Hertaxatie van het goud Nederlandsche Bank? Duitschland beperkt vrijheid van arbeidskeuze Prinses Juliana helpt Hongaarsch gezin Predikbeurten bij de Gelukzoekers bedrogen Uit onze omgeving VAN ENORME BEDRAGEN, DIE BRAAK LIGGEN. Goed voorgaan, doet goed volgen! Reeds herhaaldelijk hebben we kun nen lezen, hoe buitenlandsche regee ringen vooral Frankrijk was er als het ware op geabonneerd een zoet winstje konden binnenhalen op den aanwezigen goudvoorraad door zoo genaamde „hertaxatie". Deze lier- taxatie kan plaats hebben na een de valuatie, omdat als gevolg daarvan het ruilmiddel in verhouding tot het goud was gedaald. Hoe de vork in de steel zit is duidelijk. Men kan een circulatiebank in dit opzicht beschouwen als een handelaar in edel mc- taalf die zijn voorraden plotseling aanzienlijk in guldenswaqrde ziet stijgen. Met andere woorden: er wordt winst gemaakt. En deze winst kan worden uitgekeerd. Ook Nederland heeft, nu reeds eenige ja ren geleden zijn ruilmiddel los gemaakt van het goud, met het resultaat, dat wij hier een devaluatie hebben meegemaakt. Hoe groot de winst is, die als gevolg van een en ander bij de Nederlandsche Bank als het ware «voor het grijpen ligt, willen we in het midden laten. De meeningen daarom trent loopen eenigszins uiteen, een ronde 200 millioen zal ze echter stellig bedragen. En zoo kunnen we op het oogenblik in Nederland stemmen hooren, die er op aan dringen het goede Fransche voorbeeld of dat der andere mogendheden, waarin deze manipulatie is toegepast te volgen en ook door de Nederlandsche regeering dit zeer belangrijke bedrag, dat ze zoo buitengewoon goed kan gebruiken, te laten incasseeren. Waarbij dan bij voorbaat als vaststaand wordt aangenomen, dat het de Nederlandsche regeering is, die bij uitsluiting van ieder an der recht op deze extra-winst der Neder landsche Bank kan doen gelden, een opvat ting, die in bevoegde kringen wel als juist schijnt te worden aangenomen. Deze hertaxatie, waartegen inderdaad niet zoo heel veel is in te brengen, wordt nog meer aanvaardbaar, wanneer men bedenkt, dat voor de handhaving der koers van den Nederlandsclien gulden ten aanzien van de buitenlandsche valuta, niet meer, gelijk vroe ger, de goudvoorraad van de Nederlandsche Bank wordt gebezigd, doch dat zeer speciaal voor dit doel het zoogenaamde Egalisatie fonds in het leven is geroepen. De goudvoorraad van de Nederlandsche Bank wordt daardoor feitelijk een reserve, die ter gelegener tijd zeer zeker van groot nut kan zijn, doch die thans echter practisch ongebruikt is en dus van weinig nut. Hoewel de weekstaat van de Nederland sche Bank het bedrag aan munt en munt- materiaal geregeld vermeldt willen we het waar de meesten dezen bankstaat wel niet trouw zullen volgen toch even me- moreeren. Op 13 Februari bedroeg bedoeld be drag niet minder dan f 1.488.822.000.een bedrag waarvan een gewoon sterveling zich ter nauwernood een begrip kan maken, dat echter zonder overdrijving enorm mag wor den genoemd. Hoewel er dus aan een hertaxatie weinig bezwaren verbonden schijnen, ziet het er naar uit, dat er niet toe zal worden over- gegaan. Het eenige groote bezwaar schijnt hierin te liggen, dat een eventueele hernieuwde da ling van de goudwaarde, een overeenkomstig verlies zou opleveren. Het Egalisatiefonds, dat inderdaad meer heeft moeten worstelen met een neiging van den gulden om op te loopen dan om te dalen, is er intusschen in geslaagd het gewenschte niveau ongeveer te handhaven en er zijn nauwelijks motieven om aan te nemen, dat dit in de toekomst niet zal lukken. Dat vermoedelijk niet tot een hertaxatie zal worden overgegaan, meenen we te mo gen opmaken uit het koersverloop van de aandeelen der Nederlandsche Bank. Sedert ultimo 