mannen TARZAN I1M Pi Schuldig, doch niet gestraft 4V oop SUNLICHT ZEEP Hoofdgevangeois van Zweden wordt overbodig Radioprogramma tPiobm, op tytt óioAm aan w~at EDGAR RICE BURROUGHS Onbetrouwbaar rijksontvanger Mr. Rost beboet Radio-s(em over de Landbouwcrisis politiek Amerikaansche industrie oorlogsgereed Chauffeur zat te suffen Een zeemansverhaal door t Jaap Moulijn DOOR Nadat Spike de glinsterende diamant te voorschijn had gehaald, bleef het opperhoofd verwonderd staan. Hij wist rftet, wat het voor een ding was, maar de schittering trok hem aan. Troll legde zijn hand op het juweel en commandeerde: „Ga weg! Leg je wapens neer, jullie allemaal, en verdwijn!" De krij gers stonden stil. Toen er niets gebeurde kregen ze moed. „Ik vind mooi, ik neem", zei het opperhoofd, terwijl h(j naar de grote diamant wees. Het angstzweet brak de blanke mannen uit. En in de schaduw van het oerwoud bleef een groote leeuw verwon derd staan. „De toverkracht werkt niet," zei Troll klappertandend. „Laat mjj het pro beren," vroeg Spike. Hij legde de palm van zijn hand op de steen en schreeuwde tegen de krijgers: „Leg je wapens neer en verdwijn. En vlug wat, anders zal ons toverdoodskop jullie doden. Vooruit!" Doch inplaats van weg te gaan, kwam de aanvoerder een stap dichterbij en smeet Spike over zijn schouder heen tegen den grond. De krijgers kwamen onder het uitstoten van hun oorlogskreet, met hun speren vooruit, aanrennen. Op dat zelfde oogenblik klonk uit de duisternis het vreselijke oorverdovende gebrul van den gro ten leeuw, die zich midden tussen de vech tende mannen wierp. Verdachte moet echter nog heel uiat uitzitten! Op 20 Januari veroordeelde de rechtbank te Assen den 33-jarigen Duitscher Friedrich Wilhelm H., thans gedetineerd wegens diefstal uit een hotel te Assen, waarbij de Duitscher een belangrijk geldbedrag buit maakte, tot vier jaar gevangenisstraf. Deze verdachte, die in Nederland tal van inbraken pleegde, was door dc rechtbanken te Haarlem, Arnhem, Rotterdam en Alk maar reeds in totaal tot zeven en een kalf jaar gevangenisstraf veroordeeld. Verdachte ging van het vonnis der recht bank te Assen in liooger beroep. De procureur-generaal bij het gerechtshof te Leeuwarden, meende dat het vonnis der rechtbank, als zijnde strijdig met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, nietig was en concludeerde tot schuldigverklaring zonder oplegging van straf. Het hof gisteren uitspraak doende, over woog dat aangezien verdachte voor inbra ken in dezelfde serie gepleegd als die te Assen, reeds tot een lange gevangenisstraf was veroordeeld, zoodat het vonnis van de rechtbank te Assen strijdig is met artikel 63, dat niet toelaat dat een verdachte voor een zelfde feit vóór zijn eerste veroordeeling gepleegd, wordt gestraft. Het Hof ver- verklaarde verdachte hierop schuldig en concludeerde dat geen straf wordt opgelegd. Tot zeven maanden gevangenis straf veroordeeld. De rechtbank te Zwolle veroordeelde gis teren den rijksontvanger te Elburg, D. S.-, die veertien dagen geleden terecht stond wegens het zich meermalen opzettelijk toe eigenen van gelden ten nadeele van het Rijk, tot een bedrag van f 21.580, tot zeven maanden gevangenisstraf, met aftrek van de preventieve hechtenis. De eisch was ne gen maanden, eveneens met aftrek. De beleediging van den Centra- len Raad van Beroep niet be wezen. De Haagsche rechtbank deed gisteren uit spraak in drie beleedigingszaken tegen mr. M. M. Rost van Tonningen, hoofdredacteur van „Het Nationale Dagblad." Het betrof hier drie artikelen, verschenen in de nummers van 23 December, 29 Decem ber en 4 Januari van genoemd blad. De Officier van Justitie had een geldboete van f 900.subs. 3 maanden hechtenis en oen voorwaardelijke gevangenisstraf van di'ie maanden geëischt. D rechtbank