Holland-België
RADIO
DE LAMP
N. H.V. B.
programma
Zware strijd voor ons elftal verwacht
Proefwedstrijden
in de Woestijn
Het jaarlijksche evenement:
Wordt de fraaie zege op Hongarije bevestigd?
door Ethel M. DeH
De even onverwachte als fraaie zege
van het Nederlandsche elftal van 26 Fe
bruari j.L op Hongarije heeft menig sport
redacteur commentaar in de pen gege
ven en het is altijd bijzonder aardig, te
zien, hoe de heeren het niet met elkaar
eens zijn. Er is een groote groep, welke
het succes van het Ned. elftal toeschrijft
aan het zwakke spel van de Hongaarsche
profs en lijnrecht tegenover deze meening
staat die van de andere groep, welke
groote lof heeft voor het spel der Oranje
mannen en uitsluitend daaraan de over
winning toeschrijft.
Het grappige is echter, dat nu de heeren
een voorbeschouwing voor BelgiëHolland,
welk evenement morgen in Antwerpen plaats
vindt, moeten schrijven, zij de grootst moge
lijke reserve in acht nemen, bevreesd als zij
blijkbaar zijn, dat de door hen verkondigde
stelling door het verloop van den wedstrijd
van morgen omver zal worden geworpen!
Want de heeren weten natuurlijk, net zoo
min als u en wij, wat het Ned. elftal morgen
zal doen, of het mee of tegen zal vallen! De
een beweert nu, dat het best mogelijk is, dat
de wedstrijd tegen de Hongaren zulk een
veredelende invloed op het spelpeil c.q. het
ploegverband gehad kan hebben, dat een best
resultaat in Antwerpen tot de groote moge
lijkheden behoort, de ander, dat juist door de
zege op Hongarije de strijd tegen de Belgen
moeilijker zal zijn dan ooit!
Het is de „glorious uncertainty", de heer
lijke onzekerheid van het voetbalspel, welke
al deze beschouwingen mogelijk maakt en wel
speciaal als het vóór den strijd tegen de Bel
gen is.
Voor de 61ste maal
gaan de vertegenwoordigende ploegen van
België en Nederland elkaar morgen te lijf,
officieele en officieuze wedstrijden bij elkaar
gerekend. Van die 61 wedstrijden hebben wij er
31 gewonnen en 11 gelijk gespeeld, zoodat de
balans er voor ons nog altijd het beste uit
ziet. Vooral de laatste jaren hebben de Roode
Duivels het dikwijls tegen de onze moeten af
leggen en dooreengenomen met flinke cijfers
bovendien.
Dat zij dus met revanche-plannen rond-
loopen staat als een paal boven water en
als de heeren op temperatuur komen zul
len zij waarlijk hun eerenaam „Roode
Duivels geen oneer aandoen. Een gewel
dige schare landgenooten zal hen boven
dien in het Deumestadion tot groote da
den aanzetten, zoodat we inderdaad een
zwaren strijd voor de onzen vreezen.
Winnen of verliezen?
De kwestie is nu maar, of de Ned. ploeg,
welke voor 5/11 uit geroutineerde internatio
nals en voor de grootste helft uit spelers be
staat, welke nog geen enkele maal tegen Bel
gië gespeeld hebben, tegen een tot „duivels"
opgezweepte Belgische ploeg opgewassen zal
zijn. En dan zeggen wij, dat ook de onzen
niet zonder wapenen ten strijde trekken.
Daar is In de eerste plaats, dat heer
lijke enthousiasme, dat gepaard aan een
frissche speluitvoering (immers de meeste
spelers zijn jong!) een waardige tegen
hanger voor het entrain der Belgen kan
zijn. Daar komt bij, dat o.i. de ploeg haar
waarde tegen de Hongaren wel d e g e-
1 \j k getoond heeft en dat zjj over diverse
kwaliteiten beschikt, welke haar niet
kansloos naar Antwerpen doen gaan. We
zullen onze verwachtingen echter niet te
hoog spannen, doch we gelooven stellig,
dat onze jongens een geljjk spel uit het
vuur kunnen sleepen.
Daarbij houden we er rekening mee, dat
een Van Male beter op dreef is dan de laatste
weken in zijn club en dat een Vente zich
even goed van zijn niet gemakkelijke taak
zal kwijten als op 26 Februari. Ook een off
day van een der andere spelers zou natuurlijk
fatale gevolgen kunnen hebben. Neen, in een
normalen BelgiëHolland-wedstrijd kunnen
we zonder meer maar geen nederlaag der on
zen zien. Zelfs een zege achten we niet uit
gesloten, al zullen we in dat geval er ons
wel voor hoeden een hoera-stemming te ont
ketenen. Want een zwaluw maakt nog geen
zomer en twee overwinningen maken van het
Ned. elftal geen soort wonderploeg!
