steenlage
Burgerlijke Stand van Den Helder
Langs de straat
Oog om oog en
tand om tand
De Rallyerijders
vertrokken
Een ongeluk* dat goed
afliep
Lichtstoring
De postzegels
voor het kind
Zoo juist is bij de Nederlandsche Uit
geverij te Baarn verschenen een boek
van de hand van den oud-Jutter Klaas
Smelik, getiteld „En altijd roept de
Zee met als ondertitel „Roman uit
het leven van Dorus Kijkers".
Klaas Smelik is geboren en getogen
in Den Helder. Speciaal den Ouden Hel
der, en als hij over die specifiek Nieuwe
diepsche zaken schrijft, voelt men dade
lijk dat hier een „insider" aan het woord
is.
Het is een boek over haringtrekkers,
over vertrekkende oorlogsschepen, over
blauwe zeeridders, over de marine, de
werf, de zeevaart, het strand, kortom,
een boek over alles wat echt Helders is.
In een der hoofdstukken vonden wij
door Klaas Smelik het vertrek van een
oorlogsschip naar Indië beschreven*
door ons wel eens het meest Nieuwe
diepsche moment genoemd. Hieronder
laten wij deze episode, die uitmunt door
visie en verbeeldingskracht, volgen.
De dag rijpt aan. Zij houdt Den Helder in
haar glazen tempel van licht gevangen en
legt glanzen in de oogen der menschen. De
zon groeit. Zij werd geboren ten Oosten in
het land der Friezen en is de Aarde ontwassen.
Zij kwam met rose koonen turen over den
Oostereinder en ving haar Hemelvaart aan.
Zij is schuin opgeschoven naar het h jogste
aller hoogten en nadert het Zenith. Het is
elf uur nu, Den Helder werkt. In de wijde
stilte van de zee en een rustend achterland,
ligt het stadje als een eiland van arbeid. Op
de rijkswerf hamert het rumoer van de mo
derne scheeps- en machinebouw. Op de sche
pen is 'r het luide gerucht soms van den
dagelijksehen scheepsdienst. Fluitjes van eom-
mandeuren kerven den morgen. Scheepsklok
ken bellen en tellen het uur. In de haven zak
ken vissbhersschepen af en zoeken de zee.
Een lauwe koeltje duwt hen in de schouders
Luide haringtrekkers brengen zilveren buit.
En aan de groene grenzen van de vesting,
van Zeefront tot Oostoever, van Erfprins tot
Dirks-admiraal, schalt de verre klaroen van
den militairen trompetters
Onrust
Er is vandaag onrust. Er ontbreekt vandaag
evenwicht. De rustige gang van den arbeid
is aangevreten door een nerveuze huivering.
Den Helder beeft in haar ingewanden en lijdt
aan neurose. De menschen spreken méér dan
anders. Zij praten over het groote dat hen
allen beheerscht. Er is een collectieve inte
resse voor dat ééne gebeuren. Den Helder is
de onrustigepatiënt vóór een belangrijke
amputatie. Want er gaat een oorlogsschip
naar den Oost. Een oorlogsschip dat een on
misbaar deel van het volksiichaam meeneemt.
Het wordt uit de gemeenschap gescheurd en
doet pijn aan ruim driehonderd zenuwen. Drie
honderd draden verbinden het schip met z'n
moederlichaam aan den wal. Driehonderd
zenuwen met ontelbare vertakkingen, liggen
geworteld in het lichaam des volks.
De stad rukt uit
De som van minuten wordt angstbarend
hooger. Het vertrek nadert. De commandant
is in conferentie met den vlootvoogd en ont
vangt de laatste instructie. Het schip gaat
meer leven. De equipage is langzaam aan
boord gevloeid, met looden schoenen op den
somberen tocht. Het havenhoofd wordt be
volkt. In stagen stroom is de massa komen
optrekken, langs Hoofdgracht en het Anker
park. De mannen trekken op. De jeugd rukt
aan. Vrouwen en kinderen stuwen nerveus
op naar het Hoofd, waar ze hun man en vader
een laatsten groet komen brengen. Oude
moedertjes worden opgenomen in den uit
tocht van een angstig volksdeel. Gebaarde
oud-gasten kuieren al keuvelend naar de wel
bekende haven. Zij wenschen te zien wat ze
vroeger ondergingen. Jonge vrouwen hebben
zich vrij gemaakt en komen de jongeren
aan boord nawuiven. Enkele vrouwen van
zwier lachen luidruchtig, komen ook even
kijken. Ze kijken en lachen, en wuiven overal.
