Xaê- ttomt!
't HOEKJE
OUDERS
Oekraine, de staat tusschen
hamer en aambeeld
van 1939?
De Oekraiensche kwestie ,,het:' probleem
Hulpvaardigheid en hoe
deze te betrachten
VOOR DE
Brieven aan een jong ouderpaar
iii.
Laten wij het maar eerlijk bekennen:
voor velen is Oekraine niet veel meer dan
een naam, Wij weten waar het ligt, maar
daarmede houdt de kennis van dit land ge
woonlijk op. De politieke en economische
omstandigheden hebben ertoe geleid dat
het probleem der Oekraiensche vrijheid in
het brandpunt der belangstelling is komen
te staan.
Tusschen hamer en aambeeld.
De Oekraine, het departement, zooals het
thans ressorteert onder de Sovjet-Unie, be
slaat een grooter oppervlakte dan Frank
rijk, met een bevolking van meer dan veer
tig millioen inwoners, waarvan ruim dertig
millioen geboren Oekrainers. Een merk
waardig scherpe scheiding bestaat tusschen
de Oekraiensche bevolking en de naaste
omgeving. Deze scheidingslijn wordt ge
accentueerd door ethnografische en geogra
fische verschillen. Reeds daaruit zou men
den eigen geest jran het Oekraiensche volk
mogen afleiden. Gaat men langs de grens
van dezen bij Rusland ingelijfden staat, dan
valt die scheiding zelfs den oppervlakki-
gen beschouwer in het oog.
Links huizen en dorpen in Russischen
stijl, rechts de dorpen in den Oekraien-
schen stijl, die geheel van den Russischen
verschilt. En zoo is het met alles gesteld,
met de kleeding, met de zeden en gebrui
ken van het land.
Oekraine, de schildwacht van
Europa.
Van ouds heeft de Oekraine een soort
van schildwachtfunctie vervuld. Het stond
op post om Europa te behoeden voor een
inval der Tartaren. Door alle eeuwen heen
is het dientengevolge een strijdperk voor
verschillende volkeren geweest. De Aziati
sche volksstammen, die Europa wilden bin
nendringen, kwamen door de Oekraine.
Daardoor heeft het land een zeer bewogen
geschiedenis gehad; men had met dikwijls
onoverkomelijke moeilijkheden te kampen
bij den opbouw van den staat. Desniette
genstaande slaagde het Oekraiensche volk
er tot drie maal toe »ir een zelfstandige
staat te stichten.
De rijkdom van het land een
zegen en een vloek
Het zou voor de Oekrainers misschien
beter zijn geweest, als het een dor en on
vruchtbaar land was. Het is juist de natuur
lijke gesteldheid, die dit gebied zoo aan
trekkelijk en belangrijk maakt. De econo
mische en geografische voorwaarden zijn
bijzonder gunstig. Niet zonder reden wordt
de Oekraine, die behoort tot het gebied der
beroemde .zwarte aarde", beschouwd als
een der voorraadschuren van Europa.
Doch er is nog meer, waardoor de Oekrai
ne een begeerenswaardig bezit vormt. Het
is in de eerste plaats een belangrijk kolen-
gebied. Bovendien bevat de bodem groote
hoeveelheden ertsen, mangaan, ijzer, koper
en nog verschillende andere delfstoffen.
Dit alles verklaart de belangstelling, die
verschillende mogendheden tegenwoordig
aan den dag leggen en ook vroeger aan den
dag gelegd hebben. Dit zou men de keer
zijde der medaille kunnen noemen.
Van leven en sterven in de
Oekraine.
De folklore kan ons vaak een beter be
grip bijbrengen van den geest die heerscht
in een vreemd land. De Russische mentali
teit en in het bijzonder de Oekraiensche,
is voor ons Westerlingen dikwijls een ge
sloten boek. Nu het Oekraiensche vraag
stuk in het middelpunt der belangstelling
staat, kan het van belang zjjn een en an
der over de zeden en gebruiken mede te
deelen.
Reeds bij de geboorte houdt men er voor
Herder op weg naar zijn hut in de bergen.
ons gevoel wonderlijke gebruiken op na.
