Een pennestreek van Hitier: de wereldkaart is veranderd Wij lazen tooMI De vredesapostel van München 't Haagsche stadhuis moet stevig staan! Brandende dekens dalen Een ton verzwegen Eet maatjesharing met tomaten i Een hartstochtelijk visscher ien een groot natuurvriend Minister Weiter naar de Vereenigde Staten Chamberlain 70 jaar! Neville Chamberlain, de Britsche Minister-President, die door zijn vast beraden optreden enkele maanden geleden plotseling een zoo druk be sproken figuur werd, bereikt op 18 Mrt. den 70-jarigen leeftijd. Wij grij pen deze gelegenheid aan om eenigs- zins uitvoerig stil te staan bij het leven en de carrière van dezen groo- ten staatsman. Neville Chamberlain, dé groote staatsman van het oogenblik^ stamt uit een beroemd Engelsch geslacht, dat in de laatste tiental len jaren ten nauwste verbonden is ge weest met het binnen- en buitenlandsch be leid van de Engelsche regeering. Neville is de zoon uit het tweede huwelijk van Joe Chamberlain. Rijk ge worden als schroevenfabrikant, werd deze burgemeester van Birmingham en later mi nister van Koloniën. Als zoodanig deed hij van zich spreken door de rol, die hij speel de in den Boerenoorlog. Hij was imperialist in hart en nieren. De beide zoons. Austen en Neville, hebben de richtlijnen, door den va der aangegeven, trouw gevolgd. Joe bestemde zijn zoon Austen voor de po litiek. Als zoodanig liet hij hem alle mo gelijke voorrechten genieten. De jongere Ne ville zooals wij reeds opmerkten: een zoon uit het tweede huwelijk en dus een half broeder van Austen kreeg een uitstekende opleiding aan de „public school" te Rugby. Later volgde hij de colleges aan de Universi teit van Birmingham en werd op 21-jarigen leeftijd naar de Bahama-eilanden gezonden om daar de leiding van 'n sisalplantage op zich te nemen. Hier vertoefde hij zeven jaar. Na afloop van dien tijd keerde hij terug naar Engeland en werd opgenomen in de directie van de schroevenfabriek, waarme de zijn vader een vermogen #ttd verdiend. Ook in Neville's aderen stroom de politiek bloed. Gedeeltelijk ging de wensch van „ouden Joe" in vervulling. Zijn zoon Neville was inderdaad handelsman geworden; maar ook in zijn aderen bleek nogal wat politiek bloed te stroomen, want nauwelijks is hij terugge keerd uit de West, of hij mengt zich in po litieke aangelegenheden. Aanvankelijk heeft die belangstelling slechts een locaal karak ter. De belangen van zijn geboortestad Bir mingham gaan hem ter harte en weldra zien wij hem zitting nemen in het college van burgemeester en wethouders. Men schreef 1915. De groote wereldbrand was uitgebroken. Elk land had behoefte aan knappe en scherpzinnige koppen. Het valt onder die omstandigheden niet te verwon deren dat men in Engeland de telgen van het roemrijke geslacht Chamberlain niet achteloos voorbijging. Neville werd burge meester van Birmingham. Austen staats secretaris van Britsch-Indië. In 1916 riep Lloyd George Neville weg uit Birmingham en benoemde hem tot „direc- tor general of national service", een tame lijk vaag omschreven functie, die in hoofd zaak bestond uit het verdeelen van arbeids krachten over de burgerlijke en militaire in dustrieën. De vervulling van dit ambt was voor Chamberlain geen succes. Want reeds na verloop van een jaar gaat hij terug naar Birmingham, dat trouwens te allen tijd voor de Chamberlains een soort toevluchts oord is geweest. Austen heeft in dit ver band gezegd: „Wat ik ook moge worden, onder alle omstandigheden blijf ik 'n bur ger van Birmingham." Gekozen in het Lagerhuis. De carrière van Neville Chamberlain ver loopt langs lijnen van geleidelijkheid. Na zijn burgemeesterschap