SNEEUWWITJE
Zaterdag 21 Januari 1939
WM
Derde Blad
WALT DISNEY S
eerste geteekende hoofdfilm
DE RKO RADIO FILM
EN DE ZEVEN DWERGEN
Riaito-ZPieateA
JMj-olL-TAeatek
In oud Chicago
Uitvoering gymn»ver»
„Texel'
Texelsch nieuws
Vertrokken personen
k prebihhfurtün
Oosterend heeft een dokter
Burgerlijke Stand
Het eiland Flores» De groote heirweg
Het is een sprookje.
Het is niet gemakkelijk om over de
film „Sneeuwwitje en de zeven dwergen"
nog iets nieuws te vertellen. Radio en
pers hebben dit wonderproduct der cine
matografie reeds van zoo vele kanten be
licht, dat we ons zouden kunnen bepalen
tot een persoonlijke weergave van wat
wij gisterenavond in het Rialto theater
hebben aanschouwd.
Jloch de Gebr. Grimm, noch het oude moe
dertje, dat wellicht dit sprookje aan hen ver
telde, zullen gedroomd hebben, dat het in een
dergelijke „bewerking", middels gekleurd cel
luloid nog wel, den volke vertoond zou worden.
En het is typeerend, dat het de Amerikaan is
geweest, de nuchtere zakenman, die dit een
voudig kinderverhaal, simpel en zonder levens
wijsheid, ondanks de buitengewoon zware cine
matografische eischen, tot eenzelfde eenvoud
heeft herleid.
Want de groote bekoring, die uitgaat van
deze geteekende technicolor, is de schepping
van de carricaturale doch menschelijke karak
ters der hoofdpersonen.
Daar is allereerst Sneeuwwitje, het lief, on
schuldige kind, dat maar één wensch heeft:
dat de prins van haar droomen haar eens zal
komen halen en gelukkig zal maken.
Dan de dwergen, met hun goede en kwade
eigenschappen, gelukkig meer van het eerste
dan Van het laatste. Happy, de gelukkige, die
altijd klaar staat om te lachen en het leven van
den lichten kant op te nemen. Sneezy, die
eeuwig verkouden is, Bashful, de bleue, blozend
wanneer het prinsesje maar naar hem kijkt,
maar toch in hart en nieren de charmeur, Doe,
de dwerg met den bril op, brutaler dan de
anderen, maar ook vlugger in het nemen van
het initiatief, Sleepy, die alles goed vindt, wan
neer men hem maar tijd geeft zijn dutje te
doen en dan de dwerg met het meest gecom
pliceerde karakter Grumpy, boosaardig en
direct bereid een oordeel en dan meestal geen
gunstig uit te spreken, maar die ondanks dat
toch een hart van goud heeft. En tenslotte
Dopey, de debiele, die met den besten wil van
de wereld het toch niet verder brengt, dan het
tegenovergestelde van wat hij bedoelt.
En zoo heeft Walt Disney met succes in die
karakters van deze zeven dwergen, vele men
schelijke eigenschappen naar voren gebracht.
Zeer sterk komt in deze film naar voren het
geweldige talent van den kunstenaar om van
een oud en „ouderwetsch" gegeven een belang
rijke gebeurtenis te maken. Steeds weet Walt
Disney juist bijzaken, die met het verhaal als
zoodanig niets te maken hebben, op een aparte
wijze naar voren te brengen.
Een vogel, die op een geestige wijze zijn lied
fluit, een hert, dat op een grappige manier
knipoogt of een schildpad, die een ieder op de
onmogelijkste oogenblikken in den weg loopt.
En juist deze kleine dingen maken dit kleur
rijk geheel tot een sprookje, van kleur, vroo-
lijkheid, geluk, maar nu en dan ook van
tegenspoed en verdriet.
Wij willen dit résumé niet besluiten zonder
een aparte beschouwing te geven van het muzi
kale gedeelte van deze film, dat zoo'n belang
rijke .factor in het geheel is geworden.