Als altyd, groote belangstelling..
Het behoeft wel geen betoog, dat de wed
strijd weer voor een uitverkocht stadion
De elftallen.
De elftallen zullen als volgt aantreden:
België
BADJOU
Daring
FIÊVEZ
White Star
DE HARDER
V.U-.C.
PAVERICK
Antwerp
VAN ALPHEN
Beerschot
VOORHOOF
Liersche
SCHEIDSRECHTER
SMIT
Haarlem
SCHUBERT
Ajax
VAN CALLENBERG
Anderlecht
STIJNEN
Ol. Charleroi
CAPELLE
Standard
HENRY
Daring
BRAINE
Beerschot
ISEMBORGHS
Beerschot
DELASALLE (Frankrijk)
VENTE
Feijenoord
ANDERIESSEN
(aanv.) Ajax
v. d. VEEN
Heracles
STAM
V.U.C,
DRAEGER
D.W S.
CALDENHOVE
D.W.S.
BLOMVLIET
Ajax
VAN MALE
Feijenoord
Nederland
(waaronder gelukkig ook vele Hollanders) zal
worden gespeeld Door een vertimmering in
het stadion kunnen 2000 toeschouwers meer
geborgen worden dan het vorige jaar, zoodat
naar schatting 45.000 menschen het gebeu
ren zullen meemaken.
De wedstrijd wordt geleid door den
Franschman Delasalle, die bijgestaan wordt
door twee Fransche grensrechters. De strijd
vangt aan om 3.20 uur Ned. tijd en wordt
weer door de AVRO uitgezonden.
Zooals men zich herinneren zal heeft de
voorgenomen wedstrijd Helder 2Districts
elftal Den Helder en omstreken op Zondag
26 Februari j.1. door terrein-afkeuring geen
doorgang kunnen vinden.
A.s. Zondagmorgen komt de beurt echter
hopenlijk wel aan onze spelers om zich een
plaats in het N.H.V.B.-elftal te verzekeren.
Op het terrein van Alkm. Boys zullen de elf
tallen van de vier districten hun capaciteit
n.1. kunnen vertoonen. Om 10 uur speelt Dis
trict Alkmaar e. O. tegen District Zaan
streek en Waterland. Daarna, om 11.30 Den
Helder e. O. tegen Drechterland.
Naar onze meening daarbij afgaande op
de traditioneele krachtverhoudingen we
gen Alkmaar en Zaanstreek ongeveer tegen
elkaar op. Den Helder e. O. is evenwel steeds
veel zwaarder geweest dan Drechterland.
Wanneer dit ook nu weer het geval zou zijn,
dan past de spelers van Den Helder en Om
streken deze waarschuwing, dat ze vooral
niet bij een duidelijke meerderheid op hun
lauweren moeten gaan rusten. De commissie
interesseert het niet met welke cijfers deze
wedstrijden eindigen. Wel is het er om te
doen om aan de weet te komen, wat de uit
verkoren spelers in de mars hebben. Dus spe
lers geeft u ten volle.
Het is wellicht dienstig het elftal van Den
Helder e. O. nog eens te geven. Bij ons weten
zijn er geen wijzigingen in aangebracht.
J. Ëriks (Petten) doel; D. H. Bromleve
(HRC 4) en G. Forrer (Helder 4) achter; J.
Bouwman (Petten), J. Henneman (Schoorl)
en J. van Dungen (HRC 4) midden; A. Mun-
tjewerf (Oudesluis), J. Gortzak (JVC), S.
Slikker (Oudesluis), C. C. Bakker (HRC 4)
en J. Nannis (Oudesluis) voor.
Reserves: J. Geerligs (Oudesluis), C. Vonk
(Helder), C. Heineker (Helder).
De competitie is hier van haar grootste in
teresse beroofd, door de gevallen beslissingen.
Bovendien ligt de eerste klasse geheel stil
wegens de proefwedstrijden in Alkmaar.
Tweede klasse G.
