Wij lazen voor
RADIO
:N OI
OLIFANTS-
IMAINNEN
Gifkast als sleutelbergplaats
Stichting tot Bevordering
van den Uitvoer
v|\V'^
vaart uit
EDGAR RICE
BURROUGHS
- Uit de Pers van heden
Politiemotor verdween
in de gracht
Kostbare sieraden gestolen
PROGRAMMA
Ethel M Dell
DOOR
40.
Tarzan klom naar beneden naar de vallei
en stak het leeuwenveld voor de Gouden
Stad over. Het Leeuwenveld! Wat voor her
inneringen wekte dit. Hier, onder de bevelen
van de wrede koningin Nenome, was hij om
rijd geweest met leeuwen, doch hij had we
ten te ontkomen. Nu echter, met zijn vrien
den aan het bewind, zou hij welkom zijn in
Cathne. Rustig liep hij de open ruimte over,
totdat luj voor de gouden brug stond. Een
van de wachters herkende hem. „Tarzan!"
riep hg vol vreugde. En alle krijgers renden
naar den aapman toe om hem te begroeten.
Ds kapitein, een edelms-n, die Tarzan heel
goed kende, vergezelde hem naar het paleis.
„Alextar zal blij zijn U te zien," zei hij. „Als
U er niet geweest was, zou luj nu geen ko
ning geweest zijn, ja, zou hij nu zelfs niet
meer in leven zijn. Wacht hier in de anti
chambre, ik zal hem laten weten, dat U er
bent!" Het wachten duurde lag in de kamer,
die geheel behangen was met jacht-tropheeën.
Toen de kapitein terugkwam, stond zijn ge
laat bezorgd en met hem, dat van twintig
andere krijgers. „Het spijt me, Tarzan",
sprak hij, „maar ik heb bevel gekregen, je
gevangen te nemen".
ONDEROFFICIEREN UITGESCHAKELD.
De Telegraaf neemt een klacht op van
een oud-gezagvoerder, den heer W. H. Mel-
lema, inzake het aanstellen van buitenland-
sche piloten bij de K.L.M. De schrijver be
toogt, dat het niet noodig is, vreemde pilo
ten in dienst te nemen, mits men de Ne-
derlandsche jongelui maar een kans gaf!
Doch de eisch van een H.B.S.-diploma vormt
een obstakel. Ook bij het zeewezen acht
schr. de opleiding te theoretisch, te weinig
practisch.
„Nederlanders waakt voor uw zaak!" al
dus de heer Mellema. Laat Duitscher, Noor,
noch Engelschman klimmen in uw touwen!
Dit is het advies van een practijk-
mensch, die inziet, dat ten gevolge
van de te ver doorgevoerde theoreti
sche opleiding in Nederland de cata-
gorie menschen waar de natie altijd
trotsch op is geweest gaandeweg
verdwijnt en plaats maakt voor een
categorie studiemenschen, welke in
de practijk blijken geen plezier in
hun vak te hebben, dus een groot
deel van het practijkwerk voor zich
zelf onwaardig vinden en er geen
gevoel voor hebben".
De Telegraaf voegt hier o.m. het volgende
aan toe:
Maar een tweede oorzaak van het gebrek
aan piloten is te vinden in het feit, dat
de leiding der K.L.M. uitsluitend offieieren-
vliegers in de gelegenheid wil stellen bij
onze nationale luchtvaartmaatschappij in
dienst te treden. Onderofficier-vliegers, al
behooren zij tot de allerbesten, hebben
geen enkele kans meer. En zoo kan het ge
beuren, dat uitstekende krachten van deze
categorie als maandvliegers vegctccrcn, ter
wijl de behoefte aan goede Nederlandsche
Vliegers iederen dag nijpender wordt.