De muziek en de „songs".
De commerciëele muziek, de songs en dit
zijn er een dozijn zijn in deze muzikale film
fantasie ongeschonden en gemotiveerd, het
geen bovendien een bewijs is, dat Walt Disney
iets bereikt heeft dat nog een probleem is voor
vele producers van muzikale films.
Bij de Wenschbron zingt Sneeuwwitje „Some
Day My Prince Will Come" en de bron weer
kaatst haar stem ten teeken, dat de prins
harer droomen eens zal komen. Als zij met be
hulp van de vogels en de dieren des wouds het
huisje van de dwergen op orde brengt onder
het zingen van „Whistle while You Work",
zijn de woorden en het perpetuo moto van de
muziek in volkomen overeenstemming met
de bedrijvige handeling. De dwergen hebben
hun groote muzikale momenten in „Heigh-
Ho", „Bluddle-Uddle" en „A Silly Song".
„Heigh-Ho" doet ons kennis maken met de
aardmannetjes, terwijl zij in de diamantmij
nen aan het werk zijn. Zij zingen uit volle
borst en graven en spitten op de maat der
muziek. Als zij bij het refrein gekomen zijn
gaat de fluit ten teeken dat de dagtaak is
afgeloopen en onder het zingen van het op-
wekkende refrein marcheeren zij huiswaarts.
Dit pakkende marschlied zou het dwergen
thema genoemd kunnen worden, daar het hen
identificeert als groep en vele malen in de
film herhaald wordt, meestal als zij Sneeuw
witje te hulp komen. Als deze de dwergen
hun handen laat wasschen, doen zij zulks op
de wijs van „Bluddle-Uddle", dat met veel
baldadigheid gepaard gaat. De langste muzi
kale scène van de film is die waarin een vr°o-
lijk feest plaats vindt in het huisje van de
dwergen ter eere van de groote schoonmaak.
Hierin komt het lied ,,A Silly Song" voor. Hier
hebben Disney's teekenaars zich eens heerlijk
kunnen uitleven in een echt koddige Disney
scène een aaneenschakeling van elfachtige
streken, zang, dans, muziek en uitbundige
grappen en grollen.
Vogels onderhouden zich met Sneeuwwitje
en imiteeren haar vocale rollers als zij zingt.
Zij voeren gesprekken met de nimfen in de
bosschen en in het huisje der dwergen. Als zij
den vergiftigden appel pogen te stelen die
oude heks Sneeuwwitje aanbiedt en de too-
verkol verdrijven, wisselt het sombere motief
dat de heks begeleidt af met het jachtig rep
pen van het gevederde volkje, dat Sneeuw
witje te hulp snelt, hetgeen een treffend ge
luidscontrast vormt. Het verontrust getjilp
van de vogels is ingenieus verwerkt in den
dramatischen muzikalen achtergrond.
Trouwens de geheele film door is de mu
ziek voi van deze tooncontrasten die, behalve
sfeer, een rijk en levend gebeuren creëeren.
De muziek in de scènes waar de dwergen
bij hun terugkomst van hun werk ontdekken
dat hun huis een en al licht is, blijkbaar in
beslag genomen door een of ander monster,
denken zij, en omzichtig naderbij komen om
den indringer te verrassen, is een verrukkelijk
staaltje van muzikale actie en reactie. Iedere
beweging en gemoedsaandoening der kabou
ters is in rake tonen neergezet. Geluidseffec
ten zetten de muziek kracht bij het kraken
van een deur, een misstap van den dwazen
Dopey, het niezen van Sneezy, onverwachte
vogelgeluiden, die de dwergenhartjes doen
bonzen van schrik.