De bevalling moet bij voorkeur in een on
bewoonde ruimte geschieden. Voor kinde
ren, die tijdens den oogst op het land zijn
geboren, heeft men zelfs een bij zonderen
naam: „roggekindertjes". In normale om
standigheden heeft de bevalling plaats in
een badkamer of in den veestal. Wil het
niet vlotten, dan moet de kraamvrouw drie
maal om een tafel loopen, over een bezem
springen en over haar man heenstappen,
die bij deze gelegenheid plat op den grond
moet gaan liggen. Ook moet zij wel in een
leege flesch blazen, of zich zelfs met de
handen aan een touw optrekken. In het
ergste geval wordt zij zelfs aan de beenen
opgehangen. Onze doktoren zullen zich ze
ker weinig kunnen vereenigen met derge
lijke barbaarsche methoden.
Wanneer het kind eenmaal geboren is,
komen de mannen en hullen het wiegje in
een zware rookwolk om het jonge leven te
bewaren voor booze geesten. Ook voor de
moeder wordt gezorgd; onder haar hoofd
kussen legt men een mes, terwijl zij te
vens drie aan elkaar gekleefde en gewijde
kaarsen ontvangt. Al deze gebruiken staan
in het teeken van de duivelbezwering. Zoo
werpt men dikwijls aan een kruisweg wat
kolen, een paar stukjes leem uit den oven
en wat brood en zout neer, met de woor
den: „Nu hebt gij duivel, wat gij begeert".
Om de kinderziekten af te weren, neemt
de vroedvrouw kort na de geboorte het
naakte kind op en draagt het om het bad
huisje heen, onder het prevelen van too-
verformules.
Is het kind eenmaal gedoopt, dan knipt
men het eenige haren af, die in was ge
kneed worden en vervolgens in het bek
ken geworpen.
Een bruiloft met hindernissen.
Hier wordt nog de traditie hooggehouden
van den bruidroof. Wanneer de bruidegom
Kaartje van de Oekraine. Elk wit poppetje stelt voor één millioen geboren Oekraie-
ners, elk zwart poppetje één millioen minderheden.
zijn bruid komt halen, vindt hij duizend en
een moeilijkheden op zijn weg. Met balken
en palen is de weg versperd èn wil hij met
zijn familieleden en vrienden passeeren,
dan moet hij of losgeld betalen of tractee-
ren op brandewijn. Wanneer de bruidegom
eindelijk is doorgedrongen tót 't huis van de
bruid, vindt hij dit gesloten;, een troep jon
ge mannen, gewapend met stokken, houdt
de wacht. Opnieuw volgen onderhandelin
gen, ditmaal met de schoonmoeder. Zij
biedt haar aanstaanden schoonzoon een
kom water aan. De laatste doet alsof hij
hiervan drinken wil, maar werpt plotseling
de kom weg en rent door dé geopende
deur naar binnen om zijn bruid te halen.
Ook hier moeten dikwijls nog vele hinder
palen overwonnen worden.
Wanneer eindelijk, laat in den avond de
jongeman zijn vrouw met zich meevoert,
legt de moeder aan de voeten van haar
dochter een zwarte kip neer met samenge
bonden pooten. Bij het binnengaan van
haar nieuwe woning stelt de jonge vrouw
de kip weer in vrijheid. Men ziet het wordt
den Oekraienschen jongeling niet gemak
kelijk gemaakt!
Eigenaardige gebruiken bij
het sterven.
Wij zagen reeds dat geboorten en huwe
lijk gepaard gaan met vele voor ons eigen
aardige gebruiken; ook aan een sterfbed is
dit het geval. Wanneer men ziet, dat een
zieke gaat sterven, zet men een kuip water
bij zijn bed. Ondertusschen wordt ook het
raam een weinig opengezet en han|t men
over het kozijn een doek naar buiten. In
ieder geval zorgt men er voor, dat de ster
vende op stroo ligt, wanneer hij den laat-
sten adem uitblaast; immers elk veertje
van een kussen zou den stervenden pijn
kunnen doen. Wanneer de doodstrijd lang
aanhoudt over het algemeen geen gun
stig teeken wat betreft den levenswandel
van den stervende verwijdert men een
gedeelte van het dak. Dan toch zal de ziel
zich gemakkelijker kunnen losmaken en
haar weg naar buiten vinden.
