elegante
vrouwen
oooo
\Cursus leerbewerking j
Wie z'n hoed
is dat?
Een vluchtige blik
Zij wou de baas zijn
Van en
voor
Bon t-c h ar m e
Maar óók: voor handige
naaistertjes
Roodvos
op paars
fluweel
Het doet er niet toe!
Als 't maar een hoed is
(LES 10)
OUDER-
WETSCHE
ZWIER...
Een oude, vilten hoed, dien U bij
de at deeling „oude kleeren" op
zolder had geborgen of die alleen
nog maar dienst doet bij storm en
regen. Zoo'n hoofddeksel, waar
niets, maar dan ook niets aan ver
beurd is!
En daar zet U de schaar in. Met
de noodig brutaliteit! Want de
helft gaat foetsjie... naar den lap
penmand. Het bovenste deel van
den bol houdt u over, een klein, on-
noozel dopje. U neemt een rader
tangetje. En plotseling komt er
poëzie in het geknutsel.
Want U slaat een heeleboel gaat
jes in het vilten dopje, dat er nu,
uit gaat zien als een theezeef.
Dóór die gaatjes rijgt U gekleur
de wol of reepjes vilt, uit een an
deren afgedankten hoed geknipt.
Wgllen of vilten bloemen „plant"
U in de geestige cirkeltjes. En op
Uw krullen prijkt weldra een
nieuw alleraardigst, zelfs een co-
guet mutsje.
Een beetje durf, een beetje fan
tasie...
(door «en deskundigen medewerker.)
BLOCNOTE-OMSLAG.
Hot voorwerp, dot wij deze week
gaan maken ie een blocnote-omslag
Het iai elkaar zetten van dit
voorwerp zal wel geen moeilijkhe
den opleveren, want nieuwigheden
worden er niet bij behandeld, maar
de versiering die op het leer is
aangebracht, is voor ons iiets nieuws
Het patroon dat in ons bezit is nemen
we in zijn geheel over op doorschijnend,
stevig papier. Nu snijden we uit een mooi
gelijkmatig stuk leer hot benoodigde mate
riaal voor den omslag en wel een stuk, dat
24 bij TA c.M. is. Daarna wordt het lapje
voor het zakje gesneden en dat heeft af
metingen van 7 bij TA c.M.
We maken nu het leer vochtig, veirven
of beitsen het in de kleur, die we ons voor
dit voorwerp gedacht hebben en laten het
drogen. Is het voldoende gedroogd, dan
maken we bet leer weer vochtig met een
prop watten met schoon water en dan
wordt de teekening, die op het doorschij
nende papier is gemaakt, zoo op het leer
van den omslag gelegd (de goede kant van
het leer ligt natuurlijk boven), dat leer
en papier elkaar- volkomen bedekken. Tij
dens de bewerking, die nu volgt, mag de
teekening niet verschillen, anders zou het
patroon scheef worden en dus bevestigen
we leer en papier met clips aan elkaar.
Het geheel leggen we nu op een stevigen
ondergrond b.v. een dik stuk carton. We
nemen nu onzen lijnen trekker en beginnen
heel nauwkeurig den omtrek en de versie-
ringslijnen hiermede op het papier te trek
ken, zijn de lijnen recht, dan langs de
lineaal en zijn er gebogen bij, zooals bij
dit ontwerp, dan uit de band. Hebben we
zoo alle lijnen nageteekend, en zóó flink
gedrukt, dat ze ook op het vochtige leer
doorgedrukt zijn, dan nemen we het papier
van het leer af en nu gaan we op het leer
de lijnen met den lijnentrekker natrekken.
Wanneer het leer onder het werken te
droog wordt, maken we bet geheel weer
vochtig met water. Bij dit natrekken gebrui
ken we, als de lijnen recht zijn de lineaal,
en wrijven den lijnentrekker hierlangs op
en neer, gelijkmatig en krachtig drukkend.
Men moet er voor zorgen, dat de groe
ven overal even diep zijn. Heel veel aan
dacht moet men er aan wijden, dat de
randen van de groeven niet vervagen, maar
zich zeer scherp af teekenen. Om dit te
bereiken, moet men den lijnentrekker nu
eens wat meer naar links, dan weer meer
naar rechts laten overhellen; maar niet. al
te sterk, omdat dan de voor niet gelijk
Van diepte blijft.