Met een weelde aan zulke fijne en rijpe
composities van geluid en beeld wordt
„Sneeuwwitje" voor den toeschouwer iets
meer dan een avontuur, ja zelfs iets meer
dan een sprookje... zij wordt het overtuigende
bewijs dat een argeloos verteller, Walt Dis
ney, in staat is een vreugde brengende ge
moedsaandoening op te wekken in een taal
die universeel is of liever die hij en zijn talent
universeel vermochten te maken door tot een
ieder te spreken in klankvolle, levendige ver
beelding.
„EEN UIT DUIZEND".
Het is wel een bijzonder programma in
Rialto, want ook de film, welke aan „Sneeuw
witje" vooraf gaat, is uitstekend in haar genre.
Onder den weinig zeggenden titel „Eén uit
duizend" verbergt zich een revue-film van
Amerikaansche makelij, waarvan het „ver
haal" op den achtergrond gedrongen wordt
door een aantal wonderlijke shows, die opnieuw
de hegemonie der Amerikanen van dit gebied
demonstreeren, en een nog grooter aantal
variété-nummers, waarvan het lasso-danspaar,
de solo-danseres, de jazz-harpist en de tap-
dancer (die o.m. in samenwerking met de
hoofdrol, Alice Faye, zijn techniek op... een
schouwburg-galerij botviert) wel de sterkste
zijn. De film-markt wordt overstroomd met
revue-films, maar deze is wel een van de
beste, die we gezien hebben.
Een meesterstuk van filmspanning
en ontroering.
Wij moderne menschen zien gaarne gewel
dige dingen, het grootsche, het geweldige
trekt ons. En daarom is het van de filmmaat
schappijen goed bekeken de geweldige gebeur
tenissen uit de historie op het witte doek te
brengen. De rampen van enormen omvang
spelen daarbij een groote rol. Wie zou er niet
onder den indruk geraken van zulk een ge
beuren
Wij hebben gisteren „In oud Chicago" gezien
en zijn getuige geweest van een machtige
prestatie op het gebied van filmkunst. Niet
minder dan de verwoesting van de oude stad
Chicago wordt hier historisch-getrouw uitge
beeld. De verschrikkingen van deze brand
ramp, waarvan wij ons, ten spijt van de meest
realistische beschrijvingen, toch altijd nog
maar een zeer onduidelijke voorstelling kunnen
maken, worden ons hier met verbasterenden
werkelijkheidszin vertoond.
Deze rolprent zou echter wel zeer oneven
wichtig zijn geweest, indien de verwoesting
van Chicago alléén er den inhoud van vormde.
Men kan niet den heelen avond huiveren; daar
voor gaan we tenslotte niet naar de bioscoop.
„In Oud Chicago" vertelt ons meteen het
verhaal van het geslacht Oleary, dat de stad
tenslotte regeerde. We zien, hoe de zoons
in het bijzonder Dion en Jack langzaam
maar zeker hun overheerschende positie gaan
innemen. Dion is een buitengewoon gewiekst
zakenman, voor wien geldt, dat het doel alle
middelen heitigt. Door zijn geraffineerde in-
trigues wordt tenslotte Jack tot burgemees
ter benoemd inplaats van Dion's zakencon-
current Warren, zonder dat Jack evenwel
weet hoe de vork in den steel zit. De verkie
zingen op zichzelf vormen intusschen een kos
telijk bedrijf. Het was met de democratie we)
treurig gesteld in het oude Chicago. Zoo trof
men er kiezers aan, die goed waren voor vier
stemmen...