Zijn de laatste oogenblikken aangebro
ken, dan drukt men den stervende een ge
wijde kaars in de handen. Is de dood in
getreden, dan worden kleine muntstukken
Jonge vrouw der Huzulen in haar
schilderachtige kleedij,
op de oogen gelegd, want het bijgeloof wil,
dat de gestorvene door met één oog naar
de levenden te kijken, deze met zich mee
in het graf zou kunnen sleuren.
Wanneer een ongetrouwd gebleven meis
je sterft, hult men haar in een feestelijk
gewaad, want voor haar is de dood als een
huwelijk en haar geheele begrafenis staat
dan ook in het teeken daarvan. Soms moet
een der vrijgezellen uit de omgeving bij de
uitvaart fungeeren als haar bruidegom; ook
hij is gestoken in het voor die gelegenheid
passend gewaad.
Den doode geeft men in zijn kist van al
les mee, brood, zout, boter; de mannen
gaan meestal niet zonder een flesch bran
dewijn het hiernamaals in. Eenige munt
stukken, gewikkeld in een doekje, worden
den doode meegegeven bij wijze van veer
geld voor het overvaren van den stroom,
die het rijk der levenden van dat der doo-
den scheidt. Sterft een kind, dan krijgt het
zijn spèelgoed mede, een ambachtsman gaat
met enkele van zijn gereedschappen de
eeuwigheid in; een vroedvrouw krijgt een
stok mee in haar kist om zich in het hier
namaals te kunnen verdedigen tegen de
kinderen, bij wier geboorte zij heeft gehol
pen. Afgeknipte nagels krijgt men altijd
mede, voor het geval men in het leven na
den dood bergen moet beklimmen.
De verbondenheid met het land en om
geving komt bij de uitvaart o.a. hierdoor
tot uitdrukking, dat men het vee even uit
de stallen laat om afscheid te nemen van
den baas. Bij het uitdragen neemt men nog
verschillende voorzorgsmaatregelen in
acht. De doode wordt met de voeten naar
voren het huis uitgedragen, dit om te ver
hinderen, dat hij den weg terug zal vin
den. Dikwijls stoot men de kist driemaal
tegen den drempel Op deze wijze kan de
gestorvene een laatste afscheid nemen van
het huis waar hij gewoond heeft.
Merkwaardig is tenslotte nog de 26ste
October, de dag, die gewijd is aan de doo-
den. Dien dag worden voor de overledene
schotels neergezet. De pannekoeken werpt
men onder tafel; en voordat de disch wordt
afgeruimd brengt men alle soorten spijzen
en dranken naar het kerkhof.
Uit het bovenstaande blijkt wel dat bij
het volk der Oekrainers nog gebruiken in
zwang zijn, die men in het Westen nog
slechts terugvindt in sagen en oude spro
ken. Maar in de Oekraine leven deze naie-
ve gebruiken nog voort; zij zijn in zekeren
zin een spiegel van het volk, dat deze tra
dities in eere houdt.
Bijna iedereen wil graag op de een of
andere manier het zijne er toe bijdragen om
een zonnestraal van vriendelijkheid door de
schaduwen van het dagelijksch ieven te la
ten breken. Maar dikwijls is men het niet
met zichzelf eens, over de manier waarop
men dit het beste zou kunnen doen. Er zijn
maar weinig menscher, die voldoende be
grip van den menschelijken geest hebben,
om in den waren zin van het woord anderen
te kunnen helpen, op de manier die ieder
in zijn eigen geval het meeste noodig heeft.
Onder de millionnaris, die aan het hoofd
staan van verschillende groote Amerikaan-
sche handelsondernemingen vinden we er
verscheidene, die op een geheel nieuwe en
min of meer wetenschappelijke manier hun
begrippen omtreent menschlievendheid in
practijk brengen. Iedere geestelijke, leider,
en ieder ander, die geregeld op financieel of
ander gebied het zijnt tot liefdadige doel
einden bijdraagt, moest hun philantropie eens
grondig bestudeeren. Een van hun hoofd
principes is: handelen en snel handelen,
geen eindelooze besprekingen die tot weinig
of geen practisch resultaat leiden. Hun
ideeën zijn niet onderhevig aan ieders per
soonlijke opvatting, maar zijn het resultaat
van langdurige en grondige onderzoekingen.
