Hertaxatie van het goud
Nederlandsche Bank?
Duitschland beperkt
vrijheid van
arbeidskeuze
Prinses Juliana helpt
Hongaarsch gezin
Predikbeurten
bij de
Gelukzoekers bedrogen
Uit onze omgeving
VAN ENORME BEDRAGEN, DIE BRAAK
LIGGEN.
Goed voorgaan, doet goed volgen!
Reeds herhaaldelijk hebben we kun
nen lezen, hoe buitenlandsche regee
ringen vooral Frankrijk was er als
het ware op geabonneerd een zoet
winstje konden binnenhalen op den
aanwezigen goudvoorraad door zoo
genaamde „hertaxatie". Deze lier-
taxatie kan plaats hebben na een de
valuatie, omdat als gevolg daarvan
het ruilmiddel in verhouding tot het
goud was gedaald.
Hoe de vork in de steel zit is duidelijk.
Men kan een circulatiebank in dit opzicht
beschouwen als een handelaar in edel mc-
taalf die zijn voorraden plotseling aanzienlijk
in guldenswaqrde ziet stijgen. Met andere
woorden: er wordt winst gemaakt. En deze
winst kan worden uitgekeerd.
Ook Nederland heeft, nu reeds eenige ja
ren geleden zijn ruilmiddel los gemaakt van
het goud, met het resultaat, dat wij hier
een devaluatie hebben meegemaakt.
Hoe groot de winst is, die als gevolg van
een en ander bij de Nederlandsche Bank als
het ware «voor het grijpen ligt, willen we in
het midden laten. De meeningen daarom
trent loopen eenigszins uiteen, een ronde
200 millioen zal ze echter stellig bedragen.
En zoo kunnen we op het oogenblik in
Nederland stemmen hooren, die er op aan
dringen het goede Fransche voorbeeld of
dat der andere mogendheden, waarin deze
manipulatie is toegepast te volgen en ook
door de Nederlandsche regeering dit zeer
belangrijke bedrag, dat ze zoo buitengewoon
goed kan gebruiken, te laten incasseeren.
Waarbij dan bij voorbaat als vaststaand
wordt aangenomen, dat het de Nederlandsche
regeering is, die bij uitsluiting van ieder an
der recht op deze extra-winst der Neder
landsche Bank kan doen gelden, een opvat
ting, die in bevoegde kringen wel als juist
schijnt te worden aangenomen.
Deze hertaxatie, waartegen inderdaad niet
zoo heel veel is in te brengen, wordt nog
meer aanvaardbaar, wanneer men bedenkt,
dat voor de handhaving der koers van den
Nederlandsclien gulden ten aanzien van de
buitenlandsche valuta, niet meer, gelijk vroe
ger, de goudvoorraad van de Nederlandsche
Bank wordt gebezigd, doch dat zeer speciaal
voor dit doel het zoogenaamde Egalisatie
fonds in het leven is geroepen.
De goudvoorraad van de Nederlandsche
Bank wordt daardoor feitelijk een reserve,
die ter gelegener tijd zeer zeker van groot
nut kan zijn, doch die thans echter practisch
ongebruikt is en dus van weinig nut.
Hoewel de weekstaat van de Nederland
sche Bank het bedrag aan munt en munt-
materiaal geregeld vermeldt willen we het
waar de meesten dezen bankstaat wel
niet trouw zullen volgen toch even me-
moreeren. Op 13 Februari bedroeg bedoeld be
drag niet minder dan f 1.488.822.000.een
bedrag waarvan een gewoon sterveling zich
ter nauwernood een begrip kan maken, dat
echter zonder overdrijving enorm mag wor
den genoemd.
Hoewel er dus aan een hertaxatie weinig
bezwaren verbonden schijnen, ziet het er
naar uit, dat er niet toe zal worden over-
gegaan.
