m pe
HOE JOOP „JOPIE SLIM" WERD
Modellen voor een
nieuwe vlieger
ÏT^Z^INI
Heiie janqmA en meiijeA,!
KindeAu-ïimd
Oplossing raadsel vorige week
Nieuw Raadsel
EDGAR RICE
BURROUGHS
M'n hoofd staat nog niet erg naar Den
Helder en naar de briefjes. Ik kom juist uit
Limburg en ik zie in m'n geest nog het prach
tig glooiende land. Valkenburg met z'n oplo
pende straten, waar de motor van de auto
zucht, als hij de wagen naar boven moet trek
ken. Ik zie het prachtig frisse groen van de
jonge boomen, tegen het donker van de den
nen en de bloeiende appels- en perenbomen,
die als groote bruidsbouquetten langs de
wegen staan.
En nu is daar weer Den Helder, waarvan
wij toch allemaal houden, al lijkt het dan
ook wat kaal bij die weelde van groen daar
in het Zuiden van ons land. En nu ga ik
weer met jullie babbelen. Het is goed, üat
er vandaag niet veel briefjes liggen. Vol
gende week mogen jullie me allemaal wear
schrijven.
Laat ik vertellen wie het boek gewonnen
heeft. Zijn naam is:
Jan Bek, Herzogstraat 19.
Gretlia Blokker. Hartelijk gefeliciteerd
met de verjaardag van je moeder. Wat een
geweldig feest zal dat bij jullie thuis ge
weest zijn? En dat zelfs de kat mee feest
vierde, zeg! Die strik zal hem wel leuk ge
staan hebben.
Teuntje Kloosterman. Ik kan me inden
ken hoor, dat je met kleine Cor niet in de
drukte rijden mag, dat is ook veel te gemak-
lijk. Maar zo op het trottoir, in het lekkere
voorjaarszonnetje, 's middags. Ddt mag je
zeker wel en dat zal je broertje ook wel
heerlijk vinden.
Klaas Jellema. Ik heb de teekening van je
klimkooi bekeken en ik moet je mijn com
pliment maken. Je wilt later zeker construc
teur of architect worden? Maar daar moet
je heel wat voor leren, dus... op school je
uiterste best doen.
Piet Strous, Vlissingen. 't Spijt me Piet,
dat je me helemaal niet meer schrijven kunt
maar ja, als je het druk heb gaat de' lief
hebberijen aan kant. Dat werken op de Am
bachtsschool is heel iets anders, dan wat je
tot nu toe hebt gehad, vind je niet? En
waar leer je voor? Timmerman, schilder...
Nu, dat hoor ik nog wel eens.
Anny v. d. Hoek. Welkom in ons midden.
Natuurlijk mag je meedoen aan de wedstrij
den. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. En
wie weet, hoe gauw je het boek wint. We zul
len er maar op hopen, niet?
Rika Koningstein. De vacantie is weer
voorbij. Het rapport is weer op school terug.
En nu werken we weer hard voor het vol
gende, nietwaar Rika. Dat rapport van jou
zag er piekfijn uit. Zulke mooie cijfers voor
geschiedenis en natuurkunde heb ik nooit
behaald. Kranig hoor!
I. Lucifer.
II. Dobbelsteen.
Goede oplossingen ontvangen van*
Henk en Gerard v. d. Pol; Jan Koomen;
Eduard v. d. Pol; Martha Verstegen; Trien
v. d. Wal; Anny v. d. Hoek; Marietje Weeda;
Corrie en Jopie Doorn; Sijvert Roos; Sjaantje
Reynhout; Margrieta en Gerrit v. d. Wal;
Johan v. d. Pol; Nelly Conijn; Tine Lucas,
Hendrik Molenaar; W. Linning; Fred Bans;
Martha Looman; Mary Jurg; Marietje Ver
beek; Betsie Brinksma; Marie J. Groothuis;
Jak en Piet Doezie; Jan Bek; Ria de Jong;
Sientje Izeboud; Ida Izeboud; Marijke Wes-
sels; Frank v. Reek; Tini v. Strien; Martha
Briars; Ida en Tini Scheepvaart; Tini v. Bre-
deorde; Loekie Janssen; Ali Pauli; Rika en
Jacob Ras; Jo Verschoor; Wijnand Kerstens;
Lena Looyinga; Marie Janssen; Marietje
Kramer; Beppie v. Rijswijk; Piet de Koster;
Nelly Rotgans; George Veer; Alie Teunissen;
Jan en Piet Strous, Vlissingen; Rika Koning
stein; G. Garama, Vlaardinger Ambacht;
Marry Dekker; Annie Visser; Klaas en Ge-
rardus Jellema; Piet Oorburg; Alie en Teun
tje Kloosterman; Corrie Brouwer; Nellie de
Langen; Tineke Klaassen; Henny Peperzeel;
Bali, Annie en Corrie v. Bijnen; Loekie en
Leon v. d. Wal; Neeltje de Vroome; Gretha
Blokker; Truus Mol; Corrie en Tineke Kwast;
Nellie Visser; Tillie en Eleonora Bisschop;
Henny, Beppie en Sientje Korbee.
