i tarza en de stad Wij lazen voor U DE LAMP KOOP SUNLIGHT ZEEP Onze grens wordt versterkt M Radioprogramma in de Woestijn ¥ÜR'1@1 EDGAR RICE j BURROUGHS Uit de Pers van heden Juridische kinderziekten door Ethel M. Dell DOOR 114. Juist op het ogenblik, dat de soldaten de luchtkamer binnenkwamen hadden Tarzan en zijn vrienden bijna de deur bereikt, waardoor zy de vrijheid zouden herwinnen. Doch zij wa ren even te laat en moesten dus tegen deze nieuwe troepen weer vechten, het scheen hun toe, dat het nu met hen gedaan was. Tarzan, Brian en Lavac namen de toestand echter zoals hij was. Zij waren van plan tot hun laatste ademtocht te vechten. Maai Herkoef liep tot hun grote verwondering naar een deur, die zich achter hen bevond. Was hij van plan zijn vrienden in de steek te laten? Een- maa binnen aarzelden de soldaten bij het zien van de lichamen der verslagenen. Zy dachten een ogenblik, dat de drie mannen in de waterpakken tot de ptomen behoorden. Doch hun aarzeling duurde maar kort. „Daar! Die daar!" schreeuwde een van de ptomen. Toen gingen de soldaten tot de aanval over. De aapman kwam tegenover den aanvoerder te staan in een duel tusschen speer en drie tand. De talrjjke Atlrairianen verwachtten 'n spoedige overwinning en ook Tarzan ver moedde, dat hy niet veel meer zou kunnen uitrichten, doch hij bleef dapper voortvechten. DE DAADKRACHT DER DEMOCRATIE. Het Handelsblad (li'b.) haalt In een be schouwing over democratie een rede aan van den verbannen Duitschen schrijver Thomas Mann, welke rede in Amerika werd gehouden. Mann's hoofdgedachte is, zoo schrijft het blad, ook voor ons aan vaardbaar: Een democratie, in den zin van een staatsbestel dat uitgaat van de men- schelijke waardigheid van vrije staatsbur gers, en voor de beste ontwikkeling daar van de beste voorwaarden wil scheppen, behoeft in machtige daadkracht niet onder te doen voor de stram gedisciplineerde on vrije scharen van het totalitarisme. En wie van noodzakelijke verjonging spreekt, zal moeten toegeven dat gestadige vernieuwing groei en ontwikkeling in een maatschappij van menschcn-in-vrijheid beter moeten ge dijen dan wanneer cie mcnsch in een keurs lijf wordt gewrongen dat hem belet zijn vleugels zelfstandig uit te slaan en zichzelf te zijn. GEBED IN DEN RAAD. Het Volk (S.Ü.A.P.) concludeert, dat ie der den oproep der Koningin tot geeste lijke herbewapening op de voor hem meest voordeelige wijze uitlegt. Zoo geeft, aldus het blad „Ons Noorden" (R.K.) uitdrukking aan de hoop, dat de oproep van de Ko ningin zal leiden tot herstel van het gebed in de Groninger raad. Nu weet men, dat over het gebed in open bare lichamen zeer verschillend wordt ge dacht. Er zijn positief godsdienstige lieden, die hiervan niets moeten hebben. Zulks op overwegingen, ontleend aan eerbied voor het Opperwezen. Kan het nu de vrucht zijn van geestelijke en moreele herbewapening, dat men deze oude twistappel opnieuw gaat opwerpen? Bij een debat over deze kwestie iri de Pro vinciale- Stalen van Zuid-Holland hoorden wij de goed katholieke prof. Veraart eens zeggen, dat hij in zijn morgengebed zijn werkzaamheden voor den geheelen komen den dag placht te betrekken en daarom geen behoefte voelde aan nog eens extra open baar gebed in de vergadering der Staten. Een treffend juiste gedachte. Helaas denken de meesten zijner moreel en geestelijk herbewapende geestverwanten