wordt hij gekozen als lid van het Lagerhuis. Natuurlijk als vertegenwoordiger der Conservatieven. Te zelfdertijd wordt zijn halfbroeder Austen aangezocht om zitting te nemen in het oor logskabinet en op te treden als beheerder van de schatkist, een functie die hij vroe ger ook al eens vervuld had. Enkele jaren later wordt Neville benoemd tot directeur- generaal der posterijen. In deze functie bleef Chamberlain slechts een jaar werkzaam; het werk beviel hem niet. Zeer welkom is het hem, wanneer hij reeds het volgende jaar den sprong kan maken naar het mi nisterie van gezondheid. Hier kan hij zijn gaven ten volle ontplooien. Sociale arbeid had immers reeds vroeg zijn groote voor liefde. Als minister van gezondheid slaagt hij er in, door handig manoeuvreeren en kele gecompliceerde en lastige wetsvoorstel len „er door" te krijgen. Maar ook deze vreugde was slechts van korten duur. Bald- win, premier en tevens groot vriend van Chamberlain, droeg Neville het beheer van de schatkist op. Maar voordat hij ditmaal eenig positief werk kon doen, viel het ka binet. Toen Baldwin in 1924 wederom optrad als kabinetsformateur, kreeg Austen de porte feuille van Buitenlandsche Zaken. Neville weigerde wederom schatkistbeheerder te worden en verwierf de portefeuille van So ciale Zaken. Vele wetten kwamen onder zijn bewind tot stand, o.a. een pensioenwet voor weduwen en weezen, terwijl de woning bouw aanzienlijk werd verbeterd. Door zijn daden heeft Neville Chamberlain getoond dat „social improveraent" voor hem niet was een frase, maar een begrip dat uit het hart kwam. Geregeld stijgt hij hooger op de politieke ladder. Op 62-jarigcn leeftijd wordt hij mi nister van Financiën in de nationale regee ring. Zijn onmiskenbaar beleid, waardoor het hem vrijwel gelukte het evenwicht te bewaren tusschen inkomsten en uitgaven, effende voor den eminenten staatsman den weg naar de laatste etappe: het premier schap. Recht door zee, wars van alle rhetoriek. Arthur Neville Chamberlain is voor ons het type van den flegmatieken, in zichzelf gekeerden Engelschman. En toch doet hij nog altijd meer denken aan een schoolmees ter dan aan een volksleider. Trouwens alle kenmerkende eigenschappen van den volks menner zijn hem vreemd. Van gezwollen taal moet hij niets hebben; komt toch een enkele maal de rhetoriek om den hoek kij ken in zijn toespraken, dan geschiedt het omdat dit sausje nu eenmaal noodig is bij sommige gelegenheden, en Chamberlain, goed politicus als hij is, weet dit. In het debat is hij onbevreesd als een leeuw; het partijgescheld laat hem koud; onbewogen dient hij zijn tegenstanders van repliek, bestaande uit feiten, logica en... een flinke dosis sarcasme. Zijn belangstelling is uiterst veelzijdig. Wanneer een onderwerp in het parlement moet worden behandeld, verdiept Chamber lain zich eerst in diepgaande studies vóór het ontwerp aan de leden van het parle ment wordt voorgelegd. Hij kan zwijgen als het graf, hetgeen blijkt uit de volgende anecdote. De geachte afgevaardigde toch niet zal Toen Chamberlain in 1931 benoemd was tot minister van Financiën, werd hem van alle kanten, door leden van het parlement en journalisten, gevraagd, iets mede te dee- len over de begrooting, welke hij zou in dienen. IJverig begon Chamberlain tus schen zijn papiertjes te zoeken, maar kon het gezochte niet vinden... tot eindelijk, daar scheen hij het te hebben. In gespan nen verwachting luisterde het auditorium van het Lagerhuis. Wat zou er komen...? Triomfantelijk begon Chamberlain voor te lezen: „De geachte afgevaardigde zal wel niet verwacht hebben, dat ik iets over de komende begrooting zal taslaten", Een