Het Fransche volk
tot heldhaftigen
arbeid geroepen
DAGBLAD VOOR DEN HELDER EN HOLLANDS NOORDERKWARTIER
Dc Paus opnieuw een
hartaanval
EM. de Koningin
in
Mei
naar
België 1
Geen procedures over
toelating van vluchtelingem
Italiaansch-Russische
handelsovereenkomst
Geen kolonisatie van
Joodsche uitgedrevenen
Ongewenscbte
radio-propaganda
Minister van Koloniën
stelt gerust
KONINGSTRAAT 78, DEN HELDER. TELEFOON 50 f2 LIJNEN)
WOENSDAG
8 FEBRUARI 1939
67e JAARG. No. 8537
Democratieën hebben
geen behoefte aan oorlog
Ons spoorwegpersoneel
in getailleerde jasjes
Duitschland wil
een Joodsch reservaat
Onze Oost
Dit nummer bevat 8 pagina's
EERBERICHT
DE BILT SEINTi
Verdwijnt de
Kath* Dem. Partij?
HELDERSCHE COURANT
Uitgave der UHg.-Ml|. Hollands Noorderkwartier N.V. te Den Helder
BONNET MOTIVEERT ZIJN
BUITENLANDSCHE POLITIEK
FRANKRIJK STREEFT NAAR
GOEDE NABUURSCHAP MAAR
ZAL ZICH 'ZIJN PLAATS ALS
GROOTE MOGENDHEID NIET
LATEN VOORSCHRIJVEN.
De Fransche minister van buiten-
landsche zaken Georges Bonnet heeit
gisteren in den Senaat zijn politiek,
welke de laatste dagen nogal eens
werd aangevallen, gemotiveerd.
Frankrijks houding, aldus Bonnet,
moet gezien worden in het licht der
kortelings in het buitenland uitge
sproken redevoeringen. „Of het erom
gaat voor Frankrijk oorlog te voeren
of den vrede te handhaven, het uur
voor den heldhaftigen arbeid is ge
komen: Frankrijk gaat aan het
werk', waren de slotwoorden van
Bonnets indrukwekkend betoog,
waarmede hij bereikt heeft, dat de
Senaat met 290 tegen 16 stemmen
een motie van vertrouwen in de re
geering aannam.
Ons doel is eenvoudig, begon Bonnet als
antwoord op interpellaties van verschillen
de sprekers:
„Wij willen in de allereerste plaats ons
gebied en ons rijk beveiligen. Wat arbeid en
Fransch bloed hebben opgebouwd zal Fran
sche moed weten te verdedigen. Wij hebben
een erfenis ontvangen van onze voorgangersf
Wij willen die ongeschonden aan onze na
komelingen nalaten. Daarover bestaat geen
enkele twijfel, geen enkele schaduw, geen
enkele oneenigheid tusschen de Franschen.
Maar Frankrijk kan zijn diplomatieke actie
niet beperken tot de grenzen van zijn gebied
en zijn rijk. Het kan niet afzien van zijn ge-
wettigden invloed in andere deelen der we
reld, nog zich zijn rol als groote mogendheid
laten voorschrijven.
Bonnet schetste vervolgens de verhoudin
gen met de andere landen en zeide dat
Frankrijk, hetwelk zelf ongeveer alle be
staande regeeringsvormen heeft gekend,
steeds naar correcte verhoudingen heeft ge
streefd.
Het heeft steeds den wil te kennen
gegeven om zich met Duitschland te
verstaan, Het heeft 'n nieuw bewijs
gegeven van dezen vredelievenden
wil tijdens de overeenkomst van
Munchen. De debatten over dit punt
zijn gesloten. Frankrijk heeft zich
trouwens niet minder verzoeningsge
zind getoond jegens het zwakke en
ontwapende Duitschland dan tegen
over het sterke en herwapende
Duitschland. Inderdaad, er is geen
Franschman, die niet van heeler
harte en met heel zijn verstand een
goede verstandhouding wenscht tus
schen Frankrijk en Duitschland. Dat
heeft de Fransch-Duitsche verklaring
van 6 December bevestigd.
In het algemeen is geen enkele poging na
gelaten om ieder misverstand tusschen
Duitschland en Frankrijk en Italië en Frank
rijk uit den weg te ruimen.
In dit verband wees Bonnet op het zenden
van een ambassadeur naar Rome.
