mi XoS nxi-ait! OUDERS iPdaat era ÏZuM&k een auto wordt geboren 't HOEKJE Het uf-andel u-an den, tcw-penden, hand Vjülüüf** De aspirine jubileert Koopers en verkoopers VOOR DE Ideaal en doelstelling in de opvoeding ra. Niets doet ons het geweldig rhyth- me van dezen door de techniek be- heerschten tijd beter beseffen dan het bezoek aan een automobielfabriek. Niets is in staat ons zekerder te doen gelooven in het wonder van deze eeuw de eeuw van staal en glas, de eeuw der technische wonderen. Binnen den tijd van een uur komt een auto, voorzien van alle denkbare luxe gereed. Bin nen het uur zijn de stalen platen, blok ken en buizen omgezet in een carosse- rie en onderstel. Aan de eene zijde van de fabriek brengen de loopkranen de materialen binnen, aan de andere zij. de verlaten de wapens „gereed voor gebruik",, de montagehal. Om eenigen indruk te krijgen van deze industrie, zullen wij eens een wandeling maken langs den loopenden band. GEWELDIGE hallen, achter en bo ven elkaar, bedrijvigheid van men- schen en machines, kettingen, die materialen aanvoeren en nooit tot rust schijnen te komen, vlugge handen, ingeni euze toestellen., dat is de eerste indruk van de moderne autofabriek. Voor een auto zijn niet minder dan een millioen onder- deelen noodig, gerekend van het kleinste schroefje tot het chassisraam, dat in vele gevallen uit één stalen plaat geperst wordt. Samenwerking van machine en mensch.. transportbanden en tallooze kabels, waar langs materialen door de ruimte vervoerd worden, vormen de schakel. Door het mid den van de groote montagehal loopt de band, die als het ware de hoofdader van dit organisme vormt. De loopende band, die uitvinding, waarover lang gestreden is, maar die in de autoindustrie eens en voor goed zijn erkenning heeft gekregen. Na een globalen indruk te hebben ge kregen van dit bedrijf, willen wij ons meer in de bijzonderheden van het bedrijf ver diepen. Daartoe kunnen wij op verschillen de punten beginnen. Boven in de magazijnen begint de wor ding van het koetswerk, beneden zet men het chassis, het onderstel met wielen en motor in elkaar. Laten wij eens een kijkje gaan nemen op de eerste verdieping. In het magazijn staan keurig gesorteerd de ruwe materialen, zware stalen platen. Om te voorkomen dat het metaal zal roes ten, voordat het bewerkt wordt, heeft men het bedekt met een dikke laag vet. Deze wordt allereerst verwijderd in groote spoel bakken, waarin zich een heete oplossing van caustic soda bevindt. Vervolgens wor den de platen in een reusachtige pers ge legd, die een druk van 500 ton kan ontwik kelen en in enkele seconden uit de plaat de gewenschte onderdeelen van de carros serie maakt. Met een flegmatische rust ar beidt deze pers en bewerkt de metamor fose van vlakke plaat tot paneel; steunend en krakend neemt het metaal in de pers(en) den gewenschten vorm aan. Er is betrek kelijk weinig tijd noodig voor de vervaar diging van elk onderdeel, maar hoe kort die tijd ook mag zijn, alles is tot gedeeLen van milimeters nauwkeurig. En dat is een eerste vereischte, wil een dergelijk bedrijf, waar alles op elkaar aangewezen is, zoodat feitelijk geen enkel onderdeel nader geïn specteerd behoeft te worden, goed functi- oneeren, uit dak en paneelen wordt nu snel de bovenbouw in elkaar gezet. Er begint iets te ontstaan, dat aan een auto doet den ken, maar grcpt is de gelijkenis nog niet. Van handwerk is nagenoeg geen sprake. Electrisch worden de onderdeelen aan el kaar gelascht; ook dit vergt slechts enkele seconden