Janneke's droom
i
¥1
i trmmm
1TSD
Ï3&ile pmyenó en nveiijei!
Oplossing raadsel vorige week
Nieuwe Raadsels
n.
1 fa\ -
i EM
EDGAR RICE
IBURROUGHS
Laat ik beginnen met jullie de teleurstel
ling te bereiden, dat ik vandaag niet de
helft zal kunnen beantwoorden van de
rijstebrijberg briefjes, waar ik me doorheen
moet eten. Ik zal wel middenin blijven ste
ken, want straks gaat mijn trein naar
Venlo, om de Rallye rijders te begroeten.
Ik hoop tenminste, dat ze het vannacht niet
op moeten geven, want dan is de rit tever
geefs. Vandaag weten jullie of ze het ge
haald hebben. We leven hier in spanning
mee, dat begrijp je. Maar de Rallye is de
oorzaak, dat ik weinig met jullie zal kun
nen babbelen. Laat ik dus maar gauw aan
de briefjes beginnen, na eerst te vertellen
dat:
Ellie Bisschop, Weezenstraat 71, Den Helder
de gelukkige winnaar van het boek is ge
worden.
Xruus v. Liere, Oost (T.). Vorige week
is het briefje van jou en Corrie te laat ge
komen, Truus, en dat was natuurlijk de
oorzaak, dat ik jullie niet kon beantwoor
den. Waar zijn die lootjes voor? Je schrijft
er niets van en ook niet wat ze kosten.
Schrijf me dat volgede week dus, dan
help ik je er misschien wel van een paar af.
Cornelia v. d. Vis. Het antwoord op je
vraag vind je beantwoord in het briefje
aan Truus, Corrie. Ik zal jullie heus niet
moedwillig vergeten, hoor, want ik stel
teveel prijs op jullie vriendschap.
Rika Koningstem. Vorige week mocht
je toch niet schrijven, Rika? Toen heb ik
de briefjes van daarvoor beantwoord. Ik
heb dus vorige week de oplossingen niet
ingezien en weet dus niet of er nog meer
briefjes bij waren. Nee, ik kan niet komen
kijken, naar die uitvoering van je, Rika,
want als jij staat té gymmen rijd ik ergens
in Brabant of Limburg. Ik hoop, dat je een
reuze leuke avond gehad hebt..
De Ijspegels. O, nee, daar help ik jul
lie niet aan, Duo, aan een schuilnaam, daar
zou geen aardigheid aan zijn. Zelf beden
ken en dan een naam, die je iets zegt, een
naam waar een herinnering aan is of zo. Ik
ben benieuwd, wat jullie er van maken.
Rie v. d. Wel. Dat ene lettertje heeft
jou naam helemaal veranderd, Rie, en ik
weet niet wie daar de schuldige van is, of
ik, die het verkeerd getikt heb, of de zetter,
die het foutief gelezen heeft of de corrector,
die de fout over het hoofd gezien heeft.
Maar dat is nu niet meer uit te vissen.
Tini v. Brederode. Kwart over acht is
vroeg genoeg, Tini. Ik begrijp dus niet, hoe
het mogelijk is, dat jij vorige week geen
antwoord hebt gehad. Zorg toch maar, als
het kan, nog wat vroeger te zijn, b.v.
Woensdagmiddag. Dan is de zaak zeker
safe.
Piet Strous, Vlissingen. Ik kan me in
denken, Piet, dat je wel eens naar de Oost
verlangt, als het hier somber en donker
weer is, maar als je dan even denkt aan de
benauwende hitte daar, dan trek je met
genoegen je. winterjas aan en stapt in de
storm en tegen naar buiten.
Annie v. d. Brink, Soerabaia. Piet
Strous schrijft me juist, dat je met Juli
vermoedelijk weer naar Holland komt, An
nie, ik zal het leuk vinden je weer eens te
ontmoeten, al zal je natuurlijk wel veel
veranderd zijn in die zes jaar. Dank voor
je kaart met nieuwjaar. Hoe maken je va
der en moeder het?
Cornelis Boot. Ik ben tevreden over je
schrijven, Cor, omdat ik zie, dat je er je
best op gedaan hebt. Ik ben er van over
tuigd, dat wanneer je zo je best blijft doen,
je schrift met de week beter zal worden.
Maar het was duidelijk en netjes. Ik krijg
wel andere kriebel krabbels.
Henny Roeper, Den Burg (T.). Ik her
inner me niet, dat ik je een keer niet ge
antwoord zou hebben, Henny. De vorige
week natuurlijk niet, want toen mochten
jullie geen briefjes schrijven, omdat ik nog
zo'n grote stapel overgehouden had. Als je
nu voortaan altijd een briefje schrijft, dan
heb je zelf de controle of de raadsels in
mijn bezit gekomen zijn, want dan zal ik
iedere week je briefje beantwoorden. ZÈe
je dus geen antwoord,dan is je briefje niet
ontvangen.
