Schitterende brandbeveiliging NIEUW AMSTERDAM Wij lazen voor UL Cursus leerbewerkinq 0 op de n ft .J Hoe fijn vernuft een Hollandsch zeekasteel beschermt \o\o\c\o\o Uit de Pers van heden DE ONDERGANG VAN DE „PARIS" EEN TRAGISCHE WAARSCHUWING. (Door onzen eigen verslaggever). ROTTERDAM. Brand, aan boord van een passagiersschip, is wel een der ergste dingen, die kunnen geschieden. De brand op den machtligen Fran- schen Üceaanstoamer „Paris", heeft dit weer eens bewezen. Al heeft deze ramp slechts indirect een tweetal slachtoffers gecischt, de alge- heele verwoesting van dit fraaie zeekasteel, geeft stof tot overweging, wat er wel geschied zou zijn, als het stoomschip in volle zee door het vuur zou zijn aangetast. In dit verband hebben wij den technischer, chef van de Holland-Amerikalijn, de heer Van West, eens gevraagd, of een brand van dergelijke omvang zich ook zou kunnen voordoen op het vlaggeschip van dc Holland-Amerikalijn, de 36.287 ton melende „Hieuw-Anistc rdam". IN EEN DOOLHOF. De .Nieuw Amsterdam" ligt juist gemeerd aan de Wilhelminakade, wanneer wij de terreinen van de Holland-Amerikalijn betre den. In de ruiten van de pronianadedekken gloeit de felle zon. Zware kranen laten hun last zakken in de ruimen van het schip, die geen ruimen meer zijn, maar veeleer groote pakhuizen waar kisten en bagage zich orde lijk in rijen opstapelen. „De chef- is in het theater aan boord" zoo deelt een wachtsman ons mede, waarmee hij ons meteen voor de moeilijke opgaaf stelt, in het gangenpaleis van de „Nieuw Amster dam" naar den chef van den technischen dienst te zoeken. Het is dan ook meer ge luk dan wijsheid, dat wij hem, na vergeefs eenigen tijd gezocht te hebben, in de touris- tenklasse tegen het lijf loopen. Een uitmuntend Sprinklersysteem. Waar de „Nieuw- Amsterdam", zoo in al le opzichten aan de meest moderne eischen voldoet, behoeft het niet te verwonderen, dat aan dc brandbeveiliging ruime aandacht is besteed. Vele schepen bezitten als bevei liging tegen brand een systeem, dat er op berekend is, bij het uitbreken van brand een waarschuwingsscin te geven, waarna men, met de ter plaatse aanwezige blusch- middelen, zooals water en schuim, het vuur kan bestrijden, aldus de heer van West. Ook treft men vaak een alarm-inrichting aan, die bestaat uit een thermisch electrisch ap paraat, dat na verhitting een alarmschei in werking stelt op den commandobrug of het brandwachtenstation. Het systeem dat op de „Nieuw Amsterdam" wordt toegepast, het z.g. Sprinklersysteem, is nog moderner van aard. Een bepaalde verhooging van tempera tuur doet hierdoor een alarmschei over gaan, maar tevens, en dat is wel het voor naamste, wordt er automatisch tot blus- sching overgegaan. Deze installatie bestaat uit een water tank, welk% in de machinekamer 'n plaats je heeft gekregen en onder een constanten druk van S atmosfeer wordt gehouden. Een hoofdbuizennet met aftakkingen voert van af deze tank door het geheele schip, althans die gedeelten, waar menschen hun verblijf hebben, naar alle hutten, verblijven en ves tibules dus. Aan het eind van elke aftakking is tegen het plafond een glazen huisje bevestigd, gevat in metalen montuur, waarin zich een gekleur de vloeistof bevindt, met een lucht bel. Wanneer er dus op een dezer verblijven brand uitbreekt, en de temperatuur ter plaatse wordt ver hoogd tot circa 175 gr., krijgt de lucht in hot buisje een dergelijke spanning, dat tenlaatste het buisje zal explodeeren. Het water dat zich onder hooge spanning in het pijpen- net bevindt, wordt in uiterst fijn verdeelden toestand tot uitstrooniing gebracht. De vrijwel in woïkvorm sproeiende wa termassa is zoo groot en tast het vuur zoo intens aan, dat liet blusschen slechts een kwestie van- eenige oogenblik'kcn is. De practijk. Als voorbeeld haalde de heer van West een geval aan, dat zich onlangs op een En- gelsch stoomschip heeft voorgedaan. Op een bepaalde plaats in een der verblijven ontstond een begin van brand, doordat één der passagiers