oogenblik was men verbijsterd door dit ant woord. Toen weerklonk een daverend ge lach door het Huis. Dat Chamberlain een taak heeft, die hem van den vroegen morgen tot den laten avond in beslag neemt, zal niemand ont kennen. Toch heeft hij nig tijd voor liefheb berijen. In zijn vacantie of vrijen tijd gaat hij bij voorkeur uit visschen, daarbij trouw terzijde gestaan door zijn parapluie en zijn vrouw Anny, die ook bij zijn politieken ar beid steeds zijn steun en medewerkster is, Hij is een echte natuurvorscher en houdt bijzonder veel van bloemen en planten. Tijdens de ernstige financieele crisis van 1932 vond hij nog den tijd een ingezonden stuk aan de „Tim-es" te zenden over een klein vogeltje, dat hij voor het eerst in Hyde Park had gezien. Daar kan men hem vrijwel iederen morgen zien, op de och tendwandeling, soms geheel verdiept in het voeren der eenden. En nauwelijks een uur later staat hij in het Lagerhuis om zijn beleid te verdedi gen, lastigen opponenten van repliek te dienen of verklaringen af te leggen, waar op de gcheele wereld gespannen heeft ge wacht en die voor de toekomst van beslis- senden invloed kunnen zijn. Arthur Neville Chamberlain mag dan een aartscijferaar zijn, een nuchter logisch denker als geen ander... hij is in dezelfde mate idealist. In de afgeloopen maanden hebben wij hem leeren kennen als een onvermoeid voor vechter van den vrede... een idealist, die met beide beenen op den grond staat. Wat boring en in 't Alexander veld aan 't licht brengen Ten behoeve van de voorbereidingen tot den bouw van het nieuwe Haagsche stad huis, dat eerlang op het Alexanderveld zal verrijzen, zijn in de afgeloopen maanden diepboringen op het veld verricht. De moge lijkheid bestond, dat .men eenige maanden zou moeten wachten met den bouw, wan neer de grond van het Alexanderveld niex zonder extra-voorzieningen geschikt zou blijken om het gebouw te drangen. De boringen hebben thans uitgewezen, dat inderdaad zware betonnen platen de fundamenten zullen moeten dragen. Zeer waarschijnlijk zal men dus niet. zooals men aanvankelijk van plan was. medio 1939 met den bouw kunnen beginnen. Amsterdam, die groote stad Die is gebouwd op palen En als die stad eens ommeviel, Wie moet dat dan betalen? Het schoon Den Haag, die groote stad Die wordt gebouwd op „platen" Van zwaar beton, want anders kon Je 't heele werk wel laten... De fundamenten van 't Stadhuis Kan 't groote plein niet dragen... Techniek uit een voortvarend' eeuw Moet onze Hofstad schragen... Daarna een bezoek Indië. aan N.W.- Naar te New York vernomen wordt zal de Nederlandsche minister van Koloniën, Ch. I. M. Wel ter, dezen zomer een bezoek Chr. J. M. Weiter Minister yan Koloniën brengen aan de Golden Gate tentoonstelling te San Francisco alsmede aan de wereld tentoonstelling te New Lork. Daarna zal de minister een inspectiereis maken naar Nederlandsch West Indië. Een protectoraat Bohemen en Mo- ravië. De Fuehrer bepaalt de po litieke richtlijnen. Hitier heeft op den burcht te Praag een decreet over het protectoraat Bohemen en Moravië onderteekend, waarin hij den n druk legt op het feit, dat zijnsinziensde landen Bohemen en Moravië duizend jaar lang tot het gebied van het Duitsche volk hebben behoord. Geweld en onverstand hen ben ze uit hun oude historische omgeving losgescheurd, betoogt llitler, tenslotte z] zij in de kunstmatige structuur van l sje- clio Slowakije gevoegd. Dit was een bedre ging van den Europeeschen vrede. Het is dan ook in overeenstemming met liet geno van zelfbehoud, als het Duitsche rijk be sloten is, tot herstel der grondslagen van een doeltreffende midden-Europeesche orde beslissend