Het eenige groote bezwaar schijnt hierin
te liggen, dat een eventueele hernieuwde da
ling van de goudwaarde, een overeenkomstig
verlies zou opleveren. Het Egalisatiefonds,
dat inderdaad meer heeft moeten worstelen
met een neiging van den gulden om op te
loopen dan om te dalen, is er intusschen in
geslaagd het gewenschte niveau ongeveer te
handhaven en er zijn nauwelijks motieven
om aan te nemen, dat dit in de toekomst
niet zal lukken.
Dat vermoedelijk niet tot een hertaxatie
zal worden overgegaan, meenen we te mo
gen opmaken uit het koersverloop van de
aandeelen der Nederlandsche Bank.
Sedert ultimo 1938 viel een opmerkelijke
stijging te constateeren, die zonder eenigen
twijfel haar oorsprong vond in de verwachte
hertaxatie. Was de laatste beursnoteering in
1938 voor deze aandeelen circo 129 op 13
Februari is ze ongeveer 146
De reden daarvan was, dat, hoewel de
hoofdwinst der hertaxatie zonder twijfel aan
de regeering ten goede zou komen, er ook
voor den bank, en dus voor de aandeelhou
ders, een belangrijk voordeel aan verbonden
zou zijn geweest. Er staat n.1. altijd nog een
rest-bedrag ad ca. 9 millioen gulden, van het
in 1931 geleden koersverlies op ponden. Bij
een eventueele hertaxatie zou ook dit bedrag
uit de winst worden afgeboekt zoodat dit de
winst zou zijn, welke aan de aandeelhou
ders ton goede zou komen end ie zich zeer
waarschijnlijk zou uiten in een hooger divi
dend.
Het is interessant de dividenden in de af-
geloopen jaren even te vermelden. Ze be
droegen in:
1929
11.9
1930
12
1931
7,2
1932
1933
1934
3,2
1935
3,6
1930
5
1937
4,2
1938
3
dat van een hertaxatie niets zou komen, ter
beurze de overhand kreeg en dat de daling
daaruit moet worden verklaard.
Dus geen hertaxatie?
Het zou jammer zijn, want afgezien nog
van de mogelijkheid uit een dergelijk
winstsaldo b.v. de begrootingstekorten aan
te zuiveren of zelfs enkele onredelijk zwaar
drukkende belastingen te verlagen, zou op
deze wijze de beschikking kunnen worden
verkregen over een enorm fonds ter bestrij
ding der werkloosheid.
In dit verband meenen we even te mogen
wijzen op het reusachtig bedrag aan rekc-
ning-courant-saldi van anderen dan het Rijk,
dat bij de Nederlandsche Bank is belegd en
dat op 13 Febr. een totaal bereikt had van
f 673.635.000.—. Men dient hierbij te bedenken,
dat dit geld renteloos belegd is, zoodat de
conclusie voor de hand ligt, dat het animo
en de durf om bedragen te steken in nicu-
SuuaS uooA\oSua;mq je uobuuuaujapuo b/a
is.
Zou het niet mogelijk zijn, dat dit
kapitaal in de gemeenschap wordt
gestoken, b.v. doordat de hertaxatie
winst, die zoo uitermate gemakkelijk
is verdiend, daarbij althans ten deele
een bestemming kreeg als reserve
fonds?
De bereidwilligheid om de in rekenyig-
courant gegeven gelden in ondernemingen
te steken, zou daardoor stellig sterk toene
men en daarmee de bedrijvigheid in ons
land, welke nog altijd in zoo hooge mate
den terugslag ondervindt van de crisis.
De uitwerking van het befaamde ponden-
verlies in 1931 is hierin duidelijk zichtbaar.
Met geld en passage-biljetten.
Het te Boedapest verschijnende dagblad
Esti Kurir van 15 Febr. zet zijn lezers een
aardig verhaal voor, waarin verteld wordt
hoe Prinses Juliana dezer dagen een gezin
in Hongarije geholpen heeft, dat zich onder
den druk der hcdendaagsche omstandighe
den, genoodzaakt ziet dit land te verlaten.
In de stad Debrecen woont zekere Alajos
Siegfricd, die een betrekking had als ambte
naar in een particuliere onderneming. Daar
hij niet „arisch" is, verloor hij zijn werk.