achteloos een eindje si garet had weggeworpen. Onmiddellijk galm de de alarmschei, en toen men ijlings naar de plaats van het vuur snelde, bleek, dat het sprinkler-apparaat zijn werk reeds had verricht. De vlammen waren al in de kiem gesmoord. Men is echter ook voorbereid op het ge val, dat het eens wat langer mocht duren, eer het hardnekkige vuur is bedwongen. Wanneer immers de tank, die met water is gevuld, geheel leeg is gevloeid, of zelfs ook Dij een geringe daling van het waterniveau in de tank, wordt er automatisch een pomp in beweging gezet, die het meerdere benoo- digde bluschwater aanvoert. Dat het appa raat den dienst weigert bij gebrek aan bluschwater is dus een onmogelijkheid, al dus de heer van West. Dit voorzoover het sprinklersysteem betreft. Andere maatregelen. Zooals gezegd, is het sprinklersysteem al leen aangebracht op die plaatsen, waar passagiers of bemanning zich ophouden. De mogelijkheid van brand in de ruimen is echter niet over het hoofd gezien. Op vele plaatsen zijn n.1. schuimapparaten ge plaatst voor het blusschen van een begin van brand. Deze apparaten hebben in de praktijk reeds hun nut bewezen. De brand moet al ver gevorderd zijn. wil men haar niet met behulp van deze schuimblusschers kunnen bedwingen, Maar er is nog meer. Wanneer men een kijkje neemt in de machinekamer, kan men langs de wanden een apart buizennet bemerken. Dit dient om in deze afdeeling een symp toom van brand onmiddellijk door middel van stoom te blusschen. Voorts beschikt het ketelruim over een afzonderlijke koolzuur- bluschinstallatie, terwijl hier tevens nog dc blussching kan geschieden met behulp var. stoom- en schuimapparaten. Bij een kijkje in een der ruimen is ons voorts nog een z.g. Lux Ricli beveiligings systeem opgevallen. Dunne koperen buizen loopen van deze ruimen .naar een verklik kerbord, dat zich op de commandobrug be vindt. In geval van rookontwikkeling in een der ruimicn wordt dit op het verklik- kedbord zichtbaar, terwijl terzeifdertijd een alarmgong in werking treedt. Ook hier bezigt men als bluscbmiddel koolzuur, dat door koperen buisleidingen naar het be treffende ruim wordt gepompt. Permanente brandwacht. De vele middelen, waarover de „Nieuw Amsterdam" blijkens het bovenstaande be schikt, schijnen voor het oog van den leek reeds meer dan afdoende. Wij zouden aan dit alles nog toe kunnen voegen, dat alle hutten en verblijven beschilderd of be kleed zijn met onbrandbare verf en stof. Al deze maatregelen hebben echter het be staan van een brandwacht niet overbodig gemaakt. Permanent, in ploegen beschikt de „Nieuw Amsterdam" over oen staf van brandwachten. Of het stoomschip zich mid den op den Oceaan bevindt, dan wel of het gemeerd ligt aan de kade, en de passagiers reeds lang den loopplank hebben verlaten, altijd houdt men de wacht, in geregelde diensten. Dat met dit systeem een groote nauwgezetheid in acht wordt genomen, blijkt wel uit het feit, dat de brandwachten zich op bepaalde tijden op verschillende plaatsen van het schip moeten melden. Wij hebben ons er dan ook, gelet op al deze voorzorgsmaatregelen niet over verwonderd, dat de heer Van West ons be weerde, dat een brand aan boord van de „Nieuw Amsterdam, die een gevaar voor de passagiers en de bemanning zou opleveren, menschel ijk gesproken, tot een volkomen onmogelijkheid behoort. Gedurende 4Vz uur marcheerden te Berlijn de militaire troepen voor den Führer op diens vijftigsten verjaardag. Op de eeretribune bevonden zich behalve de jarige dictator, de Rijksprotector voor Bohemen en Moravië, Freiherr von Neurath, de Tsjechische staats president, dr. Hacha, de Slowaaksche premier, dr. Tiso en vele andere autoriteiten „Laat mij er niet voor boeten!" Het Volk (S.D.A.P.) Wie gemeend heeft, dat door laster wan- I rouwen gewekt kon worden tegen de leids lieden onzer Partij, heeft 18 April de les kun nen leren, dat de Amsterdamse moderne ar beidersbeweging daarvoor niet vatbaar is. De „Telegraaf" en de N.S.B. hebben zich