TARttN Wij lazen voor DE LAMP en m ¥IÜ1Ö©IÜ i 1 S TAD mLj» <*r /ttn in de Woestijn Radioprogramma j EDGAR RICE BURROUGHS - Uit de Pers van heden Onze Oost Orkaan, slagregens en aardschuivingen Negen maanden wegens zedenmisdrijf gcëischt koop SUNLIGHT ZEEP door Ethel M. Dell DOOR 83. Toen de kleine groep de spelonk genaderd was, werd besloten, dat Herkoef en Tarzan als gidsen zouden voorgaan in het warnet van donkere gangen. Nadat zij binnen waren, keerde de priester, die hen opgemerkt had, snel om en rende naar de wacht om deze hiervan in kennis te stelen. Tarzan en Hér- koef kropen door de donkere tunnel. „Als wij ons kunnen verbergen in de kleine kamer achter de troon, dan kunnen wjj ons van Brulor meester maken, als hij uit de troonzaal komt en de cassette grjjpen, waarin de „Va der de Diamanten" ligt," verklaarde Herkoef. „Het is natuurlijk riskant, want als wij falen, wacht ons een zekere dood!" Bij de deur van het bewuste vertrek gekomen, werden z(j ech ter opgewacht door een troep soldaten. De priester had zjjn werk goed gedaan. „Ge reed!" waarschuwde de kapitein de soldaten: herinner je wat de koningin heeft gezegd, wjj moeten hen levend in handen krijgen. Tarzan was zich bewust van het risico, doch hij hoor de niets en rook ook niets, dat zijn wantrou wen had kunnen opwekken. De muffe lucht in de gangen werkte op zijn gevoelige reuk zenuwen, zodat hij de lucht der soldaten niet kon onderscheiden. Herkoef opende de deur en beide mannen liepen zo in de vall „NIET ZOO ONSCHULDIG DOENI" In de Maasbode (r.k.) lezen wij onder het hoofd „Hoor en wederhoor" het volgende: Ier zake van het geval te Loosduinen, waar volgens het orgaan van den heer Kiès de „Troelstra-beweging" bij het zoeken naar een vergaderzaal werd gedwarsboomd dooi de S.D.A.Pkomt het „Volksblad" thans met de verzekering, dat de plaatselijke afdeeling zelfs geen kennis droeg van het voornemen der T. B. om in Loosduinen te vergaderen en voorts, dat de eigenaar van 't hotel „De Roskam" op geen enkele wijze met liet be stuur der afdeeling overleg heeft gepleegd Hot blad van den heer Kiès riposteert: „Laat de „Arbeiderspers" nu niet zoo on schuldig doen, want het is niet de eerste keer, dat de T.B.N. van zaalafdrijving dooi de s.d.a.p. heeft te lijden. In Amsterdam zoo heeft onze gewestelijke secretaris reeds meer malen, ook in ons blad, gerapporteerd, is het al verscheidene malen gebeurd, terwijl het treurige weigeren van inkwartieren onzer congres-afgevaardigden in een gebouw dat onder een s.d.a.p.'sche wethouder ressorteer de. nog versch in het geheugen ligt van alle T.B.N.'ers!" MOETEN WIJ NOG VOOR DE VERKIE ZINGEN ONDERGAAN? Reeds eerder maakten wij in deze rubriek melding van de zuiveringsactie in de Natio naal Socialistische Beweging, welke onder nomen is door een comité, dat, o.m. door middel van circulaires, geregeld felle aanval len doet op de huidige N.S.B.-leiding. In een der jongste pamfletten lezen wij: De grootsche wederopbouw van een Ne derlandsche volksgemeenschap wordt niet gediend door wat Mussert, Geelkerken, Van Bilderbeek en hun kornuiten voorstaan. Hun „arbeid" vernietigt de deugden, die al leen het slagen van een Nederlandsche So cialistische Beweging kunnen verzekeren. In plaats van kameraadschap en fatsoen stel len zij verraad en Taster in dienst van het volksche beginsel, waardoor dit alleen kan worden ontheiligd. Moeten wij nog voor de verkiezingen on dergaan door een rampzalige leiding'? Neen. via ons Comité van zuivering zal de Bewe ging haar ware kracht terug moeten vin den om gezuiverd van de slechts op eigen baat zijnde „leiders" ons Ideaal te dienen. Dan eerst zal ons Comité zich zelf ontbin den. HET MOET LOLLIG ZIJN! Het Volk (s.d.a.p.