Rika Keyzer, Den Burg (T.). Wat een
fijne verjaardag heb je gehad, Rika, en na
tuurlijk heb ik je met dat feestelijk gebeu
ren nog niet eens gefeliciteerd. Hier heb je
m'n beide handen nog. Van harte, hoor! Ja,
dat gezellige spelletje kan ik ook, daar kan
je een hele tijd reuze plezier mee hebben.
Frans Peter Wethmar, Natuurlijk is
het goed, dat moeder je de eerste keren
helpt met de raadsels, Frans, als je er niet
uit kunt komen, als je een maand meedoet
dan schud je de oplossingen zo uit je
mouw, net als de goochelaar dj konijntjes
uit een lege doos. Ik kan best begrijpen,
dat je het nog niet helemaal alleen kan.
Jan Bakers, Den Oever (W.). Een
goed voornemen, Jan, orn flink je best te
doen en ervoor te zorgen, dat iedere week
je oplossingen goed zijn. Wie weet hoe gauw
je dan je neus boven een gewonnen boek
hebt of je tanden in een taart zet.
Jongens en meisjes, ik moet stoppen, 't is
tijd dat ik ga, tot ziens dus. Volgende week
zenden jullie alleen de raadseloplossingen.
Geen briefjes schrijven, want ik heb nog een
dikke stapel te beantwoorden.
Horizontaal:
1. staf; 2. Lien; 3. rebus; 4. hamerslag; 5.
ere; 6. Ada; 7. p.s.; 9. Elba; 10. gele; 11 roer;
12. Eden; 13. tot; 14. los; 21 om.
Verticaal:
1. schepper 2. lus; 15. armen; 16. fee;
17. Islam; 18. nagalmen; 20. kaart; 21. or
gel; 22 slot; 23 beo; 8. fles; 24. Edo; 19. brij.
Goede oplossingen ontvangen van:
P. Strous; De „Ijspegels"; Cornelia v. d.
Vis, Texel; Truus v. Liere, Texel; Greet de
Boer; Riet de Boer; Tiny Hendrikse; Riek
Hendrikse; Tiny Scheepvaart; Ide Angustin;
Klaas en Gerard Jellema; Han Grötzinger;
Annie Visser; Jan Bek; Johan en Eduard v.
d. Pol; Nelly Rotgans; J. Strous, Vlissingen
Eefje Hoog; Henny Roeper, Den Burg;
George Veer; Lena Looyinga; Sjaantje Reyn-
hout; Nelle de Langen; Nellie Hoogvorst;
Adriaan en Henny Rietveld; Hanny Visser;
Pieter Luiting; Joosje Dekker; Wijnand Ker-
stens; Tilly en Ellie Bisschop; Bali, Annie en
Cor v. Bijnen; Jan Wever; Beppie Vink; Jan
Koomen; Henny v. Os; Freddie Isakson; Jan
Rakers, Den Oever; Marietje Weeda;- Gerard
Molenaar; Jossy v. Zoelen; Teuntje Klooster
man; Gretha en Piet Garama, Vlaardinger-
Ambacht; Jacoba en Rika Ras; Neeltje de
Vroome; De Bengeltjes; Henny Visser; Ma-
rianne; Bep Wuffele; J. Riemers; Mary Jurg;
IJsbrand Staalman, Henk de Vries.
i.
Het allereerst wordt U gevraagd
Waarom gij toch steeds kleren draagt?
Wie daarop antwoord geven kan
Die zegt 't mij eens spoedig dan!
Welke bank is niet van hout,
Niet van ijzer, niet van steen,
Niet van koper, niet van staal,
Doch van mensen maal alleen?
III.
Bij welke wolken, groot en zwaar,
Is voor regen geen gevaar?
Vandaag was Janneke toch wel een beet
je érg laat aan het ontbijt! Ze moest heel
vlug opschieten, anders kwam ze zeker te
laat op school. Met grote slokken dronk ze
haar melk op en hapte haar boterham naar
binnen. Ze had nog precies tien minuten.
Ze moest rennen om nog op tijd te komen.
Boem, daar gooide ze haar mes en vork op
de grond.
