Wij lazen voor U DE LAMP Grootmoeder was zijn laatste troost*.** in de Woestijn EDGAR RICE BURROUGHS Uit de Pers van heden Auto waaide in het kanaal Mevrouw was zéér vergeetachtig Winkeliers opgepast! PROGRAMMA door Ethel M. Dell DOOR 117. Nadat Helen haar helm had afgezet, keek haar overweldiger haar verbaasd aan. „Een meisje, riep ij uit, „sinds wanneer ge bruikt de valse Brulor meisjes als ptomen?" „ik ben geen ptoom", antwoordde Helen, „ik neb alleen dit waterpak gebruikt om te kun nen ontsnarpen". „Misschien spreekt zij on waarheid", liet de zware stem zich nu weer horen. De gebaarde man, die uit de diepte van het water was verrezen, keek Helen en Magra lang aan. „Zo," zei hij eindelijk, maar als het blijkt, dat deze meisjes de waarheid hebben gesproken, dan zal ik hun levens sparen en kunnen zij mg dienen bij de tempel diensten. De koude ogen van den man keken weer naar de meisjes, terwijl hij vervolgde: „Maar wat wilt U weten? Waarom ik den man op het altaar offer? Omdat de figuren, die zijn bloeddruppels maken, mg zullen vertellen, wat ik wens te weten!" Terwijl hij sprak trok de geheimzinnige man een lang mes. Helen gilde het uit van angst. „Hij is mijn vader." U mag hem niet doden!" De gebaarde man keerde zich om en zei: „Ik ben Chon, de ware god. Chon heeft gesproken. Priesters van den waren god, maak het slachtoffer gereed!" Van pit en merg beroofd. „De Standaard" over geestelijke herbewa pening: Ergerlijk misbruik wordt gemaakt van de Koninklijke oproeping tot geestelijke en zedelijke herbewapening. Het protest tegen het ontslag van den burgemeester van Ootmarsum werd gefun deerd op het vermaan der Koningin tot eenheid. De oprichting van een Christelijke Lagere Landbouwschool werd als indruischend te gen de geestelijke en zedelijke herbewape ning bestreden. De invoering van het gebed in den Raad wordt door Het Volk van Zaterdagavond 1.1. tegengestaan met de overweging: „Kan het nu de vrucht zijn van geestelijke en moree- le herbewapening, dat men deze oude twist appel gaat opwerpen?" Zoo wordt het woord der Koningin al lengs door sommigen misvormd tot de aan beveling van zeker Christendom boven ge loofsverdeeldheid, dat alle verschilpunten verdoezelt en het Christendom van pit en merg berooft, «Dat mag". A.B.K. schrijft in „Het Volk" (s.d.a.p.), dat hij „met een grijns heeft zitten kijken",, toen hij las, dat het nu nog de goede tijd is om te hamsteren. Zoodra het oorlogsgevaar aan de deur loert, wordt het, aldus A.B.K., een onfat soenlijk geval. Maar nu hindert het geen sterveling en de voorraadmakers maken zich zonder iemand te schaden binnen, vóór de kwade dag aanbreekt. Aldus worden prijs- verhoogingen met panieken voorkomen. En toch is de man of de vrouw met contanten gedekt tegen de kwade kans, die de kas- looze medeburger straks loopen zal. Er is niets onbehoorlijks in, het klopt als een bus, geen speld valt er tusschen te ste ken. Spaar Uw ingezondeh stukken. U heeft gelijk, bij voorbaat gelijk. Maar U zult mij toch het recht niet kun nen ontzeggen om te, grijnzen. Dat mag! Optreden gevraagd! „De Trom", orgaan van het Nationaal Jon geren Verbond", had eenige leden van den Nationalen Jeugdstorm (de jeugdbeweging der N.S.B.), er van beschuldigd, innige be trekkingen te onderhouden met den Duit- schen Fichtebund. De Nationale Jeugdstorm wees deze beschuldiging af, waarop „De Trom" thans schrijft: Wat eischen wij jiu van de leiding van den N.J.S.? Zij zegt onbekend te zijn met doel en streven van den D.F.B. en niet te weten, dat in Duitschland eenig ernstig mensch annexionistische aanvechtingen t.a. v. ons land zou hebben in strijd met opvat tingen der Duitsche rogeering. Ook wij wil len graag gelooven, dat de brochures van den D.F.B., die den onafhankelijkheidszin van ons volk trachten te ondermijnen, geen officieele uitgaven zijn, doch slechts door enkele, moeilijk in toom te houden, heet