er anders over. Die willen andersdenkenden, gcloovigen en ongeloovigen altesamen dwingen in het gareel hunner eigengereide godsdienstige opvattingen. En „Ons Noorden" doet dit zelfs in naam der Koningin! PIJNLIJK. Het Maandblad van de Ned. Vereen, van Huisvrouwen oppert bezwaren tegen hét „hamsteren in vredestijd", waarvoor de Vereen, voor Nationale Veiligheid thans een groote actie voert. Het orgaan schrijft o.m.: Als wij ons het Bijbelverhaal herinneren, hoe door Josef's inzicht in de „zeven vette jaren" voorraadschuren met koren werden gevuld, om in de volgende „zeven magere jaren" gebruikt te worden, kunnen wij dit beleid slechts bewonderen, doch hier ging de voorraadvorming van den Koning van Egypte uit, die het koren in tijd van ge brek niet ten eigen bate, maar ten behoeve van zijn geheele volk, dus ten algemeencn nutte aanwendde. Van de thans aanbevolen voorraadvor ming staat daarentegen vast, dat slechts dié personen er toe kunnen overgaan, die over min of meer ruime bergruimte en beurs beschikken. De arbeider b.v., die van een bescheiden weekloon moet leven, kan er niet over denken om van de werkloozen, ook de intellectueeie, maar niet te spreken. Er zit iets onsympathieks in een raad, die slechts kan worden opge volgd door hen, die het meest be zitten, en dus toch reeds in slechte tijden in een bevoorrechte positie verkeeren en dan ook best in staat zijn, de moeilijkheden te doorstaan. Het moet aanleiding geven tot ontevre denheid, wanneer in deze tijden van werkloosheid, waarin het verschil tusschen rijk en arm toch al pijnlijk aafndoet, de gelukkige bezitters dit verschil gaan ver scherpen, door zich met reserves tegen ge varen te dekken, die als zij zich voordoen, zeker in niet mindere mate voor de niet kapitaal-krachtigen zullen bestaan. MUSSERT EN DE SCHOOLJEUGD. Wanneer de heer Mussert in zijn functie van „zoon van een hoofd der school" een brochure schrijft over: „de grondslag van lager- en middelbaar onderwijs in de nationaal socialistische staat" dan mag ik als „vrouw van een hoofd der school" er zeker het mijne wel van zeggen, aldus A. de Gr.—B. in „Het Vrije Woord", orgaan van de Troelstra-beweging. De schrijfster verwacht niet veel goeds van Musserts hervormingsplannen. Die belang stelling van Mussert voor het onderwijs, zegt zij, komt allerminst voort uit liefde voor het kind of voor het volk, maar het is zuiver een zaak van propaganda! Van propaganda voor de nat.-soc. staat in de door de staat te controleeren school en zoodoende de jeugd in Nederland net zoo te vergiftigen als in Duitschland en in Italië. En daardoor een systeem veilig te stellen, dat anders door zijn voosheid ge doemd zou zijn weer onmiddellijk te ver dwijnen. TAALZUIVERING? Uit „Onze Taal", maandblad van het ge nootschap „Onze Taal": Als bescheiden poging om te geraken tot het woord, dat geen gedachten wekt aan Duitsche vormingen, stelt een lid voor, in het vervolg niet meer te spreken van Com munistisch, Socialistisch, Proletarisch, Syn dicalistisch, Anti-militairistisch, Fascistisch maar van: Communist. Socialist, Prolo- tair, Syndicaal (of Syndicalist), Anti-mili tarist, Fascist (naar analogie van Baptiste kerk, Menniste bruiloft, revolutionaire par tij, nonsensicaal). Wij zouden dan krijgen: de Communiste Partij Holland, het Socialis- fe Jeugdverbond, de Internationale van Proletaire