„Maar wat ben j'e toch ook een domoor!"
zei Joop. „Let dan ook beter op! Hoe kan
je nu je tas verliezen!"
Ruut keek hem nijdig aan. „Alsof jij nog
nooit iets hebt verloren!" zei hij woedend.
„Doe jij nu maar niet zo braaf, want ik
weet nog wel, hoe stom jij soms was met
spelen! Weet je nog, dat jij in het kamp
op moest passen en dat je het zó goed deed,
dat we een koffer uit de tent weghaalden,
zonder, dat je er iets van merkte?"
Joop kreeg een kleur bij de herinnering
aan die schande. Ja, het was waar, hij was
toen reuze onoplettend geweest en de jon
gens hadden hem erg geplaagd. Maar dat
was alweer bijna een jaar geleden. In de
vorige grote vacantie was het. Nu zou hem
dat niet meer gebeuren!
„Dat is al zolang geleden", zei hij dan
ook. „geloof maar niet, dat je dat nu nog
zou lukken! Jullie zouden nu geen stap in
mijn richting kunnen doen, zonder dat ik
het merkte!"
„Moet je dat horen", zeiden de anderen.
„Nee Jopie, dat kan je ons niet wijsmaken!
Weet je nog die keer, dat je ongemerkt naar
de hut in het bos moest sluipen en dat je
binnen tien minuten al gepakt was?"
„Toen was ik nog klein", verdedigde Joop
zich. „Ik wil wedden, dat het me nu wel
zou lukken". De andere jongens keken el
kaar even aan. Zouden ze Joop uitdagen?
Ze hadden er wel zin in, want ze hadden
alweer in lang niets gedaan.
„Goed", zeiden ze, „aangenomen! Maar
deze keer niet naar de hut in het bos. Je
moet nu proberen om op het dorpsplein te
komen! We zullen alle jongens uit de klas
bij elkaar halen en wij zullen het dorp om
singelen. Natuurlijk niet het hele dorp,
maar een flink stuk. Je moet in het dorp
proberen te komen tussen de molen en
tussen de Groene Beek in. Dat is een flink
stuk en er zijn genoeg manieren om binnen
te komen. Wij zullen ons overal verstoppen
en dan moet jij maar eens laten zien of je
het klaarspeelt!"
„Prachtig" zei Joop, die wilde tonen, dat
hij nu werkelijk een beetje verstandiger
was geworden en dat hij zich niet meer zo
gauw liet pakken. „Maar ik stel voor om
het tegen de avond te do- anders is het
natuurlijk onmogelijk. Het is nu al vrij
lang licht en in de schemering kunnen we
het wel doen."
Dat vonden de jongens allemaal goed en
ze spraken af om de volgende Zaterdag
avond de proef te nemen.
De voorbereidingen.
In die tussentijd hadden de jongens nog
veel klaar te maken. Ze verkenden het he-
XXXXXXXXX soort gebak.
XXXXXXXX koek
XXXXXXXX jongens-naam
XXX boom.
XXXXXXXXX lekkernij.
XXXXX muziek-instrument
XXXXX voet-bekleeding.
XXXXXXX zuid-vrucht.
XXXXXXXXX hoofdstad van Euro-
peesch land.
XXXXXX land in Europa.
De beginletters der woorden, van boven
naar beneden gelezen, vormen den naam van
een kindervriend.
Ie terrein en overlegden op welke plaatsen
ze wachtposten zouden uitzetten. De jon
gens moesten natuurlijk niet te ver van el
kaar af liggen, want dan zou het heel ge
makkelijk zijn om in het dorp te komen.
Maar ook Joop zat niet stil. Hij probeer
de na schooltijd elke keer om langs een
andere weg bij het plein te komen. Hij
kroop door struikgewas en langs droge slo
ten, hij klom in bomen om te kijken aan
welke kant van het gebied, waar hij door
mocht lopen, hij de meeste kans had
kortom hij deed alles, wat hij maar kon,
om meer kans tot slagen te hebben. Op
school begonnen de jongens heel geheim
zinnig te lachen, als ze hem zagen en hij
keek hen dan zegevierend aan, alsof hij al
gewonnen had!
Toen het Zaterdagavond werd.