Hij is getrouwd en bezit slechts één kind,
een meisje, dat verleden jaar op precies
denzelfden dag geboren werd als onze Prin
ses Beatrix. Alajos Siegfried waagde het,
een brief aan Prinses Juliana te schrijven,
waarin hij haar de moeilijkheden uiteenzet
te, waarin hij en zijn familie thans verkee-
ren.
Prinses Juliana liet hem antwoord toeko
men. Zij deed hem drie scheepsbiljetten toe
sturen voor een reis naar Nederlandsch
Oost Indië, waarbij zich tevens de papie
ren bevonden, die hem en zijn familie het
recht geven in Insulinde te landen. Boven
dien bevonden zich in den brief qen chèque
van f 600 en een aanbevelingsbrief voor de
autoriteiten in Indië.
In den brief stond verder, dat Prinses Ju
liana hem en zijn gezin veel geluk voor de
toekomst toewenscht en dat zij het op prijs
zou stellen, wanneer de familie, wanneer
zij naar Indië reisde, haar eens in Neder
land kwam bezoeken, daar zij het kindje
eens graag wilde zien.
Men kan zich voorstellen, hoe dolgelukkig
het gezin in Debrecen is en hoe opgetogen
men in Hongarije is over deze edelmoe
dige daad van onze troonopvolgster, die
hier, aldus het Rott. Nwbl., vooral sedert
haar bezoek aan Boedapest tijdens haar hu
welijksreis toch al zoo buitengewoon popu
lair is.
Fluctuatie van arbeidskrachten
wordt streng tegengegaan.
De nieuwe bepalingen van Goering
over de voorziening in de behoefte
aan werkkrachten heeft een tweele
dig doel: paal en perk te stellen aan
de fluctuatie der werkkrachten in
het algemeen en in het bijzonder te
voorzien in het gebrek aan werk
krachten in den landbouw.
In den landbouw komt men, gelijk be
kend, ongeveer achthonderdduizend werk
krachten te kort. Daarin kan slechts ten
deele door buitenlandsche werkkrachten
worden voorzien. Er zijn, aldus de N.R.Ct.,
landarbeiders besteld uit Italië en Polen.
Met Tsjccho Slowakije en Hongarije wordt
onderhandeld en ook uit eenige andere lan
den, gelijk Nederland, wordt een aantal
landarbeiders verwacht, maar meer dan
ongeveer honderdduizend zullen dat alles
tezamen toch niet zijn.
De nieuwe wet geeft de regeering nu de
middelen in de hand, om in alle geval ver
dere vlucht van het land radicaal tegen te
gaan, alsook om andere werkkrachten voor
den landbouw beschikbaar te stellen, die
in bepaalde bedrijfstakken kunnen worden
gemist,
Nadat nu op 13 Februari de aandeelen
hun hoogsten stand hadden bereikt, zette
plotseling een daling in. Er werd genoteerd
op:
14 Febr. ca. 139
15 Febr. ca. 133
Men zal de plank wel niet ver misslaan,
wanneer men aanneemt, dat de opvatting,
Acht millioen arbeiders zoch&en
een anderen baas.
Tevens kan de fluctuatie van arbeids
krachten in het algemeen worden tegenge
gaan. Op overwegingen van betrekkelijk on
dergeschikt belang, zoo wordt gezegd, bijv.
een betere ligging der fabriek, aangenamer
cantine, of kleine voordeden ten opzichte
van de ziekteverzekering e.d. plachten heele
legers van arbeiders hun betrekking te wis
selen. Door bemiddeling van de bureaux
van den arbeid waren er in één jaar acht
millioen arbeiders van de eene betrekking
naar de andere overgegaan.
Het spijt de regeering.
Te bevoegder plaatse verklaarde men, dat
men met leedwezen thans heeft moeten be
sluiten tot een maatregel, die de vrijheid
van zelfbestemming van het individu zeer
sterk aan banden legt, maar er moest, zoo
verklaart men, iets worden gedaan.