„Kindje, wat ben je toch altijd onvoor
zichtig en gehaast!' zei moeder. „Kijk nu
weer eens aan, nu laat je weer je mes en
vork vallen. Je moet eens een beetje eer
der opstaan, dan hoef je je niet zo te haas
ten. Je wordt vroeg genoeg geroepen. Raap
het nu maar weer gauw op". Dat ook nog,
dacht Janneke. Ik ben al zo laat! Ze pakte
de vork en het mes van de grond, stak het
laatste stukje boterham in haar mond, gaf
moeder een zoen, trok vlug haar jas aan en
holde naar buiten. Rennen moest ze. Er
was al niemand meer te zien in de straat.
Janneke liep zo hard ze kon en kwam
hijgend op het schoolplein aan. Net had
ze haar mantel op de kapstok gehangen en
liep vlug de klas binnen, toen de bel ging.
„Dat is net op tijd, Janneke' zei de juf
frouw. "Wanneer zal jij eens een beetje te
vroeg komen?" Janneke zei maar niets
meer. Ze wist het wel, ze was bijna elke
morgen te laat. Maar soms liep ook alles
tegen. Vanmorgen zag ze opeens, dat er
een gaatje in haar kous was en ze kon geen
andere kousen vinden. Ze had een hele tijd
lopen zoeken. Zo was ei altijd iets. Verve
lend, dat moeder nu weer boos was ge
weest, omdat ze die vork en het mes had
laten vallen. Moeder was altijd zo voor
zichtig met alles. En de messen waren
nieuw. Als er maar niets aan kapot was
gegaan, daar had ze- niet eens naar geke
ken.
Maar nu moest ze opletten, anders maak
te ze straks nog een onvoldoende beurt.
Toen ze die middag thuiskwam, vroeg
direct aan haar moeder, of er niets kapot
was aan haar mes en vork Haar moeder
begon te lachen en zei: „Heb je daar nog
over nagedacht? Nee hoor, gelukkig niet,
maar je moet voortaan een beetje voor
zichtiger zijn". Verder spraken ze er niet
meer over. Trouwens, zoo hèèl erg was
het ook niet. Janneke liet wel eens meer
iets vallen!
Om vier uur ging ze vlug naar huis om
haar huiswerk te maken. Daar was ze een
tijdje mee bezig, toen ze plotseling haar
leesboek zag liggen. Ze pakte het op
ll HUWlill IIMWÉillllilllllHIIIWIIIBBWI, HF
ÏJ
en begon te lezen. Maar plotseling: boem,
daar viel het boek op de grond. Wat was
dat? Daar hoorde ze plotseling zachtjes
huilen, de bladen van het boek gingen
langzaam open en.. Janneke vertrouwde
haar ogen niet.daar stapte een lepel, een
vork en een mes uit het boek.
,Je hebt me gestoken", zei het mes snik
kend tegen de vork.
„Daar kan ik niets aan doen", antwoord
de de vork, „Janneke heeft ons laten val
len en toen was het ongeluk al gebeurd!"
,Ach wat ongeluk", bromde de lepel. „Jij
verwent dat mes te veel. Het zal heus niet
dood gaan van een paar prikken. Het moet
een flink mes worden. Janneke is wel een
beetje slordig en zorgt niet erg goed voor
ons, maar wij moeten niet zo kleinzerig
zijn. Misschien wordt Janneke ook nog wel
eens een flinke meid. Ze is toch op school
en ze moet goed leren Het is erg, dat ze
soms liever gaat lezen inplaats van haar
huiswerk maken. Dat doet ons' mes ook. Ik
geloof, dat het het beste is om maar eens
ze wist toch ook wel, dat hij gelijk had.
.Sommige mensen zijn vreselijk ruw te
gen ons", zei de lepel weer. „Ze gooien
ons wel eens in de laden inplaats van ons
voorzichtig naast elkaar te leggen Maar
soms, als het al te bont wordt, verweren
we ons."
„Ja", zei de vork, ,als de mensen met mij
een kurk van een fles willen trekken, steek
ik". „En ik snijd zelfs", zei het mes.
„Jij moet je mond houden, als groten
praten", zei de lepel boos.
„En snijden kan je pas, als ik je wat ge
leerd heb", zei de slijpsteen nu „Maar me
neer Lepel, daar hoor ik iemand aanko
men. Dag Janneke, tot ziens!"
En weer klapte het boek en opeens wa
ren ze allemaal verdwenen Toen ging de
deur open en kwam moeder binnen. „Kijk
eens aan", zei ze, „daar zit me die Janneke
te slapen! Meisje, wordt een wakker, het
is nog geen bedtijd!'"
Janneke zat ineens rechtop en wreef
haar ogen uit. Had ze geslapen? Dus dan
was het allemaal een droom geweest! Haar
boek lag nog op de grond, maar verder was
er niets te zien. Ze vertelde aan moeder,
wat ze gedroomd had en zei: .Maar nu ga
ik heus beter oppassen, moeder, want an
ders maakt de lepel nog meer aanmerkin
gen".