tijd. Men zet de te lasschen on derdeelen tegen elkaar, voert een sterken stroom door het metaal en vrijwel onmid dellijk staan de wrijfvlakken door den weerstand, dien de stroom ondervindt, rood gloeiend. De randen smelten onverbreke lijk samen. Deze methode wordt veel meer toege past dan het aan elkaar klinken. Electrisch gelaschte onderdeelen kunnen nooit gaan werken, waarvan het bekende piepen en rammelen van oude Fordjes en hun collega's het gevolg was. In groote lijnen staat de carrosserie nu gereed, maar tal van kleinere onderdeelen moeten nog aangebracht worden, alvorens het koetswerk naar de lakkerij, meestal verschillende achter elkaar liggende ka mers, zal worden vervoerd. In den korst mogelijken tijd en met de grootste zekerheid ziet men die diverse on derdeelen op de carrosserie monteeren, deu ren, scharnieren, kofferdeksel enz. Men heeft de constructie op profiel- balken gezet, die precies de afmetingen heb ben van het chassis. De bedoeling is duide lijk, deze profielbalken moeten dienen om vervorming bij de diverse be- erkingen t i voorkomen. Wil een onderdeel niet goedschiks de hem toegedachte plaats innemen, dan krijgt het een fermen tik. Nu mag men aan het model wringen en wrikken, vervorming is uitge sloten. Het koetswerk, wat nu wat het staalwerk betreft, geheel gereed is, wordt getranspor teerd naar de lakkerij. Eerst wordt de glan zende metalen carrosserie tweemaal in de grondverf gezet, daarna heeft het zooge naamde „natschuren" plaats, een zeer be langrijke bewerking, die uiterst nauwkeu rig dient te geschieden. Heete luchtovens zorgen voor een snelle droging, daarna wordt met pistoolachtige toestellen de lak in een.uiterst dunne laag opgespoten. Een secuur werkje is vervolgens het aanbren gen van de lijnen. Acht bewerkingen zijn heel normaal en het is geen wonder dat aan het uiterlijk zooveel aandacht wordt besteed, want niet alleen is een wagen, die er mooi uitziet een kostelijke reclame voor De reuzenhal van een autofabriek. Dwars op een montageband komen dertien zijbanden uit, die alle nootlige grondstoffen aanvoeren. onderdeel aangebracht tot de ruitenwisser toe, alleen wielen, motor en onderstel ont breken nog. Wij verlaten nu de eerste verdieping van de fabriek om eens gelijkvloers een kijkje te gaan nemen, waar het chassis, het onder stel dus, vervaardigd wordt. Op het oogen- blik dat de carrosserie geheel gereed naar beneden komt, voert een andere loopende band het motoraggregaat, de achterbrug met het differentieel aan. In deze geweldi ge ruimte weerklinkt het dreunende lied van den arbeid. Het monteeren van een veer gaat zoo snel, dat men het nauwelijks beschrijven kan. Moeren worden met elec- trische sleutels muurvast aangedraaid. De loopende band ligt zoo hoog, dat geen mensch zich behoeft te bukken en elke last wordt machinaal opgetild. Iedere arbeider voert slechts enkele, meestal zeer simpele handgrepen uit, maar doet die ook met de de fabriek, maar wil het metaal goed in tact blijven, dan vereischt het een zeer de gelijke verzorging; roest immers vreet het hardste en beste metaal weg. Alvorens de carrosserie de lakkamers kan verlaten, moet zij nog een scherpe controle passeeren. Daarna neemt de loo pende band haar opnieuw op en wordt de stoffeering aangebracht, over welk onder werp men ook een afzonderlijk hoofdstuk zou kunnen schrijven. Nergens aan den loopenden band wordt een handgreep te veel, maar ook nergens een te weinig uitgevoerd. Elke groep be staat uit mannen, die volkomen op elkaar ingesteld