1938 viel een opmerkelijke stijging te constateeren, die zonder eenigen twijfel haar oorsprong vond in de verwachte hertaxatie. Was de laatste beursnoteering in 1938 voor deze aandeelen circo 129 op 13 Februari is ze ongeveer 146 De reden daarvan was, dat, hoewel de hoofdwinst der hertaxatie zonder twijfel aan de regeering ten goede zou komen, er ook voor den bank, en dus voor de aandeelhou ders, een belangrijk voordeel aan verbonden zou zijn geweest. Er staat n.1. altijd nog een rest-bedrag ad ca. 9 millioen gulden, van het in 1931 geleden koersverlies op ponden. Bij een eventueele hertaxatie zou ook dit bedrag uit de winst worden afgeboekt zoodat dit de winst zou zijn, welke aan de aandeelhou ders ton goede zou komen end ie zich zeer waarschijnlijk zou uiten in een hooger divi dend. Het is interessant de dividenden in de af- geloopen jaren even te vermelden. Ze be droegen in: 1929 11.9 1930 12 1931 7,2 1932 1933 1934 3,2 1935 3,6 1930 5 1937 4,2 1938 3 dat van een hertaxatie niets zou komen, ter beurze de overhand kreeg en dat de daling daaruit moet worden verklaard. Dus geen hertaxatie? Het zou jammer zijn, want afgezien nog van de mogelijkheid uit een dergelijk winstsaldo b.v. de begrootingstekorten aan te zuiveren of zelfs enkele onredelijk zwaar drukkende belastingen te verlagen, zou op deze wijze de beschikking kunnen worden verkregen over een enorm fonds ter bestrij ding der werkloosheid. In dit verband meenen we even te mogen wijzen op het reusachtig bedrag aan rekc- ning-courant-saldi van anderen dan het Rijk, dat bij de Nederlandsche Bank is belegd en dat op 13 Febr. een totaal bereikt had van f 673.635.000.—. Men dient hierbij te bedenken, dat dit geld renteloos belegd is, zoodat de conclusie voor de hand ligt, dat het animo en de durf om bedragen te steken in nicu- SuuaS uooA\oSua;mq je uobuuuaujapuo b/a is. Zou het niet mogelijk zijn, dat dit kapitaal in de gemeenschap wordt gestoken, b.v. doordat de hertaxatie winst, die zoo uitermate gemakkelijk is verdiend, daarbij althans ten deele een bestemming kreeg als reserve fonds? De bereidwilligheid om de in rekenyig- courant gegeven gelden in ondernemingen te steken, zou daardoor stellig sterk toene men en daarmee de bedrijvigheid in ons land, welke nog altijd in zoo hooge mate den terugslag ondervindt van de crisis. De uitwerking van het befaamde ponden- verlies in 1931 is hierin duidelijk zichtbaar. Met geld en passage-biljetten. Het te Boedapest verschijnende dagblad Esti Kurir van 15 Febr. zet zijn lezers een aardig verhaal voor, waarin verteld wordt hoe Prinses Juliana dezer dagen een gezin in Hongarije geholpen heeft, dat zich onder den druk der hcdendaagsche omstandighe den, genoodzaakt ziet dit land te verlaten. In de stad Debrecen woont zekere Alajos Siegfricd, die een betrekking had als ambte naar in een particuliere onderneming. Daar hij niet „arisch" is, verloor hij zijn werk. Hij is getrouwd en bezit slechts één kind, een meisje, dat verleden jaar op precies denzelfden dag geboren werd als onze Prin ses Beatrix. Alajos Siegfried waagde het, een brief aan Prinses Juliana te schrijven, waarin hij haar de moeilijkheden uiteenzet te, waarin hij en zijn familie thans verkee- ren. Prinses Juliana liet hem antwoord toeko men. Zij deed hem drie scheepsbiljetten toe sturen voor een reis naar Nederlandsch Oost Indië, waarbij zich tevens de papie ren bevonden, die hem en zijn familie het recht geven in Insulinde te landen. Boven dien bevonden zich in den brief qen chèque van f 600 en een aanbevelingsbrief voor de autoriteiten in Indië. In den brief stond verder, dat Prinses Ju liana hem en zijn gezin veel geluk voor de toekomst toewenscht en dat zij het op prijs zou stellen, wanneer