Meneer: „Jan, als een schilder op de
vierde sport van een ladder star* en hij
klimt nog vier sporten hoger, waar staat
hij dan?"
Jan: „Nog op de ladder, meneer!"
een gouverneur voor hem te zoeken."
Toen hoorde Janneke weer een zacht ge
luidje en daar kwam een slijpsteen uit het
boek trippelen. „Mijn naam is Slijpsteen",
zei hij. ,Ik hoorde zo juist, dat u een gou
verneur voor uw kind zoekt, meneer Lepel
en hier ben ik ai om me voor te stellen.
„Hij maakte daarbij een stijve buiging,
want een slijpsteen kan zich natuurlijk
niet erg goed buigen.
Toen keken ze allemaal opeens naar Jan
neke, die al die tijd naai hen had gekeken.
De lepel maakte nu ook een buiging en
zei: „Neem me niet kwalijk, Janneke, dat
ik me niet eerder heb voorgesteld, maar
we hadden gewichtiger dingen te doen, zo
als je misschien wel hebt gemerkt. (Maar
dit is mijn vrouw, de vork en dat kleine
ding daar is ons kind; het mes Je kent
ons allang, alleen kan je nog niet goed met
ons omgaan. Je bent ook nog een beetje
te klein!"
Nu deed de slijpsteen een pas naar vo
ren en zei: „U zou mij zeker maar verge
ten, meneer Lepel, maar ik zal mezelf wel
voorstellen! Ik ben de gouverneur van het
mes, juffrouw Janneke. Ik moet oppassen
dat het mes goed leert en zijn best doet,
zodat het een flink mees wordt. Ik heb ge
hoord, dat u ook nog wel een gouvernante
zou kunnen gebruiken, om u netheid te
leren en u op tijd uit uw bed te halen".
Janneke wist niet wat ze moest zeggen.
Ze vond het heel erg, dat die eigenwijze
slijpsteen haar een standje maakte, maar
Moeder begon te lachen en zei: „Nou
kindje, dan is het toch ergens goed voor
geweest, dat je in bent geslapen. Help me
nu maar eens gauw tafeldekken!" en Jan
neke sprong vlug op en hielp moeder mee.
Maar ze dacht telkens aan haar droom als
ze de messen en vorken neerlegde en ze
deed het deze keer voorzichtiger dan vroe
ger.
EEN PROSPECTUSVERZAMELING
Er bestaan de meest verschillende soor
ten verzamelingen. Een postzegelverzame
ling is wel een van de gewoonste.
In Buffalo in Amerika heeft een zekere
meneer Scranton een museum van reis-
prospectussen aangelegd. Hij heeft al meer
dan 150.000 exemplaren, die genummerd
zijn, zodat hij ze direct volgens een kaart
systeem kan vinden. Vooral heeft hij er
veel uit de tropen. Hij voert _r een brief
wisseling voor ovet de hele wereld en het
neemt al zijn tijd in beslag. Tijd om zelf
eens te gaan kijken, hoe het er op die
vreemde plaatsen uitziet, heeft hij niet!
Volgens de berekeningen van een geleer
de in Oklahoma wegen alle insecten die
er op de heele aarde zijn, bij elkaar 300
milliard pond meer dan alle menschen op
de aarde.
DOOR
82.
Toen de krijgers trachtten met hun gevan
genen weg te vluchten, klonk er een diepe
«tem uit het lrver: „Ik ben Tarzan van de
I jtpen. Ga, en laat irjjn vrienden los!" „Als
wij hen vrijlaten, zal onze koningin ons do
den", riep de aanvoerder tot de anderen. „Wij
moeten proberen met hen te ontkomen." Met
de snelheid van een machinegeweer vlogen er
vier pijlen uit de bomen en brachten evenveel
Athairianen ten val. Daarna liet Tarzan zich
midden tusschen de verschrikte mensen op de
grond zakken. „Breng ons alsjeblieft hier
vandaan," riep Helen tegen hem. De aapman
schudde het hoofd. „Ik ga naai Athair, ik
moet den Vader der Diamanten bemachtigen,
voordat Uw vader en Magra in vrijheid wor
den gesteld." „Dan ga ik met je mee", zei
Lavac. Brian, Herkoef en Helen voegden hun
stemmen bij de zijne. Tarzan fronste zijn
voorhoofd. Toch besloot hij, dat zij tezamen
met hem veiliger waren dan alleen, zodat hij
nen verzocht iein te /oigen. Tenslotte kwa
men zij bij de geheime ingang van de tempel
van Brulor, een donkere en griezelige spelonk.
Doch een van .de priesters had hen reeds
gezien!