ver gist, zwaar vergist zelfs; want niet alleen bleven de partijgenoten trouw, maar ook het gehele kiezerskorps van 1935 en nog negen duizend nieuwe kiezers daarenboven. ITet enige wat zij hebben kunnen bereiken, is, dat Amsterdam niet geheel gedeeld heeft in de sterke vooruitgang van de S.D.A.P. in de an dere grote steden. Indien ir. Mussert behoefte mocht gevoe len om, ter gelegenheid van de vijftigste ver jaardag van den heer Hitier, een heilbood- sehapper naar Berlijn te zenden, dan kan deze met Mepbistofeles uit Goetlie's P'aust zijn toespraak inleiden met de verontschul digende woorden: „Ik wou, dat ik betere tij ding had. Vergeef het, laat mij er niet voor boeten!" „Het wrakhout der democratie". „De Volksche beweging ontwaakt! De die pere zin van het nationaal-socialisme teekent zich in de stemverhoudingen af. Geen reac tionaire groep, doch een leger van welbe wuste arbeiders en boeren", schrijft het Na tionale Dagblad (N.S.B.) in vette letters bo ven zijn commentaar, waarin het de neder laag van de N.S.B. tracht goed te praten. Het blad schrijft: Het zijn de boeren uit Overijssel, Drenthe, Slot. EEN PRACTISCHE HANDTASCH. LES 20. AVe zullen dit keer weer een aan vang maken met een tasch, maar nu niet een avondtaschje, zooals de vorige week, maar één van wat groo- tere afmetingen. Is het avondtaschje wat aardig geworden en lukte het vlechten? Wij vermoeden dat het wel meeviel. Het model van deze tasch is liet enve- loppe-model. De opzet is heel eenvoudig. AVe hebben één stuk leer noodig, dat b.v. 22 c.M. breed is en we stellen ons voor, dat het 10 c.M. lang is; van a tot c is dus 16 c.M. en van a tot b 22 c.M. (Zie de teekening; dat is dus de achterkant.) De voorzijde van de tasch, die aan de achterzijde vastzit, wordt even lang. maar er komt de breedte van de aangeknipte soufflets bij. De breedte van de soufflets kan ieder voor zich bepalen, dat hangt er van af of men veel in de tasch wil bergen. Ze moeten voor dc veiligheid na tuurlijk niet al te breed zijn aan de boven zijde en aan den onderkant loopen ze eenigs- zins spits toe. De grootte van den omslag, waar het knoopsgat in komt te zitten, hangt ook van 't eigen initiatief af, als men maar zorgt, dat de breedte gelijk is aan de breed ten van den achterkant. Het is zeer aan te raden het geheel even te knippen van pa pier en dan zal ook blijken, dat de vouw van de soufflets aan de voorzijde komt en het naadje, waarmee het aan dc tasch wordt bevestigd, aan de achterzijde. Wat voor leer? Als leersoort kunnen we natuurlijk weer gebruiken: schapenlccr, maar ook met gro- varlo (de leersoort, die we al meer genoemd hebben) is een heel mooie tasch te maken. Over het verven spreken we nu niet meer. Als verder materiaal hebben we dan nog noodig voor bovenleer de lengte van het handvat (het handvat moet ruim de breedte van de tasch zijn). Arerder verdient het aan beveling aan de binnenzijde de tasch te ver sterken met artex. voordat het voeringleer er tegenaan komt. Terwijl bovenleer en artex de gelegenheid hebben, om flink te drogen, beginnen we alvast het handvat op de juiste grootte uit te snijden en dit handvat heeft deze eigenaardigheid, dat het niet boven op, maar aan den binnenkant versierd wordt. AVe brengen de versiering aan op het voeringleer, waar later ook de tasch aan den binnenkant mee gevoerd wordt. Aan de beide uiteinden van het handvat (voering) teekenen we eerst de 8 gaatjes, waardoor we straks het leerband zullen trekken, om bet handvat aan de tasch te bevestigen. Daarna teekenen we de groote en kleine gaatjes. Door de kleine gaatjes brengen we een tinversiering aan (het kan natuurlijk ook kopei of zilver zijn), de groote gaten blij ven geperforeerd (doorboord). De kleine ga ten kunnen met de holpijp van 2 m.M. ge slagen worden en de groote met één van 6 m.M. AVe kunnen hier natuurlijk ook plaats vervangers voor gebruiken, als we die holpij- pen niet hebben. Voor de metaalversiering knippen we reepen, die door de kleine gaat jes