Men is echter nog minder ver gegaan dan
door velen was verlangd, in zooverre men
er van heeft afgezien zekere beroepen, waar
voor in verhouding tot andere te veel ani
mo bestaat, voor de jonge arbeiders te slui
ten.
Men verwacht, dat dit niet noodig
zal wezen, omdat de zoogenaamde
bureaux voor advies inzake beroeps
keuze, welke aan de bureaux voor
arbeidsbemiddeling zijn verbonden
er feitelijk reeds voor zorgen, dat de
jongelui de vakken kiezen, waarin
het meest aan werkkrachten behoef
te is.
In dit verband zij er nog op gewezen, dat
het bemiddelingsbureau reeds 104.000 zelf
standige, kleine ambachtslieden in de fa
brieken heeft geplaatst.
De vorige wet, met een naar den schijn
overeenkomstige strekking, heeft alleen ge
diend de 400.000 arbeiders ter beschikking
te krijgen voor de versterking aan de Wes
telijke grenzen. De thans uitgekomen wet
heeft inderdaad een veel algemeener strek
king en, gelijk reeds gezegd, beperkt zij in
hooge mate de vrijheid van de keuze van
arbeid,
Fransche zwendel-loterij aan de
kaak gesteld.
De afdeeling Handelsinlichtingen van het
hoofdbureau van politie te Amsterdam heeft
ontdekt, dat er in verschillende plaatsen,
o.a. te Amsterdam en Rotterdam, verkoopers
zijn van „Crédit National'Moten, die een
beurswaarde van pl.m. f27.— hebben, doch
die, aldus de Tel., verkocht worden voor
f 50.—.
De „Crédit National" kondigde in adver
tenties aan, dat men kans had op den hoofd
prijs van 1 millioen in een z.g.n. „Groote
Fransche Staatsloterij" en bood daarvoor
heele loten a f2.50 aan.
Wie op deze aanlokkelijke advertentie
schreef, kreeg van een Verkoopkantoor te
Amsterdam na toezending van f2.50 een ont
vangstbewijs met het nummer van een aan
gekocht lot. In kleine lettertje stond er ech
ter op geschreven in uw debet 136.
Aan de achterzijde van het requ werd me
degedeeld, dat het stuk eigendom van den
kooper blijft, indien deze binnen een bepaal
den termijn het restant betaalt.
De Amsterdamsche politie-inspectie heeft
de zaak in onderzoek.
WIER1NGEN
HERHALINGSOEFENINGEN.
J. Hermans, J. Hegeman, W. de Jongh en
J. Keijzer, allen van de lichting 1929 op
20 April a.s .te Den Helder bij het Regt.
Kust Art. voor 10 dagen.
A. J. de Waal, licht. 1927 op 23 Maart a.s.
te Bergen op Zoom bij het 14e Regt. Inf.
voor 10 dagen; J. Hekman, lichting 1935 op
17 Juli 1939 te Haarlem bij het Korps Mo-
tordienst voor 24 dagen.
K. Minnes, lichting 1935 op 24 Juli a.s. te
Haarlem Korps Motordicnst, voor 17 da
gen; J. Kuik lichting 1929. op 15 Juni 1939
te Haarlem, Korps Motordienst, voor 10
dagen; J. T. de Jong, lichting 1927 op 23
Maart 1939 te Venlo bij het 17e Regt. Inf.
voor 10 dagen.
K. Kaan, lichting 1934, op 24 Juli 1939 te
Haarlem bij het Korps Motordienst voor 17
dagen.
VERLOTINGEN.
Vergunning is verleend aan de V.V. „Suc
ces tot het aanleggen en houden van een lo
terij. Uitgegeven zullen worden 300 loten
a f 0.10 Idem aan de Muziekver. „Apollo"
vóór 1000 loten a f 0.25.
KOEGRAS
JULIANADORP.
HOLL. MIJ. VAN LANDBOUW.