achtte de beleediging van den Centralen Raad van Beroep niet bewe zen en sprak verdachte van dit ten laste gelegde vrij. Wel bewezen achtte de rechtbank de be leediging van den minister van Justitie en van den proeureur-genraal bij het gerechts hof te 's-Hertogenbosch en legde mr. Rost van Tonningen voor deze feiten een geld boete van f 500.subs. 100 dagen hechtenis op. Minister van Economische Za ken houdt vier voordrachten. Naar wij van bevoegde zijde vernemen zal de minister van Economische Zaken, mr. M. P. L. Steenberghe, voor de microfoon vier radiovoordrachten houden over de Landbouwcrisispolitiek en wel op Dinsdag 11 April, Vrijdag 14 April, Maandag 17 April, en Vrijdag 21 April, telkenmale des avonds van 7 uur tot 7 uur 30. In de eerste voordracht zal een algemcene inleiding worden gegeven, in de volgende voordrachten zullen de akkerbouw, de vee houderij (waaronder de zuivel), de groen ten-, fruit en sierteelt, de pluimveehoude rij en visscherij worden behandeld. De bedoeling van deze voordrachten is om doel en inhoud der Landbouw-crisis- maatregclen voor breeden kring toe te lich ten. •o e£// J EN NOOIT ZEEP VAM OMBEKENDE HERKOMST Gebrek aan gedetineerden. In een voordracht over „De ontvol king der gevangenissen", heeft de Zweedsche president van liet Hof van beroep, Schlyter, verklaard, dat na de talrijke strafhervormingen, het aantal gedetineerden zoodanig ver minderd is, dat het in een niet ver verwijderde toekomst mogelijk zal worden de grootste gevangenis van Zweden, de Langholinen te Stock holm. af te breken, zonder dat zij door een nieuwe behoeft te worden vervangen. De ontvnlking der gevangenissen is een gevolg van verscheidene wetgevende maat regelen. Na invoering van de nieuwe straf wet in 1931, volgens welke de opgelegde boe ten geregeld worden overeenkomstig de fi- nancieele positie van den veroordeelde en de betaling der boeten vergemakkelijkt wordt, is het aantal gevallen waarin boeten ver anderd worden in gevangenisstraf geleidelijk verminderd van 13.350 in 1932 tot 4.700 in 1938. Tot de vermindering van het aantal gedetineerden heeft voorts bijgedragen de op richting van verbeteringshuizen voor jonge lieden, die op het verkeerde pad zijn geraakt. Voorts is het stelsel der voorwaardelijke ver oordeeling verbeterd en wordt de toepassing hiervan uitgebreid. Voor verscheidene mis daden is de straftijd sterk bekort. Van 1932 tot 1938 is het gemiddelde aantal gedetineer den in de gevangenissen gedaald van 2.250 tot 1.750, of met bijna 25 pet. Het aantal zware misdrijven is in Zweden nooit groot geweest. Direct na München pakte men aan! Het leger kan zes maan den voort. In een interview heeft de Ameri kaansche minister van oorlog, Louis Johnson, verklaard, dat de industrie van de Vereenigde Staten thans ge heel gemobiliseerd is en in staat om te voldoen aan de behoeften in tijd van oorlog. Het departement van oorlog beschikt over voldoende voorraden om 400.009 man door de eerste zes maanden van een oorlog te helpen. De industrie is in staat om in een tijdvak van zes maanden alles te maken, wat het leger in oorlogstijd noodig heeft. Het ministerie van oorlog heeft niet het voornemen eonige industrie te ontwrichten, tenzij het noodzakelijk mocht zijn. In zijn oog is een voorbereid Amerika een vreedzaam Amerika. Later lieert Johnson nog gezegd, dat de in dustrie heeft geantwoord op den oproep van het departement van oorlog tot samenwer king, onmiddellijk na de overeenkomst van München. Tienduizend munitiefabrieken. Johnson toonde aan, dat. het hart van het land is liet. gebied tusschen Boslon in Mas- sachussets naar Wilniington in Delaware en westelijk lot Pittsburg in Pennsylvania. In dit gebied liggen meer dan vierduizend van de tienduizend munitie-fabrieken van dc cr- eenigde Staten. De