Een van onze Amerikaansche relaties heeft
aldaar eenige van de grootste handelsinstel
lingen ter wereld bezichtigd, en is in de ge
legenheid geweest om de basis van de ver
schillende organisatie-: te leeren kennen en
bewonderen. Hij was, dank zij de welwil
lendheid der betreffende directies, in de ge
legenheid om o.a. te bezichtigen: de enorme
fabrieken van Henry Ford, de- uitgestrekte
staal-bedrijven van de U. S. Steel Corpora
tion en de National Cash Register Cy.
De directies van deze en van de meeste
dergelijke instellingen zijn theoretisch en
practisch menschlievend, hoe zuiver „za
kelijk" de indruk ook moge zijn, die zij op
den buitenstaander mfken.
Ze zijn op een verstandige manier gul
voor hun personeel en streng, maar strikt
rechtvaardig. Niemanu krijgt ooit een hard
woord wanneer buiten zijn schuld en onder
deel, dat hij juist onderhanden heeft, be
schadigd wordt, onverschillig hoe groot
die schade ook moge zijn. En er wordt door
de Directie scherp op gelet, wie van hun
reusachtig personeel promotie of opslag
verdient, niet alleen wegens schrander
heid of buitengewone prestaties, maar ook
moreel.
Zoodat er voor iemand, die middelmatige
qualiteiten bezit, maar eerlijk is en zijn
best doet, een behoorlijk bestaan verze
kerd is.
Helpen, werkelijk helpen is: de kunst om
eerzucht, genegenheid en samenwerking te
bevorderen.
Met iemand sympathiseeren is niet vol
doende, integendeel, er kan zelfs een ver
slappenden invloed uitgaan van op onver
standige wijze geuite sympathie. Liefdadig
zijn is niet altijd verdienstelijk en de werke
lijk liefdadigen zal men nimmer hooren
zeggen dat ze zooveel voor liefdadigneid ge
voelen. Gedienst,g zyn komt met altijd voo-t
u-i vriendelijkheid, het kan een gewoonu
zijn.
Werkelijk nuttige vriendelijkheid moet
samengaan met gezond verstand en eenige
menschenkennis, wil men iets bereiken.
Wij laten eenige voorbeelden volgen:
Men helpt een gebrekkige die men op
straat ziet het best, door vooral niet mede
lijdend of intens naar hem te kijken. Dat is
negatief. Positief kan men zoo iemand het
best helpen ,door eens te bedenken, wat voor
soort betrekking hij met zijn gebrek het
beste zou kunnen waarnemen en dan te
trachten, een dergelijke betrekking voor hem
te vinden. Men helpt een zieke het meest,
door hem in te lichten, omtrent middelen om
spoedig te genezen. Men raadplege bij
eenigszins ernstige verschijnselen den dokter
doch vergete niet, dat een rustig opgewekt
•gesprek het moreel van den patiënt zeer ten
goede komt, en dat geen zieke kan gene-
zijn zoolang zijn moreel niet meewerkt.
Arme menschen helpt men het beste door
hen aan te wijzen, hoe en waar zij geld kun
nen verdienen. Men kar hen, om hen weer op
dreef te helpen, wat geld geven, maar op den
duur helpt men zulke menschen door geven
van den wal in de sloot, daar men hen steeds
afhankelijker maakt.
Een ondergeschikte helpt men, door hem in
een gezonde omgeving met prima gereed
schap te laten werken. Oude menschen kan
men helpen, door zich .n de psychologie van
den ouderdom in te denken.
Hun bezwaren zijn meerendeels veeleer
psychisch, dan physiek. Ze lijden b.v. veel
meer door het idee, dat ze afgedaan hebben
en voor de jongere generatie van geenerlei
belang meer zijn, dan door stramme knieën
en rugpijn. Wie dus vriendelijk voor ouden
van dagen wil zy'n doet een weldaad door
eens een r-ustig en lang gesprek met hen te
voeren, en hun oordeel over een en ander te
vragen, waardoor ze het idee krijgen, dat de
jongeren nog wel degelijk graag in hun
gezelschap zijn en aan hun oordeel hechten.