hoofden worden opgesteld en uitgegeven. Maar daar gaat het niet om: waar het om gaat is, dat wij van de lei ding van den N.J.S. (die zegt in te stemmen met onze ideeën), mogen eischen, dat ook zij deze brochures verwerpt en haar jonge leden op dat verwerpelijke wijst. Wij mogen verwachten, dat het haar hin dert, dat in een stad als Schiedam de NJS- ers bekend staan als verspreiders dezer bro chures, welke handeling landsverraad of „yolksverraad" moet heeten, wanneer wij dit gedoe ernstig moeten nemen. En dat zullen wij moeten, wanneer nu de leiding van den N.J.S. niet optreedt. Een prachtige troef. Het orgaan van den Alg. Ned. Zuivelbond schrijft met betrekking tot de verhoogde in voerrechten, welke dezer dagen voor ver schillende Nederlandsche industriën zijn afgekondigd: Het spreekt vanzelf, dat een maatregel als deze, nadeelige gevolgen heeft voor den export. Alsof het zoo zijn moest, werd dit wetsontwerp ongeveer terzelfder tijd afgekondigd, dat de Duitsche delegatie voor het onderhandelen over een nieuw handelsverdrag in Den Haag arriveerde. Dat het dezen onderhandelingen daarmede van Nederlandsche zijde gemakkelijk werd gemaakt, zal moeilijk gezegd kunnen wor den. Den Duitschers werd hiermede ecu prachtige troef in handen gegeven en zij zullen deze ook niet ongebruikt hebben ge laten. Wij hopen natuurlijk dat zij daar mede geen succes zullen hebben, doch vree zen het ergste en dan krijgen de export bedrijven daarvan den last weer te dragen in den vorm van een of andere exportbe lemmering. Dat de landbouw daarbij achter aan zal komen, behoeft men zich niet voor te stellen. Inzittende verdronken. Woensdagavond heeft de heer B. de Vries te Groningen, reiziger in dienst bij de N.V. Firma van der Meer in bouwmate rialen te Groningen, bij een garage aldaar, een auto gehuurd, waarmede hij voor za ken op reis moest. Vermoedelijk tengevolge van den hevigen storm is de kleine auto des avonds in het Hoendiep geraakt. De wagen werd gistermorgen, toen bekend werd, dat de heer de Vries vermist werd, onder de gemeente Groningen in het Hoen- diep gevonden. Het lijk van den heer de Vries bevond zich nog in de auto. Het slachtoffer was veertig jaar oud en ge huwd. Het lijk is door de Groningsche po litie in beslag genomen. Jongeman verdween met f 5000 en kwam platzak terug. Berouwvol meldde de zeventienjarige knaap zich in gezelschap van zijn groot moeder bij de Amsterdamsche politie. Op 30 November van het vorige jaar was hij vol bravour de wereld ingetrokken, na f 5000 van zijn patroon te hebben gestolen, nu was hij platzak en zéér kleintjes Hij was destijds verdwenen, na f 4840 Ie hebben .geïnd bij diverse klanten van zijn baas en alle nasporingen der politie bleven vruchteloos. Niet veel plezier van zijn geld. had de domme jongen gehad. Eerst paste hij zich in en om Amsterdam een beetje aan het nieuwe heerenleven aan. Een 22- jarige vriend nam hij in vertrouwen en deze kreeg f 2400 van de buit. Toen ging hij op stap, Nederland in en nam voor de gezelligheid en meisje mee. Zij bezochten onder andere Deventer, Den Bosch, Rotterdam en maakten flinke verte ringen. Hij had het meisje verteld, dat hij een rijke planterszoon uit Australië was en zij nam dus zijn fraaie geschenken te goeder trouw aan en wist niet, dat zij het vlotte leventje met een avonturier in den dop leidde. De jongen is op het bureau ingesloten. Zijn 22-jarige vriend is gisternacht in zijn woning in de Spuistraat aangehouden. Dit jongmensch had zuiniger geleefd. Van de f 2400.waren nog f 1650.over. Zeshon derd gulden had hij op zak, toen hij op het bureau arriveerde, het overige geld heeft de politie bij huiszoeking gevonden. Ook hij is ingesloten. Beiden zullen dezer dagen voor den officier van Justitie worden geleid. Eerlijke tuinman brengt na an derhalf jaar licht in een duistere zaak. Op 27 October 1037 werd een dame, die in een pension in de Juliana