Wij kunnen ons slecht een Italië
voorstellen, dat een aanval zou ple
gen op Frankrijk en er bestaat zeker
geen Franschman, die er ooit aan
gedacht heeft, dat zijn vaderland te
gen Italië een oorlog zou kunnen ont
ketenen van een weerzinwekkende
impiëteit. Deze beide naties zijn met
elkander verbonden door de drievou
dige gemeenschap van taal, cultuur
en vergoten bloed.
Geen duimbreeds...
Vervolgens toonde Bonnet aan dat het nu
echter noodig was dat de Italiaansche regee
ring zich duidelijk uitsprak. Op alle provo
caties in de Italiaansche pers heeft Frankrijk
slechts hetb ekende antwoord „geen duim
breeds" kunnen geven en de reis van minis
ter Daladier naar Corsica en Noord Afrika
vormde het bewijs, dat het volk hierin ach
ter de regeering staat,
Spanje.
Ten aanzien van Spanje verklaarde Bon
net, dat Frankrijk zich sinds 1936 strikt aan
de overeengekomen non-interventie-politiek
heeft gehouden.
Echter, vervolgde de minister, Span
je heeft voor onze verbindingen met
ons Afrikaansche rijk een zeer groot
strategisch belang. Wij zouden niet
kunnen toestaan, dat eenige vreem
de staat de onaantastbaarheid van
Spanje zou komen te bedreigen en
door Spanje heen de veiligheid van
Frankrijk bedreigde. De regeering te
BONNET.
Burgos, die in September j.1. ons haar
neutraliteit in geval van een oorlog
ter kennis bracht door tusschenkoms»
van haar vertegenwoordiger te Lon
den, heeft openlijk verklaard en ons
doen zeggen, dat zij naijverig de on
afhankelijkheid van Spanje ou
handhaven en geen enkele buiten-
landsche beslaglegging op haar zou
aanvaarden.
Engeland en Italië hebben beide verkla
ringen afgelegd, de eerste da zij solidair mét
Frankrijk is, de tweede dat zij geen verlan
gens ten opzichte van Spanje en zijn ko
loniën heeft.
Frankrijk -wenscht niet anders dan dat deze
verplichtingen worden nagekomen.
Van heeler harte zullen wij Spanje helpen
de wonden te verbinden, die deze beide
vreeselijke jaren van burgeroorlog het heb
ben geslagen.
Frankrijk heeft het verdeelde Spanje
nooit anders dan een snelle verzoening toe-
gewenscht van zijn zonen op den grond van
het gemeenschappelijke vaderland. Jegens
de Spaansche kinderen, die een beroep de
den op de menschelijke solidariteit, heeft
het bewijs gegeven van een edelmoedigheid,
die naar ik meen, weergaloos is en waar
voor de republikeinsche regeering gisteren
haar levendige erkentelijkheid tot uitdruk
king heeft gebracht.
De terugkeer van vluchtelingen naar Spanje
zal grootelijks vergemakkelijkt worden, wan
neer de regeering van Burgos, bezield door
een ruimen geest van edelmoedigheid wel
willende maatregelen van amnestie zou wil
len nemen. De Fransche regeering zij
heeft het gisteren nog getoond door haar
met succes bekroonde bedoelingen ten gun
ste van de rechtsche krijgsgevangenen
heeft slechts den wensch alles te vergemak
kelijken, wat kan leiden tot een kalmeering
in Spanje", aldus is de politiek, die gevoerd
wordt jegens de groote nabuurlanlen van
Frankrijk, zeide Bonnet.
Vervolgens schetste Bonnet de nauwe be
trekkingen met Engeland en de Vereenigde
Staten.
De drie democratieën zijn zich be
wust van de onmetelijkheid harer
materieele en moreele krachten en
weten, dat geen enkele natie er aan
zou kunnen denken haar opperheer
schappij op te leggen. Deze vriend
schap vormt een bedreiging voor
niemand, zij stelt zich slechts ten
doel den vrede te verzekeren in de
vrije ontwikkeling der drie groote
volkeren".
Hitier
Bonnet herinnerde vervolgens aan de rede
voering, waarin rijkskanselier Hitier ver
klaarde: „Het nationaal-socialisme is geen
exportartikel" en zeide dat Duitschland geen
enkele reden heeft om oorlog te voeren met
andere volkeren omdat het democratieën
zijn. In dit verband verklaarde Bonnet:
„Wij kunnen dezelfde verzekering geven.