de familie, wanneer zij naar Indië reisde, haar eens in Neder land kwam bezoeken, daar zij het kindje eens graag wilde zien. Men kan zich voorstellen, hoe dolgelukkig het gezin in Debrecen is en hoe opgetogen men in Hongarije is over deze edelmoe dige daad van onze troonopvolgster, die hier, aldus het Rott. Nwbl., vooral sedert haar bezoek aan Boedapest tijdens haar hu welijksreis toch al zoo buitengewoon popu lair is. Fluctuatie van arbeidskrachten wordt streng tegengegaan. De nieuwe bepalingen van Goering over de voorziening in de behoefte aan werkkrachten heeft een tweele dig doel: paal en perk te stellen aan de fluctuatie der werkkrachten in het algemeen en in het bijzonder te voorzien in het gebrek aan werk krachten in den landbouw. In den landbouw komt men, gelijk be kend, ongeveer achthonderdduizend werk krachten te kort. Daarin kan slechts ten deele door buitenlandsche werkkrachten worden voorzien. Er zijn, aldus de N.R.Ct., landarbeiders besteld uit Italië en Polen. Met Tsjccho Slowakije en Hongarije wordt onderhandeld en ook uit eenige andere lan den, gelijk Nederland, wordt een aantal landarbeiders verwacht, maar meer dan ongeveer honderdduizend zullen dat alles tezamen toch niet zijn. De nieuwe wet geeft de regeering nu de middelen in de hand, om in alle geval ver dere vlucht van het land radicaal tegen te gaan, alsook om andere werkkrachten voor den landbouw beschikbaar te stellen, die in bepaalde bedrijfstakken kunnen worden gemist, Nadat nu op 13 Februari de aandeelen hun hoogsten stand hadden bereikt, zette plotseling een daling in. Er werd genoteerd op: 14 Febr. ca. 139 15 Febr. ca. 133 Men zal de plank wel niet ver misslaan, wanneer men aanneemt, dat de opvatting, Acht millioen arbeiders zoch&en een anderen baas. Tevens kan de fluctuatie van arbeids krachten in het algemeen worden tegenge gaan. Op overwegingen van betrekkelijk on dergeschikt belang, zoo wordt gezegd, bijv. een betere ligging der fabriek, aangenamer cantine, of kleine voordeden ten opzichte van de ziekteverzekering e.d. plachten heele legers van arbeiders hun betrekking te wis selen. Door bemiddeling van de bureaux van den arbeid waren er in één jaar acht millioen arbeiders van de eene betrekking naar de andere overgegaan. Het spijt de regeering. Te bevoegder plaatse verklaarde men, dat men met leedwezen thans heeft moeten be sluiten tot een maatregel, die de vrijheid van zelfbestemming van het individu zeer sterk aan banden legt, maar er moest, zoo verklaart men, iets worden gedaan. Men is echter nog minder ver gegaan dan door velen was verlangd, in zooverre men er van heeft afgezien zekere beroepen, waar voor in verhouding tot andere te veel ani mo bestaat, voor de jonge arbeiders te slui ten. Men verwacht, dat dit niet noodig zal wezen, omdat de zoogenaamde bureaux voor advies inzake beroeps keuze, welke aan de bureaux voor arbeidsbemiddeling zijn verbonden er feitelijk reeds voor zorgen, dat de jongelui de vakken kiezen, waarin het meest aan werkkrachten behoef te is. In dit verband zij er nog op gewezen, dat het bemiddelingsbureau reeds 104.000 zelf standige, kleine ambachtslieden in de fa brieken heeft geplaatst. De vorige wet, met een naar den schijn overeenkomstige strekking, heeft alleen ge diend de 400.000 arbeiders ter beschikking te krijgen voor de versterking aan de Wes telijke grenzen. De thans uitgekomen wet heeft inderdaad een veel algemeener strek king en, gelijk reeds gezegd, beperkt zij in hooge mate de vrijheid van de keuze van arbeid, Fransche zwendel-loterij aan de kaak gesteld. De afdeeling Handelsinlichtingen van het hoofdbureau van politie te Amsterdam heeft ontdekt, dat er in verschillende plaatsen, o.a. te Amsterdam en Rotterdam, verkoopers zijn van „Crédit National'Moten, die een beurswaarde van pl.m. f27.