Een pennestreek van Hitier:
de wereldkaart is veranderd
Wij lazen tooMI
De vredesapostel
van München
't Haagsche stadhuis moet
stevig staan!
Brandende dekens
dalen
Een
ton verzwegen
Eet maatjesharing met
tomaten
i Een hartstochtelijk visscher
ien een groot natuurvriend
Minister Weiter naar
de Vereenigde Staten
Chamberlain
70 jaar!
Neville Chamberlain, de Britsche
Minister-President, die door zijn vast
beraden optreden enkele maanden
geleden plotseling een zoo druk be
sproken figuur werd, bereikt op 18
Mrt. den 70-jarigen leeftijd. Wij grij
pen deze gelegenheid aan om eenigs-
zins uitvoerig stil te staan bij het
leven en de carrière van dezen groo-
ten staatsman.
Neville Chamberlain, dé groote staatsman
van het oogenblik^ stamt uit een beroemd
Engelsch geslacht, dat in de laatste tiental
len jaren ten nauwste verbonden is ge
weest met het binnen- en buitenlandsch be
leid van de Engelsche regeering.
Neville is de zoon uit het tweede
huwelijk van Joe Chamberlain. Rijk ge
worden als schroevenfabrikant, werd deze
burgemeester van Birmingham en later mi
nister van Koloniën. Als zoodanig deed hij
van zich spreken door de rol, die hij speel
de in den Boerenoorlog. Hij was imperialist
in hart en nieren. De beide zoons. Austen en
Neville, hebben de richtlijnen, door den va
der aangegeven, trouw gevolgd.
Joe bestemde zijn zoon Austen voor de po
litiek. Als zoodanig liet hij hem alle mo
gelijke voorrechten genieten. De jongere Ne
ville zooals wij reeds opmerkten: een zoon
uit het tweede huwelijk en dus een half
broeder van Austen kreeg een uitstekende
opleiding aan de „public school" te Rugby.
Later volgde hij de colleges aan de Universi
teit van Birmingham en werd op 21-jarigen
leeftijd naar de Bahama-eilanden gezonden
om daar de leiding van 'n sisalplantage op
zich te nemen. Hier vertoefde hij zeven jaar.
Na afloop van dien tijd keerde hij terug
naar Engeland en werd opgenomen in de
directie van de schroevenfabriek, waarme
de zijn vader een vermogen #ttd verdiend.
Ook in Neville's aderen stroom
de politiek bloed.
Gedeeltelijk ging de wensch van „ouden
Joe" in vervulling. Zijn zoon Neville was
inderdaad handelsman geworden; maar ook
in zijn aderen bleek nogal wat politiek bloed
te stroomen, want nauwelijks is hij terugge
keerd uit de West, of hij mengt zich in po
litieke aangelegenheden. Aanvankelijk heeft
die belangstelling slechts een locaal karak
ter. De belangen van zijn geboortestad Bir
mingham gaan hem ter harte en weldra zien
wij hem zitting nemen in het college van
burgemeester en wethouders.
Men schreef 1915. De groote wereldbrand
was uitgebroken. Elk land had behoefte aan
knappe en scherpzinnige koppen. Het valt
onder die omstandigheden niet te verwon
deren dat men in Engeland de telgen van
het roemrijke geslacht Chamberlain niet
achteloos voorbijging. Neville werd burge
meester van Birmingham. Austen staats
secretaris van Britsch-Indië.
In 1916 riep Lloyd George Neville weg uit
Birmingham en benoemde hem tot „direc-
tor general of national service", een tame
lijk vaag omschreven functie, die in hoofd
zaak bestond uit het verdeelen van arbeids
krachten over de burgerlijke en militaire in
dustrieën. De vervulling van dit ambt was
voor Chamberlain geen succes. Want reeds
na verloop van een jaar gaat hij terug naar
Birmingham, dat trouwens te allen tijd
voor de Chamberlains een soort toevluchts
oord is geweest. Austen heeft in dit ver
band gezegd: „Wat ik ook moge worden,
onder alle omstandigheden blijf ik 'n bur
ger van Birmingham."
Gekozen in het Lagerhuis.