En zo brak de Zaterdagavond aan. Direct
na 't eten slopen de verdedigers naar hun
schuilplaatsen. Kees had de leiding, hij zou
ook om de beurt van de ene post naar de
andere gaan om te vragen of ze al iets van
Joop gemerkt hadden. Joop was een heel
eind buiten het dorp en sloop daar langs
kleine paadjes dichterbij. Hij begreep wel,
dat er bijna geen doorkomen aan was,
want overal waren wachtposten. Hij zou
dus een list moeten gebruiken. Hij had een
plaats gevonden van waaruit hij een goed
''HfsNrVVi
overzicht had. Nu en dan zag hij een scha
duw wegsluipen. Hij begreep weL dat dat
Kees moest zijn en. hij moest lachen, omdat
hij ineens een goed plan bedacht! Kees
mocht gerust van den een naar den ander
gaan, ze zouden hem toch niet vinden!
Intussen liep Kees alle posten af, maar
niemand had nog iets van Joop gemerkt.
„Hij houdt zich lang stil", zei Kees. „Dit
is natuurlijk een truc van hem, dan denkt
hij, dat wij minder goed zullen opletten!
Hij schijnt toch nog slim te worden, die
Joop, maar wij zijn nóg slimmer! We blij
ven opletten, jongens! Hij kan er vast niet
doorkomen!"
Weer vérliep een lange tijd. De posten
lagen heel stil in hun schuilplaatsen en
probeerden door de bomen heen de wegen
af te kijken. Het werd steeds donkerder,
maar toch was het nog wel licht genoeg om
iemand te zien lopen.
Maar het bleef stil. Nu en dan kwam
iemand op de fiets over de weg en soms
bolderde een paard en wagen voorbij. Het
was heel stil buiten. De lichten in de boer
derijen gingen al aan en heel in de verte
blafte een hond. Even later was alles weer
stil.
Kees vertrouwde de zaak niet langer.
Zolang bleef Joop toch niet uit! En nog
niemand had hem gezien, dat kon toch bij
na niet! Toen sprong hij opeens overeind.
Daar werd twee maal kort na elkaar geflo
ten! Daar nog eens! Dat was het afge
sproken teken. Als er onraad was zouden
ze fluiten
Joop in ere hersteld.
Kees liep zo vlug hij kon naar de dichtst
bijzijnde wachtpost. Die had het ook ge
hoord, maar hij wist niet, wat er gebeurd
was. Ze gingen samen verder en toen hoor
den ze, dat Joop al op het plein was aan
gekomen. Niemand, had hem gezien! Stom
verbaasd haastten de jongens zich nu naar
het dorpsplein.
Daar zat Joop, trots en fier onder de
boom, die midden op het plein stond. Kees
liep naar hem toe en vroeg: „Hoe kom je
hier?"
Als je dat nu eens wist", zei Joop. „Je
zei' toch, dat ik niet zou kunnen doorbre
ken? Mooie wachten zijn jullie! Je moet
nodig iets van mij zeggen!"
„Ja, maar vertel nu eens, hoe je hier
bent gekomen!"
„O, dat is heel eenvoudig! In de kar van
boer Krelis! Ja, kijken jullie maar niet zo
dom! Ik mocht op elke mogelijke manier
zien binnen te komen en nu ben ik jullie
te slim afgeweest! Durven jullie nu nog
iets te zeggen?"
Nu barstten de anderen los. „Je bent een
reuze slimmerd, Joop! Je bent er werkelijk
op vooruit gegaan dit jaar maar het was
wel nodig!" voegde Rob er plagend aan toe.
„Jongens, we zullen Joop voortaan „Jopie
Slim" noemen!" en onder luid gejuich werd
Joop toen naar huis gebracht.
Wie wel eens een plaatje heeft gezien
van een Chinese jongen met een vlieger,
weet, dat die vliegers ware kunststukken
zijn. De jongens in China hebben niet alle
maal hetzelfde model vlieger, zoals dat bij
ons het geval is, ze verzinnen telkens iets
nieuws en iets anders en wedijveren in de
mooiste vliegers, vissen, schepen, draken,
alles wat je je maar kunt denken, wordt
als model voor een vlieger gebruikt en als
ze niets meer weten, verzinnen ze zelf iets
nieuws. Als er- dan een vliegerwedstrijd
wordt gehouden, kijk je je ogen uit naar al
die wonderlijke gevaarten met de meest
verschillende kleuren.