- zou geen bezwaar heb ben tegen het besteden van een millioen uit de Nederlandsche schatkist voor 's lands vertegenwoordiging op de New-Yorksche Wereldtentoonstelling, „mits dan ook wer kelijk de Nederlandsche cultuur op waar- dige wijze vertegenwoordigd zoun zijn. Het vvordt volgens het blad echter steeds duide lijker, dat zulks niet het geval zal zijn. „Wat men, aldus het Vk„ van het Neder- landsch millioen en de vijfmaal honderddui zend uit de Indische schatkist maakt, moet schilderachtig zijn, aantrekkelijk, lollig vooral niet van die zvvaar-op-de-handsche kunst. Een molen, boeren in Volendammer of Marker pakjes die bal spelen met kazen; het Nederland van de gekleurde prent briefkaart en van reclameplaatjes, dat zul len dè Amerikanen te zien krijgen." Het orgaan valt dan de N. Iiotterd. Crt aan, die dezer dagen in een uitvoerig arti kel over het Hollandsche paviljoen te New York opmerkte, dat men dit keer „geen lood zwaar Nederland, maar een blij Nederland te zien zou krijgen. „Mocht men", zoo adviseert het „Volk", „nog gelegenheid hebben, in de tent van het „blijde Nederland" aandacht te schenken aan de Nederlandsche muziek, dan zijn wij zoo vrij, een voorstel te doen, opdat onze bijdrage niet ontbreke. Men late een koor ven gepofbroekte boertjes en boerinnetjes de hymne van het „vertier" uitvoeren: En dat wij toffe jongens zijn, Dat willen we wë-éten De arbeiderskrant besluit: „Ons bezwaar richt zich tegen het begin sel der oppervlakkigheid. De kunstenaars zijn aan den kant gezet. De regeering van „het blijde Nederland" kan hun hulp niet gebruiken. Zullen de publieke opinie en de meerder heid van de Nederlandsche pers deze flau we kost blijven slikken?" STRIJD TEGEN ANTI-PAPISME. DE TAAK VAN „DE NIEUWE GEMEEN SCHAP." De Maasbode (r.k.) zet de taak van „De Nieuwe Gemeenschap" uiteen, de bekende actie, uitgaande van het R.K. Werklieden verbond voor een nieuwe maatschappelijke orde, waarin het christelijk geloof moet> worden uitgedragen. Er groeit hier en daar' volgens de Msh. een grof anti-papisme. „Hier ligt," zoo schrijft het blad, „voor ieder een taak, voor de jongeren, die nog over het heilige vuur, der jeugd eigen, beschikken, wel in het bijzonder: ieder op zijn terrein, in zijn omgeving strijden tegen de bestrijding van ons geloof, onze instel lingen .stelling nemen voor de dogma's en gebruik van geloof en Kerk. Daarbij, door woord en daad, door het apostolaat van een levende persoonlijkheid vooral, getuigen van den vasten wil der jongeren hun schouders te zetten onder dit grootsche werk: het streven naar een ge kerstende samenleving. Verder betoogt men in dit artikel, dat „men zich niet moet wijs maken, dat er zonder de R.K. Staatspartij nog lang sprake zou zijn van eenigerlei vrijheid voor ons geloof, onze pers, ons onderwijs, en onze organisaties". ZAAGSELSOEP EN HOOIT AARTJES. De Haagsche Post (lib.) heeft een prijs vraag uitgeschreven „voor profeten". De le zers moesten n.1. eind Dec. 1937 voorspel len, hoe de