De autoriteiten treden menschkundig op.
Zij kennen het leed. Zij hebben het ondergaan
toen ze nog zeegaand officier waren. Ze zien
het aan de manschappen en officieren. Ze
voelen het verleden. Zij staan Den Helder toe
tot op het laatste oogenblik het schip te be
volken. Tot het groote moment, dat de valreep
en uitbouwers inrollen. Tot de commandant
de commandobrug bestijgt en klaar voor en
achter laat maken. Tot de telegraaf rinkelt
en de bakboordsmachine zijn eerste wenteling
maakt. En langzaam het schip van de kade
wordt gezogen..,
De laatste minuten.
De laatste minuten... Zij hebben waarde als
eeuwen... Het schip siddert... Er sluipt een
nerveuze huivering door hen die moeten schei
den... Het noodlot nadert... Er blinken tranen
in verslagen oogen... Er is wilskracht gebro
ken... Reeds versleten liefdes hebben waarde
herkregen... Vrouwen liggen en snikken aan
den borst van hun man... Kinderen omringen
vaders en babbelen druk... Vader lacht... Hij
tilt de kleinste in allerhoogste hoogte, hop!,
en zet de kraaiende kleine neer... „Jij ook 's?"
...hop!, de tweede kleine zwaait in de lucht...
„En jij ouwe, jij ook 's?" vraagt vader aan
moeder... Moeder lacht zwakjes... Zij aanbidt
d^ kracht van haar stevigen man... En met
een voelt zjj de groote leegte die nu komt...
Het noodlot dat nadert. Vader lacht en tikt
moeder op de wang: „Moed houwe, ouwe...
Het moment.
De laatste minuten tellen als eeuwen... Er
wordt geweend en gelachen... Er zijn geen
rangen en - raden meer...
Het hart van den commandant ia ontroerd
en zacht, wanneer hij z'n familie kust, en als
militair hun een laatste saluut brengt...
Er gaat een schip naar den Oost!... Er is
eenheid onder de scheidende zonen van een
Imperialistisch volk... De laatste minuten
tellen- als eeuwen... Er wordt geweend en ge
lachen... En steeds minder wordt er gespro
ken...
Want er zijn geen woorden voor het Groote
dat nu gaat komen...
„Voorspring los!"
Er gaat een schip naar den Oost! Klaarma
ken voor en achter! „Stand bij" in de machi
nekamers! Burgers vén-, manschappen éan
boord. Valreep in! Uithouwers in! Voorspring
los! Bakboordsmachine langzaam vooruit! Let
op die spring achter! Stuurboordsmachine
langzaam vooruit!
In feite is de reis dan reeds begonnen. Het
schip zuigt weg van de kade. Het legt de eer
ste meters af van den eindeloozen zeeweg naar
de Indische wateren.
Op hoofd en steiger ziet Den Helder toe.
Familie, vrienden en bekenden. Er sluipt een
huivering van ontroering door de menigte,
wanneer water zichtbaar wordt tusschen schip
en wal. Dét is het begin van het groote einde.
Dit is de eerste afstand, die gelegd wordt
tusschen de vertrekkenden en zij die achter
blijven. Dit is 't eerste verbreken van het con
tact.
De menigte poogt het vast te houden. Zij
roept en wuift. Men roept nog gedag en zoekt
de levende warmte van een bekende stem te
onderkennen. Men roept en wuift met tevoren
besproken geluiden en kleuren. Men voert een
wanhopigen strijd met den al grooter wor
denden afstand. Men wil niet loslaten dat wat
warm en lief is.
Aan boord hangt de bemanning over de ver
schansing. Zij staat op tent- en sloependek, en
klemt zich in het want. Eenzame figuren
staan opgesteld op tevoren besproken, stille
plaatsen. Ze weten, dat zij daar door gretige
oogen nog gezocht zullen worden, wanneer
anderen in de massa zijn vervaagd. Men wil
hebben en houden, dat warm en zoo lief was.
Statig schuift het stalen geweld door de
haven. Machines op langzaam. Op de schepen
langs de kaden gieren de commandofluiten:
haal neer de vlag! Men groet het vertrekkende
schip, dat op de groote baan ligt naar het
verre Insulinde. Het is een in eeuwen geboren
groet, en blijk dat men schip en bemanning
kracht toewenscht.