De democratieën hebben jegens geen enkele
natie, groot of klein, niet de geringste ge
dachte aan propaganda, minder nog aan
oorlog, zij weten alle, dat men menschen
met geweld geen denkbeelden opdringt. Al
le hebben denzelfden wensch naar vrede".
Zonder twijfel houdt de toekomst nog
nieuwe moeilijkheden in. De regeering zal
er naar streven ze op te lossen door toepas
sing van heel haar koelbloedigheid, heel
haar moed. Daartoe rekent zij op de hulp
van het Fransche volk, dat zijn kalmte
heeft behouden, zelfs in de ernstigste uren
en dat begrijpt, dat het lot van het land op
het spel staat.
De regeering heeft dan ook het recht, zoo
besloot spreker, te vragen, dat alle nationale
krachten zich om haar heen scharen!
Gevaar echter reeds weer geweken.
De Paus is gisteren opnieuw ziek gewor
den. De talrijke bezoeken welke Z. II. ter ge
legenheid van den 17den verjaardag van zijn
verkiezing in het pontificaat heeft ontvangen
hebben hem blijkbaar vermoeid. „United
Press" heeft vernomen, dat de Paus gister
middag om 4 uur 30 een hartaanval gehad
heeft. De laatste berichten uit Vaticaanstad
melden echter dat het met Zijne Heiligheid
weer veel beter gaat.
WAGENVOERDERS IN LINNEN
UNIFORM.
Met ingang van 15 Mei zullen hoofd
conducteurs, conducteurs, wagen
voerders en het personeel in dienst
als los arbeider, zooals wij reeds
meldden, in moderne en gemakke
lijker te dragen pakjes worden gesto
ken.
Bij de keuze der nieuwe uniformen ging
de directie uit van het standpunt, dat niet te
zeer afgeweken diende te worden van het
bestaande uniform en dat de eventueel te
maken kosten gedekt zouden worden door
een grootere duurzaamheid.
De keuze is gevallen op een diep-donker-
blauwe kamgaren stof, aanmerkelijk soepe
ler en lichter dan welke thans gebruikt
worden. De opstaande stijve kraag zal plaats
maken voor een slappe halfopstaande om
geslagen kraag, terwijl de zakken zich al
leen aan de buitenzijde bevinden. Het jasje
is sterk getailleerd en geeft een moderner
en vlottere indruk. De petten zullen niet
worden gewijzigd.
De wagen voerders zullen in de zomer
maanden alleen het voorrecht hebben een
linnen uniform te mogen dragen van de be
kende groene Indische linnen stof, waarbij
de kraag niet half-opstaande, doch geheel
liggend zal zijn.
Een zelfstandige Joodsche staat zou
slechts een dorado van gauwdieven
en oplichters worden, meent Rosen-
bergl
Hoewel ideologische tegenstellingen geens
zins tot vijandschap tusschen de staten be
hoeft te leiden, is er een zaak, waarin de
meeningen tusschen democratische en dicta-
tuurstaten ten zeerste uiteehloopen, om el
kaar te begrijpen. Dat is het Jodenvraag
stuk, betoogde rijksleider Alfred Rosenberg
tijdens een receptie van de buitenlandsche
diplomaten en de buitenlandsche pers.
De maatregelen van Duitschland ten
behoeve van uitschakeling der Joden
uit het geheele Duitsche leven
hebben een wereldophitsing van alle
Joden en van hen aihankelijken
gewekt als antwoord op deze zelfver
dediging der Duitsche natie. Daar
mede is het probleem van een beslis
sende emigratie weer tot een we
reldpolitiek probleem van de actu-
eelste soort geworden, vervolgde Ro
senberg.
De nagestreefde zionistische staat heeft
slechts tea doel het wereldjodendom macht
te geven, op te treden voor de z.g. minder
heden in alle landen.
Ook zou een zionistische staat asyl
verleenen aan alle verdachte Joden
ter wereld, en een wereldcentrum
worden voor alle oplichters van
Joodschen bloede.
Als eenige kwestie blijft dus de vraag of
en welk op zichzelf afgesloten gebied de
democratieën ter beschikking willen stelen om
den Joden in hun geheel (rond 15 millioen
personen) tot vestigingsgebied te dienen. De
Joodsche millionairs en milliardairs moeten
bijv. de conferentie van Evian in Londen
voor dit doel hun middelen ter beschikking
stellen, hetgeen doelmatiger zou zijn dan ze
te gebruiken in een politieke opruiing en
economische boycot tegen Duitschland en
voor bolsjewistische propaganda binnen de
democratieën.