in te grijpen en de maatregelen te treffen, die daaruit voortvloeien, want het heeft in zijn duizendjarige historisci verleden reeds bewezen, dat het, dank zi, de grootte en de eigenschappen van het Duitsche volk uitsluitend geroepen is, d vraagstukken op te lossen. Bezield door den ernstigen wensch het nationale leven van Tsjechen en Duitscheri te zien beveiligen, geeft de Fuehrer dan zijn beschikkingen In het eerste artikel zegt hij dat de gebieden van nu af aan be- hooren tot het gebied van het Grootduitsche rijk en komen als „protectoraat Bohemen en Moravië" onder zijn bescherming. ol- artikel twee worden de volksduitsche Uit de pers van HET EENE NOODIGE." beden. gens inwoners Duitsche staatsburgers. Voor hen gelden daarom ook de bepalin gen ter bescherming van het Duitsche bloed en de Duitsche eer. Zij staan onder Duit sche jurisdictie. De overige bewoners van Bohemen en Moravië worden staatsburgers van het protectoraat Bohemen en Moravië In artikel 3 wordt gezegd, dat het protec toraat Bohemen en Moravië autonoom is en zichzelf bestuurt. Het oefent de souvereine rechten, waarover het beschikt in het kader van het protectoraat, uit in overeenstem ming met de politieke, militaire en econo mische belangen van het rijk. Deze souve reine rechten worden uitgeoefend door eigen organen en eigen autoriteiten met eigen ambtenaren. Artikel 4: Het hoofd van het autonome bestuur van het protectoraat Bohemen en Moravië geniet de eererechtcn en de be scherming van een staatshoofd. Het hoofd van het protectoraat heeft voor de uitoefe ning van zijn ambt het vertrouwen van den Fuehrer en Rijkskanselier noodig. Artikel 5: Als beschermer der rijksbelan gen benoemt de Fuehrer een rijksprotector in Bohemen en Moravië. Zijn ambtszetel is Praag. De rijksprotector heeft als vertegen woordiger van den Fuehrer en als gevol machtigde der rijksregeering de taak zorg te dragen voor de eerbiediging der politie ke richtsnoeren door den Fuehrer gegeven. DE „LUSTIGE WITWE" IS NU ARISCH. Gelijk reeds zoovele bladen, weet ook de „Yorkshire Post" mededeeling te doen van de voorliefde, welke Hitier voor de ope rette van Lehar, „Die Lustige Witwe" aan den dag legt. De Deutsche Weg v. 12 Maart .1. ontleent aan genoemd blad de opmer king, dat ook ex-keizer Wilhelm dit werk zeer op prijs zou hebben gesteld. Tusschen beide bewonderaars bestaat echter een klein verschil. Terwijl immers Wilhelm in staat was, de geheele operette in de oorspronke lijke tekst aan te hooren, moest deze voor den Führer worden omgewerkt, daar de tekst door een „nietariër" was samengesteld Thans is dus ook de „Lustige Witwe" zui ver arisch. Consternatie in beddenmagazijn. Amsterdamsch Praag, de hoofdstad van het verdwenen Tsjecho-SIowakiJe, waar Hitier zegevie rend binnenrukte Hagenaar bedroog den fiscus. Juridisch adviseur" speelde een rol. De 54-jarige J. N. J. R. moest zich gisterochtend voor de straf kamer van de Haagsche rechtbank verantwoorden, omdat hij in de jaren 1936, 1937 en 1938 een groot gedeelte van zijn vermogen voor de belasting verzwegen had. Bij elkaar bedroeg dit ongeveer f 100.000 De rente van dit bedrag heeft hij boven dien voor de inkomstenbelasting verzwegen Het feit was aan het licht gekomen, toen zijn vrouw overleed en hij een successie-me morie moest indienen. De notaris maakte hem opmerkzaam op de te lage aangifte en zoo kwam de zaak aan het rollen. Ver dachte legde een volledige bekentenis af. De officier van Justitie, eischte drie maanden gevangenisstraf. De verdediger wijst er op, dat een „juri disch adviseur" zijn cliënt had aangeraden zijn vermogen voor de belasting te verzwij gen. Angst en