Onzen naasten helpe wij het best, door hem
niet met onze bezwaren of met schandaal
tjes te vervelen, door onze poes of onze
kippen uit zijn tuin te houden en hem in
niets onze eigen meening op te dringen.
Het is een eigenaardige waarheid, dat wij
dikwijls heel wat meer goed kunnen doen,
door dingen na te laten, dan door z- te doen.
Als wij eenige van onze vervelende gewoon
ten, b.v. bemoeizucht en nieuwsgierig
heid, wilden trachten af te leeren, zouden
velen uit onze omgeving daarmede gebaat
zijn.
Om iemand te helpen moeten wjj bedenken
wat hem in zijn bijzonder geval, van nut zou
kunnen zijn. Men moet er de kunst voor
verstaan zich in alle opzichten in de situatie
van een ander in te deken. Wie dat geleerd
heeft en van goeden wil bezield is, zal on
noemelijk veel goed kunnen doen.
Dr. JOS DE COCK.
Beste luidjes!
En nu de klachten?
'k Had het wel gedacht: Pa krijgt de
schuld. Die verwent zjjn jongen en Ma
maatje staat er machteloos tegenover.
Misschien verwent Mamaatje hem als Pa
naar zijn werk is?
Ik geloof, dat jullie beiden elkaar niets te
verwjjten zult hebben.
Maar hoe onbegrijpelijk ik het overigens
vind, dat jullie den kleinen jongen verwent,
moet ik er toch op wijzen, dat je de voor
zichtigheid moet betrachten.
Kijk eens, het gaat toch niet aan, dat de
kleine tyran jullie twee en meer malen per
nacht uit den slaap haalt met zijn gehuil. Je
moet hem heusch eens laten liggen. Laat
hem maar een flink uithuilen en jengelen. Als
3ijj geen natten luier heeft, geprikt wordt
door ^en speld, of een of andere reden tot
huilen heeft, moet je je eens een nacht flink
houden. Hij zal zijn lieve onhebbelijkheidje
gauw afgedaan zijn! Als jullie door blijven
gaan, met hem bij iedere huilbui terstond in
je armen te nemen en te wiegen, zal hij na
korten tijd je heelemaal tyranniseeren.
Steek *r bijtijds een stokje voor, beste
luidjes!
Het is ook in het belang van je jongen,
denk daar wel aan. Maar nu wat anders.
Ken jullie dat mooie boekje van Dr. Johan
van der Spek, „Moeilijkheden bij de opvoe
ding onzer kinderen?"
Niet.? Nou dan moet 'e dit werkje eens
aanschaffen. De prijs zal geen beletsel zijn.
het kost slechts vijftig cent naar ik meen en
het is in lederen boekhandel te verkrijgen.
Het is een verbazend aardig werkje. Een
voudig, onopgesmukt en juist iets voor jonge
ouders. Ik heb het boekje met zeer veel aan
dacht doorgewerkt en ik kan het je van
harte aanbevelen.
Ik zal er eens enkele aanhalingen uit doen.
Zoo zegt hij bijv.:
„Opvoeden tot menscher n.aken.
Dat kan in dit verband allerlei beteekenen
Het kan beteekenen leeren verzaken van elk
egoïsme, van alle zelfzucht en het kweeken
van een volkomen belangeloos altruisme,
naastenliefde. Het kon beteekenen door eigen
voorbeeld en leering ait Ingang doen vinden
in de jonge harten. Het kan beteekenen, de
jonge menschen zoo te leiden, dat er een ver
legging van den klemtoon plaats vindt van
het ik, naar het gij".
In deze enkele regels voelt ge de juiste
opvatting der oudertaak, nietwaar'' Het is
zooals jullie ook schreven, zoo moeilijk ouder
te zijn en het is anderzijds oo weer zoo mak
kelijk. Men behoeft geen examen te doen,
men hoeft geen enkel bewijs van bevoegdheid
te bezitten om opvoeder ouder te worden. En
toch... het is zoo moeilijk. Voor ernstige
ouders dan!
De rest bekommert er zich niet om. Die
laat maar loopen, zoo- 's het loopt
Beste luidjes, veel neil en zegen in het
Nieuwe Jaar. En vooral: voorspoed met je
kleinen hummel! Je