van Stolberglaan in Den Haag woonde, telefonisch bij een fa milielid aan den Bcnoordenhoutschenweg ontboden, dat ernstig ziek was. Zij belde een taxi op om zich naar den zieke te beg ven en vergat in de haast haar portemonnaie, waarin ongeveer 300 gulden zat. De pension houdster liep haar achterna en overhandigde haar in de taxi de portemonnaie en ook nog een quitantie, die de dame in haar porte monnaie borg. Voor het huis aan den Benoorden- houtscheweg, vergat de dame haar portemonnaie weer. Zij liep terug naar de taxi, maar zij vond de portemon naie niet terug. Van dit verlies deed zij bij de politie aangifte, die geen licht in de zaak kon brengen. De chauffeur wist van niets en de por temonnaie bleef weg. Ongeveer anderhalf jaar na deze episode, namelijk eergistermiddag, vond een tuin man, die bezig was een klimopheg te maaien in den tuin van het pension, in de Juliana van Stolberglaan, vanwaar de vergeetachtige dame inmiddels naar Brussel was vertrok ken, waar zij thans woont, tusschen takken een verweerde portemonnaie, bevatende ruim 182 gulden en de bewuste quitantie. De politie werd van deze vondst in kennis gesteld en zij is thans opnieuw bezig deze oude zaak op te helderen. „Voortzetting Januari-prijzen" is verboden. De Amsterdamsche kantonrechter mr. I. van Creveld veroordeelde een winkelier tot f 25.boete, wegens overtreding van de wet op de uitverkoopen. In zijn étalage had verdachte aangekon digd: „Voortzetting der Januari-prijzen". De ambtenaar van het O. M. was van oor deel, dat hier een gevoelige straf moest wor den opgelegd, omdat de tijd van principi- ecle beslissingen voorbij is. Spr. vorderde f50.boete. Verdachte voerde aan, dat hij van oordeel was, dat hij een toegestane reclame maakte. doe RADIO ZATERDAG 11 MAART 1939. Hilversum I, 1875 en 301,5 m. VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30 8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 8.16 Berichten), 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Continubedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 12.15 Bericht.), I.30 Zang, accordeon en piano. 2.00 Filmpraatje. 2.15 VARA-orkest en solist (opn.). 3.00 Reportage. 3.30 Gramofoonmuziek. 4.304.50 Schaakles. 4.55 Residentie-orkest, (opn.). 5.35 Filmland. 6.00 Uit de Roode Jeugdbeweging. 6.28 Berichten. 6.30 Orgelspel (opn.). 7.00 VARA-Kalender. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Cursus „Nederlanders in Amerika", 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP en VARA-Varia. 8.20 Haagsch Arbeiders-Symphonie-orkest en soliste. 9.00 „En nu doorzetten", toespraak. Hierna: Gramofoonmuziek. 9.15 En nu Oké. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Radiotooneel. II.10 Souvenir-orkest. 11.4012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H, 415,5 m. KRO-Uitzending. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.). 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Religieuze causerie. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-Melodisten en soliste. (1.001.20 Gramofoonmuziek 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.45 Kinderuurtje. 4.00 KRO-orkest en gramofoonmuziek. 5.45 De KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Journalistiek weekoverzicht. 6.40 Berichten. 6.55 Inleiding volgende uitzending. 7.00 „Mathis der Maler", opera. (Om 8.35 Me ditatie met muzikale omlijsting; om 9.50 Juridische causerie). 11.20 Declamatie met muzikale omlijsting. 