Ir. L. de Vries, Rijksveeteeltconsulent, hield
Donderdagavond in het café „Prins Hen
drik" van den heer A. Doorn, een lezing
voor de afd. Den Helder van de Holl. Mij.
van Landbouw, over de fokrichting in on
ze rundveefokkerij.
Deze bijeenkomst was slechts door 23 be
langstellenden bezocht.
De voorzitter, de heer N. Hoornsman, wijst
er in zijn openingswoord op, dat deze lezing
meer belangstelling in onzen veerijken pol
der had verdiehd. In het bijzonder heet hij
welkom Ir. L. de Vries, dien hij vervolgens
het woord geeft.
Ir. de Vries zegt dat er voor zijn onder
werp overal nogal belangstelling bestaat in
de kringen der fokkers. Achtereenvolgens
behandelt spr. de verschillende types van
het fokmateriaal in diverse provincies,
maar wijst er op, dat ook in een en de
zelfde streek dikwijls verschillende typen
voorkomen.
Uitvoerig zet spr. uiteen, dat de behande
ling van het vee en de weiding een groote
rol spelen. Het blijft onomstootelijk vast
staan, dat op de bedrijven, waar aan al die
zaken de meeste aandacht besteed wordt,
ook de beste resultaten bereikt worden.
Spr. behandelt ook het consumptiemelken,
het vetgehalte, de stamboeken enz. en komt
tot de conclusie, dat het maar de kwestie
is van fokken volgens systeem. De practijk
der fokkerij is gebaseerd op het bewust pa
ren, en iedere fokker bewerkstelligt dat op
zijn manier; men ziet wel eens wat over
het hoofd, want het is moeilijk ook alles in
het oog te houden. De afkomst der dieren,
zoowel van vaders- als van moederszijde
spelen hierbij een belangrijke rol. Bij aan
koop van fokvee, dient men te letten op
vetgehalte, mclkrijkheid en het exterieur
van het dier. De fokrichting moet aange
stuurd worden op een vetgehalte van 3.80
4.20 pet. Evenmin mag men zich blind gaan
staren op de productie alleen, want dat
leidt tot verzwakking. De lichaamsbouw
mag niet verwaarloosd worden. Nog vele
goede raadgevingen Iaat spreker hierop vol
gen, die als zij met kennis van zaken wor
den toegepast, voor den veestapel in het
algemeen, voor den fokker en de boeren in
het bijzonder en niet te vergeten, onzen
handel in fokvee, zoowel voor het binnen-
cn buitenland, van onschatbare waarde
kunnen zijn.
Daarna wordt eenigen tijd gepauzeerd en
kan m#n zich prepareeren om naar aan
leiding van het gesprokene vragen te stel
len aan den spreker. Van deze gelegenheid
wordt door enkele aanwezigen gebruik ge
maakt.
Na de lezing,, die met belangstelling ge
volgd was, werd door spr. een film ver
toond, waarop men aanschouwelijk vele ty
pen mannelijk en vrouwelijk fokvee en
vele soorten kon bewonderen en waardoor
men zich een indruk kon maken van wat
wel en wat niet gewenscht is, om als fok-
of als gebruiksvee op de boerderijen te
worden geïmporteerd.
Het nuttige was dezen avond met het
aangename vereenigd en zeer waarschijnlijk
hebben de thuisblijvers iets gemist.
Aan het einde der bijeenkomst zeide de
voorzitter den heer Ir. L. de Vries hartelijk
dank voor diens uitvoerige en duidelijke
uiteenzetting en sloot de vergadering.
ANNA PAULOWNA
BREEZAND.
THEO THIJSEN SPREEKT VOOR
VOLKSONDERWIJS.
ÉEN VOLK
ÉEN SCHOOL!
Er is ons, zei de heer Van Dijk in z'n ope
ningswoord op den avond van Volksonder
wijs, wel eens toegevoegd: „Jullie menschen
van links, trekken geen volk, als er geen bal
is." Dat wordt vanavond geloochenstraft en
het doet ons groot genoegen, zoovelen wel
kom te kunnen heeten, die gekomen zijn,
om den heer Thijsen te hooren spreken over
onze school.