De carrière van Neville Chamberlain ver
loopt langs lijnen van geleidelijkheid. Na
zijn burgemeesterschap wordt hij gekozen
als lid van het Lagerhuis. Natuurlijk als
vertegenwoordiger der Conservatieven. Te
zelfdertijd wordt zijn halfbroeder Austen
aangezocht om zitting te nemen in het oor
logskabinet en op te treden als beheerder
van de schatkist, een functie die hij vroe
ger ook al eens vervuld had. Enkele jaren
later wordt Neville benoemd tot directeur-
generaal der posterijen. In deze functie bleef
Chamberlain slechts een jaar werkzaam;
het werk beviel hem niet. Zeer welkom is
het hem, wanneer hij reeds het volgende
jaar den sprong kan maken naar het mi
nisterie van gezondheid. Hier kan hij zijn
gaven ten volle ontplooien. Sociale arbeid
had immers reeds vroeg zijn groote voor
liefde. Als minister van gezondheid slaagt
hij er in, door handig manoeuvreeren en
kele gecompliceerde en lastige wetsvoorstel
len „er door" te krijgen. Maar ook deze
vreugde was slechts van korten duur. Bald-
win, premier en tevens groot vriend van
Chamberlain, droeg Neville het beheer van
de schatkist op. Maar voordat hij ditmaal
eenig positief werk kon doen, viel het ka
binet.
Toen Baldwin in 1924 wederom optrad als
kabinetsformateur, kreeg Austen de porte
feuille van Buitenlandsche Zaken. Neville
weigerde wederom schatkistbeheerder te
worden en verwierf de portefeuille van So
ciale Zaken. Vele wetten kwamen onder
zijn bewind tot stand, o.a. een pensioenwet
voor weduwen en weezen, terwijl de woning
bouw aanzienlijk werd verbeterd. Door zijn
daden heeft Neville Chamberlain getoond
dat „social improveraent" voor hem niet
was een frase, maar een begrip dat uit het
hart kwam.
Geregeld stijgt hij hooger op de politieke
ladder. Op 62-jarigcn leeftijd wordt hij mi
nister van Financiën in de nationale regee
ring. Zijn onmiskenbaar beleid, waardoor
het hem vrijwel gelukte het evenwicht te
bewaren tusschen inkomsten en uitgaven,
effende voor den eminenten staatsman den
weg naar de laatste etappe: het premier
schap.
Recht door zee, wars van alle
rhetoriek.
Arthur Neville Chamberlain is voor ons
het type van den flegmatieken, in zichzelf
gekeerden Engelschman. En toch doet hij
nog altijd meer denken aan een schoolmees
ter dan aan een volksleider. Trouwens alle
kenmerkende eigenschappen van den volks
menner zijn hem vreemd. Van gezwollen
taal moet hij niets hebben; komt toch een
enkele maal de rhetoriek om den hoek kij
ken in zijn toespraken, dan geschiedt het
omdat dit sausje nu eenmaal noodig is bij
sommige gelegenheden, en Chamberlain,
goed politicus als hij is, weet dit.
In het debat is hij onbevreesd als een
leeuw; het partijgescheld laat hem koud;
onbewogen dient hij zijn tegenstanders van
repliek, bestaande uit feiten, logica en...
een flinke dosis sarcasme.
Zijn belangstelling is uiterst veelzijdig.
Wanneer een onderwerp in het parlement
moet worden behandeld, verdiept Chamber
lain zich eerst in diepgaande studies vóór
het ontwerp aan de leden van het parle
ment wordt voorgelegd. Hij kan zwijgen
als het graf, hetgeen blijkt uit de volgende
anecdote.
De geachte afgevaardigde
toch niet
zal
Toen Chamberlain in 1931 benoemd was
tot minister van Financiën, werd hem van
alle kanten, door leden van het parlement
en journalisten, gevraagd, iets mede te dee-
len over de begrooting, welke hij zou in
dienen. IJverig begon Chamberlain tus
schen zijn papiertjes te zoeken, maar kon
het gezochte niet vinden... tot eindelijk,
daar scheen hij het te hebben. In gespan
nen verwachting luisterde het auditorium
van het Lagerhuis. Wat zou er komen...?
Triomfantelijk begon Chamberlain voor te
lezen: „De geachte afgevaardigde zal wel
niet verwacht hebben, dat ik iets over de
komende begrooting zal taslaten", Een
oogenblik was men verbijsterd door dit ant
woord. Toen weerklonk een daverend ge
lach door het Huis.