Een Joodsch reservaat!
Hieruit vloeit volgens spr. voort: 1. De
noodzakelijkheid om de honderdduizenden
Joden uit Duitschland en later de millioenen
Joden uit Centraal en Oost-Europa op te ne
men en in gesloten verband in een kolonisa
tiegebied onder te brengen. 2. Bij een der
gelijke kolonisatie kan geen sprake zijn van
de oprichting van een Jodenstaat, maar wel
van de inrichting van een Joodsch reservaat.
Rosenberg bestreed de opvatting, dat
Duitschland in andere staten een nationaal-
socialistisch element kweekt naar Duitscb
voorbeeld. De stroomingen in andere landen
tegen de democratie zijn uitingen van de b"
treffende volkeren zelfs
Waarschijnlijk in het laatst van
Mei.
Gelijk men zich zal herinneren heeft II.
M. de Koningin besloten, ter beantwoor
ding van het bezoek, dat Z.M. Koning Leo-
pold Haar onlangs heeft gebracht, in het
komende voorjaar een officieel tegenbezoek
te brengen aan Brussel.
In dit verband seint de Brusselsche cor
respondent van de Maasbode:
Volgens een niet bevestigd bericht, dat wij
met het noodige voorbehoud mededeelen,
zal het officieel bezoek van H.M. Koningin
Wilhelmina aan België van 21 tot 23 Mei
a.s. plaats hebben.
Men kan niet*met elk geval bij
den minister komen.
Op de vragen van het Eerste Kamerlid de
heer van Embden betreffende de teruglei
ding van Duitsch-Joodsche vluchtelingen,
heeft de minister van Justitie o.m. als volgt
geantwoord:
Zeker in de omstandigheden van de laat
ste maanden, welke niet door de Nederland,
sche overheid in het leven zijn geropen. is'
het ten eenenmale uitgesloten, dat een
voorschrift zou kunnen worden gegeven,
krachtens hetwelk elk geval, waarin een
vluchteling aanvoert, dat terugleiding voor
hem onmiddellijk levensgevaar oplevert,
aan den minister zou moeten worden voor
gelegd. Er zij slechts op gewezen, dat als
dan wel zonder uitzondering een beroep op
levensgevaar zou worden gedaan. Werd
daarnaast nog een procedure met verweer
middelen ingesteld, dan zou het wel zeer
geruimen tijd duren, voordat een beslissing
zou kunnen worden gegeven. Niet het
minst in het belang van de vluchtelingen
zelf is echter een zoo spoedig mogelijke be
slissing gewenscht.
De Sovjet-Russische ambassadeur Stein
en de handelsvertegenwoordiger Popof, na
mens de Sovjet-Unie, en Ciano namens Ita
lië, hebben gisteren te Rome een aantal eco
nomische protocollen en overeenkomsten
onderteekend, waarbij hangende kwesties
opgelost worden en de handel tusschen
Rusland en Italië geregeld wordt.
De „Giornale d'Italia" meldt, dat de waarde
van het goederenverkeer tuschen beide
landen krachtens deze overeenkomst van
400 millioen tot een milliard lire zal stij
gen.
Het is de grootste overeenkomst, die Ita
lië ooit met Sovjet Rusland heft gesloten.
Het ruilverkeer wordt door clearing gere
geld.
De Russische invoer zal betaald worden
met in Italië geblokkeerde lires, die Rusland
zal gebruiken voor zijn aankoopen op de
Italiaansche markt. Rusland zal onder meer
stookolie, mangaan, steenkolen, koren, gerst
en hout leveren; wat Italië zal uitvoeren,
is nog niet nauwkeurig bekend.
De Nederlandsche minister van Koloniën
heeft in antwoord op een desbetreffende
vraag uit de Tweede Kar :r medegedeeld,
dat hij geen voldoende aanleiding aanwezig
acht om in het bijzonder kolonisatie door
Joodsche vluchtelingen in Nederlandsch
Indië te bevorderen, aangezien hij in het al
gemeen sceptisch staa'. tegenover de prac-
tische mogelijkheden van kolonisatie door
Europeanen, welk in elk geval niet dan zeer
beperkt zou kunnen zijn.
Regeering zal deze tegengaan
Intensiveering van het radiover
keer tusschen Nederland en In
dië.