kunnen. AAre doen er eigenlijk hetzelfde mee als niet leerband. Ook hier moeten we zorgen, dat het bandje niet gedraaid komt te zitten. Aan de achterzijde wordt het me taal met lijm op het voeringleer vastge lijmd (de uiteinden). Dadelijk achter de voe ring kan ook artex geplakt worden, maar Gelderland, de Rijnstreek, de tuinders uit de tuinbouwstreken, alsmede de arbeiders uit Twente en de Drentsche venen geweest, die doelbewuste Nederlandsche arbeiders, die zich ondanks alle terreur, ondanks alle vuilspuiterij, ondanks iedere valsche verge lijking met buitenlandsche gebeurtenissen achter het nationaal-socialisme geschaard hebben en de gelederen aansluiten. Wat bleek echter? Dat juist in die streken waar men de leugens der pers aan de fei ten kon toetsen de N.S.B. haar winsten heeft geboekt. De Drentsche veenstreek, van waar uit honderden arbeiders naar Duitschland trokken bracht winsten, Twente, de Achter hoek, de Limburgsche grensstreek, zij too- nen alle het volksche ontwaken, omdat de ze bewoners van het Oosten, het Zuiden en Oosten des lands hebben gezien hoe een volk zich heeft vrij gemaakt en in trouwe kame raadschap en vaderlandsliefde voortleeft. Dit „Volksche ontwaken" illustreert het blad met een vetgedrukten uitslag uit Kaalte, waar het aantal N.S.B. stemmen van -10 in 1935 tot 60 in 1939 is gestegen, dus met totaal twintig stemmen! Dc algcmeene conclusie van het N.S.B. orgaan luidt: Twee jaren terug kropen velen, die in den maalstroom verloren dreigden te gaan, op een voor hen geschikt droog plekje, naar zij althans meenden, doch het democratisch wrakhout heeft hen ook daar niet met rust gelaten. In dien niet gerechtvaardigden angst voor het nieuwe, ingeprent door de leiders der politieke partijen, die van den kant af de zoovcelste opvoering van dit democratisch schouwtooneel gadesloegen, hebben de kie zers zich opnieuw vastgeklampt aan het zelfde wrakhout, thans op aen ander deel, dat der C.H., der Liberalen en Vrij.-Demoera- ten. „De zwarté soldaten trekken voort!", be sluit het N.D.B.. De „christelijke broeders" gefeli citeerd. De R.K. Staatspartij bleef staan „als een rots in dc branding, ook van het anti-papis- dan moet dit gebeuren, voordat de versiering is aangebracht, want ook hier moeten de groote en kleine gaatjes in komen. Over de artex heen wordt n.1. sliiver geplakt van een contrastcercnde, harmonieerende kleur en die schijnt dan door de groote gaten heen. Dit geeft eer alleraardigst effect! Over dit geheel komt het bovenleer. Het handvat is nu gereed, alleen wordt het nog met leer band, liefst in dezelfde kleur als het boven leer, omgewerkt, nadat er eerst op regelma tige afstanden spleetjes of gaatjes in gesla gen zijn. Nu nemen we de tasch weer ter hand, die nog maar alleen bestaat uit boven leer en artex. We maken nu eerst in de klep het knoopsgat. We zijn natuurlijk al in het bezit van een knoop. Daartoe kunnen we een gewonen knoop met leer omwerken, maar een mooier effect geven de z.g. steen- nootknopen, die we klaar kunnen koopen (alleen ze zijn niet goedkoop). Ook houten knoopen doen het aardig. We kunnen dus met den knoon de grootte van het knoops gat bepalen. AVe knippen het in de lengte (zie teekening), buigen de randen van het knoopsgat naar binnen om en bewerken den omtrek met leerband (nauwkeurig werkje en kleine knipjes in het leer geven!) Nu wordt de geheele binnenkant met voering leer beplakt. Daarvóór wordt het handvat met kruissteken (zie teekening) op de tasch bevestigd. En eerst daarna bevestigen we den knoop. Daartoe slaan we 2 gaatjes in het leer, we snijden nu een riempje van liet bovenleer, halen dat door de twee gaatjes en om of door den knoop en knoopen het van den binnenkant af. Nu wordt het ge heel met leerband omgewerkt, nadat we de vouw aan den onderkant hebben aange bracht, zoodat ook de soufflets op de juiste plaats komen te zitten. AVe kunnen de kantjes bijverven in dezelfde kleur of we kunnen die kanten omplakken met breed leerband en