Van belang voor de eerste plaats is Helder
4Tex. Boys (12.30). Zooals men weet heb
ben de Boys evenveel punten als BKC 2, die
haar laatste wedstrijd ook tegen Helder 4
speelt, maar thuis! Vat Helder 4 haar taak
serieus op, dan vreezen we voor een Texel-
sche nederlaag. HRC 5 wint van HRC 6
(10 uur). Ook HRC 6 is nog niet veilig. Zij
heeft slechts één punt meer dan de beide
hekkesluiters.
Derde klasse G.
Dit is nog een aardige afdeeling, omdat het
falen van Helder 5 de spanning in de kop
groep heeft doen terugkeeren. Helder 5 be
zoekt Atlas 2 (10 uur) dat nog lang niet uit
geschakeld is en, de prestatie van JVC 2 in
dachtig, wel eens voor een verrassing kon
zorgen.
Wieringerwaard gaat naar Petten 2 (10.30),
waarvan ze moet kunnen winnen. JVC 2 faalt
thuis niet tegen Succes 3 (10 uur), terwijl
HRC 7 thuis in Texel 3 een gelijkwaardige
tegenstander ontvangt 12.30).
Vierde klasse F.
Ofschoon de beslissing gevallen is, zal Wa
tervogels 3 er wel prijs op stellen haar laat
ste wedstrijd te winnen. Uit tegen Helder 7
houden we dat voor mogelijk (10 uur).
Vier klasse G.
BKC 3 kan Zondag kampioen worden. Ze
bezoekt Barsingerhorn en kan daar het eene
benoodigde punt vergaren.
Adspiranten.
Afd. P.: Wel boekte BKC a een pracht
overwinning op Helder b, zelfs op eigen veld
zal ze in Helder a nog wel haar meerdere
moeten erkennen (10 uur).
Afd. R.: Helder d wint van f (10 uur);
HRC e klopt HRC f (10 uur). Succes b ver
liest thuis van Helder e (10 uur) terwijl HRC
g thuis van Helder g wint (11.15).
Toen Slowakije's onafhankelijkheid uitfle roepen
troepen door Presshurg, de hoofdstad des lands.
werd, marcheerden Hlinka-
ZONDAG 19 MAART 1939.
Hilversum I, 1875 en 301,5 m.
8.55 VARA. 12.00 AVRO. 5.00 VPRO. 5.30
VARA, 6.30 VPRO. 8.00—12.00 AVRO.
8.55 Orgelspel.
9.59 Sportnieuws.
9.05 Tuinbouwpraatje.
9.30 Orgelspel.
9.45 Causerie: „Van Staat en Maatschappij".
9.59 Sportniuews.
10.00 Residentie-orkest en solisten (opn.).
10.40 Declamatie met muziek.
11.00 VARA-orkest, vocaal kwartet, „De
Wielewaal" en zang met pianobegeleiding
(opn.).
11.30 Esmeralda.
12.00 Cyclus: „Weg met de Staketselen".
12.20 Berichten. Het AVRO-Amusements-
orkest en soliste.
1.05 Gramofoonmuziek.
1.15 Orgelspel.
I.30 „Uit de Indische cultures", causerie.
2.00 Boekenhalfuur.
2.30 Gramofoonmuziek.
3.05 Reportage voetbalwedstrijd.
5.00 Gesprekken met luisteraars.
5.30 Kinderhalfuur.
6.00 Sportpraatje.
6.15 Sportnieuws ANP, gramofoonmuziek.
6.30 „Steun b(j de studie van hen, die pre
dikant willen worden", toespraak.
6.40 Wijdingswoord.
7.00 Nederlandsch Hervormde Kerkdienst.
8.00 Berichten ANP, Radiojournaal, mede-
deelingen.
8.20 AVRO-Musette-ensemble en soliste.
8.55 Vraaggesprek.
9.05 Omroeporkest en soliste.
9.50 Radiotooneel.
10.30 AVRO-Vaudeville-orkest, soliste en de
Avrolettes.
II.00 Berichten ANP, grammofoonmuziek.
11.40—12.00 Orgelspel.
Hilversum II, 415.5 m.
8.30 KRO, 9.30 NCRV. 12.15 KRO. 5.00
NCRV. 7.45—11.00 KRO.
8.30 Morgenwijding.
9.30 Orgelspel.
10.10 Gewijde muziek (gr.pl.).
10.20 Nederlandsch Hervormde Kerkdienst.
Hierna: Gewijde muziek (gr.pl.).
12.25 Causerie: „Een genoeglijk kwartiertje
met een erstigen ondergrond."