wereldtoestand einde 1938 we zen zou. Het blad publiceert thans den uitslag der prijsvraag en wij veroorloven ons, uit één der bekroonde „voorspellingen" eenige zinsneden over te nemen: „Mijn vrouw heeft weer eens koffie gezet en het koffiedik ligt vóór mij. Ik lees daaruit voor 1938 het volgende: De mun tenverzameling van den Koning van Italië zal nog intact zijn; alle andere metalen zullen voor de vervaardiging van wapenen in dat land gebruikt worden. Engeland zal in 1938 het jubileum van zijn 500ste protest vieren. In Duitschland zal men nog meer van Ersatz moeten gaan leven. De avond japon van houtwol zal zijn intrede doen. Men zal zaagselsoep, hooitaartjes en gras- marmelade als een delicatesse beschouwen. Vele slachtoffers onder de in landers. In den nacht van Zaterdag op Zondag hebben in de buurt van Tosari aardschui vingen plaats gehad, waardoor twee in heemsche woningen zijn ingetsort. Hiérbij zijn drie inheemsche vrouwen gedood, ter wijl een inlander zware kneuzingen opliep. De aardschuivingen gingen gepaard met zwaren regenval. Reeds enkele dagen geleden zijn de des sa's nabij Tosari geteisterd en wel door een orkaan gepaard gaande met slagregens en aardschuivingen, waardoor 28 huizen zijn meegesleurd. Een inheemsche vrouw werd daarbij zwaar gewond. In een andere dessa is, aldus de N.R.Crt., een inlander onder de bedolven aarde geraakt en gedood. Vier anderen werden licht, gewond. Arrestatie in verband met chan tage. Gistermorgen is de behandeling van de eerste zaak betreffende de zedenaffaire voor den raad van Justitie te Batavia met ge sloten deuren voortgezet. De uitspraak is bepaald op 30 Januari. Men verneemt, dat reeds bij de behande ling van <le vorige week een eisch van ne gen maanden gevangenisstraf is gesteld, uisteren is de eiscli echter in het geheel niet ter sprake gekomen aangezien de voortzetting der behandeling slechts her opening van het onderzoek beoogde. Nog steeds worden nieuwe personen pre ventief gesteld, terwijl, naar de N.R.Crt. meldt, nog verdere arrestaties kunnen wor den verwacht. Te Solo is een persoon aangehouden, ver dacht van oplichting en afdreiging ten koste van een persoon die verdacht werd bij de zedenmisdrijven betrokken te zijn. DOOR KROKODIL AANGEVALLEN. In verband met het overlijden van den heer Kuppers, een aardrijkskundige van de N.iv.P.M., werkzaam bij de Neii. Nieuw- Guinea Petroleum Mij., wordt thans uit B'abo nog vernomen, dat de heer Kuppers geheel alleen bezig was met een onderzoek op 'n rivieroever, zoodat de juiste toedracht met bekend is. Het stoffelijk overschot werd onverminkt teruggevonden. Een geneesheer ontdekte wonden, die vermoedelijk veroor zaakt zijn door beten van krokodillen. Deze wonden zijn echter niet fataal. Men is, al dus de N.R.Crt., van meening, dat de heer Kuppers, na door een krokodil te zijn aan gevallen, bewusteloos is geworden en daar na is verdronken. VERHOOGDE WERKING VAN DE KRAKATAU. Sedert 15 Januari vertoont de Krakatau een verhoogde werking. De eruptie-wolken stijgen tot 800 meter hoogte. Een mantri van den vulcariologischen dienst is reeds te Pa- soeroeran gearriveerd, aldus de N. R. Ct. EN NOOIT ZEEP VAM ONBEKEMOE HERKOMST WS2f ytrifc i Feuilleton 35. „Ja, Sahib, ik waak over mijn Mem-Sahib tot gij bij haar komt. Ik waak over haar bij dag en bij nacht. Ik ben haar dienaar." Hij ging onderdanig