Als we b.v. de lijnen c. en d. flink scherp
hebben afgeteekend, komt dat gedeelte wat
zich tusscben c. en d, bevindt eenigszins bol
te staan en ontstaat er dus tusschen die lij
nen een dikke richel, welke een heel aar
dige versiering vormt. Het zelfde geschiedt
dan met de andere lijnen. Het gedeelte van
de teekening, dat opgevuld is met stippen
wordt nu onderhanden genomen. We ne
men daartoe een zgn. zander ter hand. Heb
ben we die niet, dan kunnen we ook een
spijker met een niet te scherpe punt ge
bruiken en nu vullen we dat gedeelte ge
heel op met putjes die we, terwijl het leer
op het karton ligt, met den spijker in het
vochtige leer slaan. Het spreekt vanzelf,
dat we er niet op hameren, want al kan
het leer veel hebben, dan zou men er toch
doorh eengaan.
HOOG RELIEF
Nu rest ons nog, het gearceerde deel te
bewerken. En in tegenstelling met bet ge
deelte met putjes, dat ten opzichte van de
omringende lijnen „laag" is geworden en
dan ook „laag relief" word genoemd, gaan
we het gearceerde gedeelte in relief opdrij
ven en deze techniek heet dan ook „hoog
relief". „Hoog relief" heeft ten doel het
opbollen en wegdrukken van het leer. Het
leer wordt hiertoe ook weer flink vochtig
gemaakt.
We keeren bet leer, zoodat de achterzijde
naar boven komt en leggen het dan op een
ondergrond van watten of een opgevouwen
doek. Nu nemen we een kogelmpdeleur, of
als we die niet hebben een stukje hout
WIJ TWIJFEL
DEN EVEN,
TOEN WIJ NE
VENSTAAND FI
GUURTJE BEKE
KEN. IS DE DA
ME IN-KWESTIE
UIT EEN MODE
JOURNAAL AN
NO '10 GESTAPT
OF VERTOLKT
ZE WERKELIJK
EEN ACTUEELE
MODE-GEDACH
TE? VROEGEN
WIJ ONS AF.
HET LAATSTE
BLEEK DE
WAARHEID EN
WIJ BEDWON
GEN ONZE CRI-
TIEK EN ZOCH
TEN NAAR PRIJ
ZENDE WOOR
DEN
op de drie elegante dames, die zteh op
dep» pagina aan ons presenteeren, zal ons
doen veronderstellen, dat, de hier tentoon
gespreide chic slechts bestemd is voor de
uitgaande wereld. Ten deele is dit waar.
Met den boven afgebeelden avondmantel i
van roodpaars velours, gegarneerd met een
kostbaren roodvos, kunnen wij in het gewo
ne leven weinig beginnen. Zelfs komt het
ons voor, dat de mondaine vrouw zich nog
wel twee of drie maal bedenken zal, alvo
rens zij tot aanschaffnig van een dergelij-
ken buitenissigen mantel overgaat.
Doch het avondjaponnetje in wit en zwart
Is niet het monopolie der luxe-vrouwtjes.
Het is namelijk, hoe modieus het ook aan
doet, vervaardigd uit 'n oudmodische jurk en
een lapje nieuwe stof. U weet, waarde le
zeressen, dat de snit der japonnen vrijwel
gelijk is gebleven aan die van het vorig sei
zoen.
Het bovendeel der toiletten maakt hier
echter een uitzondering op, dit kenmerkt
zich namelijk dor een gerimpelden voorkant
of een vest, in afstekende tint. Conclusie:
met een ronden knop aan het eind. Met dit
instrumentje nu drukken we het gearceer
de gedeelte steeds naar beneden. Dit moet
natuurlijk met overleg gebeuren, zoodat
het ontwerp aan den goeden kant van het
leer mooi omhoog komt. Omdat het leer
vochtig is, laat het zich goed uitrekken en
van die eigenschap maken we gebruik.
Als we een gedeelte omhoog hebben ge®
werkt keeren we het werk om en bemerken
dat, wanneer we te hard hebben gedrukt
de omgeving mee is opgewerkt. In dat ge
val moeten we het geheel op een harden
ondergrond leggen en weer naar beneden
drukken. Rustig werken is hierbij een ver-
eischte!
De versiering is dus bij dit voorwerp
hoofdzaak. U kunt natuurlijk zelf andere
ontwerpen maken! Na liet versieren wordt
de achterkant gevoerd en ook de binnen
kant van het zakje (b.) Nu wordt het
zakje met den voeringkant tegen de voe
ring van den omslag gelegd, de kanten e
en f worden even gelijmd en het geheel
omrandt men met leer band. Boven- en on
derkant van het zakje blijven open, want
daar wordt alleen maar het kartonnen ge
deelte van de blocnote ingestoken. Werk
prettig!