zijn. Hier brengen arbeiders de op juiste lengte gesneden electriciteitska- bels aan; langzaam rolt de band verder, slechts enkele meters, dan is al weer een andere groep arbeiders bereikt, die niets anders doet dan het inbouwen van de in strumenten. Zij liggen voor het grijpen, vlak achter den loopenden band, zooals even verder de ruiten en de stoffeering ge reed liggen, sluitend tot op een halve cen timeter. De loopende band eindigt voor een een cenceyor, ofwel de carrosserie wordt opgenomen in haken. Dan is het kleinste Boven en onderdeel van een geheele stalen carrosserie worden machinaal op elkaar geperst in een „bok" en electrisch gelascht. In haken hangend, komt door een luik de geheele carrosserie omlaag, en zakt over het onderstel heen. De profielbalken heb ben er voor gezorgd dat carrosserie en chassis minutieus op elkaar passen. Zooals men ziet is de motor reeds voorzien van vooras en koeler. grootste zorg en handigheid. Hier staat de motor aan het begin van den band. De vooras wordt aangezet, de koeler er op ge monteerd en met de motor verbonden. Aan het einde ziet men het complete aggregaat. Dan staat daar een groep arbeiders, die met opgeheven handen omhoog kijken. On ze blikken volgen hen. Door een luik in de zoldering zakt aan haken langzaam de car rosserie omlaag en glijdt over de motor heen. Zij ligt nog niet eens vast of reeds worden deelen aan elkaar gezet, leidingen verbonden. Het laatste werk op den hoofd- montageband is begonnen. Het stuurrad wordt aangebracht, het differentieel inge bouwd, de achterveering vastgeschroefd de eene handgreep volgt op de andere, het eene onderdeel wordt met het andere ver bonden. De wielen zijn inmiddels gemon teerd, moeren worden aangedraaid. Steeds rolt de band verder. De loopende band is niet eindeloos. Op de plaats waar automatisch benzine en water bygevuld wordt, duikt de band plot seling omlaag. De arbeiders hebben nu niets meer te doen. Een man springt in de auto, één druk op den starter; onmiddellijk slaat de motor aan, want niets werd ver geten en niets op andere wijze uitgevoerd dan de constructeur het had voorgeschre ven. Dan trekt de wagen langzaam aan en rijdtrijdt de poort van de montagehal uit, de wijde wereld in. <55 V S 'n Driehoekig bord (punt naar boven) met rooden rand is de waarschu wing voor mogelijk gevaar. Rond zijn verkeers borden, die een verbod of een gebod inhouden. O geleden langs anderen weg tot de winning van dit zuur. Uit de aetherische olie van spiracabloemen verkreeg hij een zuur, dat hij, meenende iets nieuws te hebben ont dekt spirzuur noemde. Twintig jaar na de ontdekking van de nauwkeurige chemi sche samenstelling van het salicylzuur, waarvoor de Duitsche chemicus Kolbe in 1853 de formule vond, werd de synthese mogelijk en was de weg tot aanmaak van het geneesmiddel gebaand. Voordien was dit wegens het te schaarsch voorkomen der grondstof niet mogelijk. In 1899, dus 40 jaar geleden, werd nu in het Bayer-labora- torium een afstammeling van het salicyl zuur chemisch zuiver verkregen en daar mede was het medicament gevonden, waar aan de naam van aspirine werd gegeven, zulks afgeleid van de plant spiraea, waar aan de „a" van het woord acetyl werd toe gevoegd. Dezer dagen vierde een klein wit tabletje een jubileum: 40 jaar geleden begon het aspirine zijn levensloop; thans is het over de geheele wereld een begrip geworden. Hoe is dit populaire geneesmiddel ont slaan en waaraan dankt het zijn naam? Reeds in de Oudheid was de schors van den wilgenboom bekend als. 