achteruit om Monck voorbij te laten gaan, maar Monck bleet staan Hij keek Peter een oogenblik onderzoe kend aan. „Dat is goed," zei hij, „als ik niet b\j haar ben, reken ik op jou om over je Mem-Sahib te waken." Peter maakte zijn deftige salaam en zonder een woord te zeggen aanvaardde hij het feit dat, zonder zijn toestemming, geen man den drempel van de kamer achter hem zou over schrijden, of het zou hem het leven kosten. Zachtjes draaide Monck de kruk van de deur om, ging de kamer in en liet hem alleen in het maanlicht achter. HOOFDSTUK II. Slechte tijding. Den volgenden morgen maakten zij een wandeling over de met pijnboomen begroeiden heuvel en door de daarachter gelegen vallei, waar heldere beekjes zich voortspoedden tus- schen het frissche lentegroen. Stella genoot van al die heerlijkheid, die haar aan haar vaderland deed denken. „Je hebt me nog niets van je broer ver teld," zei Stella, terwijl ze samen op een rots blok zaten en zich koesterden in den zonne schijn. „Neen?" vroeg Monck peinzend. „Ik heb ergens een portret van hem. Dat zal ik je laten zien. Je zult wel van mijn broer hou den!" liet hij er glimlachend op volgen. „Hij lijkt niets op mij." Ze lachte. „Dat is zeker een aanbeveling! Maar hoe ziet hij.eruit? Dat moet ik weten." Monck dacht een oogenblik na. „Hij is een korte, tamelijk dikke man, stevig en kleurig, net een gezicht voor een tooneelspeler. Hij houdt meer van een grap dan een mijner be kenden." „Hij lijkt me een snoes!" zei Stella en liet er met een ondeugenden, zijdelingschen blik op volgen: „Hij lijkt zeker niet op jou. Heb je het nieuws van je haastig onberaden huwe lijk al aan hem meegedeeld?" „Ja, ik schreef hem twee dagen geleden. Hy zal ons zeker telegrafisch zijn zegen geven. Zoo is hij." ,,'t Zal wel een schok voor hem zijn," merk te Stella op, „want je dacht er nog niet aan om te trouwen toen je dezen zomer bij hem waart." Een oogenblik heerschte er diepe stilte en Monck scheen al zijn aandacht noodig te héb ben bij zijn pijp. Eindelijk zei hij: „Om je de waarheid te zeggen heb ik hem dezen zomer niet gezien." „Niet gezien!" riep Stella verbaasd uit. „En je bent naar Engeland geweest." „Ik ben niet naar Engeland geweest," her nam hij. Monck's oogen waren nog steeds op zijn pijp gericht. „Dat weet jij nu alleen en nog iemand. Dat is het eerste geheim uit de kamer van blauwbaard dat ik je nu toever trouw. Bewaar het goed." Stella keek hem verbaasd aan, maar hij vermeed haar blik. „Zeg me," zei ze eindelijk, „wie die ander is. De kolonel?" Hij schudde 't hoofd. „Neen, de kolonel niet. Maar Je moet niet vragen, Stella, als je wilt dat ik ooit iets zal mededeelen. Als je ddt doet, zwijg ik als het graf en dat zou misschien niet altijd aange naam zijn." Ze stak haar arm door den zjjne. „Ik zal er om denken," zei ze, „en ik dank je dat je mij dit alvast hebt meegedeeld. Ik zal er het diepste stilzwijgen over bewaren. En niemand zal door mij er iets van te weteq komen." „Dank je," zei hij, vatte haar hand, maar sloeg de oogen neer. „Ik weet dat ik je kan vertrouwen. Je zult niét trachten dingen uit te vorschen, die ik wensch te verzwijgen." „O nooit!" zei ze, „nooit. Ik zal nooit trach ten achter Staatsgeheimen te komen." Hij glimlachte eenigszins cynisch. „Dat is een verstandig besluit. En ik zal Bernard ver tellen, dat ik niet alleen de mooiste, maar