12.40 Gramofoonmuziek.
1.00 Boekbespreking.
1.20 KRO-orkest.
2.00 Vragenbeantwoordlng.
2.45 Gramofoonmuziek.
3.00 Radiotooneel.
4.00 Zwitsers koor „La chanson valaisanne"
en gramofoonmuziek.
4.55 Berichten.
5.20 Gereformeerde Kerkdienst. Hierna: Or
gelspel.
7.45 Berichten.
7.50 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP, mededeellngen.
815 Het Rococo-octet en gramofoonmuziek,
g 55 causerie: „Onder dwergen en oerwoud-
negers van de Motaba-rivier
9.15 'kRO-Kamerorkest en soliste.
10.00 Radiotooneel.
10.30 Berichten ANP.
11.00 Epiloog.
MAANDAG 20 MAART 1939.
Hilversum I, 1875 en 801,5 m.
Algemeen programma, verzorgd door de
8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Berichten).
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gewijde muziek.
10.30 Voor de vrouw.
10.35 Omroeporkest en solist (Opn.)'.
11.05 Declamatie.
11.30 De Twillight Serenaders (opn.).
12.00 Ensemble Jetty Cantor.
2.00 Omroeporkest en solist. In de pauzei
Voordracht over Rembrandt.
4.00 Zang en piano.
4.30 Disco-causerie.
5.30 AVRO-Aeolian-orkest.
6.30 Berichten, AVRO-Amusementsorkest en
soliste.
7.15 Pianovoordracht.
7,45 Causerie: „Overheid: „Overheidsdien
sten en luchtbescherming",
8.00 Berichten ANP.
8.15 Concertgebouw-orkest.
9.20 Radiotooneel.
10.30 AVRO-Dansorkest en Han Dunk'»
Rythm Sisters.
11.00 Berichten ANP, hierna tot 12.00 gra
mofoonmuziek.
Hilversum H, 415.5 m.
NCRV-uitzending.
8.00 Schriftlezing, meditatie.
8.15 Berichten, gramofoonmuziek (9.309.45
Gelukwsenchen).
10.30 Morgendienst.
11.00 Christelijke lectuur.
11.30 Gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 Ensemble „Zingaresca" en gramofoon
muziek.
2.00 Voor de scholen.
2.35 Gramofoonmuziek.
3.00 Wenken voor de keuken.
3.30 Gramofoonmuziek.
3.45 Bijbellezing.
5.15 Voor de kinderen.
6.15 Gramofoonmuziek.
6.30 Berichten, vragenuurtje.
(7.007.15 Berichten).
7.45 Causerie namens de FIKA „Kinderleed"
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Ber.
8.15 Orgelspel.
9.00 Lijdensoverdenking.
9.30 Zang met pianobegeleiding en gramo
foonmuziek.
10.00 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.30 De Vedelaars.
10.45 Gymnastiekles.
11.00 Vervolg concert.
11.25 Gramofoonmuziek.
11.5012.00 Schriftlezing.
Feuitleton
81.
„Vind je? Nu, ik kon niet. Het valt me
moeilijk genoeg. Je was zoo lief, zoo mooi
en van den beginne af hadden ze je met slijk
geworpen. Ik had gemeend je daarvoor te
vrijwaren, en in plaats daarvan had ik nog
erger gemaakt!"
„Everard!" ze sprak zenuwachtig en
trachtte haar hand los te maken, maar hij
hield haar stevig vast.
„Neen, Stella! Ik heb nog niet alles ge
zegd, wacht!"
Ze gehoorzaamde onder den dwang van
zijn stem, nauwelijks wetende wat ze deed.
„Alles is nu voorbij. De man is dood. Maar
Stella, hij was te weten gekcmen, wat ik te
weten was gekomen. En hij was op weg naar
je toe. Hij was voornemens je op te eischen."
Ze rilde, alsof ze met iets walgelijks in
aanraking was gekomen. „Maar ik zou nooit
terug zijn gegaan!" zei ze.
„Neen, dat zou je ook niet. Want ik zou
hier zijn geweest en hem hebben doodgescho
ten. Die moeite hebben ze mij bespaard!"
„Je was dus hier?" zei ze.
„Ja, en dichterbij dan je vermoedde!" hij
antwoordde haar bijna barsch. „Denk je dat
ik je aan de genade van die duivels had over
gelaten. Jou!" Hij zweeg plotseling. „Neen!