Esperantisten, het Nedcrlandsrhe Syndicale (of Syndicaliste) Vakverbond, het Internationale Anti-militairiste Bureau, de Fascist e ideologie, „VERMOORDING". „Ontkerstening onzer groote steden" én „De pest van het gemengde huwelijk" zet. de Maasbode (r.k.) boven een artikel, waarin de geestelijkheid wordt aange spoord, meer huisbezoek te gaan doen, ten einde de. afvalligen tot inkeer te brengen. In dit artikel treffen we de volgende zin snede aan: Het is alleen diep treurig, dat nog zooveel, van hüisuit goede katholieken, meedoen aan de vermoording onzer christe lijke samenleving... en dan van dwinge landij der Kerk spreken en zichzelf voor veel beter houden dan de anderen. „Die zijn we te boven", zegt de ambtenaar O. M. en eisoht f 500 boete tegen wilde-busonderne- mer. Voor den Amsterdam.Schen kantonrechter, stond gistermorgen terecht de heer P. C. van Nie, directeur van de Touringscaron- dérneming N.V. v.li. Sudmeier en Vermij, omdat hij 11a 15 Februari zonder de ver- eischte vergunning,' omschreven in artikel 2 van het R.A.P., een autobusdienst had onderhouden tusschen Haarlem, althans Amsterdam en Düsseldorf. Verdachte verdedigde zich uitvoerig, doch de ambteiTaar van het Openbaar Ministerie was van meening, dat men thans de juri dische kinderziekten van de wet te boven is. Spr. achtte het ten laste gelegde bewe zen uit de getuigenverhooren en vorderde vijfhonderd gulden boete subs. honderd da gen hechtenis. Uitspraak 13 Maart a.s. Een bureau stellingbouw van de Genie opgericht. In de vergadering van de Eerste Kamer van 22 Februari j.1., heeft de minister van Defensie, dr. J. j. C. van Dijk, medege deeld, dat binnen zeer korten tijd een be langrijke reeks grensversterkingen zal worden uitgevoerd tot een aantal, dat een veelvoud zal zijn van het cijfer 230, door het liberale Kamerlid Mr. A. G. A. ridder van Rappard genoemd. De voorbereidingen, zoo voegde de minister aan deze mededee- ling toe, zijn goeddeels getroffen, zoodat straks over de geheele linie, d.w.z. over het geheele grensgebied van ons land, Oost, Zuid en aan de kust, overal gelijktijdig kan en zal worden gewerkt. Naar wij thans vernemen is opge richt een bureau stellingbouw, res- sorteerende onder den inspecteur der genie, kolonel F. A. Vaillant, dat de taak van de genie bij de voorbereidingen en uitvoeringen van deze versterkingen, heeft overgeno men. Als hooid van dit bureau is aangesteld de gepensionneerde ge neraal majoor van het Indische le ger, L. C. A. v. d. Kasteele, die in specteur der genie in Nederlandsch- Indië is geweest. Reeds zijn eenigc ingenieurs en middel bare technici (opzichters) in dienst van dit bureau getreden, dat ongeveer een jaar zal functionnecrcn. De genie is zoo zwaar be last in deze dagen, zoo vernamen wij, o.a. met den bouw van kazernes, dat het ge- wenscht werd geoordeeld, een apart bureau voor deze werkzaamheden op te richten. Op dit oogenblik werkt de genie reeds met ongeveer 500 tijdelijke krachten, die uit het burgerlijk leven zijn geworven. EN NOOIT ZEEP VAN ONBEKENDE HERKOMST WOENSDAG 8 MAART 1939. Hilversum I, 1875 cn 301,5 m. VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. VPRO. 11.00—11.30 en 6.30—7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Orgelspel (Om 8.16 Berichten). 8.30 Gramofoonmuziek. 9.30 Keukenpraatje. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Coiv- tinubedrijven. 