ook de verstandigste vrouw van heel Engeland heb getrouwd." „Trouwde je met haar om haar schoonheid of om haar verstand?" vroeg Stella. „Om geen van beide," zeide hg. „Ben je daar zoo zeker van?" ze leunde met het hoofd tegen zijn schouder. „Je behoeft me niets wijs te maken, weet je. Ik zie en ken je door en door, ik zou je herkennen in iedere vermomming!" „Denk je?" vroeg Monck. „Geef me antwoord op m'n vraag," zei ze. „Ik wist niet dat je me iets gevraagd had, zijn stem klonk ruw en hij stak zijn pijp in den mond zonder haar aan te zien. Ze stond op en trok die terug. „Ik vroeg waarom je met me getrouwd waart," zei ze, „en je trekt maar aan die af schuwelijke pijp en kijkt me zelfs niet aan." Hij sloeg den arm om haar heen en keen haar diep in de oogen, terwijl uit zijn blik zijn afgodische liefde sprak. Een oogenblik schrik te zij er van. Het was als de gloed van een vulkaan. Een oogenblik hield hij haar zoo vast, toen kuste hij haar zoo vurig dat het haar den adem benam. „Mijn God!" zei hij hartstochtelijk. „Hoe kan ik dat onder woorden brengen!" Ze klemde zich aan hem vast en beefde. Hij had op dat oogenblik iets over zich, dat haar angst inboezemde. Ze voelde iets vreeselijks iets wat ze niet doorgronden kon. Er was in zijn hartstocht nog iets anders dan verruk king. Zij was pijnlijk door de onstuimigheid, waarmee hij heel de wereld scheen te willen tarten. Ze bleef zwijgend tegen zijn borst rusten, totdat de storm, dien ze zelf had ontketend, bedaard was. Eindelijk hield hij haar minder vast om klemd en vatte ze weer moed. Ze legde haar wang tegen zijn hand en zei: „O, lieveling, heb me niet te zeer lief, maar schenk me duurzame liefde." „Geloof je dan, dat de mijne niet duren zal?" vroeg hjj en zijn stem klonk zacht en diep. Ze drukte een kus op de hand die ze vast hield. „O, dat zei ik niet, dat meende ik niet. Ik geloof, dat het 't mooiste en het beste is wat ik ooit bezitten zal, maarzal ik je eens een geheim vertellen: er is iets in wat me angst inboezemtofschoon ik me er innig in verheug." „Lieveling," zei hij. Ze stak hem weer haar lippen toe. „Ja," ik weet het wel, 't is dwaas, maar je moet bedenken, dat ik je nog niet ken. Ik heb je nog nooit boos op me gezien!" „En dat zul je ook niet," zei hij. „Ja, dat zal ik wel!" Ze keek naar hem zonder hem aan te zien. „Er zal een dag komen, dat er iets tusschen ons wezen zal, misschien een kleinigheid, maar dat voor ons geen kleinigheid zijn zal. En dan zal je boos op me zijn, omdat ik het niet met jou oogen zie en ik geloof, dat dat juist de grootte van je liefde het voor ons beiden nog moeilijker maken zal. Je moet me niet verafgoden, Everard, ik ben maar een gewoon menschen- kind en laterals j al mijn tekortkomingen leert kennen, zal je zoo bitter teleurgesteld zijn." „Daar waag ik het op", zei hij. „Neen, ik wil niet, dat je iets waagt. Wan neer je mij als een afgod op een voetstuk plaatst en. ik val daar af, dan geloof ik, dat je er juist de man naar bent om daaraan te WOENSDAG 25 JANUARI 19S9. Hilversum I, 1875 en 301,5 m. VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. VPRO 11.00—11.30 v.m. en 6.30—7.00 RVU. 7.30— 8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. 8,05 Esmeralda. (Ca. 8.16 Berichten). 8.30 Gramofoonmuziek. 9.30 Causerie „Onze keuken". 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Continubedrij'ven. 11.00 Causerie „De Hond". 