Het is niet in het belang van de Neder
landsche luchtvaart, dat men het corps,
waaruit deze mannen zijn voortgekomen,
voor goed heeft uitgeschakeld voor deelne
ming aan onze verkcersvlicgerij. Deze schee-
ve bepaling dient dan ook hoe eer hoe lie
ver geschrapt te worden.
GEESTELIJKE KOST.
De Nieuwe Rotterd. Crt. (lib.) publiceert
twee pers-commentaren op het aftreden van
minister de Wilde. De eerste, uit het Na
tionale Dagblad (N.S.B.) bevat o.m. de vol
gende zinsneden:
„Wat wij voorspeld heben gebeurt thans:
De Roomsch Katholieke Staftspartij acht
het oogenblik gekomen, minister Colijn te
ontslaan, zonder dankbetuiging voor de vele
en gewichtige diensten aan het politieke
katholicisme bewezen.
De aanval is geopend in het kabinet, on
middellijk na de verkiezingen.
De eerste stelling is gevallen; de eerste
6teen uit het kabinet gebroken; De Wilde,
Colijn's beste vriend, is tot aftreden ge
dwongen.
De tweede commentaar is uit het Volks
dagblad (Coinm.), overgenomen en luidt
o.m.:
„Zooveel is reeds uit de pers-commentaren
dezer regeeringspartijen op te ma<cen, dat
hier niet alleen financieele vraagstukken in
het geding zijn. Of liever, dat de botsingen
in financieele kwesties de uitdrukking zijn
van tegenstellingen op algemeen binnen-
landsch en buitenlandsch politiek gebied.
Ook hierom, waar het de hoogste belan
gen des volks geldt, moet de kreet door het
geheele land weerklinken: Opening van za
ken!
Er blijkt nu duidelijk hoe kwetsbaar, hoe
wankel en innerlijk zwak deze regeering is.
Er blijkt nu duidelijk hoe kortzichtig de
houding der rechtsche sociaal-democratie is,
die zich op alle gebieden bij de politiek van
deze regeering zoekt aan te passen".
De Nieuwe Rotterd. Crt. schrijft hieron
der:
Tot zoover het Volksdagblad, ex-Tribune.
Het algemeene kiesrecht heeft toch wel tot
rare uitwassen ook op publicistisch gebied
geleid! Zoowel de nat.-soc. als de communis
ten zouden de persvrijheid opheffen, indien
zij de macht hadden. Het zou wat helpen,
indien ze alleen zich zelf ophieven. Maar
dat zou natuurlijk niet gebeuren; helaas
zou een van beide als de eenige pers over
blijven.
Stel u eens voor, dat men niet anders had
dan dergelijke geestelijke kost! Jaar in, jaar
uit, zooals in Duitschland en Rusland het
geval is
Apothekersjongen benadeelt zijn
vroegeren baas.
De Haarlemsche rechtbank heeft gisteren
den 25-jarigen opperman P. uit Haarlem
tot twee jaar en den 24-,jarigen rietwerker
K. uit Amsterdam tot vier maanden gevan
genisstraf veroordeeld, omdat zij in den
nacht van 4 op 5 Maart hadden ingebroken
in een apotheek aan den Kleverparkweg.
Zij hadden de geldlade, welke slechts 26
gulden bevatte, geopend met den sleutel,
die altijd in de vergifkast lag. De politie
koesterde daardoor reeds dadelijk verden
king tegen K. die vroeger als loopjongen bij
de apotheek in dienst was geweest en dus
deze ongewone bergplaats van den sleutel
kende.
Het O.M. had twee weken geleden tegen
P., die reeds tien keer veroordeeld is, twee
en een half jaar geëischt en tegen K. ander
half jaar.
Diepgaande onderzoekingen naar
afzetmogelijkheden in het buiten
land.
De Regeeringspersdienst meldt:
Op 19 Mei j.1. is te 's-Gravenhage op mach
tiging van den minister van Economische
Zaken opgericht de „stichting tot bevorde
ring van den Uitvoer."