Dat Chamberlain een taak heeft, die hem
van den vroegen morgen tot den laten
avond in beslag neemt, zal niemand ont
kennen. Toch heeft hij nig tijd voor liefheb
berijen. In zijn vacantie of vrijen tijd gaat
hij bij voorkeur uit visschen, daarbij trouw
terzijde gestaan door zijn parapluie en zijn
vrouw Anny, die ook bij zijn politieken ar
beid steeds zijn steun en medewerkster is,
Hij is een echte natuurvorscher en houdt
bijzonder veel van bloemen en planten.
Tijdens de ernstige financieele crisis van
1932 vond hij nog den tijd een ingezonden
stuk aan de „Tim-es" te zenden over een
klein vogeltje, dat hij voor het eerst in
Hyde Park had gezien. Daar kan men hem
vrijwel iederen morgen zien, op de och
tendwandeling, soms geheel verdiept in het
voeren der eenden.
En nauwelijks een uur later staat hij in
het Lagerhuis om zijn beleid te verdedi
gen, lastigen opponenten van repliek te
dienen of verklaringen af te leggen, waar
op de gcheele wereld gespannen heeft ge
wacht en die voor de toekomst van beslis-
senden invloed kunnen zijn. Arthur Neville
Chamberlain mag dan een aartscijferaar
zijn, een nuchter logisch denker als geen
ander... hij is in dezelfde mate idealist.
In de afgeloopen maanden hebben wij
hem leeren kennen als een onvermoeid voor
vechter van den vrede... een idealist, die
met beide beenen op den grond staat.
Wat boring en in 't Alexander
veld aan 't licht brengen
Ten behoeve van de voorbereidingen tot
den bouw van het nieuwe Haagsche stad
huis, dat eerlang op het Alexanderveld zal
verrijzen, zijn in de afgeloopen maanden
diepboringen op het veld verricht. De moge
lijkheid bestond, dat .men eenige maanden
zou moeten wachten met den bouw, wan
neer de grond van het Alexanderveld niex
zonder extra-voorzieningen geschikt zou
blijken om het gebouw te drangen.
De boringen hebben thans uitgewezen,
dat inderdaad zware betonnen platen de
fundamenten zullen moeten dragen. Zeer
waarschijnlijk zal men dus niet. zooals men
aanvankelijk van plan was. medio 1939 met
den bouw kunnen beginnen.
Amsterdam, die groote stad
Die is gebouwd op palen
En als die stad eens ommeviel,
Wie moet dat dan betalen?
Het schoon Den Haag, die groote stad
Die wordt gebouwd op „platen"
Van zwaar beton, want anders kon
Je 't heele werk wel laten...
De fundamenten van 't Stadhuis
Kan 't groote plein niet dragen...
Techniek uit een voortvarend' eeuw
Moet onze Hofstad schragen...
Daarna een bezoek
Indië.
aan N.W.-
Naar te New York vernomen wordt zal de
Nederlandsche minister van Koloniën, Ch.
I. M. Wel ter, dezen zomer een bezoek
Chr. J. M. Weiter
Minister yan Koloniën
brengen aan de Golden Gate tentoonstelling
te San Francisco alsmede aan de wereld
tentoonstelling te New Lork.
Daarna zal de minister een inspectiereis
maken naar Nederlandsch West Indië.
Een protectoraat Bohemen en Mo-
ravië. De Fuehrer bepaalt de po
litieke richtlijnen.
Hitier heeft op den burcht te Praag een
decreet over het protectoraat Bohemen en
Moravië onderteekend, waarin hij den n
druk legt op het feit, dat zijnsinziensde
landen Bohemen en Moravië duizend jaar
lang tot het gebied van het Duitsche volk
hebben behoord. Geweld en onverstand hen
ben ze uit hun oude historische omgeving
losgescheurd, betoogt llitler, tenslotte z]
zij in de kunstmatige structuur van l sje-
clio Slowakije gevoegd. Dit was een bedre
ging van den Europeeschen vrede. Het is
dan ook in overeenstemming met liet geno
van zelfbehoud, als het Duitsche rijk be
sloten is, tot herstel der grondslagen van
een doeltreffende midden-Europeesche orde
beslissend in te grijpen en de maatregelen
te treffen, die daaruit voortvloeien, want
het heeft in zijn duizendjarige historisci
verleden reeds bewezen, dat het, dank zi,
de grootte en de eigenschappen van het
Duitsche volk uitsluitend geroepen is, d
vraagstukken op te lossen.