Het middel dat Dion gebruikt om zijn vijand
schaakmat te zetten is overigens zeer radi
caal: hij laat de Warren-stemmers eenvoudig
gevangen nemen, zoodat zij niet in de gelegen
heid zijn om hun stem uit te brengen. Als Jack
later van de hartelooze practijken van zijn
broer hoort, is hij woest en eenige dramatische
scènes tusschen beide broers zijn er het ge
volg van. De film bereikt echter haar hoogte
punt, als tenslotte de brand uitbreekt. De
tooneelen, welke zich dan op het witte doek
afspelen zijn zoo ontzettend, dat zij elke be
schrijving tarten. Als een fakkel brandt Chi
cago, niets en niemand ontzien de vlammen in
hun toomelooze drift. Gebouwen storten ineen
als kaartenhuizen, menschen bedelvend in hun
val. Stroomen mannen, vrouwen en kinderen
haasten zich in paniekstemming door de stra
ten om het vuur in zijn dolle razernij te ont-
loopen. Prachtige staaltjes van massa-regie
in deze film! Men moet dit zien, het laat zich
zoo lastig navertellen. De vlucht in het water,
hoe prachtig is dat b.v. weergegeven.
Zonder het goede spel van de hoofdpersonen
zou „In Oud Chicago" toch stellig niet zoo'n
emotie bij de toeschouwers hebben teweeg
gebracht. Don Ameche speelt de rol van Jack,
den burgemeester, en hij doet dat met een
bewonderenswaardige toewijding. Tyrone Po
wer (Dion) is het type van den geslepen za
kenman en zijn spelopvatting is wel nauwelijks
voor verbetering vatbaar. Een liefdesgeschie
denis ontbreekt natuurlijk niet, het is Belle,
een cabaretmeisje, gespeeld door Alice Faye,
dat voor Dion een hartstochtelijke liefde heeft
opgevat. Een eenigszins ondankbare rol, die
Alice Faye volkomen acceptabel heeft weten
te maken. Vermelding verdient voorts nog het
spel van Alice Tracy als moeder Oleary, zoo
kan alleen maar een moeder spelen! De scènes
tusschen de twee vrouwen behooren intusschen
tot de sterkste gedeelten van de film.
We willen besluiten met de opmerking, dat
hier zonder twijfel één der ontzaglijkste pro
ducties werd vertoond sinds het begin van de
sprekende film. Nu deze rolprent op haar
wereldtournée Den Helder aandoet, verzuime
niemand haar te gaan zien!
G. Coevert, Herv. G., Weststraat, Den
Burg naar Amsterdam, Leusdenweg 45 5.
W. Wijnolda, Herv. G., van Koogerweg 30
naar Harlingen, Scheerstraat 2.
C. H. Domisse, onderwijzeres, van Eierland
63, naar Nijmegen, Groenstraat 265.
J. G. van Hemert, van De Mok naar Den
Haag, Thomsonlaan 119.
MOND- EN KLAUWZEER.
Nieuwe aangifte:
A. Lap Az., Den Hoorn.
Het vee is hersteld h(j:
J. C. Bakker, Duinweg, Den Hoorn.
S. Keyser, 't Hooge.
BOUWVERGUNNINGEN.
A. J. Diksenstichting, Den Burg, bouwen
van een boerde'rij.
A. M. Tollenaar, Den Burg, uitbreiden van
een schuurtje, Schildereind 105.
Gisterenavond had in Pen's Schouwburg
zaal een uitvoering plaats van de Gymna-
stiekver. „Texel", ditmaal kwamen alleen
de hoofd-afdeelingen voor het voetlicht. De
zaal was geheel bezet. Het openingswoord
werd gesproken door den heer Kiljan, die als
zijn meening te kennen gaf, dat deze eerste
uitvoering, onder leiding van den heer C. Mets
wel zou slagen. Spr. bracht dank aan de
heeren, die op zich hadden genomen voor de
muzikale leiding der verschillende nummers
te zorgen.
Hierna kwamen eerst de dames Junioren op
't podium, die in twee groepen een keurige
serie Vrije oefeningen lieten zien. Daarna
werkte de dames B. 'op de brug, waarop een
buitengewoon zware serie vrije oefeningen
voor de heeren volgde, die bijna zonder
fouten werden uitgevoerd. Hierop volgde
paardspringen voor twee damesgroepen
waarop een keurige stand volgd. De heeren
werkten vervolgens op de brug. Er werd
uitstekend geturnd. De leider, die tenslotte
zelf met een keurigen hoogstand, dit pro
gramma-nummer besloot, had een ovatie van
het publiek in ontvangst te nemen.