domheid hebben hem toen tot deze daad gebracht. In verband met verdachtes gezondheids toestand dring pleiter er bij de rechtbank met klem op aan, verdachte geen gevange nisstraf op te leggen. Uitspraak 30 Maart, In de Jodenbreestraat, één der drukke, nauwe straten in de oude en zoo dicht be bouwde Amsterdamsche binnenstad, ont- tond gistermiddag kort na twaalven groote consternatie, toen voorbijgangers ontdekten, dat uit de ramen van de tweede verdieping van een in het perceel 5 tegenover het Rembrandthuis gevestigd beddenmagazijn zware en grauwe rookwolken een uitweg zochten. Vrijwel op hetzelfde moment arri veerde ter plaatse een motorspuit van de Amsterdamsche brandweer, want in het ge bouw zelf was het personeel reeds eenigen tijd druk bezig het hardnekkig smeulende vuur in de hier opgeslagen dekens te blus- schen. Ongeveer een half uur voordat de eigenaar, de heer J. H. Maarssen, de hulp van de brandweer inriep, had zijn personeel een smeulend vuur ontdekt op de tweede ver dieping. De dekens, die hierdoor waren aangetast, werden aan de achterzijde van- het huis op een binnenplaats geworpen, waar het vuur met enkele emmers water werd gebluscht. Gerustgesteld. Men was toen weer aan het werk gegaan, denkende dat het gevaar voorbij was. Nau welijks een kwartier later echter bemerkte een loopjongen, dat wederom een aantal dekens op de tweede verdieping in brand stond. Het vuur had zich reeds over de ge heele oppervlakte van deze verdieping ver spreid. Nu eerst waarschuwde de eigenaar de brandweer, die om op alle eventuali teiten voorbereid te zijn met groot mate riaal naar de Jodenbreestraat uitrukte Met twee stralen, waarvan één over den lad derwagen werd het vuur bestreden. Brandwachts, beschermd door rookmas- kers, verschaften zich toegang tot de twee de verdieping vanwaar zij de smeulende en rookende dekens op straat wierpen Op deze doortastende wijze was men den brand na een kwartier geheel meester. De schade, welke niet onaanzienlijk is er lagen op straat een kleine honderd door brand of water vernielde dekens wordt door verzekering gedekt. Het Volk (S.D.A.P.) schrijft: Het lijkt wel alsof de stootkracht der de mocratie sterker is, wanneer het om bui. tenlandsche dan om binmenlandsche proble- "'wij^zitten hier nog altijd met vierhonderd duizend werkloozen. Ziedaar het kernpro. bleem van ons volk. at doet men er aan? Zeker, de regcenng heeft bepaalde bedacht zame plannen, angstvallig gecontroleerd door den minister van Financien. Daarover wordt al sinds laar en dag ge. Draat, maar er komt geen schot in. Het ia zoo erg, dat de parlementaire woordvoerder van de Roomsch-Katholieke Staatspartij, de bedachtzame en voorzichtige dr Deckers, een paar weken terug, tot de zeer bevriende re- geering een drievoudige aansporing moest richten: „Regeering, begin, begin, begin!" Intussclien gaan wij gezapig verder, alsof er geen vuiltje aan de lucht is. En verande ren doet er niets. Om het geld los te maken, dat voor de op. lossing van het werkloosheidsvraagstuk noo dig is, is echter, aldus het blad, een regee- ring noodig, die particuliere kapitalen durft aantasten, die de moed heeft de kort zichtige baatzucht van een kleine groep te beteugelen, ter wille van do- levenskracht van de natie. Instede daarvan teren wij voort op een ver- ouderd economisch liberalisme, dat zich ter wille van de vrome schijn gestoken heeft in het godvruchtig gewaad der coalitie. Dynamiek en overtuigingskracht zie daar, zoo besluit het arbeidersorgaan, het eene noodige voor het vellen van deze draak, die met ons volkswelzijn ook onze geestelijke vrijheid dreigt te verslinden. „DE WAARHEID IN HET MIDDEN". De Maasbode (r.k.) maakt een vergelij. king tusschen de motieven, die in de dicta- tuurstaten tot propaganda van het groote ge zin leiden en de motieven welke bij de r.