11.00 Causerie: „Wat ts rheumatiek?" 11.40 Voor de werkloozen. 12.30 VARA-Orkest. I.151.45 Esmeralda en soliste. 2.00 Voor de vrouwen. 3.15 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.00 De Ramblers. 6.28 Berichten. 6.30 Lezing: „Traditie en idealen". 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Vocaal concert. 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP en VARA-Varia. 8.20 Amsterdamsche Metaalbewerkers Har monie „Kunst en Strijd", „De Stem de» Volks", „De Jonge Stem",en solist. 9.20 Toespraak „Hulpverleening aan de bur gerbevolking van China". 9.27 VARA-Orkest en soliste. 10.00 Berichten ANP. 10.10 Community-singing (Opn.). 10.30 Viool en piano. II.00 Orgelspel. 11.30 „Fantasia". 11.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II, 415,5 ni. NCRV-uitzending. 6.307.00 Onderwijs fonds voor de Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (9.30— 9.45 Gelukwenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Zang mt pianobegeleiding en gramo foonmuziek. 12.00 Berichten. 12.30 Orgelspel. I.30 Stichts Salonorkest en gramofoonmuz.. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.45 Gelukwenschen. 5.00 Voor de kinderen. 6.00 Uitzending voor land- en tuinbouw. 6.20 Gramofoonmuziek. Berichten. 6.30 Taalles en causerie over het Binnenaan- varingsreglement. 7.00 Berichten. 7.15 Muzikale causerie. 7.45 Causerie over leerbewerking. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Ber. 8.15 Uitzending vanwege het Nederlandsch J ongelingsverbond. 9.45 De Eemlanders. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 Vervolg concert. 10.45 Gymnastiekles. II.00 Vervolg concert. 11.25 Gramofoonmuziek. 11.5012.00 Schriftlezing. Feuilleton 71. De ayah was nergens te vinden, maar 't was twijfelachtig, of haar tegenwoordigheid iets goeds zou hebben uitgewerkt, daar Tessa toch haar vriend niet wilde loslaten en zelfs begon te schreeuwen als de dokter haar maar even aanraakte. Dus droeg Bernard haar naar haar kamer en legde haar in bed volgens aanwijzing van majoor Ralston. Deze laatste zag het geval ernstig in en hij deed iets in een glas, gaf het aan Bernard om het haar in te geven. Eerst weigerde Tessa, maar Bernard's vriendelijke volharding won het ten laatste. Ze zou alles doen, zei ze op stumperigen toon, alles, als hij maar bij haar wilde blijven. Daarom bleef Bernard en zond een bood schap naar „De Groene Bungalow" om de oor zaak van zijn wegblijven mede te deelen,, die zoowel mevrouw Ralston als Stella bereikte, welke eerste haastig naar huis terugkeerde. Toen ze daar aankwam, was Tessa vast in slaap, maar toen hij vernam, dat Stella hem niet noodig had, bleef Bernard bij de kleine .patiënte en stond mevrouw Ralston alleen toe hem te vervangen, terwyl hij met haar echt genoot lunchte. Tot beider groot genoegen verscheen Netta niet aan tafel. Ze aten nagenoeg zonder een woord te spreken. Majoor Ralston scheen over allerlei na te denken e:i Bernard stoorde hem, daarin niet voor de maaltijd was afge- loopen. Voor hij opstond vroeg hij eindelijk op be slisten toon aan zijn gastheer: „Wilt u mij zeggen, waarvoor ge bang zyt bij dat kind?" Majoor Ralston bleef na die vraag nog wel eenige mihuten in gedachten verzonken en toen Bernard zijn vraag niet herhaalde, maar alleen een afwachtende houding aan nam gaf hij antwoord. „By zoo'n kind kan je van alles verwach ten. 