Bezield door den ernstigen wensch het
nationale leven van Tsjechen en Duitscheri
te zien beveiligen, geeft de Fuehrer dan
zijn beschikkingen In het eerste artikel
zegt hij dat de gebieden van nu af aan be-
hooren tot het gebied van het Grootduitsche
rijk en komen als „protectoraat Bohemen
en Moravië" onder zijn bescherming. ol-
artikel twee worden de volksduitsche
Uit de pers van
HET EENE NOODIGE."
beden.
gens
inwoners
Duitsche staatsburgers.
Voor hen gelden daarom ook de bepalin
gen ter bescherming van het Duitsche bloed
en de Duitsche eer. Zij staan onder Duit
sche jurisdictie. De overige bewoners van
Bohemen en Moravië worden staatsburgers
van het protectoraat Bohemen en Moravië
In artikel 3 wordt gezegd, dat het protec
toraat Bohemen en Moravië autonoom is en
zichzelf bestuurt. Het oefent de souvereine
rechten, waarover het beschikt in het kader
van het protectoraat, uit in overeenstem
ming met de politieke, militaire en econo
mische belangen van het rijk. Deze souve
reine rechten worden uitgeoefend door eigen
organen en eigen autoriteiten met eigen
ambtenaren.
Artikel 4: Het hoofd van het autonome
bestuur van het protectoraat Bohemen en
Moravië geniet de eererechtcn en de be
scherming van een staatshoofd. Het hoofd
van het protectoraat heeft voor de uitoefe
ning van zijn ambt het vertrouwen van den
Fuehrer en Rijkskanselier noodig.
Artikel 5: Als beschermer der rijksbelan
gen benoemt de Fuehrer een rijksprotector
in Bohemen en Moravië. Zijn ambtszetel is
Praag. De rijksprotector heeft als vertegen
woordiger van den Fuehrer en als gevol
machtigde der rijksregeering de taak zorg
te dragen voor de eerbiediging der politie
ke richtsnoeren door den Fuehrer gegeven.
DE „LUSTIGE WITWE" IS NU ARISCH.
Gelijk reeds zoovele bladen, weet ook de
„Yorkshire Post" mededeeling te doen van
de voorliefde, welke Hitier voor de ope
rette van Lehar, „Die Lustige Witwe" aan
den dag legt. De Deutsche Weg v. 12 Maart
.1. ontleent aan genoemd blad de opmer
king, dat ook ex-keizer Wilhelm dit werk
zeer op prijs zou hebben gesteld. Tusschen
beide bewonderaars bestaat echter een klein
verschil. Terwijl immers Wilhelm in staat
was, de geheele operette in de oorspronke
lijke tekst aan te hooren, moest deze voor
den Führer worden omgewerkt, daar de
tekst door een „nietariër" was samengesteld
Thans is dus ook de „Lustige Witwe" zui
ver arisch.
Consternatie in
beddenmagazijn.
Amsterdamsch
Praag, de hoofdstad van het verdwenen Tsjecho-SIowakiJe, waar Hitier zegevie
rend binnenrukte
Hagenaar bedroog den fiscus.
Juridisch adviseur" speelde een
rol.
De 54-jarige J. N. J. R. moest
zich gisterochtend voor de straf
kamer van de Haagsche rechtbank
verantwoorden, omdat hij in de
jaren 1936, 1937 en 1938 een groot
gedeelte van zijn vermogen voor de
belasting verzwegen had. Bij elkaar
bedroeg dit ongeveer f 100.000
De rente van dit bedrag heeft hij boven
dien voor de inkomstenbelasting verzwegen
Het feit was aan het licht gekomen, toen
zijn vrouw overleed en hij een successie-me
morie moest indienen. De notaris maakte
hem opmerkzaam op de te lage aangifte
en zoo kwam de zaak aan het rollen. Ver
dachte legde een volledige bekentenis af.
De officier van Justitie, eischte drie
maanden gevangenisstraf.
De verdediger wijst er op, dat een „juri
disch adviseur" zijn cliënt had aangeraden
zijn vermogen voor de belasting te verzwij
gen.
Angst en domheid hebben hem toen tot
deze daad gebracht.