11.5012.00 Gramofoonmuziek. Feuilleton 74. „O, niets bijzonders!" zei Tommy ongedul dig. „Niets bijzonders in vergelijk met zijn ontslag. De zaak is afgeloopen en de man is veroordeeld. De volgende week wordt het vonnis voltrokken. Dat beteekent de een^ of andere vertooning, maar niet van belang." „Is dat alles?" vroeg Bernard glimlachend. „Neen, nog niet alles. Er was ook nog een geheime mededeeling verstrekt, die niet be paald gunstig voor den Radjah scheen te zgn, want die heeft de plaat gepoetst. Niemand weet waar hij is, tenminste iedereen zegt dat. Je kent de Oosterlingen. Als ze het niet ver kiezen te spreken, krijg je er niets uit. Hg zal zich wel nooit meer hier vertoonen. De grond zal hem hier wel te warm zijn. Hg zal nu zijn mooie, brave leventje wel voortzetten in een ander hoekje van het Rijk. Ik wensch Netta Ermsted geluk met haar koopje, be sloot Tommy met een zekere Schadenfreude. „Maar jongenlief!" begon Bernard. Tommy lachte. „Dat weet je evengoed als ik. Ze was naar de maan, zoodra hg naar opiumschuiven had geleerd. Daar is geen on komen aan en dat wist die duivel wei. beweer, dat het een geluk zal zijn, als j Tessa kunt meekrijgen naar Engeland^ „En Stella ook!" zei Bernard, wien het een zekere opluchting was van onderwerp te ver anderen. „O, maar dat zul je niet doen!" zei Tommy haastig. „Hoe weet je dat?" vroeg Bernard en keek hem doordringend aan. Maar Tommy ontweek alle verdere vragen. „Dat weet ik. Hoe, dat zou ik niet kunnen zeggen. Maar tk ben er zeker van, absoluut zeker, dat Stella in 't voorjaar niet met je naar Engeland gaat." „Je schijnt iets van een profeet te hebben, Tommy," merkte Bernard na een oogenblik zwggens op. „O, dat is niet mijn eenige bekwaamheid," hernam Tommy nederig, „Ik weet nog wel iets anders ook. Ik heb ook nog een beetje hersens, wel een heel klein beetje. Gek he? Ah! Daar is Stella! Kom, zusjelief, hom hier en eet wat. Hoe is 't?" Hij ging naar haar toe en trok haar mee naar de tafel. In al haar verdriet glimlachte ze, eenigszins afge trokken, tegen Bernard, dien ze al eerder had gezien. „O, blijf zitten! zei ze. „Ik kwam maar eens even naar jelui kijken. Ik heb tiffin in mijn kamer gehad. Daar had Peter voor ge zorgd. Baby is vanmorgen heel zwak en daarom dacht ik, Tommy, dat jg misschien wel naar majoor Ralston zoudt willen gaan om hem te vragen toch vooral vroeg te ko men." Ze ging zitten, duidelijk blijk gevend van groote vermoeienis. „Heb je heelemaal niet geslapen?" vroeg Bernard vriendelijk. „O ja wel, dank je. Ik heb drie volle uren geslapen. Peter heeft schitterend opgepast." „Maar je moet een andere Ayah hebben," zei Bernard. „Het is niet voor je uit te hou den!" „Neen," zei ze onderworpen. „Peter zal eens rondkijken. Hij zorgt altijd overal voor. Hij weet in de stad een vrouw, die wel zou willen komen, een oudere vrouw, ik geloof dat het de grootmoeder van Hafiz is. Je kent Hafiz wel, meen ik. Ik houd niet van hem, maar men zegt, dat hg een fatsoenlijk man is en Peter staat in voor de betrouwbaarheid van de vrouw. Maar door een ongeval is zij ontzettend misvormd, ik meende dat hij zeiae, verbrand en ze draagt een sluier. Ik zeide hem, dat dat geen bezwaar was. Baby is te ziek om er op te letten en het is noodig een ayah te hebben. Hij zegt dat zij aan Engel- sche kinderen gewend is. En daar het daar hoofdzakelgk op aan komt, heb ik hem ge zegd haar in dienst te nemen. „Daar ben ik blij om," zei Bernard. „Ja, dat zal een heele verlichting zijn, want die schreeuwaanvallen zijn zoo ver schrikkelijk." Stella huiverde. „Peter zou haar niet aanbevelen, als hij haar niet persoonlijk kende en voor haar be trouwbaarheid kon instaan." „Nu, Peter is wel te vertrouwen," zei Tom my. Hij gebruikte haastig zgn maal. „Is de kleine erger, Stella?" Ze keek hem met vermoeide oogen aan, zoo treurig, dat het hem in 't hart trof. „lederen dag gaat hij achteruit," zei ze. Tommy keek in zijn kopje en zweeg. Eenige oogenblikken later stond hg op, gaf haar een vluchtigen kus en ging heen. Stella zat met het hoofd in de hand ge leund. Uit haar geheele houding sprak uit putting en vermoeienis. Ze keek zoo onge lukkig, als Kon ze den last, die haar was op gelegd niet langer dragen. Bernard keek haar een paar maal aan, zonder iets te zeggen. Eindelgk stond ook hij op, liep om haar heen, knielde naast haar