— hebben, doch die, aldus de Tel., verkocht worden voor f 50.—. De „Crédit National" kondigde in adver tenties aan, dat men kans had op den hoofd prijs van 1 millioen in een z.g.n. „Groote Fransche Staatsloterij" en bood daarvoor heele loten a f2.50 aan. Wie op deze aanlokkelijke advertentie schreef, kreeg van een Verkoopkantoor te Amsterdam na toezending van f2.50 een ont vangstbewijs met het nummer van een aan gekocht lot. In kleine lettertje stond er ech ter op geschreven in uw debet 136. Aan de achterzijde van het requ werd me degedeeld, dat het stuk eigendom van den kooper blijft, indien deze binnen een bepaal den termijn het restant betaalt. De Amsterdamsche politie-inspectie heeft de zaak in onderzoek. WIER1NGEN HERHALINGSOEFENINGEN. J. Hermans, J. Hegeman, W. de Jongh en J. Keijzer, allen van de lichting 1929 op 20 April a.s .te Den Helder bij het Regt. Kust Art. voor 10 dagen. A. J. de Waal, licht. 1927 op 23 Maart a.s. te Bergen op Zoom bij het 14e Regt. Inf. voor 10 dagen; J. Hekman, lichting 1935 op 17 Juli 1939 te Haarlem bij het Korps Mo- tordienst voor 24 dagen. K. Minnes, lichting 1935 op 24 Juli a.s. te Haarlem Korps Motordicnst, voor 17 da gen; J. Kuik lichting 1929. op 15 Juni 1939 te Haarlem, Korps Motordienst, voor 10 dagen; J. T. de Jong, lichting 1927 op 23 Maart 1939 te Venlo bij het 17e Regt. Inf. voor 10 dagen. K. Kaan, lichting 1934, op 24 Juli 1939 te Haarlem bij het Korps Motordienst voor 17 dagen. VERLOTINGEN. Vergunning is verleend aan de V.V. „Suc ces tot het aanleggen en houden van een lo terij. Uitgegeven zullen worden 300 loten a f 0.10 Idem aan de Muziekver. „Apollo" vóór 1000 loten a f 0.25. KOEGRAS JULIANADORP. HOLL. MIJ. VAN LANDBOUW. Ir. L. de Vries, Rijksveeteeltconsulent, hield Donderdagavond in het café „Prins Hen drik" van den heer A. Doorn, een lezing voor de afd. Den Helder van de Holl. Mij. van Landbouw, over de fokrichting in on ze rundveefokkerij. Deze bijeenkomst was slechts door 23 be langstellenden bezocht. De voorzitter, de heer N. Hoornsman, wijst er in zijn openingswoord op, dat deze lezing meer belangstelling in onzen veerijken pol der had verdiehd. In het bijzonder heet hij welkom Ir. L. de Vries, dien hij vervolgens het woord geeft. Ir. de Vries zegt dat er voor zijn onder werp overal nogal belangstelling bestaat in de kringen der fokkers. Achtereenvolgens behandelt spr. de verschillende types van het fokmateriaal in diverse provincies, maar wijst er op, dat ook in een en de zelfde streek dikwijls verschillende typen voorkomen. Uitvoerig zet spr. uiteen, dat de behande ling van het vee en de weiding een groote rol spelen. Het blijft onomstootelijk vast staan, dat op de bedrijven, waar aan al die zaken de meeste aandacht besteed wordt, ook de beste resultaten bereikt worden. Spr. behandelt ook het consumptiemelken, het vetgehalte, de stamboeken enz. en komt tot de conclusie, dat het maar de kwestie is van fokken volgens systeem. De practijk der fokkerij is gebaseerd op het bewust pa ren, en iedere fokker bewerkstelligt dat op zijn manier; men ziet wel eens wat over het hoofd, want het is moeilijk ook alles in het oog te houden. De afkomst der dieren, zoowel van vaders- als van moederszijde spelen hierbij een belangrijke rol. Bij aan koop van fokvee, dient men te letten op vetgehalte, mclkrijkheid en het exterieur van het dier. De fokrichting moet aange stuurd worden op een vetgehalte van 3.80 4.20 pet. Evenmin mag men zich blind gaan staren op de productie alleen, want dat leidt tot verzwakking. De lichaamsbouw mag niet verwaarloosd worden. Nog vele goede raadgevingen Iaat spreker hierop vol gen, die als zij met kennis