In verband met verdachtes gezondheids
toestand dring pleiter er bij de rechtbank
met klem op aan, verdachte geen gevange
nisstraf op te leggen.
Uitspraak 30 Maart,
In de Jodenbreestraat, één der drukke,
nauwe straten in de oude en zoo dicht be
bouwde Amsterdamsche binnenstad, ont-
tond gistermiddag kort na twaalven groote
consternatie, toen voorbijgangers ontdekten,
dat uit de ramen van de tweede verdieping
van een in het perceel 5 tegenover het
Rembrandthuis gevestigd beddenmagazijn
zware en grauwe rookwolken een uitweg
zochten. Vrijwel op hetzelfde moment arri
veerde ter plaatse een motorspuit van de
Amsterdamsche brandweer, want in het ge
bouw zelf was het personeel reeds eenigen
tijd druk bezig het hardnekkig smeulende
vuur in de hier opgeslagen dekens te blus-
schen.
Ongeveer een half uur voordat de eigenaar,
de heer J. H. Maarssen, de hulp van de
brandweer inriep, had zijn personeel een
smeulend vuur ontdekt op de tweede ver
dieping. De dekens, die hierdoor waren
aangetast, werden aan de achterzijde van-
het huis op een binnenplaats geworpen,
waar het vuur met enkele emmers water
werd gebluscht.
Gerustgesteld.
Men was toen weer aan het werk gegaan,
denkende dat het gevaar voorbij was. Nau
welijks een kwartier later echter bemerkte
een loopjongen, dat wederom een aantal
dekens op de tweede verdieping in brand
stond. Het vuur had zich reeds over de ge
heele oppervlakte van deze verdieping ver
spreid. Nu eerst waarschuwde de eigenaar
de brandweer, die om op alle eventuali
teiten voorbereid te zijn met groot mate
riaal naar de Jodenbreestraat uitrukte Met
twee stralen, waarvan één over den lad
derwagen werd het vuur bestreden.
Brandwachts, beschermd door rookmas-
kers, verschaften zich toegang tot de twee
de verdieping vanwaar zij de smeulende
en rookende dekens op straat wierpen Op
deze doortastende wijze was men den brand
na een kwartier geheel meester.
De schade, welke niet onaanzienlijk is
er lagen op straat een kleine honderd door
brand of water vernielde dekens wordt
door verzekering gedekt.
Het Volk (S.D.A.P.) schrijft:
Het lijkt wel alsof de stootkracht der de
mocratie sterker is, wanneer het om bui.
tenlandsche dan om binmenlandsche proble-
"'wij^zitten hier nog altijd met vierhonderd
duizend werkloozen. Ziedaar het kernpro.
bleem van ons volk. at doet men er aan?
Zeker, de regcenng heeft bepaalde bedacht
zame plannen, angstvallig gecontroleerd
door den minister van Financien.
Daarover wordt al sinds laar en dag ge.
Draat, maar er komt geen schot in. Het ia
zoo erg, dat de parlementaire woordvoerder
van de Roomsch-Katholieke Staatspartij, de
bedachtzame en voorzichtige dr Deckers, een
paar weken terug, tot de zeer bevriende re-
geering een drievoudige aansporing moest
richten: „Regeering, begin, begin, begin!"
Intussclien gaan wij gezapig verder, alsof
er geen vuiltje aan de lucht is. En verande
ren doet er niets.
Om het geld los te maken, dat voor de op.
lossing van het werkloosheidsvraagstuk noo
dig is, is echter, aldus het blad, een regee-
ring noodig, die particuliere kapitalen
durft aantasten, die de moed heeft de kort
zichtige baatzucht van een kleine groep te
beteugelen, ter wille van do- levenskracht
van de natie.
Instede daarvan teren wij voort op een ver-
ouderd economisch liberalisme, dat zich
ter wille van de vrome schijn gestoken heeft
in het godvruchtig gewaad der coalitie.
Dynamiek en overtuigingskracht zie
daar, zoo besluit het arbeidersorgaan, het
eene noodige voor het vellen van deze
draak, die met ons volkswelzijn ook onze
geestelijke vrijheid dreigt te verslinden.
„DE WAARHEID IN HET MIDDEN".