Naar wij vernemen, overweegt de Indi
sche regeering het treffen vr r voorzieningen
teneinde in Indië de verspreiding van opge
vangen radioberichten uit het buitenland, die
een ongewenschte propaganda of tendentieu
ze berichtgeving beoogen, te kunnen tegen
gaan. Mede is in overweging een uitbrei
ding en intensiveering van de radio-bericht
geving tusschen Nederland en Indië, waarin
naar het inzicht van den minister een doel
treffend middel is gelegen om de cultureele
en politieke toenadering tusschen beide ge-
i biedsdaelen te bevorderen.
t—t
s
Verwachting voor dc kuststrook:
Matige, tijdelijk krachtige
Zuidelijke tot Zuidwestelijke
wind, half tot zwaar be
wolkt, geen regen v. betecke
nis, zelfde temperatuur als
gisteren.
Weer eenheid in het Roomsche
kamp!
Volgens de Maasbode (R.K. Staatspartij)
zal op 19 Februari het congres van de Ka
tholiek Democratische partij moeten beslis
sen over een bestuursvoorstel tot opheffing
dier partij. Het blad noemt de vergadering
het verheugend resultaat van een ten dezen
door eenige leden van de R.K. Staatspartij
genomen initiatief ten einde te komen tot
eenheid van de Katholieken ook op staat
kundig terrein.
Wat den omvang der partij betreft, welke
sedert haar ontstaan reeds aanzienlijk was
teruggeloopen, kan eraan worden herinnerd,
dat bij de in 1937 gehouden verkiezingen
voor de Tweede Kamer op haar lijsten in
totaal 27665 stemmen zijn uitgebracht.
Afstand van eenlg tot ons Ko
ninkrijk behoorend gebied komt
zelfs niet voor discussie in aan
merking
De Tweede Kamerleden, die voor Indië
nog krachtiger door de regeering weerspro
ken hadden willen zien de geruchten no
pens een internationale conferentie tot her
verkaveling van koloniaal gebied,
worden door den minister in zijn he
den verschenen Antwoord Memorie
betreffende Koloniale zaken nog eens
gerustgesteld. De minister merkt n.1.
op dat afstand van eenig tot het
grondgebied van het Koninkrijk be
hoorend deel, hoe klein ook, door de
regeering zelfs niet geacht wordt
voor discussie in aanmerking te ko
men.
De weermacht.
Wat de opmerkingen nopens de Indische
defensiegrondslagen betreft, is de minister
nog steeds van oordeel, dat deze grondslagen
voldoende mimte laten de weermacht op te
bouwen in dien zin, dat elke gewelddadige
aanranding met geweld kan worden beant
woord. De practijk der laatste jaren wijst dit
trouwens wel zeer afdoende uit.
Er bestaat niet de minste of geringste aan
leiding om aan de betrouwbaarheid van het
leger te twijfelen. Versterking van het ma
terieel is onafwijsbaar noodzakelijk om be
doeld leger te maken tot een modern ge
vechtsinstrument.
Opleiding van Indische officieren.
Tegen het denkbeeld om de opleiding van
de toekomstige officieren van het K.N.I.L.
in Indië te doen plaats hebben, bestaat bij
den minister overwegend bezwaar. Ilij
schaart zich geheel aan de zijde van de le
den, die van meening zijn, dat deze oplei
ding uitsluitend in Nederland dient te
geschieden.
Militaire luchtvaart.
Omtrent den verderen uitbouw van de
militaire luchtvaart, o.m. voor wa betreft
de eventueele aanschaffing van snelle jacht
vliegtuigen, is het overleg met de Indische
regeering nog niet beëindigd.
De vraag, of bij dé luchtstrijdkrachten het
gevechtsschieten en het bommenwerpen wel
voldoende wordt beoefend, kan niet alleen
bevestigend worden beantwoord, doch daar
aan kan worden toegevoegd, dat aan dit
onderdeel van de opleiding zeer veel zorg
wordt besteed.
Aan verbetering van de bevestiging van
de basis Soerabaja wordt nauwgezette aan
dacht geschonken. Wat het land front van
Soerabaja betreft kan worden aangeteekend
dat in de te verwachten operatieterreinen
reeds de noodige voorzieningen wordeh ge
troffen.
De aanleg van oorlogsvoorraden. ook ten
behoeve van de voedselvoorziening heeft de
volle aandacht van de Indische regeering.
Het vraagstuk inzake bewapening van
koopvaardijschepen maakt, mede in verband
met de daaraan verbonden financieele
consequenties, bij de Indische regeering
nog een punt van overweging uit.