Voor de pauze volgde nu nog een serie
knotsoefeningen voor de dames B.
In de pauze gaf de heer S. Duinker, van
Hippolytushoef, die ook aan dezen avond zijn
muzikale medewerking verleende, enkele
nummers op de xylophoon, waarmede hij veel
succes oogstte. Mevr. v. d. Meulen verzorg
de de piano-begeleiding op uitnemende wijze.
Vervolgens werkten de heeren aan het rek
en gaven de dames A een serie staafoefenin-
gen. Daarna werkten de heeren op de rin
gen, de oudste damesafd. op de brug, de
heeren op 't paard; waarna een stand door
de heeren werd gemaakt en tenslotte sloot
de oudste dames-afdeeling met een prachtige
serie rhythmische oefeningen. Alles verliep
zeer vlot en het geheel getuigde van uitste
kende leiding.
Aan het slot bood mej. Koorn den leider,
als bewijs van waardeering namens alle leden
een bloemtafeltje met bloestuk aan. Spreek
ster wees op de groote moeilijkheid, die ont
stond toen de heer J. Moerbeek niet langer
als leider der vereeniging kon optreden. Ge
lukkig zijn we, zei spreekster, geslaagd we-
ZONDAG 22 JANUARI 1939.
Ned. Herv. Gemeente.
Den Burg v.m. 10 u. Ds. Visser.
Oosterend v.m. 10 u. Ds. Kok, Doops-
bediening.
De Waal v.m. 10 u. Ds. v. t. Hooft, Beves
tiging Kerkeraadsleden.
Den Hoorn v.m. 10 u., Ds. Wesseldijk.
De Cocksdorp v.m. 10 u. Ds. Salm., n.m.
7 u. dezelfde.
Oudeschild v.m. 10 u. Ds. Tinholt.
Doopsgezinde Gemeente.
Den Burg v.m. 10 u., Ds. Vis.
Geref. Kerk.
Den Burg (Gebouw Fanfare) v.m. 10 u.
Leesdienst, n.m. 3 u. Cand. Wouda.
Oosterend v.m. 10 u. Cand. Wouda, n.m.
3 u. Lee3dienst.
Geref. Kerk H.V.
Oosterend v.m. 10 u. en n.m. 3 u. Lees
dienst.
der een goeden leider in u te vinden.
De heer Mets dankte voor dit bewijs van
waardeering, en verklaarde met genoegen
voort te gaan op den ingeslagen weg. Spr.
hoopte, dat de goede geest, die thans in de
vereeniging heerscht, bestaan zal blijven.
De heer Kiljan sloot daarna de bijeenkomst.
Spr. was in geen enkele opzicht teleur
gesteld, hetgeen gegeven was had zijn ver
wachting nog overtroffen. Verder deelde de
heer Kiljan mede, dat waarschijnlijk het vol
gend jaar ook de veteranen zullen mede
werken aan de uitvoering. Spr. hoopte, dat
velen nog tot deze pasopgerichte afd. zullen
toetreden.
EELHAN'S DANCING IN ANDERE
HANDEN.
Naar wij vernemen heeft de heer N. de
Graaf exploiteerder van De Graaf's Lunch
room, de tooneelzaal van den heer L. Eel-
man, in de Zwaanstraat te Den Burg ge
kocht.
Het ligt in de bedoeling van den nieuwen
eigenaar de zaal geheel modern in te rich
ten, en er een intieme gezellige zaal van te
maken, voor uitvoeringen, vergaderingen, enz.
De zaal zal evenals nu, niet dagelijks geopend
zijn.
De door het ziekenfonds alhier benoemde
geneesheer Dr. W. Renout, heeft hier zijn in
trede gedaan. Na een periode van 68 jaar
heeft Oosterend dus weer een eigen dokter.