Ik was hier om je te beschermen, en dat zou
ik hebben gedaan al had ik mezelf daarna
ook voor 't hoofd geschoten. Zelfs Bernard
zou het noodzakelijke daarvan hebben inge
zien. Maar dat is niet noodig geweest. Het
lag niet in de bedoeling dat dit zou geschie
den. Maar dat is nu voorbij. Er zijn niet
velen die het weten, alleen Bernard, Tommy
en Ralston. Indien mogelijk, zullen zij het
stilzwijgen hierover bewaren en zijn naam
verzwijgen. Ik heb hun gezegd dat dit moest!"
Zijn stem klonk bijna hard bij die woorden,
maar onmiddellijk ging hf op zachten toon
voort. „Dat is alles, lieveling, tenminste
bijna allej. Ik hoop, dat ik je niet al te zeer
heb gegriefd. Ik geloof dat het geheim veilig
is, zoodat ge dét tenminste niet hebt door te
maken. En nu ga ik heen. Ik zal Peter ver
zoeken de lamp aan te steken en je wat eten
te brengen. En dan zult ge je wel uitkleeden
en naar bed gaan, niet waar? Het is al laat"
Hij maakte een beweging om op te staan,
maar ze maakte haar handen, die hij nog
steeds vasthield, los en hield nu hem tegen.
„Everard, Everard! Waarom wil je weg
gaan?" fluisterde ze.
Hij weerstreefde niet, maar kwam haar
evenmin nader.
„Waarom?" vroeg ze nog eens.
Hij aarzelde. „Ik vermoed dat je zelf het
antwoord wel zult vinden op die vraag, en
misschien zelfs meer dan een, als je tijd hebt
er kalm over te denken."
„Wat meen je?" vroeg ze.
„Moet ik het onder woorden brengen?"
Zijn stem klonk smartelijk, maar voor het
eerst schonk zij daaraan geen aandacht. „Ja,
zeg 't me!" zei ze. „Ik moet het weten!"
Hij zweeg even, als verzamelde hij krach
ten. Toen legde hij de handen op de hare en
zei:
„In de eerste plaats z(jt ge Dacre's weduwe
en niet... mijn vrouw!"
Ze huiverde even. „En dan?" fluisterde zij,
„En dan..." zeide hij, „ons kind is dood,
dus ge hebt geen enkele verplichting meer."
Haar handen omklemden nu de zijne. „Is
dat alles?"
„Neen!" en plotseling antwoordde hij op
hartstochtelijken toon. „Er zijn nog twee
redenen waarom ik moet heengaan. De eene
is, dat ik je leven tot een hel op aarde heb
gemaakt. Dat hebt ge gezegd en ik weet dat
het waar is. Je deedt beter met me te laten
gaan, en wel zoo spoedig mogelijk. Voor je
eigen bestwil, is 't beter!"
Maar ze deed alsof ze die waarschuwing
niet had gehoord en hield hem stevig vast.
„En de laatste reden?" vroeg ze.
Hij zweeg een oogenblik, maar zijn zwijgen
had iets electriseerends, iets dat haar trof
en pijnlijk aandeed.
„Dat moet iemand anders je maar vertel
len," zei hij eindelijk. „Niet dat ik een ge
broken man ben. Ik weet dat je daar over
heen zoidt komen, maar ik heb iets gedaan,
waarvan ik weet dat je het vreeselijk zoudt
vinden... en dat ik, als het noodig was, mor
gen weer zou doen. Dat moet je maar aan
Ralston vragen. Zeg maar, dat ik je dat heb
aangeraden. Hij weet het!"
„Maar ik vraag het jou!" en ze haalde ge
jaagd adem. „Zeg me de waarheid. En laten
we eindelijk elkaar volkomen begrijpen en
kennen!"
„Je hebt me altijd gekend en begrepen,"
zeide hij.
„Neen, neen!" bracht zij er tegenin.
„Toch bijna altijd!" verbeterde hij. „Zoo
lang als je overtuigd waart van mijn liefde,
heb je mij gekend. Want mijn liefde voor jou,
is een deel van mezelf. De rest beteekent
niets!"
„Ah!" zei ze en plotseling begon haar hart
te spreken. „Dam behoef je me niets meer te
vertellen, lieve, lieve man! Ik behoef 't niet
te hooren. Het doet er niets toe, 't heeft niets
te beteekenen. Het maakt geen verschil. Dat
kan voortaan nooit meer! Ga heen, wanneer
je moet, maar als je dat doet, volg ik je,
volg ik je tot het einde der wereld!"
„Stella!" riep hij uit.