Maar D'èn Helder laat het schip niet los. De
menigte ligt uiteengetrokken. Zij volgt het
schip zoolang het in de haven is. Zij loopt met
hijgenden pas en poogt het bij te houden. Ster
ken en gehaasten ijlen vooruit. Zij gaan zich
posteeren op het uiterste einde van het hoofd,
bij den uitgang der haven, waar ze nog zullen
staan en wuiven, wanneer het schip reeds over
bakboord gezwaaid ligt.
Neen...! Den Helder laat het schip niet los.
Daar staat Den Helder, op het uiterste puntje
van de haven, geschaard om de Marine-staf-
muziek. En daar komt het schip. De blanke
macht van z'n gepantserde huid lacht over
moedig in het zonlicht. De geschuttorens zien
dreigend vooruit. Als een denkend brein ligt
de commandobrug midden over het blanke
monster. En fier vloeiend in den blonden
morgen, stroomen de kleuren van Nederland's
vlag.
Hoera!!!"
Een eenzame stem klinkt op, doch wordt
gesmoord in collectief zwijgen. Het is nog te
vroeg. De gevoelens der massa kolken nog in
onbestemde richtingen. Er is nog de weemoed
van het groote afscheid. Er gaapt nog de
toomlooze leegte van de jaren die komen. Er
is nog het knagen door huilend verdriet. Het
individu weent nog. Maar een collectieve trots
is bezig te groeien! Het schip! Z'n vuurmon
den! De krijgsmacht aan dek! De uniformen,
de commando's! De Nederlandsche vlag!
Hoera!!!
Déér komt het schip. Déér drijft het aan.
Daar dreigen de vuurmonden. Dóór fonkelen
de uniformen. Daar klinken de gillende
scheepscommando's. Dóór komt de macht.
Daar komt het geweld. Déér komt de krijgs
macht van een volk aandrijven. De menigte
jubelt woordloos en weent.
Even lijkt het gepantserde monster stil te
liggen en de menigte aan te zien. Z'n gelaat
is ernstig en streng. Het schijnt de massa iets
te willen zeggen en dwingt hen tot eerbiedige
stilte...
Stilte...
Roerlooze stilte over het Nieuwediep...
Het schip wacht...
De massa wacht...
Er is ernst en eerbied...
Verbondenheid en liefde...
Er is een diepe, eerbiedige stilte...
Een eenzame gestalte maakt zich uit de
roerloosheid los...
Hij kuischt het koper van z'n mondstuk...
Hij licht den arm en steekt de trompet...
Zwaar weegt hem de plechtigheid van het
moment...
Ta té té taaaaaaaaaaaaaaa!
De maritieme trompetter heeft het over de
haven geroepen: het volkslied gaat komen!
Er rilt een plechtige ontroering door de
massa. Men richt zich op. Leed en trots stimu-
leeren de verbondenheid. De bemanning groet
stram het oude Wilhelmus. Op de commando
brug maken de officieren eerbiedig front. De
melodie zwelt aan en roert in bewogen gemoe
deren. De menigte is in plechtige extase. Er
is huivring achter gesloten monden. Er zijn
onzichtbare en zichtbare tranen. Er is de ge-
roerdheid van een aangedaan volk. Er trillen
de lippen. Er openen zich monden. Er zijn al
aarzelend zingenden. En het schip schuift uit.
Beheerscht, stram en eerbiedig. Een militair
saluut aan het achterblijvend vaderland..,
Zaterdagmiddag tusschen 4 en 5 uur is in
de bovenzaal van het „Kegelhuis" gelegenheid
geweest om afscheid te nemen van den heer
Steenlage.
En ondanks de kou en het mieserige regentje
zijn er velen geweest, die den gewaardeerden
makker, dit is n.1. duidelijk naar voren ge
komen uit de hartelijke woorden die zijn ge
sproken, de hand wilden drukken en hem het
beste wenschten in zijn nieuwen werkkring.
Door ziekte van den heer Kraak, den voor
zitter van den Helderschen Bestuurders Bond,
nam de heer Helder, de waarnemend voor
zitter, het woord.