gevolgen waren vreeselijk. De Haarlemsche rechtbank heeft gisteren den vijftigjarigen taxichauffeur J. van der K. uit A.'dam veroordeeld tot twee maanden den hechtenis wegens het veroorzaken van dood door schuld. Verdachte had in den nacht van 19 op 20 November een taxi bestuurd, waarin twee heeren met hun echtgenooten waren geze ten. Even voorbij Halfweg botste de auto met een snelheid van ongeveer zeventig ki lometer tegen een betonnen mast van de bovenleiding der tram en werd vrijwel ge heel vernield. Van de inzittenden werden vooral de beide heeren ernstig gewond. Zij overleden kort na het ongeluk. Deskundigen hadden vastgesteld, dat dc auto vóór het ongeluk geen gebreken had en de Officier van Justitie was dan ook van oordeel, dat verdachte een oogenblik heeft zitten suffen. Hij had vier maanden hechtenis en een halfjaar intrekking van het rijbewijs geëischt. ZATERDAG 8 APRIL 1939. Hilversum I. 1875 en 415,5 m. KRO-uitzending. 8.009.15 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.) 10.00 Gramofoomnuziek. 11.30 Godsdienstig halfuurtje. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. 1.15 De KRO-Melodisten, m.m.v. solist. kerkbe- 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.35 tlauserie: „De Paaschei-actie 2.40 Gramofoonmuziek. 2.45 Kinderuurtje. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.30 De KRO-Melodisten, m.m.v. solist. 5.15 Sportoverzicht. 5.30 Gramofoonmuziek. 5.45—6.15 De KRO-Nachtegaaltjes. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Berichten, gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie „Roomsch-Katholiek grip". 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP; mededeelingen. 8.15 Meditatie met muzikale omlijsting. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.45 Het KRO-Kamerorkest m.m.v. solist. 9.30 Gramofoonmuziek. 9.40 Zang met pianobegeleiding. 9.50 KRO-Kamerorkest. 10.15 Carillonconcert. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Religieuze declamatie met muzikale om lijsting. 11.10—12.00 Gramofoonmuziek. Hilversum n. 301,5 m. VARA-Uitzending. 10.00—10.20 v.m. en 7.30 —8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Con tinubedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.15 Berichten. 12.45 Esmeralda. I.15 Gramofoonmuziek. 2.00 Filmpraatje. 2.15 VARA-Orkest. 3.00 Reportage. 3.30 Ellen Barley's Musical Singing Girl» (opn.). 4.00 Gramofoonmuziek. 4.20 Interview 4.40 Residentie-orkest (Opn.). 5.306.00 Filmland. 6.05 Uit de Roode Jeugdbewging. 6.28 Berichten. 6.30 Twents halfuur. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Cursus: „Nederlanders in Amerika". 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.20 VARA-Orkest en solisten. 9.00 Puzzle-uitzending. 9.15 „En nu... Oké!" 10.30 Berichten ANP. 10.40 Community-singing (opn.). II.00 De Ramblers. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. doetje qoeet! FEUILLETON. 14. Dan hebben alleen maar eenvoudige men- schen hun dagelijksch werk verricht op een kleine sleepboot. Eenige dagen later ligt de „Warnsveld" in derdaad in dé Lissabonsche haven. Of liever, het schip staat daar in het dok, waar de electrische klinkhamers tateren en de las- schers met donkere brillen op, hun apparaten hanteeren. Fel flitsen de blauwe lichtstralen en vonkenregens vallen langs het achterschip omlaag. In een stil hoekje van de haven ligt vrijwel onopgemerkt de sleepboot „Willem Barendsz", wachtend op verder emplooi. 