'n werkzaam middel tegen koorts en ook in de Middel eeuwen werden hieruit koortswerende dranken gebrouwen. Waarschijnlijk we gens deze eigenschap hield ook de jonge chemische wetenschap in haar eersten tijd van opkomst zich veel met de wilgeschors bezig. In 1823 slaagde de scheikundige Le Roux erin, een stof samen te stellen, die hij gedachtig aan de werking van wilgen schors (wilg is salix) „salicine" noemde. De Italiaan Piria onderzocht 15 jaar later grondig deze stóf en kon daaruit het sali cylzuur winnen, dat in de moderne genees- middelenleer zulk een groote rol zou spe len. Van groot belang was de waarneming, dat de bij de wilgenschors geconstateerde werking ook bij het zuur werd aangetrof fen. Ook de chemicus Löwig kwam 100 jaar Alles verandert. Een nieuw ge zichtspunt is noodig. Men koopt een van de tientallen merken van stofzuiger, radiotoestel, vulpenhouder of electrisch strijkijzer. Waarom? Dat is de vraag die de fabrikanten, wier merk w(j niet gekocht hebben, zich stellen. Het betalen in termijnen heeft vasten voet gekregen. Er is niets tegen, zoolang men er geen misbruik van maakt. Ingeval iemand met een klein vast inkomen een radiotoestel wil koopen, jat 120.kost, kan hij dit afbetalen met 10.per maand. Terwijl het een heele toer is om 120.op te sparen, en hij daar waar schijnlijk heel wat langer dan een jaar over zou doen. Waardoor? Omdat men herhaal delijk de neiging heeft om kleine luxe-uit gaven van 5.10.te doen. Wan neer men de radio op afbetaling koopt, en de 10.prompt op de eerste van iedere maand opzij legt, blijkt het daarna vanzelf, dat men momenteel van andere luxe-uit gaven moet afzien. ,,Ik moet 10.afbe talen" is een veel positiever en beter rem dan de gedachte: „Ik was van plan om voor een radio te gaan sparen". Wanneer een klant met genoegen iets koopt, maar het land heeft wanneer hij moet betalen, dan hapert er waarschijnlijk iets bij den verkooper. Sommige vertegenwoordigers maken de fout, hun artikel te sterk op te dringen. Wanneer een klant het aannemelijk maakt, dat hij een duur artikel niet wenscht te koopen, omdat hij het absoluut niet noodig heeft of omdat het hem niet schikt, doet men beter zijn geluk bij een volgende te beproeven. Want gesteld, dat de ver tegenwoordiger erin slaagt, zoo iemand te bewegen om tegen zijn zin te koopen. Zoo dra hij weg is, zal de kooper spijt van zijn daad hebben. Er is echter niets meer aan te doen, het contract of de vereenkomst is geteekend. Een maand later wordt de eerste termijn kwitantie aangeboden. Het schikt den klant niet, om te betalen. Dit argument heeft hij ook aangevoerd, toen de vertegenwoordiger hem tot koopen trachtte te bewegen. Deze heeft dat bezwaar toen uit den weg geruimd, door beminnelijk te verklaren, dat „dat wel terecht kwam". Maar nu is alle beminnelijkheid verdwe nen. De man met de kwitantie verlangt op luiden toon zijn geld, zet zijn voet tusschen de deur en weigert heen te gaan. Denkt u dat de klant een aangenamen indruk van de betrokken firma krijgt of een prettige herinnering behoudt aan de trans actie met haar? Natuurlijk niet! Waar schijnlijk zal de firma zijn naam nooit meer in haar order-boeken aantreffen. En het zijn juist de vaste klanten, die een stevige basis vormen x>r elk bedrijf! Daarom moet de opdracht aan verkoopers niet luiden: „verkoopt tot eiken prijs", maar: „werkt voor den goeden naam van de firma". Legt er U in de eerste plaats op toe om den menschen duidelijk te maken, dat zij ons artikel noodig hebben en regelt