Hij memoreerde de Wijze van werken van
den heer Steenlage. Rustig, zonder aan den
weg te timmeren, maar met een energie, die
respect afdwong, was hij de spil waar het ge
heel om draaide. Geen moeite was hem te veel
en in de vijf jaren, dat hij de functie van
secretaris verrichtte, is het den H.B.B. goed
gegaan. Ook uit een brief van den afwezigen
voorzitter, den heer Kraak, kwam naar voren,
dat hier een secretaris vertrok, die niet licht
vervangen zou kunnen worden.
Het hoofdbestuur had echter gemeend, dat
een dergelijke kracht nog beter werk voor de
vakvereenigingen zou kunnen doen en men
gunde hem dan ook van harte zijn benoeming
tot lid van het hoofdbestuur van den schilders-
gezellenbond. Zoo zonder meer wilde men ech
ter geen afscheid van hem nemen, zei de heer
Helder, maar het was den algemeenen wensch
geweest om hem een stoffelijk blijk van waar
deering mee te geven. Met eenige geestige
woorden werd den heer Steenlage dan een
keurig armbandhorloge aangeboden.
Voor de partijafdeeling en de raadsfractie
nam de heer Smith, door uitstedigheid van den
heer v. d. Vaart, het woord. Zijn hartelijke,
welgemeende woorden gingen vergezeld van
twee fraaie boeken.
„Kees, het ga je goed," zoo luidde de
wensch van den voorzitter van de VARA, na
een kort toespraakje. Ook hij bood twee boe
ken aan.
Vervolgens werd het woord genomen door
den oud-secretaris van het H.B.B., den heer
Boogaard en tenslotte door den heer van der
Mast, namens het Instituut voor Arbeiders
ontwikkeling.
Buiten zijn functie van secretaris van den
H.B.B. was de heer Steenlage tevens Raads
lid, bestuurslid van de Vara, bestuurslid van
het Iva, secretaris van de Venta (Vereeniging
tot stichting van een tehuis voor de arbeiders
beweging), secretaris van het districtsbureau
voor arbeidsrecht en voorzitter van de schil-
dersafdeeling.
In een kort woord dankte de heer Steenlage
voor de hartelijke woorden, die gesproken
waren. Ondanks het feit, dat het niet altijd
koek en ei was geweest, had men toch altijd
weer den juisten toon gevonden. Het speet
hem meer dan hij zeggen kon, dat hij de
Heldersche afdeeling ging verlaten, maar hij
hoopte in het belang van de vakvereeniging
nog vele jaren zijn krachten, te geven.
Onder het genot van een kopje thee bleef
men hierna nog eenigen tijd gezellig bijeen.
BEVALLEN: C. H. J. BethlehemGregoire,
d. G. de WitOreel, z. H. de MoedGroen, z.
PROEFVLUCHT MET DE EERSTE AMERIKAANSCHE BOMMENWERPERBESTEMD
VOOR ENGELANDS LUCHTMACHT
Voor millioenen heeft de Engelsche Regeering bommenwerpers in Amerika besteld. De eerste
proefserie is thans gereedgekomenwaarvan men er op de foto een ziet
zoowel bij Uzelf als bij Uw kinderen. Dampo-verkoudheids-balsem, hiermede 'savonds keel, borst en rug inwrijven, dit lucht open 'smorgens
is Uw verkoudheid weer verdwenen. Pot 50. Tube 40. Doos 30 ct. Dampo-bonbons bij schorheid, pijnlijke keel en hoest. Doos 25 ct.
Dampo-neusdruppels bij neus-catarrh en verstoptheid in het hoofd. Flacon met druppelspuitje 60 ct. Uw waarborg't Komt van Mijnhardt!
Ha, wat heb ik een toer tegen dien gewel
digen sneeuwstorm op te tornen, naar voren
gebogen loop ik langs de Keizersgracht en
bagger door de sneeuw die al aaraig hoog ligt.
De vlokken jagen langs mij heen, tippen tegen
mijn oogleden die zich haast sluiten tegen het
geweld van de sneeuwjacht. Zoo heelemaal dik
wit besneeuwd lijk ik wel een mannetje uit den
ijstijd. Als ik toch als onverbeterlijk natuur
liefhebber af en toe eens opkijk naar de prach
tig besneeuwde boomtakken zie ik tegen den
lichten hemel de heerscharen grijzige vlokken
in dichte legioenen aanwaaien. Daartusschen
met den kop in den wind vliegen gestadig
wiegend tientallen meeuwen. Met ernstige
doorzetting richten zij zich, gedurig schomme
lend, zwevend en laveerend tegen den sneeuw
storm in. Schijnbaar zonder belangstelling voor
wat op de uitgestrekte witte wollen deken
onder hen gebeurt, trotseeren die kleine hooge
stukjes leven, het woeden der hen bedreigende
natuurelementen.