als dit gedroogd is, de gaatjes of spleetjes ook door dit band slaan en daarna met leerband omrijgen. De zijde van het soufflet, die met den achterkant van de tasch wordt verbonden, bevestigen we hieraan met overhandsche steken. Denk er om dat we bij het gaatjes slaan in alle hoeken zorgen voor een rond gat. Veel succes met dit laatste werkstuk van den cursus! me", schrijft de Maasbode (r.k.) en ver-i volgt: Een tweede reden tot groote voldoening is de kracht, die van de anti-revolutionaire partij uitging, die, met de R.K. Staatspartij, een zoo voornaam deel van de haast moordende! regeeringsverantwoordelijk- heid in deze zware tijden draagt. Het stemt ons tot bijzondere verheuging, dat ondanks de zoo felle antipapistische actie van de laatste maanden het antipapisme geen winst kon boeken. De Staatk. Geref. partij verloor drie van de dertien zetels. Dat is een woord van ge* lukwensch waard, nog meer aan onze christe- lijke broeders dan aan ons. De N.S.B. is een episode gebleken, die men als afgesloten kan beschouwen, on danks de stuiptrekkingen, waarop wij ver moedelijk nog wel vergast zullen worden.. Laten wij aannemen, dat zij in haar bes ten tijd, in haar beste figuren en in haar beste uitingen nog iets heeft weten te be reiken voor het heil van ons vaderland. Geen vreemden hiel likken! Het Handelsblad (lib.) En tevens ligt in de liberale stemmen winst ten opzichte van 1937 een duidelijl teeken van afkeuring in breeden kring voor de noodelooze vernauwing der regecringsba- sis op een oogenblik dat de bindende krach ten der natie zoo sterk mogelijk hadden moe ten worden samengesnoerd. Als ook een waarschuwing tegen een politiek van onver antwoorde sociaal-economische avontuur lijkheid. Dat ons volk geen enkelen vreemden hiel verkiest te likken, is een waarheid welke het buitenland, indien het nog noodig ware, ook door deze verkiezingen en den gestuiten groei van onze aanbidders van buitenland sche voorbeelden, stilzwijgend maar nadruk kelijk bevestigd mag achten. Een waarschuwing. De Nieuwe Rotterd. Crt. (lib.): AVat de regeeringscoalitio betreft de drie zoogenaamde positief-Christelijke, ker kelijke partijen deze hebben van haar krappe meerderheid nog wat zien afbrokke len. Haar gezamenlijk stempercentage is v„ 52.70 eenigszins achteruitgegaan tot 52.35. In zeteltal zouden zij bij dezelfde cijfers voor een Tweede Kamerverkiezing van 54 op 52 zijn teruggevallen. In zoover zit er een waar schuwing in om de teugels van protectie, or dening en andere kunstmatige staatsbemoei ing, die het vrije bedrijfsleven in een keurs lijf perste en tot kneveling van het indivi- dueele initiatief heeft geleid, niet te strak aan te trekken. De trekkracht van dr. Colijh. De Nederlander (chr. historisch): Het is thans wel gebleken, dat het ver lies van 1937 niet te wijten was aan een loslaten door groote groepen van ons volk van de christelijk-historische beginselen, maar uitsluitend aan de bijzondere omstan digheden van dat oogenblik, dat was: aan de trekkracht van den minister-president, dr. Lohjn, als lijstaanvoerder van de a. r. par tij. Een anti-revolutionnair oordeel. De Standaard (anti-rev.): De pogingen, om ons volk te brengen tot een veroordeeling van de politiek van het kabinet-Colijn, zijn mislukt. Daarover spre ken wij onze voldoening uit, omdat die mis lukking naar onze nieening in 's lands be lang is." Katholieken komen sterker terug. De Volkskrant: Neen, de heer Colijn behoeft vanwege de statenverkiezingen zijn ministerieele biezen niet te pakken, en de katholieken, van drie zijden vinnig bestookt: door de liberalen, die ei dienen het eerst genoemd te worden, dooi de sociaal-democraten en door de N.S.B., ko men sterker in de Staten terug." Hun trekken thuis. De Haagsche Post (lib.): Diegenen in het anti-revolu'tionnaire kamp rnii: en duidelijke voorkeur van Dr, ï.acio 'i n?ar eon kabinetsformatie op smalle t«kkeï £uL.gedr°VCn' klijsC11 thanS him

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 16