En de heer Thijssen, nog altijd de
fijne, pracht-schoolmeester, al staat
hij al jaren niet meer voor de klas en
is hij thans lid van ons parlement,
begon: Ik wil u trachten duidelijk te
maken, hoe de positie is van de
openbare school, hoe zij daarin ge
komen is en wat haar vooruitzichten
zijn.
Hoe het vroeger was.
Heel vroeger, toen er nog alleen de ka
tholieke godsdienst in ons land was, stond
het beetje onderwijs geheel in dienst van
de kerk. was daar een onderdeel van.
Dan heeft er een verandering in de maat
schappij plaats. Er komt meer ruilverkeer
tusschen de volkeren, het leven gaat eischen,
dat men brieven lezen en schrijven kan en
ook rekenen. Het bestaande onderwijs past
zich daar eenigszins bij aan, de school krijgt
iets meer maatschappelijk karakter, maar
de R.K. kerk beheerscht haar nog steeds.
De kerkhervorming komt, de Protestant-
sche kerk wordt Staatskerk en de school,
school van die kerk.
Ieder kind dat er op is, hervormd of ka
tholiek, wordt den protestantschen calvinis-
tischen catechismus ingeprent. Leerplicht is
er niet, maar stuurt een katholiek ouder
paar z'n kind naar school dan leert het
daar, dat het Roomsche geloof maar een
bijgeloof is.
Langen tijd komt er geen vernieuwing,
een paar honderd jaar blijft het onderwijs
even slecht. Maar de ontevredenheid groeit
en na de Fransche revolutie zal het anders
worden. De eerste onderwijswet zegt, dat
overal gelegenheid moet zijn tot het volgen
van onderwijs en stelt, al is het nog maar
heel bescheiden, eischen, waaraan de on
derwijzer heeft te voldoen. Nu, al is het on
derwijs van thans arm, legt het rijk daar
per jaar 100 millioen en de gemeenten nog
eens 60 mill. aan ten koste. Toen, bij die
eerste wet, dacht men: als we overal onder
wijs willen geven, kan dat alleen als het
geiheele volk één school heeft. Maar dan mo
gen de kinderen daarin niet opgevoed wor
den dwars tegen het geloof van de ouders
in. De ouderen hebben hun verschillende
geloof, hun levensbeschouwing, maar op de
school, willen allen zich daar thuis kunnen
gevoelen, mag de onderwijzer geen gods
dienstonderricht geven. Dat moet, indien ge
wenscht, daar buiteh geschieden.
Had die school nu geen grondslag?
Wel zeker, en een goeden geeste
lijken grondslag. Want zonder de
wettelijke woorden te gebruiken, was
voorgeschreven, dat de school de
kinderen moest opvoeden tot fatsoen
lijke, brave menschen. En wat dat
inhoudt daarover bestaat geen ver
schil van meening. Godsdienst en
overtuiging zijn heel belangrijk in
het persoonlijk leven, maar in het
dagelijksch leven kunnen we ons
daarvoor toch niet van elkaar af
zonderen en behoeven toch niet met
elkaar in conflict te komen, omdat
er in de maatschappij een algemeen
begrip leeft van wat goed en kwaad
is. Dat begrip had de school bij te
brengen en het is van geen betee-
kenis of men dan spreekt van opvoe
den tot maatschappelijke, of chris
telijke deugden, want men bedoelt
hetzelfde.
Het Nederlandsche volk was enthousiast
voor dat idee. Het wilde offeren voor de
nieuwe school, geestelijken, protestant, zoo
wel als katholiek, drongen van den kansel
aan; Stuurt uw kinderen naar school! (Er
was nog geen leerplicht) Dan komt er weer
een kentering. De menschen, zelf op school
groot gebracht bij den catechismus vinden
het vreemd, dat hun kinderen ander onder
wijs krijgen, de kerk herinnert zich haar
invloed en macht, die uitgeoefend kon wor
den, doordat ze baas was in de scholen.