't Is een schandaal, dat zij haar zoo lang heeft hier gehouden. Maar waar ik op het oogenblik bang voor ben, dat is hartzwakte" „Dat dacht ik wel!" Bernard keek hem be grijpend aan. „Ze heeft een ontzettende schok gehad." „Ja, een schok, die 't heele zenuwgestel heeft aangetast. Ik zal haar nu onderzoeken, maar ik weet bijna zeker, dat ik het bij het rechte eind heb. Waaraan ze eigenijlk be hoefte heeft..." Majoor Ralston zweeg een oogenblik zoo plotseling, dat Bernard's oogen even vroolijk begonnen te schitteren. „Geneer je niet!" zei hij vriendelijk. „Ik ben uw man in elk opzicht. Waaraan heeft ze eigenlijk behoefte?" Majoor Ralston lachte. Dat was toch eigen lijk onmogelijk om dat met Bernard te be spreken. „Ze moet weg bij die ondeugende feeks van een moeder. Tusschen die twee bestaat geen greintje liefde en zal er wel nooit komen ook, dus waarom te wachten. Ze moet zyn in een gezonde, frissche atmosfeer, liefst buiten, met iemand die van haar houdt en haar dat weet te toonen. Ze gaat, als dat niet gebewrt, beslist den verkeerden kant uit, als ze tenmniste lang genoeg in 't leven blijft." De vroolijkheid verdween uit Bernard's oogen. Ze kregen een heel anuere uitdruk king toen hij zei: „Dat heb ik zelf ook al gedacht." Hij zweeg een oogenblik en zei toen langzaam: „Gelooft u dat haar moeder zou te bewegen zij om haar aan my af te staan?" Ralston zette groote oogen op. „Aan u? Voor goed en altijd, meent u?" „Ja!" Bernard antwoordde op zijn gewone, kalme, besliste manier. „Ik heb daar al een heele poos over gedacht. En om u de waar heid te zeggen, kwam ik vandaag hier, om daaromtrent uw raad in te winnen. En nu heb ik daaiaan meer dan ooit behoefte." Ralston was een en al verbazing. „Ge zult de handen dan vol hebben." Bernard glimlachte. „Dat geloof ik wel, maar weet u, we zijn beste maatjes. En, om uw eigen uitdrukking te gebruiken, ik heb haar lief en weet haar dat te toonen. Ik ge loof, dat ik haar wel gelukkig zou kunnen maken en misschien ook wel goed." Ralston maakte nooit complimenten, maa: na lang zwijgen zei nij: „Dat zou het beste wezen vat het kind kon overkomen. En wat de toestemming van haar moeder betreft, die is gemakkelijk genoeg te krijgen, ik ge le of dat u die eigenlijk niet eens zou behoe ven te vragen. Van dien kant hebt u niet veel tegenstand te overwinnen." ,,'t Is schande!" zei Bernard verontwaardigd Ralston vas dat met hem eens. „Wat niet wegneemt, dat Tessa, als ze wil een kleine duivelin kan zijn. Dat weet ik bij ondervinding. Ze heeft heel veel van haar moeder's karakter, maar alleen veel en veel meer hart." „Ja," zei Bernard. „En daar komt het toch eigenlijk op aan. Met een dergelijk kind kun je feitelijk doen wat je wilt." Ralston stond op. „Ik ga nog even naar haar kijken en dan moet ik noodig naar „De Groene Bungalow". Ik weet niet wat ons daar te wachten staat. Jelui moesten eigen lijk allemaal weg, maar een reis zou voor het kind en mevrouw Monck noodlottig kunnen zijn. „Ik kan dat niet aanraden." „Waarheen Stella gaat, ga ik!" zei Bernard beslist. „Ja, dat is vanzelfsprekend!" Ralston keek hem vriendelijk aan. „Ge moet op haar pas sen, is 't niet? Maar die gaan kunnen, moe ten gaan, dat is zeker. Die schurk zal binnen enkele dagen worden veroordeeld. En dan, wees dan op uw hoede!" Bernard's glimlach paste slecht by zijn hoedanigheid van man