en sloeg den arm om haar heen. Haar gelaat trilde. „Ik moet me goed hou den," zei ze op den toon van iemand, die dat den geheelen dag zich zelf voorhoudt. „Ja, dat is zoo! En daarom doet ge het ook. In zulke tgden als wg nu meemaken, krijgen de menschen bijzondere kracht. Die zal ook jou niet ontbreken." Ze legde haar hand in de zijne. „Dank je," en liet er .oen na eenige oogenblikken op volgen „Weet je Bernard, ik heb getracht, inder daad getracht, te bidden, vannacht, voor ik slapen ging, maar, er was iets, ik weet niet wat, dat ik niet kon, met geen mogelijkheid kon." „Dat kan iemand altijd," zeide hij. „Heb je dat bij ondervinding?" vroeg ze. Hij glimlachte bij die vraag. „Natuurlijk, dat weet iedereen. We zijn maar kinderen, Stella en God weet dat. Hij verwacht niet meer van ons dan waartoe we in staat zijn. 't Gebed is het eenige middel om met Hem in contact te komen. Dat kun je altijd. Er zijn zelfs menschen, die nooit tgd hebben om te bidden en die toch dicht bij God staan. In tijden van kommer en verdriet, zooals jij nu door maakt, staat een mensch vaak dichter bij God dan hg zelf weet. Dat zult ge dezer dagen wel ondervinden en niet alleen nu, maar op je heelen verderen pel grimstocht door de woestijn. Hij heeft je ge leid, beschermd en je met Zgn zorgende liefde omringd. En omdat de nacht zoo donker was, heb je 't niet bemerkt." „Ja, 't is wel donker, heel donker!" zei Stella met een zenuwachtig glimlachje. „En als ik jou niet had, geloof ik niet, dat ik er ooit doorkwam." „O zeg dat niet!" zeide hij, „Als ik 't niet was, zou 't een ander zijn, een die misschien Hem nog meer gelijk was. Maar altijd is er iets of iemand, van wien ge later, als ge op dezen tijd terugziet, zeggen zult: Dat was het licht in de woestijn, dat me den weg ge wezen heeft. En als je niet kunt bidden, wees daarover niet verdrietig. Ik kan voor je bid den. Als je maar dapper en geduldig blgft. Hij begrgpt je wel." Stella drukte hem de hand. „Je bent toch zoo goed voor me, Bernard en als ik weer 's nachts alleen ben zal ik denken aan wat je mij hebt gezegd." Hij ondersteunde haar met zijn arm. „En als je heel wanhopig bent, kindlief, kom me dan maar gerust roepen," zei hij. „Ik ben altijd bg de hand en bereid je van dienst te zijn." Ze glimlachte, maar met moeite. „Ik zal je... later... nog meer noodig heb ben!" zei ze fluisterend. En alsof plotseling haar stem haar begaf, leunde ze tegen hem aan en kuste hem. Hij hield haar stevig vast als een vermoeid kind en zei: „God zegene je, lieve." HOOFDSTUK VI. De eerste lichtstraal. De kolonel zelf vertelde Stella dat Everard zgn aanvraag om ontslag had ingediend. Hij kwam dien avond met Tommy uit de cantine terug en vroeg haar een oogenblik alleen te spreken. Hij was altijd veel vrien delijker tegen haar als zijn vrouw niet aan wezig was. Zij was bezig de nieuwe Ayah te instal- leeren, die Peter aan haar had voorgesteld, als een toovenaar, die maar met zijn staf had te zwaaien om het verlangde te voor schijn te brengen. De vrouw was oud, krom en gesluierd, zoo dicht, dat Stella tot de over tuiging kwam, dat zij wel vreeselgk mis maakt moest wezen, maar haar zachte stem en handige manieren, boezemden haar on willekeurig vertrouwen in. Van den beginne af bemerkte ze, dat Peter zich niet had ver gist. Ze was ervan overtuigd, dat zij reeds meer zieke Engelsche kinderen had behan deld. Ze ging naar den kolonel en liet de zorg voor de baby over aan d< vreemde vrouw, terwijl Peter op den achtergrond een oog in 't zeil hield. De eerste begroeting was alleen beleefd, maar toen hij zag hoe vermoeid en mat haar oogen stonden, kreeg medelgden de over hand. Hg vatte haar handen en hield die vast „Arm kind!" zei hij. Ze keek hem glimlachend aan. Medelijden van een bu tenstaander trof haar niet 't Is vriendelgk van u dat u gekomen zgt," zei ze. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 7