Daardoor zijn we op het idee gekomen
om hier ook eens een paar nieuwe modellen
aan de hand te doen. Langzamerhand
breekt de vliegertijd weer aan. Zodra het
mooi weer is, zie je buiten al jongens met
vliegers. Misschien vinden jullie het wel
leuk om ook eens een heel aparte vlieger
te maken, We hebben hier een vis, een
draak en een pauw afgebeeld, maar zoals
jullie wel zien, zijn het alleen de geraam
ten. Je moet zelf maar bedenken, waarmee
je de vliegers wilt bekleden en welke kleu
ren je wilt gebruiken. Voor de vis en de
pauw is het we] leuk om zoveel mogelijk
natuurgetrouwe kleuren te nemen. De
draak kan je net zo afgrijselijk en griezelig
maken, als je maar wilt, want in werke
lijkheid bestaan er geen draken en je mag
het daarom helemaal zelf verzinnen. Aan
deze plaatjes kan je alleen zien, hoe de ver
schillende delen in elkaar zitten.
De vis.
Het geraamte van de vis bestaat uit twee
gekruiste latten en twee lange wilgentenen.
Op de afbeelding kun je zien, hoe je deze
delen aan elkaar moet verbinden. De twee
latten werden als een kruis samengebon
den en daaromheen worden de tenen ge
bogen, die elkaar iets voor het einde van
de langste lat kruisen. Op de plaatsen, waar
de tenen de lat raken, worden ze samen
gebonden en bij de staartvin, worden de
uiteinden met draadjes aan de lat verbon
den. Nu is het model van de vis al klaar.
Het beste doe je, het met papier te bespan
nen, dat je daarna kunt verven. Aan de
staartvin en aan de kanten, waar de zij -
vinnen moeten zijn, knip je franje van pa
pier en plakt die aan het lijf vast. Het vlie
gertouw maak je aan de langste lat vast en
daarmee ben je al klaar.
De pauw.
Hiervoor hebben we weer twee latten en
twee wilgentenen nodig. Van de latten ma
ken we weer een kruis, nu alleen kleiner
dan het kruis van de vis en de wilgentenen
maken we aan de uiteinden van de dwars-
lat vast, buigen ze daarna om het uiteinde
van de langste lat en spannen ze dan weer
met behulp van een paar sterke draden.
Daarna spannen we nog eens draden naar
het onderuiteinde van de lat en ook nu is
het geraamte bijna klaar. De hals en de
kop knippen we van karton, dat we aan het
geraamte vastmaken of pas later aan de
bespanning vastlijmen. De staart bestaat
uit een aantal papierslingers. We nemen
daarvoor kleine stukjes papier en rijgen die
aan een touwtje. Met behulp van een stok
je houden we de slingers uit elkaar, zodat
het riet'leen uitstaande pauwenstaart lijkt.
Ronde schijfjes karton worden als ogen be
schilderd en daarna op de staart geplakt.
Nu wordt het hele geraamte nog met pa
pier bekleed en daarna beschilderd.
De draak.
Voor de draak hebben we drie latten
nodig, die ongeveer in het midden met el
kaar verbonden worden, zoals je op de af
beelding kunt zien. Verder hebben we vijf
wilgentenen nodig, die ook weer volgens
afbeelding met de latten verbonden kun
nen worden. De plekken waar ze samen ko
men moeten we goed met garen omwikke
len en met lijm nog eens extra vast
plakken. Op de plaatsen, waar de tenen bij
elkaar komen, kan je stukjes kurk lijmen.
De poten en de kop met de vreselijke bek
maken we van licht karton, dat we ook
weer aan het geraamte bevestigen. De
staart wordt heel lang, want die moet het
tegenwicht vormen tegen het gewicht van
het lichaam. Nu wordt hij weer bespannen
en met felle kleuren beschilderd.
DOOR
20.
Nadat Tarzan langs alle hutten had gelopen,
wist hij dat de gezochten hier niet waren.
Maar hij moest meer weten. Hij keerde zich
om naar de hut van het opperhoofd. Op de
grond lag, als een waardeloze steen, de grote
emerald. Tarzan hield stil, luisterde en ging
de hut binnen. Boor hun ademhaling wist
Tarzan de plaats waar de vrouw en kinderen
cp de grond sliepen, terwijl het opperhoofd
op een veldbed sliep. Tarzan ging naar hem
toe Vingers als van staal sloten zich zacht
om de keel van c.en slaper „Stil, als je 'even
je lief is", fluisterde de aapman. „Wie ben
je? vroeg het opperhoofd zacht. „De k-wng
vanoe jungle", atuwocrdde Tarzan, wart on
der deze benam! Tg was Tarzan bekend en
gevreesd in dit gedeelU van Afrika, af se hoon
slechts enkelen hem hadden gezien. Hij voel
de dat het opperhoofd beefde van angst. Het
opperhoofd kon Tarzan alleen vertellen, dat
eer groepje Bant mgo-krijgers Spike en Troli
op het spoor waren geweest en dat de blanke
mannen gevlucht waien met achterlati var.
de groene steen, «ervfi ze de w:t'e "fte»n
meegenomen hallen. Maar hij kon nieri? na
ders vertellen over de verdwenen Confala.