met hen de betalingsvoorwaarden zoodanig, dat ze hun verplichtingen geregeld kunnen voldoen en zoodanig, dat wij geen kwade kansen loopen. Noch die van geldelijk ver lies, noch die, dat wij onze nieuwe klanten tot vijand zouden maken. Maakt eerst van een nieuwe relatie een vriend, en vervolgens van dien vriend een klant. Dat is de juiste methode! Dr. JOS DE COCK. i. Bestaat er wel een menschelijk gedrag, dat niet op een doel gericht is? Het komt mij voor en ik weet, in gezelschap te zijn van uitnemende paedagogen dat het vraagstuk der doelstelling het belangrijkste is in de zielkunde. Wanneer ik dit hier zoo zeg, weet ik ook, dat juist op dit onder deel der zielkunde zoo dikwijls het nfinst gelet wordt. Eigenaardig moet dit heeten, wanneer men denkt aan de eenvoudigheid van het vraagstuk. Eenvoudig is het in dezen zin, dat ieder onzer in zijn leven meermalen heeft kunnen constateeren, van hoe groot belang de doelstelling voor hem is. Doel loos werken doet niemand, en als hij het doet, dan verricht hij niets. In deze dagen komt dit weer sterk cOt uiting. De vrees, dat een wereldbrand zal uitslaan, heeft bij' vele menschen de doelstelling weggeslagen Men vraagt zich herhaalde malen af: Waarom zou ik dat doen, als straks de boel toch fout loopt. Het heeft geen doel meer In deze dagen van zenuwsloopende span ning is dit dan ook het gevaarlijkste: men gaat twijfelen aan de waarde van het doel, of misschien nog beter: men stelt geen doei meer, men leeft van den dag in den dag Het ontbreken van een doel verlamt" alle geestelijke activiteit. Dit klinkt zoo heel eenvoudig en men zou er zoo gemakkelijk toe kunnen komen, er geen aandacht aan te schenken, ware het niet, dat juist in deze uitspraak de fun- damenteele basis ligt van alle opvoeding. Geeft den mensch een doel! Geeft het kind een doel! De opvoeding van vele kinderen mislukt hopeloos, door het ontbreken van een doel stelling. En nu bedoel ik hiermee niet te zeggen, dat elk deel direct waarneem baar zou zijn, maar wanneer we over ons werk en ons leven gaan praten, wanneer we ons verdiepen in den achtergrond der dingen komen we toch telkens weer tot het doel. De ervaring leert, dat de bewustwording van het doel den mensch en ook het jonge kind tot een geestelijk verhoogde activiteit brengt. Wie overtuigt is van de beteekenis der doelstelling, beseft, hoe ernstig het is. dat onze kinderen zoo dikwijls dingen moeten doen, waarvan zij het doel niet beseffen of weten. „Ja, zelfs de ouders doen dit maar ten deele", zegt Dr. Hamaker zeer terecht in zijn werk „Karakter en Karaktervor ming". De opvoeding moet zich allereerst bezig houden met de doelstelling. In de vorige bijdragen heb ik u gesproken over den z.g. meerderheidsjongen en we hebben toen gezien, hoe weinig positiefs en hoeveel negatiefs in dezen jongen leeft Er- varing leerde niet eens, maar tallooze'ma len, dat de levenshouding dezer jongens terstond veranderde, toen zij een levens doel voor oogen kregen. Ik herinner me nog een geval van een jongen, die nergens lust in had, steeds mopperde en verkeerd wilde De vader wist den knaap aan de padvinderij e krijgen en dadelijk frad een opmerkelijke verbetering in het leven van dezen jongen. Het geheim ligt naar mijn volle overtuiging in het feit, dat bij de padvinderij het doel on de voorgrond staat. Het ligt niet op mijn weg dit nader uiteen te zetten, maar hij, die iets van deze jeugdbeweging afweet, weet dat ik hier niets te veel zeg.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 13