Van de hervormden komt de eisch van
bijzonder onderwijs, de katholieken, voor
wip het nieuwe onderwijs (vrij van calvi-
nistischen catechismus) een groote verbete
ring was, volgen later. De schoolstrijd ont
brandt. Hij kent drie nhasen: 1. Dank zij 't
zegevieren van het liberale principe. dat
geen -gewetensdwang wil, krijgen protestan
ten en katholieken erkennning van hun
recht op bijzonder onderwijs; 2. Men gaat
zeggen: onze eigen scholen besparen jullie
kosten. Geef dat geld aan onze scholen; j
De eisch van volledige, financieele gelijk!
stelling (d ie in 1920 werd vervuld en waar
mee een eind kwam aan den tachtigjarigen
schoolstrijd).
Die schoolstrijd heeft altijd onze politiek
beheerscht. Over zaken die niets met rechts
en links te maken hadden werd toch links
tegen rechts gesteund en links en, rechts
werd eigenlijk bepaald door voor openbaar-
of bijzonder onderwijs te zijn.
De gelijkstleling is er maar tevreden
is men niet. Volksonderwijs erkent het
recht op bijzonder onderwijs, als gewetens
drang dat eischt. Maar aan de wet van '20
blijken en ook aan rechtsche zijde begint
men dat in te zien, fouten te kleven, moei-
lijk te herstellen fouten, althans moeilijk
wettelijk te herstellen. De grondslag is ge
weten recht op een school als het geweten
dat eischt. Doch „het geweten" is niet in een
wet vast te leggen.
En we zien gebeuren, dat scholen worden
gevraagd, waarbij voor ieder duidelijk is
dat van geweten geen sprake is.
In Amsterdam b.v. een school voor een
beetje „nette" kinderen! In Haren een
school die f 60.000 kost, terwijl er voor alle
richtingen onderwijs is, en vaststaat, dat er
geen 24 kinderen op die school komen en
het volgend jaar voor opheffing in aan
merking komt!) De bestaande wet kon tot
heil van ons volk geweest zijn, als er geen
misbruik van gemaakt werd en als ook ver
der geen onderlingen strijd meer gevoerd
werd. Het kan zoo niet. blijven. De wet is
niet of zeer moeilijk te veranderen.
In het volk moet de gedachte groeien: als
't even kan moeten de kinderen niet ver
deeld worden, als het geweten niet dwingt
laat ze dan bij elkaar. Als dat verlangen
naar eenheid groeit, zal die particuliere
liefhebberij voor eigen schooltjes wijken.
In ons volk komt een steeds groeiend be«
sef, dat eenheid noodig is voor ons eigen,
onafhankelijk volksbestaan. Maar we mogen
daar op school nog zulke mooie verhaaltjes
van vertellen, als de jeugd aan den lijve
de afzondering voelt, haalt dat niets uit.
Samen één jeugd helcven, geeft een band
voor altijd, waardoor men. ook al is men
later politiek eikaars tegenstander, toch
boven alle verschillen één volk kan vormen,
begrijpend, dat men elkaar noodig heeft.
Het samen op een school zijn is de prac«
tische les in verdraagzaamheid en het is
wel eigenaardig, dat een halve eeuw onder
wijs in dezen geest (na den Franschen tijd)
de menschen zoo breed van opvatting
maakte, dat daardoor het recht op bijzon
der onderwijs erkend werd. Men heeft mis-
schien wel eens gelasterd, maar nog nooit
is een openbaar onderwijzer beschuldigd
kunnen worden, dat hij aan den eisch van
verdraagzaamheid en eerbied voor de over
tuiging van anderen te kort deed.
We zijn een verdeeld volk, met alleen
al meer dan 100 kerkgenootschappen.
Maar het besef groeit dat dit veran
deren moet en spr. is overtuigd, dat
de erkenning komen zal, dat een al
lereerste voorwaarde om tot eenheid
te geraken is: één volk én school.