van zaken wor den toegepast, voor den veestapel in het algemeen, voor den fokker en de boeren in het bijzonder en niet te vergeten, onzen handel in fokvee, zoowel voor het binnen- cn buitenland, van onschatbare waarde kunnen zijn. Daarna wordt eenigen tijd gepauzeerd en kan m#n zich prepareeren om naar aan leiding van het gesprokene vragen te stel len aan den spreker. Van deze gelegenheid wordt door enkele aanwezigen gebruik ge maakt. Na de lezing,, die met belangstelling ge volgd was, werd door spr. een film ver toond, waarop men aanschouwelijk vele ty pen mannelijk en vrouwelijk fokvee en vele soorten kon bewonderen en waardoor men zich een indruk kon maken van wat wel en wat niet gewenscht is, om als fok- of als gebruiksvee op de boerderijen te worden geïmporteerd. Het nuttige was dezen avond met het aangename vereenigd en zeer waarschijnlijk hebben de thuisblijvers iets gemist. Aan het einde der bijeenkomst zeide de voorzitter den heer Ir. L. de Vries hartelijk dank voor diens uitvoerige en duidelijke uiteenzetting en sloot de vergadering. ANNA PAULOWNA BREEZAND. THEO THIJSEN SPREEKT VOOR VOLKSONDERWIJS. ÉEN VOLK ÉEN SCHOOL! Er is ons, zei de heer Van Dijk in z'n ope ningswoord op den avond van Volksonder wijs, wel eens toegevoegd: „Jullie menschen van links, trekken geen volk, als er geen bal is." Dat wordt vanavond geloochenstraft en het doet ons groot genoegen, zoovelen wel kom te kunnen heeten, die gekomen zijn, om den heer Thijsen te hooren spreken over onze school. En de heer Thijssen, nog altijd de fijne, pracht-schoolmeester, al staat hij al jaren niet meer voor de klas en is hij thans lid van ons parlement, begon: Ik wil u trachten duidelijk te maken, hoe de positie is van de openbare school, hoe zij daarin ge komen is en wat haar vooruitzichten zijn. Hoe het vroeger was. Heel vroeger, toen er nog alleen de ka tholieke godsdienst in ons land was, stond het beetje onderwijs geheel in dienst van de kerk. was daar een onderdeel van. Dan heeft er een verandering in de maat schappij plaats. Er komt meer ruilverkeer tusschen de volkeren, het leven gaat eischen, dat men brieven lezen en schrijven kan en ook rekenen. Het bestaande onderwijs past zich daar eenigszins bij aan, de school krijgt iets meer maatschappelijk karakter, maar de R.K. kerk beheerscht haar nog steeds. De kerkhervorming komt, de Protestant- sche kerk wordt Staatskerk en de school, school van die kerk. Ieder kind dat er op is, hervormd of ka tholiek, wordt den protestantschen calvinis- tischen catechismus ingeprent. Leerplicht is er niet, maar stuurt een katholiek ouder paar z'n kind naar school dan leert het daar, dat het Roomsche geloof maar een bijgeloof is. Langen tijd komt er geen vernieuwing, een paar honderd jaar blijft het onderwijs even slecht. Maar de ontevredenheid groeit en na de Fransche revolutie zal het anders worden. De eerste onderwijswet zegt, dat overal gelegenheid moet zijn tot het volgen van onderwijs en stelt, al is het nog maar heel bescheiden, eischen, waaraan de on derwijzer heeft te voldoen. Nu, al is het on derwijs van thans arm, legt het rijk daar per jaar 100 millioen en de gemeenten nog eens 60 mill. aan ten koste. Toen, bij die eerste wet, dacht men: als we overal onder wijs willen geven, kan dat alleen als het geiheele volk één school heeft. Maar dan mo gen de kinderen daarin niet opgevoed wor den dwars tegen het geloof van de ouders in. De ouderen hebben hun verschillende geloof, hun levensbeschouwing, maar op de school, willen allen zich daar thuis kunnen gevoelen, mag de onderwijzer geen gods dienstonderricht geven. Dat moet, indien ge wenscht, daar buiteh geschieden. Had die school nu geen grondslag? Wel zeker, en een goeden geeste