's Avonds is er een dinertje in de salon van de „Warnsveld", waarbij kapitein Buiting en eenige leden der sleepbootbemanning aanzit ten. Alles wordt van het begin af opgehaald en alle overwonnen moeilijkheden worden nog eens uitgeplozen. Dat is prettig en genoeg lijk onder het genot van een goed glas wijn en een fijne sigaar, na het dessert. Wat een ongekende weelde om rustig achterover in je stoel te kunnen leunen, zon der kans ermee om te vallen, zegt Maré. De anderen zijn het er roerend mee eens. Behaaglijk en gezellig is het in de salon en zoo netjes na al de wanorde gedurende de zware week, die achter hen ligt. Het is haast niet te begrijpen, dat dit hetzelfde vertrek is, waarin ze scheepsraad gehouden hebben, vlak na het breken der schroefas. Allemaal voelen ze zich gelukkig en lachen om de grootste flauwiteiten. Ze denken, dat het leven nooit meer blijvende moeilijkheden voor hen zal kunnen opleveren. De reactie op een overwonnen gevaar maakt van ernstige menschen luchthartige kinderen. Maar als de feestroes heeft uitgewerkt, zal toch blijken, dat deze ondervinding in de harten van ieder hunner iets heeft achter gelaten, dat bij de dieper voelenden onder hen voor het geheele verdere leven van waarde kan zijn. U gaat zeker na reparatie direct door naar Jan Oost? vraagt kapitein Buiting. Ja, antwoordt van Eist: de lading uit Amerika komt leelijk over tijd en de schade is ook niet gering. We gaan dus hard draaien straks om nog iets in te halen, al zal dat niet veel zijn. Maar de volgende af vaart in de JavaNew York Lijn halen we natuurlijk niet meer. Die wordt waargenomen door een Rotterdamsche Lloyd-boot. Wij gaan, na de lossing in Indië, naar huis. We zullen wel minder lading-premie maken, dan we an ders gekregen zouden hebben. Voordeelig is het zaakje niet, voor de reeders niet en voor ons niet. Maar och, wat is geld eigenlijk, ver geleken bij de andere kansen, die we dan toch maar geloopen hebben deze reis. We zijn er allemaal zonder kleerscheuren afgekomen, vooral dank zij jullie hulp, captain! Ja jon gens, laat dit nou maar meteen mijn tafelrede zijn, 't komt precies goed uit. Ik drink van harte op de „Willem Barendsz" en haar be manning! En op alle Hollandsche sleep- booten! Daar gaan jullie hoor, van de frissche! Allemaal zijn ze opgestaan en deze dronk wordt een eenvoudige, maar innige hulde aan de redders. Na twee en een halve maand glijdt de „Warnsveld" tusschen de pieren van IJmui- den naar binnen; een tamme, trage boeggolf wegwaaierend aan stuur- en bakboord. Drie uur later ligt het schip aan de kade te Am sterdam gemeerd: ze zijn weer thuis! Het is een zware reis geweest, ze hebben allemaal gevoeld hoe anders, hoeveel grootscher het leven zijn kan, juist in tijden van gevaar. Dan raakt de menschelijke voet even aan den drempel van de deur der eeuwigheid, die achter het leven ligt En dus verwachten ze nu in Amsterdam ook een wat hartelijker ontvangst dan ge woonlijk. Maar dat valt tegen! Alles blijft hier bij het oude. 't Is vreemd, maar zoo gauw een schip in zijn eigen thuishaven gemeerd ligt, is het idéé „schip" er dadelijk af. Allerlei menschen, die wat te zeggen hebben: inspecteur, inge nieur en chef-civiele dienst, met groot gevolg van bazen, onderbazen en anderen, die dóen alsof ze baas zijn, zwermen aan boord en deelen de lakens uit. Alles wat los kan wordt gesloopt en de scheepssfeer, die bij een goede kapitein als van Eist wel degelijk eigen ka rakter en gezelligheid hebben kan, schijnt wel als een ernstige patiënt, onmiddellijk en met spoed, van boord gehaald te zijn door vrien delijke bemiddeling van de zwerm bazig heden. De scheepsofficieren hebben niets meer in te brengen: Maar het zal wel zoo moeten zijn. Toch valt het, na een reis als deze, wat koud op het lijf. In Toms hut zit zijn vader, die het schip straks bij aankomst stond op te wachten en die hem ontroerd en stil de hand heeft ge drukt, blij en dankbaar zijn jongen gezond terug te krijgen. Moeder is maar in Arnhem gebleven, ze dacht dat het prettiger voor je zou zijn als ze je thuis ontving, zegt hij. Dan hooren ze buiten de deur de stem van een