11.40 Voor de werkloozen. 12.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 12.15 Bericht.) 12.30 Orgelspel. I.00—1.45 Het VARA-orkest en soliste. 2.00 Voor de vrouwen. 3.15 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.00 Fantasia. 6.28 Berichten. 6.30 Causerie „Kan een „helderziende" alles zien?" 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Vocaal concert. 7.30 Cursus „Ons werk en ons Geloof". 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP en VARA-Varia. 8.20 Voor schakers. 8.50 Radiotooneel. 9.35 „The -tamblers". 10.00 Berichten ANP. 10.10 Het VARA-orkest. II.15 „The Four Blue Stars". 11.3012.00 Orgelspel. Hilversum II, 415,5 m. NCRV-Uitzending. 6.307.00 Onderwijs fonds voor de Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (9.309.45 Gelukwenschen). 10.30 Morgendienst. 11.15 Viooivoordracht en gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.30 Nieuw Accordeon-ensemble en gramo foonmuziek. 2.00 Zang, piano en gramofoonmuziek. 3.00 Gramofoonmuziek. 3.45 Christelijk liederenuurtje. 4.50 Felicitaties. 5.05 Voor de jeugd. 5.50 Gramofoonmuziek. 6.00 Tuinbouwpraatje, berichten. 6.30 Taalles en causerie over het Binnenaan- varingsreglement. 7.00 Berichten, 7.15 Declamatie en gramofoonmuziek. 7.45 Causerie „Leerbewerking". 8.00 Berichten ANP, Herhaling SOS-Ber. 8.15 De Arnhemsche Orkestvereeniging en solist. 9.10 Causerie „Voorbereiding voor het leven" 9.40 Apollo-kwintet. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Vervolg kwintet. 11.25 Gramofoonmuziek. Ca. 11.5012.00 Schriftlezing. gronde te gaan. Ze sprak zeer ernstig, maar aan den flauwen glimlach, die om zijn lippen speelde, bemerkte ze, dat ze hem niet overtuigd had. „Ben je daar werkelijk bang voor?" vroeg hij nieuwsgierig. Ze haalde diep adem. „Ja, daar ben ik bang voor. Ik geloof niet, dat je zelf je eigen kracht en je eigen zwakheid kent. Je kunt je niet voorstellen, wat je zoudt zeggen of doen of zelfs denken, wanneer ik meende, dat je tegen over mij onvriendelijk of onrechtvaardig waart „Dan zou ik waarschijnlijk mokken." Ze schudde 't hoofd. „O neen, vroeger of later zou je uitvallen! 't Zou een verschrikkelijke uitbarsting zijn. Ik zou wel eens willen weten, of je ooit wel eens goed boos bent geweest op iemand van wie je hieldop Tommy, bijvoorbeeld." „Ja, dat ben ik", zei Monck. „Maar ik denk toch niet, dat je hem zijn ondervinding dien aangaande zult laten vertellen. Hij heeft het in elk geval overleefd." „Maar jij zult 't mrj wel vertellen," zei ze. Hij aarzelde, ,,'t Is eigenlijk niet aardig om den jongen zoo te verklappen. Maar 't was niets buitengewoons. Toen Tommy pas hier kwam, had hij evenals de anderen veel hinder van warmte. Hij had dorst endronk. Ik heb 't hem afgeleerd." „Hoe, Everard?" Stella keek hem belang stellend aan. „Wil je dat werkelijk zoo graag weten?" Hij aarzelde nog. „Natuurlijk, ik veronderstel, dat je heel boos op hem bent geweest." „Ik washeel boos en had daar ook alle reden toe. Op zekeren avond viel hij mij in de Club aan. Hoe, dat doet er niet toe. Maar hii was in ieder geval niet toerekenbaar. Maar ik moest maken, dat hij er niet inliep. Ik nam hem mee naar mijn kamers. Dacre was dien nacht afwezig, zoodat ik alleen met hem was. (Wordt vervolpd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 7