lijken grondslag. Want zonder de wettelijke woorden te gebruiken, was voorgeschreven, dat de school de kinderen moest opvoeden tot fatsoen lijke, brave menschen. En wat dat inhoudt daarover bestaat geen ver schil van meening. Godsdienst en overtuiging zijn heel belangrijk in het persoonlijk leven, maar in het dagelijksch leven kunnen we ons daarvoor toch niet van elkaar af zonderen en behoeven toch niet met elkaar in conflict te komen, omdat er in de maatschappij een algemeen begrip leeft van wat goed en kwaad is. Dat begrip had de school bij te brengen en het is van geen betee- kenis of men dan spreekt van opvoe den tot maatschappelijke, of chris telijke deugden, want men bedoelt hetzelfde. Het Nederlandsche volk was enthousiast voor dat idee. Het wilde offeren voor de nieuwe school, geestelijken, protestant, zoo wel als katholiek, drongen van den kansel aan; Stuurt uw kinderen naar school! (Er was nog geen leerplicht) Dan komt er weer een kentering. De menschen, zelf op school groot gebracht bij den catechismus vinden het vreemd, dat hun kinderen ander onder wijs krijgen, de kerk herinnert zich haar invloed en macht, die uitgeoefend kon wor den, doordat ze baas was in de scholen. Van de hervormden komt de eisch van bijzonder onderwijs, de katholieken, voor wip het nieuwe onderwijs (vrij van calvi- nistischen catechismus) een groote verbete ring was, volgen later. De schoolstrijd ont brandt. Hij kent drie nhasen: 1. Dank zij 't zegevieren van het liberale principe. dat geen -gewetensdwang wil, krijgen protestan ten en katholieken erkennning van hun recht op bijzonder onderwijs; 2. Men gaat zeggen: onze eigen scholen besparen jullie kosten. Geef dat geld aan onze scholen; j De eisch van volledige, financieele gelijk! stelling (d ie in 1920 werd vervuld en waar mee een eind kwam aan den tachtigjarigen schoolstrijd). Die schoolstrijd heeft altijd onze politiek beheerscht. Over zaken die niets met rechts en links te maken hadden werd toch links tegen rechts gesteund en links en, rechts werd eigenlijk bepaald door voor openbaar- of bijzonder onderwijs te zijn. De gelijkstleling is er maar tevreden is men niet. Volksonderwijs erkent het recht op bijzonder onderwijs, als gewetens drang dat eischt. Maar aan de wet van '20 blijken en ook aan rechtsche zijde begint men dat in te zien, fouten te kleven, moei- lijk te herstellen fouten, althans moeilijk wettelijk te herstellen. De grondslag is ge weten recht op een school als het geweten dat eischt. Doch „het geweten" is niet in een wet vast te leggen. En we zien gebeuren, dat scholen worden gevraagd, waarbij voor ieder duidelijk is dat van geweten geen sprake is. In Amsterdam b.v. een school voor een beetje „nette" kinderen! In Haren een school die f 60.000 kost, terwijl er voor alle richtingen onderwijs is, en vaststaat, dat er geen 24 kinderen op die school komen en het volgend jaar voor opheffing in aan merking komt!) De bestaande wet kon tot heil van ons volk geweest zijn, als er geen misbruik van gemaakt werd en als ook ver der geen onderlingen strijd meer gevoerd werd. Het kan zoo niet. blijven. De wet is niet of zeer moeilijk te veranderen. In het volk moet de gedachte groeien: als 't even kan moeten de kinderen niet ver deeld worden, als het geweten niet dwingt laat ze dan bij elkaar. Als dat verlangen naar eenheid groeit, zal die particuliere liefhebberij voor eigen schooltjes wijken. In ons volk komt een steeds groeiend be« sef, dat eenheid noodig is voor ons eigen, onafhankelijk volksbestaan. Maar we mogen daar op school nog zulke mooie verhaaltjes van vertellen, als de jeugd aan den lijve de afzondering voelt, haalt dat niets uit. Samen één jeugd helcven, geeft een band voor altijd, waardoor