wal-autoriteit tegen den eerste stuur man zeggen: Meneer Maré, neem me niet kwalijk, maar zie ik goed: zit er een stuurmans leerling te schrijven in de passagiershut? Dat ligt toch niet in de bedoeling! Het is even tueel passagiersaccommodatie, bedenkt u dat wel! Ik zal de besmetting direct laten ver dwijnen! zegt Maré kortaf. En dat is tegen Maré, denkt Tom: die bij hooge zee op den bak van het hul peloos drijvende schip de leiding heeft gehad bij het vastmaken van de „Barendsz"! Maar hij zegt niets. Hij ziet een trek van verbazing over het gezicht van zijn vader glijden, die leek is op scheepvaartgebied. Maar als kapitein van Eist den volgenden middag de kamer van zijn reeders binnen treedt, rijzen de drie directeuren als één man van hun voorname zetels op. En waar dit anders nooit gebeurt op een dergelijke de monstratieve manier, spreekt deze kleine attentie meer tot den gezagvoerder van de „Warnsveld", dan een huldebetuiging in schoone volzinnen had kunnen doen. Nou Toon, zegt de baas voor het van boord gaan tegen van Dalen: binne' we veilig in Amsterdam terug of binne' we verzope' Joa seker, me binne' in Amsterdam, dat geef ik je gewonne', moar ik bin nog niet thuis! triomfeert Toon: Zoo strak- kies mot iK een poar van die bar drukke kruispunte' over. En wat weet ik van 't ver keer op 'et moment? Geen snars! Moande' heb ik op see gedobberd! Voor je d'r erg in heb' leg je onder een auto! Nee hoor, ik lach niet te vroeg: 'et erregste mot nog komme'! IV. Uit het Zuidwesten loeit de voorjaars- storm over de lage landen en niemand weet vanwaar hij waaien komt. Zou het van heel ver zijn, van over zee? Of is soms de Bies- bosch zijn blaasbalg, die hem. tusschen de rivier-armen door van Nieuwe Merwede en Maas, met forsche, ruwe stooten het Noord westen inblaast? Over het land van Altena en Bommelerwaard jagen zijn vlagen de Neder-Betuwe binnen en het iand van Maas en Waal. Boven en tusschen en tegen de daken van huizen, schuren en kerken, gierend langs schoorsteenen en torenspitsen, die hem onbe wogen tarten, loeit hij in de kruinen van iepen, peppels, peren-, pruimen-, appel- en kersenboomen, die zwiepend buigen voor zjjn kracht. En waar hij maar even vat kan krij gen, rukt hij pannen, leien, stukken zink en takken af, die hulpeloos draaien, voor een oogenblik stijgen, om dan tegen den grond te pletter te slaan. De dijken der rivieren vangen hem op en duwen hem omhoog. Maar hij duikt laag over de uiterwaarden weer neer naar het water, ploegt er tegen den stroom scherpe voren in en zweept de oppervlakte, zoodat er felle waterpriemen overheen stuiven. In de lucht rennen de zware regenwolken mee als een troep kwajongens, die ten koste van alles willen kijken hoe het afloopt. Ze buitelen over elkaar van haast en nieuwsgie righeid en er is een wanordelijk soort disci pline in hun razend bewegen in één richting. Zoo trekken de storm en de wolken de Over-Betuwe in. Verder en verder trekken zij, niemand weet waarheen! Bij Oosterbeek staat de spoorbrug over den Rijn van oever tot oever, onbevreesd en vast. De stormwind werpt zich tusschen het ijzeren vakwerk der beide bogen en speelt er een dreunend en zoemend motief, als op een aeolusharp van reuzen. Dan loopt hij woest op den steilen heuvel- wand van de Veluwezoom aan, waar hij zijn vlagen doet vallen in de weelderige bosschen van naald- en loofhout. Maar de heuvels bre ken zijn kracht en rukken de eenheid van zijn horden aan flarden. Ze wervelen om hoog en weer omlaag, deze horden en schij nen te te aarzelen, te zoeken naar hun eitren vroegere geweld. Maar de huizen, die op de kammen der heuvels staan, met het uitzicht over het schoone, lage land der Betuwe, moeten nog duren* aar>valskracht van den storm ver- (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 7