Links van mij knarst een deurkruk. Een deur
wordt geopend en een aardig oud moedertje
stapt naar buiten. Recht op den waterkant af.
Voor zich uit, als een presenteerblad, draagt ze
een etensbord met wat etensresten en aan
dobbelsteentjes gesneden brood. Als ze zoo
vlak voor mij langs schuifelt op haar toffel-
tjes richt zij haar vriendelijk gelaat omhoog
naar haar gevleugelde vrienden. Tik, tik, tik,
tik, tik, klikt ze met haar vork op den bord-
rand.
Onwillekeurig doet ze mij denken aan Fran-
ciscus van Assisi en aan zijn moeder. Het „be
grepen teeken" klinkt van den hemel. Reeds
hebben de hongerige meeuwen „juffrouw van
Assissi" ontdekt, maar ook, dat voor hen het
voornaamste is, het meeuwen-diner op het bord
Schreeuwend, gierend en juichend komen ze
nader. Eerst bewegei. ze heftig in alle richtin
gen, roepen vogelvrienden en gevederde familie
leden naderbij. Onderwijl dat nu de juffrouw
intensief bezig is al haar heerlijkheden van het
bordje te schuiven, verschijnt heel stil een
poezekop boven den drempel van de deur.
Rrrrtsch vliegt reeds een lange lage poezen
schaduw schuin naar den waterkant, achter
een volgenden boom.
„Juffrouw van Assisi" draait zich om; ze
heeft haar offer gebracht aan de vogelen des
hemels en haast zich dan weer geruischloos
haar warme donkere gangholletje binnen.
Van alle kanten schieten ze neer. Steeds
meer soortgenooten komen aangesneld kleine
kapmeeuwén, gestipte nog jonge zeemeeuwen
ook een paar geweldenaars van mantelmeeu
wen vallen in heftigen aanval op de goede
gaven aan.
Een oorverdoovend geschreeuw en gekrijsch
vervult de lucht.
In een ommezien is haast alles wegge-
schrokt en weggegraaid. Dan... totaal onver
hoeds... vliegt een zwarte schaduw van achter
den boom midden in de groep schreeuwende
hongerwolven
't Is zoowaar de kat van zooeven. Als een
tijger springt het beest boven op de grootste
mantelmeeuw.
Een geweldig gekrijsch breekt los! Hoe zal
dat afloopen? Daar verheft zich al vechtend
de groote meeuw met poes en al de lucht in,
één, twee meter. Dan zakt het moorddadig
vechtend tweetal weer. Maar eensklaps is aller
solidariteitsgevoel ontwaakt. In een onstuimige
aanval werpt zich de heele meeuwenhorde op
degeen die hen bedreigt! Met zeldzame woede
en heftigheid steken, scheuren en haken dertig,
veertig snavels in het kattenlijf. De kat krijgt
zelfs geen tijd meer van den aanval tot de ver
dediging over te gaan. In weinige seconden is
zijn lot beslist. Uit elkaar gereten, dood, wordt
zijn overblijfsel heen en weer geschud! En als
eindelijk de laatste slierten mee de lucht in
genomen worden, staan we versteld en ontzet
en moeten we erkennen, dat wanneer de vrede
al niet bij de menschen gevonden wordt, de
dieren nog onder dezelfde geweldsvloek staan.
Neen, het Duizendjarig Vrederijk is er nog
niet!
Wanneer zal het komen?
Onder belangstelling van heel wat sportieve
stadgenooten is het duo Kruitv. Kampen
vanmorgen om half tien uit de Koningstraat
vertrokken. Het begin was nogal opwekkend,
omdat de grauwheid van de laatste dagen had
plaats gemaakt voor een helderen hemel en
de zon zelfs vriendelijk scheen. De heeren
waren optimistisch gestemd. Onder de aan
wezigen was de meening verdeeld. Er waren
er evenveel, die er van overtuigd waren, dat
ze het halen zouden als pessimisten, die aan
een stranding geloofden zelfs voordat Tallinn
bereikt zou zijn.