-wie nog een effen jurk in de kast heeft han
gen van winter of voorjaar 1938, kan daar
gemakkelijk een hypermodern toilet van
maken. Men vervange slechts het voorpand
der blouse door een vest in contrasteeren-
de kleur, (ons plaatje geeft aan wit zijden
picfué op zwarte zijde) waaraan zelfs een
schootje is geknipt en een opstaand hals
boordje.
Het is heelemaal niet noodig, een dergelijk
costuum tot op den grond te doen afhan
gen; een korte rok staat bij dit ensemble
zelfs wel zoo aardig.
Onderaan deze pagina demonstreert de
R.K.O. filmster Irene Dunne, een costuum-
pje, dat zeker ook gemakkelijk uit een japon
welke wij reeds ten doode hadden opgeschre
ven, is te vervaardigen. Niet, dat Irene van
oud nieuw gemaakt heeft! Zij di'aagt dit
middaggewaad in de film „Love Affair" ert
het is natuurlijk een spiksplinternieuw ge
val. Wij, die ons niet voor iedere scène van
ons levenstooneel in 'n prijzige nieuwe creatie,
kunnen steken, bedenken er wat anders op.
Een jurk, waarvan' de voorkant hetzij door
slijtage, hetzij door hardnekkige vlekken óf
door een ouderwetschen stijl, ontoonbaar is
geworden, ontdoen wij doodeenvoudig van
die voorbaan en vervangen deze door een
nieuwe, die in fijne plooitjes eventueel, zoo
als Irene aangeeft, met smockwerk ter taille
hoogte, ingezet, een hypermodern cachet aarf
ons oude kleedje geeft.
Het is volstrekt geen vereischte, dat het
materiaal voor het nieuwe gedeelte hetzelf
de is als de rest; slechts lette men er op, dat
de tinten van oud en nieuw harmonieëren.
LEQNTINE.
ONGELOOFLIJK,
DAT WE ZOO
VEEL VAN
PLOOIEN fN
M(7U-
Marjorie Weaver was
tot voor korten tijd een
uitgelaten, zorgelooze
bakvisch. die lachend
dóór het leven ging. Zij
kwam aan de film en
vond dat ontzettend ge
wichtig Vooral de make-
up interesseerende haar
zeer en dikwijls kon zij
uren besteden, met
schmink en poeder, met
rouge en al dergelijke
heerlijkheden meer.
Dan „maakte zij zich
koppen," dan verzon zij
allerlei, bedacht schil
derachtige effecten en
nieuwe methoden., kort
om: dit was een kolf je
naar haar hand, iets
dat haar lag, waarmee
zij steeds weer bezig
was en dat haar ontzet
tend veel belangstelling
inboezemde.
Marjorie had succes
bij de film. De Wth Cen
tury-Fox bood haar
steeds belangrijker rol
len aan, tot zij tenslot
te haar eerste hoofdrol
kreeg: die van het meis
je in „Kentucky Moon-
shine" („Als de Maan
schijnt in Kentucky"
waarin zij kwam op te
treden naast Tony Mar
tin en de Ritz-Brothers.
Au werd zij geheel en
al als een diva behan
deld en dat bracht na
tuurlijk zijn consequen
ties met zich mee.
De kapper besteedde
alle aandacht aan den
opmaak van Marjorie's
gezichtje en Marjorie
gaf hem raad en stelde
wizigingen voor en wou
hem de stiften en sta
ven uit de hand nemen
en het anders doen.
Maar dat raakte de eer
van dezen kapper, dat
vond hij niet goed, dal
stond hij niet toe. Het
was immers zijn ver-
antwocding en wan
neer alle dames zich
zelf gingen schminken,
zouden ze hém overbo
dig maken, nietwaar?
Marjorie kreeg dus
haar zin niet en moest
stil blijven zitten en
goedvinden, dat de kap
per met zijn werk door
ging.
En nu zien we, dat
deze Marjorie, ook al
werd zij nu met een
diva-achtiqe hoofdrol
toebedeeld, toch feite
lijk nog echt een klein
meisje was. Want half
huilend riep zij uit:
Ja, wiens gezicht is
het? Het Uwe of het
mijne? Ik ben toch ze
ker wel baas over mijn
gezicht!..."