des vredes. „Ja, ik zal op mijn hoede zijn. En in geval van nood... Tommy leert me schieten." Ze gingen weer terug naar Tessa, die rus tig sliep en mevrouw Ralston stond haar plaats weer aan Bernard af, die een courant nam, om zoo den middag door te brengen. Majoor Ralston ging naar „De Groene Bun galow" en alles werd weer stil en rustig. Het was nog vroeg in het jaar, maar de warmte was al als op een zoelen zomerdag in Enge.and, In de lucht hoorde men het gegons der bijen en het eentonig geroep van een vogel, die voortdurend riep er. geen ant woord kreeg. „Een mooi voorbeeld van stalen volhar ding," mompelde Bernard. Hy had genoeg dingen om over te denken en ook om zich bezorgd te maken, wanneer hij aanleg tot tobben had gehad. Maar de volkomen stilte rondom maakte hem slape rig Hij begon te knikkebollen, maar daar hij nooit iets ten halve deed, legde hy al heel gauw de courant neer, ging achterover in zijn stoel liggen en viel in slaap. Tweemaal op dien middag liep mevrouw Ralston op de teenen over de veranda en keek even naar binnen, maar ging daarna glimlachenu weer heen. De tweede keer ontmoeite zij haar echt genoot, die 't zelfde ging doen. Hij trok haar mee en sta' de hand door haar arm. „Luister eens, Mary. Ik heb met die kleine kat gesproken, maar zonder veel esultaat. Ze ratelt er over om naar Udalkhand te gaan. En wat zy op het oogenblik van plan is, weet ik niet. En misschien weet ze dat zelf ook niet. Maar één ding Is zeker. Ze behoort niet lan ger tot jou nasleep, dat heb ik haar gezegd." „O Geraldl". en ze keek hem bedroefd aan. „Hoe ongastvrij van je!" „Ja, vindt je niet?" hij hield haar stevig vast. „Ja, weet je, ik stel er meer prys op jou veilig geborgen te weten, dan mijn repu tatie te behouden van gastvrij en vriendelijk te zijn. In 't eind van deze week ga je naar Bhulwana. Kom! dat heb je beloofd." „Ja, dat weet ik." En ze keek hem treurig aan. En ik wilde dat ik het niet had gedaan. In de eerste plaats maak ik me bekommerd over Stella, Ze zegt dat ze een andere ayah hebben moet. En dan..." „Ze heeft Peter en haar schoonbroer. Ze heeft jou ook nog niet noodig", zei haar echt genoot. „En dan die kleine Tessa!" ging mevrouw Ralston voort, wier bezorgdheid voortdurend toenam. „Ja, daar is Tessa," zei hij. „Je kunt des noods aanbieden om haar mee te nem naar Bhulwana, ils je wilt. Dat spreekt vanzelf. Maar haar moeder niet. Het zal haar 't hart niet breken van haar te scheiden, denk ik. En wat jou betreft," ging hij met een knipoogje voort: „hoe eerder je gaat, hoe aangenamer het mij zal zijn. Lady Harriet en de Burtons en de rest zijn vandaag reeds vertrokken." „Ik vind het vervelend om te gaan," zei mevrouw Ralston, wie 't schreien nader stond dan lachen. „Als ik alles wat gebeurd is, had kunnen voorzien, zou ik dat nooit hebben be loofd." Hij kneep haar zachtjes in den arm. „Dat doet er niet toe, je hebt het beloofd. Wees dus niet zoo weerbarstig!" Ze keerde zich om en klemde zich aan hem vast. „Gerald, ik wil bij je blyven! Laat me hier blijven. Ik kan de gedachte niet ver dragen, dat je hier alleen en in gevaar zoudt zyn." Hij keek haar een oogenblik verbaasd aan. Liefdesbetuigingen waren tusschen hen iets ongewoons. Maar hij boog zich verlegen tot haar over en kuste haar. „Wat ben je een dwaze, oude vrouw," zei kib (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 7