Wij blijven hoopvol gestemd, al zullen de
moeilijkheden ook niet gering zijn. De ont
zaggelijke massa's sneeuw zullen het de Monte
Carlo-rijders niet gemakkelijk maken.
Zaterdagmorgen om ongeveer 10 uur reed
een vrachtwagen door de Koningstraat, ge
laden met een paar groote, honderden kilo's
zware ijzeren platen, bestemd voor de Marine
werf. Door de gladheid van den weg, gleed de
wagen naar de trottoirkant en vielen de ijzeren
platen er met donderend geweld op het trottoir
vlak voor ons kantoor. Eeij hond van den
vrachtrijder werd door~ëen der platen op zijn
poot getroffen, waardoor deze ernstig ver
wond werd. Door den dierenarts werd het dier
behandeld.
De wagenbestuurder, Mieldijk, bezeerde zich
licht, doch overigens liep dit ongeluk wonder
goed af en het mag wel een groot geluk heeten
dat er op dat oogenblik niemand op het trottoir
liep.
Zaterdag ontstond een lichtstoring in de
Spoorstraat, tusschen het station en de Bree-
waterstraat. Het personeel van het G.E.B. is
bijna den geheelen Zondag in de weer ge
weest, om de oorzaak daarvan te ontdek
ken. Zondagmiddag om pl.m. 4 uur vond men
het euvel en kon het verhelpen, zoodat de
bewoners Zondagavond weer licht hadden en
het personeel, met z'n hoofdopzichter, een ver
loren Zondag boekten, althans verloren voor
hun gezin. Ook op den Nieuwjaarsdag was
men den geheelen dag bezig geweest naar
een storing te zoeken. Wat de. oorzaak van
deze storingen is, weet men niet. De mogelijk
heid is niet buitengesloten, dat de vorst er
aan debet is, al betwijfelt men dit ook weer,
omdat de kabels te diep liggen en het daar
voor niet lang genoeg gevroren heeft.
Wij laten hieronder de gedeeltelijke uitslag
volgen van den verkoop Weldadigheidszegels
en Briefkaarten 19381939, door het Plaat
selijke Comité Den Helder.
Brievenbestellers 2.070.69
Stand Postkantoor 987.07
Dames 347.27
Marine-Instellingen 84.17
Vroom Dreesmann 68.60
R.K. Mil. Tehuis Stella Maris 25.51
Boekhandel Schreuder 19.96
Totaal 3.603.27
Van de Vereeniging van Personeel in
's Rijksdienst te Den Helder, „Onderling
Belang", werd een gift van 100.ontvan
gen, waarvoor het comité zijn hartelijken
dank betuigt.
Aan alle medewerkers brengt het Comité op
deze wijze zijn dank over voor de verleende
hulp, daar het haar onmogelijk is, dit aan
ieder persoonlijk te doen.
Natuurhistorisch Museum, 2e Vroonstraat,
lederen Woensdag van 35 uur.
lederen Zaterdag van 710 uur.
Bovendien de eerste Zondag van elke maand
van 35 uur en de eerste Woensdag van
810 uur.
Westgracht 80: Tentoonstelling Historisch
Genootschap „De Kop van Noord Holland".
Eiken werkdag van 710 uur.
Zaterdags van 35 uur en van 710 uur,
Aquarium Zoöl. Station. Voor het publiek
geopend: dagelijks van 912 en van 13.30
BIOSCOPEN:
Tivoli-theater, Spoorstraat, half 8:
„Vier mannen en één gelofte" en „Bokser
tegen wil en dank".
RialtoSpoorstraat half 8:
„Mannequin".
Witte-Bioscoop, Koningstraat, half 8:
„De Gentleman-Vagebond" en „De Duivel
aan 't stuur".
Heden:
Casino, 8.15 uur: Cabaret-avond.
Musis Sacrum: Feestavond ter gelegenheid
125-jarig bestaan Reg. Kustartillerie.
Opgenomen om 8 uur hedenmorgen.
Barometerstand Den Helder 7.55.2
Temperatuur lucht 5.7
Wind: richting Z.Z.W., kracht 7
Licht op: 4.37 u.
Benoemd als onderwijzer aan de O. L.
School te Heemstede, onze vroegere stad
genoot H. Kiljan, thans tijdelijk werkzaam
aldaar.