Intusschen, onze Koningin, die zich tot ons
volk richtte met den wensch, dat men el
kaar beter zou leeren verstaanwachtte dien
groei uit zich zelf niet af, maar sprak haar
koninklijke rede uit. Zóó ook moet Volks
onderwijs niet afwachten tot de zaak met
de school automatisch in orde komt.
De bijzondere scholen hebben de kerkge
nootschappen achter zich, voor de openbare
school zouden de gemeenteraden aan wie de
zorg voor het openbaar onderwijs is opgedra
gen!) dat moeten doen, maar hoeveel ge
meenteraden houden er niet een bijzondere
opvatting van die „zorg" op na!
Spr. eindigde daarom met op te wekken,
niet alleen de kinderen naar de openbare
school te sturen, maar Volksonderwijs te
steunen door lidmaatschap en daad.
Kees, de jongen.
Het is zeker een bijzonder voorrecht den
schrijver zelf te hooren vertellen, hoe zijn
boek ontstaan is en vooral, als dat boek
niet zoo maar een verhaaltje is, maar (zij
't voor den oppervlakkigen lezer niet op
zettelijk zichtbaar) vol zielkundige trekjes
zit.
ALKMAAR, 17 Febr.
Kaasmarkt. Aangevoerd 30 stapels, zijn
de 40.000 Kg.: Fabriekskaas kleine f 21—,
Boerenkaas kleine f 20.Handel matig-
ALKMAAR, 17 Febr.
Kaasbeurs. KI. Edammer 40 plus, aan
bad 3750 stuks, verkocht 3050 stuks, mid-
denprijs 19.50—20, hoogste prijs 21.50. Aan«
wezig 1 fabriek.
ALKMAAR, 17 Febr.
Graanmarkt. Aanvoer totaal 355 HL.,
t.w. 92 HL voertarwe 6.25—0.50, 7 HL rogge
7.50, 52 III. gerst 7.10, idem chev. 88.2o,
101 HL haver 6.25—7.25, 58 HL boonen, w.o,
bruine 33—38, citroen 15—30, duiven 10-*
12.10 witte 28—30 en tuinboonen 1012.50, 1
HL karwijzaad 20—24, 6 HL. blauwmaan-
zaad 31.50, 38 HL erwten w.o. kl.
6.348.75, grauwe 3038 en vale erwten 22
34. Kleine groene erwten (zaai) 14. Alles
per 100 Kg. Handel matig.
NOORDSCHARWOUDE, 18 Febr.
Uien 3.80—4.60, drielingen 3.50—3.70, grov»
3.704.30, peen 3.20—4.20, kleinep een 1-™
—2, kroten 1—3.80, roode kool 4.50—'7.20,
gele kool 4.80—6.90, D. witte kool 3.20—4.10,
De veiling duurt voort.
BROEK OP LANGENDIJK, 17 Febr.
Aanvoer: 9700 Kg. uien 3.90—4.60, drielin
gen 2.20—2.90, grove 4,20—4,70, stek 60-8"
ct., 1600 Kg. peen 4.—, kleine peen 2.10, kro
ten 3.40—3.90, 43000 Kg. roode kool 4.40—6.80,
gele kool 4.90—7.10. D. witte okol 3.20—4.40.
BROEK OP LANGENDIJK, 18 Febr.
Voor], bericht. Eigenheimers 2.80—4,
uien 3.604.20, drielingen 2.60, grove 3.30--
3.80. stek 0.60-1.30, peen A 1.90-2.30, B 2.80
-3.50, C. 4—4.50, kroten 2.60—).60, roode
kool 4.40—7.30, gele kool 2.40—6.50.
ZONDAG 19 FEBRUARI.
Ned. Herv. Gemeente.
Westerland, nam. 2 uur, Ds. Van Beek.
Anna Paulowna, voorm. 10.15 uur, Ds»
Vorstman.
Doopsgezinde Gemeente.
Hippolytushoef, vm. 10 uur, Ds. de Wilde»
Den Oever, nam. 7 uur, .Ds. de Wilde.
Evangelisatie.
Breezand, voorm. 10 uur, de heer Boon.
Nam. 3.30 uur, de heer Boon.