Na het heengaan van dokter Hille heeft hier
geen geneesheer meer gewoond.
Dr. Renout zal te Oosterend spreekuur
houden iederen dag van 89 uur. Te Oude
schild van 12 uur des namiddags Woensdags
en Vrijdags. Te Den Burg Dinsdag en Zater
dag van 12 uur.
van 14 t.m. 20 Jan 1939.
GEBOREN: Piet, z. v. A. Blom en M. Knol;
Willy Johanna, d. v. J. M. Duinker en E.
Keijser.
ONDERTROUWD: Huibert Vermeulen en
Antje Dogger.
Politie.
Gevonden: 1 heerenfiets.
een paar uur wachten kon ik verder: de groot
ste rotsblokken waren opgeruimd, er was een
smalle overgang voor mijn paardje en zoo kon
ik, al ging het wat lastig, de reis vervolgen.
Naast dit wonder van Indische wegenaanleg
is er op Flores een natuurwonder dat nergens
elders op de aarde wordt aangetroffen, n.1.
drie Kratermeren, vlak bij elkaar, waarvan het
eene, in een angstwekkende diepte gelegen,
bloedrood is, het andere groen, het derda
blauw-groen, „als parelsnoer gevat in donker
blauw fluweel, het geheel schitterend geënca
dreerd door het hooge gebergte op den achter
grond," zooals Van Suchtelen (bestuursamb
tenaar) in zijn mooie werk over Flores op
merkt.
Interessant is ook de bevolking, zooals dit
overal in den archipel het geval is. Merkwaar
dig is vaak haar wijze van feestvieren. Zoo
kan er in de afdeeling Manggarei geen feest
bestaan zonder het „main tjatjik". Twee strij
ders bekampen elkaar. De een is gewapend met
een lange, dikke zweep van buffelhuid, aan
een handvat van rottan vastgemaakt. De
andere houdt een stok als afweermiddel boven
het hoofd. Met stok en schild weert hij de sla
gen van den tegenstander af. Maar af en toe
lukt het niet en ontvangt hij een raken klap
op den rug. Een lange bloederige streep toont
aan waar die klap gevallen is. De strijders
worden vooral door de meisjes zeer bewonderd.
Wie geraakt is mag niet toonen, dat de klap
hem pijn heeft veroorzaakt. De striemen ver
vormen tot dikke lange lidteekens. Hoe meer
iemand er van op den rug heeft, hoe grooter
held hij is. Het spel eischt moed, behendigheid
en ridderlijkheid.
DE ROODE, GROENE EN
BLAUWE MEREN
Wat natuurschoon betreft staat in den In-
dischen archipel het eiland Flores bovenaan.
Een land voor toeristen is het echter nog niet,
want de moderne vacantieganger zoekt com
fort, goede hotels en restaurants, gemakkelijke
vervoermiddelen en dat alles vindt men er niet.
Het schoone eiland ligt buiten de gewone
toeristenroute: MedanPadang op Sumatra,
Java en Bali. Toch is het voor hem, die niet te
hooge eischen stelt, thans te bereizen. De laat
ste jaren is er een voor auto's berijdbare weg
over de geheele lengte van het eiland, een weg,
die pl.m. 600 km lang is en die den makers
veel eer aandoet, want hij is onder uiterst moei
lijke omstandigheden tot stand gekomen, moei
lijkheden, waarvan wij hier in patria geen notie
hebben. Een dergelijke weg zou hier de be
wondering van heel ons volk hebben opge
wekt, de kranten zouden er vol van hebben
gestaan.
Toen ik het eiland bezocht, was die weg nog
in aanleg. Een deel was te paard berijdbaar.
Uitgekapt In de rotsen, voerde hij langs diepe
ravijnen met schitterende uitzichten. Op een
goeden ochtend, toen ik wilde doorreizen, kreeg
ik het bericht, dat er een aardstorting had
plaats gehad, zoodat de weg versperd was. Na