- katholieken voorzitten. In de dictatuurstaten grijnst achter de roerende bezorgdheid voor het zoo hoog mo gelijk opvoeren van het geboorte-cijfer het grimmig masker van den oorlogs-Moloch. Natuurlijk houdt ook de leer der staatsal- macht evenmin als die van het liberalisme het juiste midden. Daar zij al even weinig objectieve zedelijkheidsstormen wil aan vaarden, kan het niet anders of zij moet tot de ergerlijkste excessen ten deze komen, nu eenmaal het belang of het vermeende belang van den staat hoogste wet is. Een wel zeer droevig staal hiervan werd ons zoo pas gesignaleerd uit de Duitsche ge meente Wattenscheid, waar men energiek den strijd tegen den geboorte-achteruitgang heeft aangebonden. Bij de verschillende op zich zelf lofwaardige maatregelen, die men daar getroffen heeft ten einde gezinsvermeer dering aan te moedigen, treffen wij er een aan, die zoo wij de bepaling juist ver staan een premie stelt op de geboorte van onwettige kinderen. Met een gezonde bescherming van de bron nen en kernen der menschelijke maatschap pij, zooals die door de katholieken wordt voorgestaan, hebben excessen als deze niets te maken. De waarheid ligt ook hier weer in het midden". Een tip voor de regeering Ofschoon omtrent de regeling van de ha- ringvisscherij voor 1939 officieel nog niets bekend is, kan men aldus de N.R.Ct., wel aannemen, dat deze in beginsel weinig van de voorgaande zal afwijken. Gezien dezen onzeker'en toestand verdient het geen aanbeveling reeds in Mei een uit- vaartregeling voor alle schepen vast te stel len, evenmin als het vooruit bepalen van het aantal netten, dat mag worden mede genomen. Desnoods zou een voorloopige uitvaartregeling kunnen worden vastgesteld, zonder bepaling van het aantal netten. De ze regeling zou dan indien de markttoestand hiertoe aanleiding gaf, gewijzigd kunnen) worden; het aantal netten, dat medegeno men mag worden, zou enkele dagen voor het vertrek van de schepen kunnen worden bekend gemaakt. De grootste aandacht zal besteed moeten worden aan vergrooting van den binnenlandschen afzet van maatjesharing. Er zijn hier te lan- Cu n0R van. P'aa'sen waar de „Hollandsche nieuwe" zoo goed als onbekend is. Een flink opgezette reclame-campagne zou nenn veel verbetering kunnen brengen, ïiat hiermede onverwachte resultaten zijn te ïalen, blijkt wel uit de omzet vermeerde- ri'üfv vanv-taL.y*n 'andhouwproducten; wij enken hierbij in de eerste plaats aan de ni2!a ®nv Misschien is de reclame voor ip m„V nn' met 1111 Matste product wel bmeeren, want maatjesharing met to maten is een ware lekkernij. Kwaliteitsverbetering noodig. schen .ef,!LVer*r.00fin* van den binnenland- af vaan pón m°i echter zoo mogelijk voor- liteit nae"/erdeie verbetering van de kwa- laatste ia„a Z1J ,e koe|huizen is hierin de men doch er "u Veel verbetering geko- visschenmet nog meer te 'bereiken. Het durende hei n niet.,efi:i'oot aantal netten ge bewerking aan11ahat]0aseizocn zal een goede borgen Het boord van de schepen waar- er voor datZ Ho 'aRen van de haring zorgt aan de 'markt L7CVT!Ren maaties VIuR niet voor Hiroo? worden en zoo ze >n de koelhuizen ?onsumPfie noodig zijn, *en.Ten slotte ?al dan ten eoeHo v rie afzet niet anderS sche vk>ot 11kTnen' Zoolan* de Ho,,an(iL ten is kan Ho f vanS"en dan af te zet- bevorderd wnrriü Van baring niet heter wat aangevoeld 7 II1 hat bfis,e te ,evRI'en voor het" binnnnt h Dit 're,dt nint a"c£,n

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 12