De Maasbode (r.k.) maakt een vergelij.
king tusschen de motieven, die in de dicta-
tuurstaten tot propaganda van het groote ge
zin leiden en de motieven welke bij de r.-
katholieken voorzitten.
In de dictatuurstaten grijnst achter de
roerende bezorgdheid voor het zoo hoog mo
gelijk opvoeren van het geboorte-cijfer het
grimmig masker van den oorlogs-Moloch.
Natuurlijk houdt ook de leer der staatsal-
macht evenmin als die van het liberalisme
het juiste midden. Daar zij al even weinig
objectieve zedelijkheidsstormen wil aan
vaarden, kan het niet anders of zij moet tot
de ergerlijkste excessen ten deze komen, nu
eenmaal het belang of het vermeende belang
van den staat hoogste wet is.
Een wel zeer droevig staal hiervan werd
ons zoo pas gesignaleerd uit de Duitsche ge
meente Wattenscheid, waar men energiek
den strijd tegen den geboorte-achteruitgang
heeft aangebonden. Bij de verschillende op
zich zelf lofwaardige maatregelen, die men
daar getroffen heeft ten einde gezinsvermeer
dering aan te moedigen, treffen wij er een
aan, die zoo wij de bepaling juist ver
staan een premie stelt op de geboorte van
onwettige kinderen.
Met een gezonde bescherming van de bron
nen en kernen der menschelijke maatschap
pij, zooals die door de katholieken wordt
voorgestaan, hebben excessen als deze niets
te maken.
De waarheid ligt ook hier weer in het
midden".
Een tip voor de regeering
Ofschoon omtrent de regeling van de ha-
ringvisscherij voor 1939 officieel nog niets
bekend is, kan men aldus de N.R.Ct., wel
aannemen, dat deze in beginsel weinig van
de voorgaande zal afwijken.
Gezien dezen onzeker'en toestand verdient
het geen aanbeveling reeds in Mei een uit-
vaartregeling voor alle schepen vast te stel
len, evenmin als het vooruit bepalen van
het aantal netten, dat mag worden mede
genomen. Desnoods zou een voorloopige
uitvaartregeling kunnen worden vastgesteld,
zonder bepaling van het aantal netten. De
ze regeling zou dan indien de markttoestand
hiertoe aanleiding gaf, gewijzigd kunnen)
worden; het aantal netten, dat medegeno
men mag worden, zou enkele dagen voor
het vertrek van de schepen kunnen worden
bekend gemaakt.
De grootste aandacht zal besteed
moeten worden aan vergrooting van
den binnenlandschen afzet van
maatjesharing. Er zijn hier te lan-
Cu n0R van. P'aa'sen waar de
„Hollandsche nieuwe" zoo goed als
onbekend is.
Een flink opgezette reclame-campagne zou
nenn veel verbetering kunnen brengen,
ïiat hiermede onverwachte resultaten zijn te
ïalen, blijkt wel uit de omzet vermeerde-
ri'üfv vanv-taL.y*n 'andhouwproducten; wij
enken hierbij in de eerste plaats aan de
ni2!a ®nv Misschien is de reclame voor
ip m„V nn' met 1111 Matste product wel
bmeeren, want maatjesharing met to
maten is een ware lekkernij.
Kwaliteitsverbetering noodig.
schen .ef,!LVer*r.00fin* van den binnenland-
af vaan pón m°i echter zoo mogelijk voor-
liteit nae"/erdeie verbetering van de kwa-
laatste ia„a Z1J ,e koe|huizen is hierin de
men doch er "u Veel verbetering geko-
visschenmet nog meer te 'bereiken. Het
durende hei n niet.,efi:i'oot aantal netten ge
bewerking aan11ahat]0aseizocn zal een goede
borgen Het boord van de schepen waar-
er voor datZ Ho 'aRen van de haring zorgt
aan de 'markt L7CVT!Ren maaties VIuR
niet voor Hiroo? worden en zoo ze
>n de koelhuizen ?onsumPfie noodig zijn,
*en.Ten slotte ?al
dan ten eoeHo v rie afzet niet anderS
sche vk>ot 11kTnen' Zoolan* de Ho,,an(iL
ten is kan Ho f vanS"en dan af te zet-
bevorderd wnrriü Van baring niet heter
wat aangevoeld 7 II1 hat bfis,e te ,evRI'en
voor het" binnnnt h Dit 're,dt nint a"c£,n