men. ook al is men later politiek eikaars tegenstander, toch boven alle verschillen één volk kan vormen, begrijpend, dat men elkaar noodig heeft. Het samen op een school zijn is de prac« tische les in verdraagzaamheid en het is wel eigenaardig, dat een halve eeuw onder wijs in dezen geest (na den Franschen tijd) de menschen zoo breed van opvatting maakte, dat daardoor het recht op bijzon der onderwijs erkend werd. Men heeft mis- schien wel eens gelasterd, maar nog nooit is een openbaar onderwijzer beschuldigd kunnen worden, dat hij aan den eisch van verdraagzaamheid en eerbied voor de over tuiging van anderen te kort deed. We zijn een verdeeld volk, met alleen al meer dan 100 kerkgenootschappen. Maar het besef groeit dat dit veran deren moet en spr. is overtuigd, dat de erkenning komen zal, dat een al lereerste voorwaarde om tot eenheid te geraken is: één volk én school. Intusschen, onze Koningin, die zich tot ons volk richtte met den wensch, dat men el kaar beter zou leeren verstaanwachtte dien groei uit zich zelf niet af, maar sprak haar koninklijke rede uit. Zóó ook moet Volks onderwijs niet afwachten tot de zaak met de school automatisch in orde komt. De bijzondere scholen hebben de kerkge nootschappen achter zich, voor de openbare school zouden de gemeenteraden aan wie de zorg voor het openbaar onderwijs is opgedra gen!) dat moeten doen, maar hoeveel ge meenteraden houden er niet een bijzondere opvatting van die „zorg" op na! Spr. eindigde daarom met op te wekken, niet alleen de kinderen naar de openbare school te sturen, maar Volksonderwijs te steunen door lidmaatschap en daad. Kees, de jongen. Het is zeker een bijzonder voorrecht den schrijver zelf te hooren vertellen, hoe zijn boek ontstaan is en vooral, als dat boek niet zoo maar een verhaaltje is, maar (zij 't voor den oppervlakkigen lezer niet op zettelijk zichtbaar) vol zielkundige trekjes zit. ALKMAAR, 17 Febr. Kaasmarkt. Aangevoerd 30 stapels, zijn de 40.000 Kg.: Fabriekskaas kleine f 21—, Boerenkaas kleine f 20.Handel matig- ALKMAAR, 17 Febr. Kaasbeurs. KI. Edammer 40 plus, aan bad 3750 stuks, verkocht 3050 stuks, mid- denprijs 19.50—20, hoogste prijs 21.50. Aan« wezig 1 fabriek. ALKMAAR, 17 Febr. Graanmarkt. Aanvoer totaal 355 HL., t.w. 92 HL voertarwe 6.25—0.50, 7 HL rogge 7.50, 52 III. gerst 7.10, idem chev. 88.2o, 101 HL haver 6.25—7.25, 58 HL boonen, w.o, bruine 33—38, citroen 15—30, duiven 10-* 12.10 witte 28—30 en tuinboonen 1012.50, 1 HL karwijzaad 20—24, 6 HL. blauwmaan- zaad 31.50, 38 HL erwten w.o. kl. 6.348.75, grauwe 3038 en vale erwten 22 34. Kleine groene erwten (zaai) 14. Alles per 100 Kg. Handel matig. NOORDSCHARWOUDE, 18 Febr. Uien 3.80—4.60, drielingen 3.50—3.70, grov» 3.704.30, peen 3.20—4.20, kleinep een 1-™ —2, kroten 1—3.80, roode kool 4.50—'7.20, gele kool 4.80—6.90, D. witte kool 3.20—4.10, De veiling duurt voort. BROEK OP LANGENDIJK, 17 Febr. Aanvoer: 9700 Kg. uien 3.90—4.60, drielin gen 2.20—2.90, grove 4,20—4,70, stek 60-8" ct., 1600 Kg. peen 4.—, kleine peen 2.10, kro ten 3.40—3.90, 43000 Kg. roode kool 4.40—6.80, gele kool 4.90—7.10. D. witte okol 3.20—4.40. BROEK OP LANGENDIJK, 18 Febr. Voor], bericht. Eigenheimers 2.80—4, uien 3.604.20, drielingen 2.60, grove 3.30-- 3.80. stek 0.60-1.30, peen A 1.90-2.30, B 2.80 -3.50, C. 4—4.50, kroten 2.60—).60, roode kool 4.40—7.30, gele kool 2.40—6.50. ZONDAG 19 FEBRUARI. Ned. Herv. Gemeente. Westerland, nam. 2 uur, Ds. Van Beek. Anna Paulowna, voorm. 10.15 uur, Ds» Vorstman. Doopsgezinde Gemeente. Hippolytushoef, vm. 10 uur, Ds. de Wilde» Den Oever, nam. 7 uur, .Ds. de Wilde. Evangelisatie. Breezand, voorm. 10 uur, de heer Boon. Nam. 3.30 uur, de heer Boon.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 16