„Ik meen het!" en haar stem trilde. „Je
bent de mijne en ik ben van jou. God weet
lieveling, dat dat het eenige is, waar het
opaan komt. Ik weet 't nu. En ik geloof dat
de smart en het lijden het mij' hebben geleerd.
Misschien wel... Zijn Engel."
„De Engel met het vlammende zwaard?"
vroeg hij fluisterend.
„Maar het zwaard is afgewend en de weg
ligt open voor ons."
Hij sprong plotseling op. „Wacht!" zei hij,
„voor je dat zegt... wacht!"
Hij maakte zich vriendelijk maar vastbe
raden uit haar handen los. Ze wist dat hij
een oogenblik dicht bij haar stond met uitge-
strekte armen, voor hij zich afwendde. Maar
toen hoorde ze een lucifer afstrijken en werd
't licht. Ze keek op, om hem in 't gelaat te
zien.
Het was Hanani... de gesluierde Ayah, die
de lamp had aangestoken.
HOOFDSTUK XI.
Het daagt.
„Dat land hier is precies een helsche ma
chine," zei Bernard. „Je weet nooit wanneer
de ontploffing komen zal. En is maar één
betrouwbaar wezen en dat is Peter."
Hij wees met zijn verbonden hoofd in de
richting waar deze laatste stond en kreeg een
vriendelijken, zachten glimlach tot antwoord.
Peter hield veel van den grooten Sahib met
de blauwe oogen, evenals hij veel had gehou
den van de kinderen van den Sahib-log.
„Wat er ook gebeure," ging Bernard'voort.
„Peter is er altijd. Hij houdt de heele zaak
gaande, hij is altijd bij de hand als hij noodiv
is Ik begin werkelijk te denken dat Indië niet
Indie zijn zou, zonder hem."
Rerinal l'" compliment>" zei Sir
Niet waar?" vroeg Bernard glimlachend.
„Ik heb heel veel respect voor hem, een onbe-
grensden eerbied! Bedien u zichzelf even, Sir
't Spijt me, dat ik u geen gezelschap houden
kan, maar majoor Ralston heeft gezegd dat
ik heel voorzichtig zijn moest, daar ik onder
zijn behandeling ben. Ik begrijp inderdaad niet
dat mijn schedel niet gekraakt is. Hij ver
klaart, dat dit eigenlijk zoo had moeten zijn
en hij schijnt het land aan mij te hebben om
dat dit niet het geval is."
„Ge zijt er inderdaad goed afgekomen," zei
Sir Reginald. „Ik wensch u van harte geluk!"
„Ja, ik mag inderdaad van geluk spreken!"
zei Bernard. „Maar 't zijn verduiveld ge-
meene kerels."
„Was mevrouw Monck niet erg ontsteld?"
vroeg Sir Reginald.
„Ik heb nog niet het genoegen gehad haar
weer te zien. Ze was angstiger voor mijn broer
dan voor zichzelf," zei Bernard, terwijl hij
zijn bezoeker van terzijde aankeek. „Ze dacht
dat hem iets vreeselijks was overkomen."
„Ah!" zei Sir Reginald en hield zijn glas
tegen t licht. „En was het niet zoo?"
„Neen!" zei Bernard en klemde de lippen
op elkaar.
Er heerschte een oogenblik stilte, vóór Sir
Reginald zijn glas weer neerzette en hem aan
keek. Ze glimlachte beiden.
"W8 zijn uw broer veel verschuldigd," zei
„Zoo!" hernam Bernard.
dat h^e5in«id keek 0P&ewekter. „Men zegt
hoofdzakelijk aan hem te danken is»
zhn ktl'I°0rZ0»gen' zijn stilzwijgendheid, en
^eW„T ,Van nIandsche toestanden en aan-
vnlr Waarvan hÖ zich met gevaar
de LoPn n op de hoogte had gesteld, dat
Ik hen nff6n ®,™stiger verloop heeft gehad,
met kninn steeds in contact gebleven
waar hit Mansfield. We wisten nauwkeurig,
beurllJkhefen\aoror3de"en °P
mëm^Bemard6 op0'6 Werke'Ök p,aatS &rêeP'"
eeri^ketssrtfnt6 S'r Reginald| "was eenvoudig
voorbereid tÏ' I?aar zelfs daar waren we op
den lonten E"* Zij het flinka °ptreden van
bij het fanh !nVerS' waren al mijn mannetjes
J et aanbreken van den dag in Markestan."
(Wordt vervolqi-)