Deze stichting heeft ten doel, werkzaamhe
den op het gebied der economische voorlich
ting te verrichten, ter aanvulling van het
geen de Economische Voorlichtingsdienst op
dat gebied verricht. War laatstgenoemde
dienst in hoofdzaak ten behoeve van den
export werkzaam is, zal zulks ook het geval
zijn met de in het leven geroepen stichting,
hetgeen in den naam der stichting tot uit
drukking is gebracht.
Gelijk bekend, heeft de Economische Voor
lichtingsdienst tot taak, aan het bedrijfsle
ven kosteloos voorlichting en hulp op eco
nomisch gebied te verstrekken. In de prac
tijk is gebleken, dat bij het bedrijfsleven
meermalen behoefte bestaat aan meer uitge
breid en ingrijpend dienstbetoon, dan de
Economische voorlichtingsdienst met de te
zijner beschikking staande krachten, welke
geheel door de loopende werkzaamheden in
beslag worden genomen, zou kunnen bewij
zen, hoewel de hulpmiddelen voor dat dienst
betoon veelal aanwezig zijn. Teneinde in de
aldus gebleken behoefte aan aanvullend
dienstbetoon te voorzien, is bovengenoemde
stichting opgericht.
Zij opent de mogelijkheden, aan het
bedrijfsleven bijzondere diensten,
welke buiten het normale kader der
werkzaamheden van den economi
sche Voorlichtingsdienst vallen, te
gen betaling te bewijzen. Gedacht
wordt speciaal aan meer diepgaan
de onderzoekingen naar afzetmoge
lijkheden in buitenland, waaraan
onderzoek ter plaatse in het te be
werken marktgebied kan worden
vastgeknoopt.
Om misverstand te voorkomen, worde er
duidelijk op gewezen, dat de normale werk
zaamheden van den Economischen Voor
lichtingsdienst, als tot dusver, kosteloos zul
len worden verricht.
De minister heeft tot directeur der stich
ting benoemd dr. T. P. van der Koov, chef
van den Economischen Voorlichtingsdienst.
Het adres der stichting is Rijnstraat 24,
's-Gravcnhage.
En de Amsterdammers hadden
plezier.
't Gebeurde op dezen schoonen voorjaars
morgen aan de Prinsengracht hoek Rogu-
liersgracht in de hoofdstad. Er reed een
politiemotor met zijspan zoo maar in z'n
dooie eentje het grachtwater in. Een harde
plons, even hevig beroerig water en groote
luchtbellen en wèg was de motor met zij
span. Het water had zich weer gesloten
alsof er niets gebeurd was. Twee forsohe
gestalten, twee motoragenten van de Am-
sterdamsche politie, die nauwelijks 15 se
conden tevoren uit de fonkelnieuwe ma»
chine waren gestapt, nadat zij haar op den
walkant hadden neergezet om aan de Re-
guliersgracht een verkeersovertreder te ver
baliseeren, keken verbaasd in het gracht
water, waaruit nog luchtbellen opstegen
en waarin hun motor was verdwenen. Aan
den verkeersovertreder dachten ze niet
meer. Die was er intusschcn vandoor ge
gaan. Dat 's ook boffen
Er kwam een motor- en een reddings
wagen van de brandweer en er kwamen
natuurlijk ook honderden Amsterdammers,
die zich op de bruggen, langs de gracht
en op de zolderschuiten, die er toevallig
aan de andere zijde lagen, verdrongen, om
toch vooral niets van het unieke schouw
spel te missen. Zij grinnikten en hadden
echt plezier. En de agenten lachten ook
maar. Och, waarom ook niet? Zij konden
er per slot van rekening toch ook niets
aan doen, dat de versnelling was losge
schoten en dat de motor toen vanzelf de
hoogte was afgereden, het water in.
De brandweer heeft het geval weer op het
droge gebracht. De agenten zijn weggereden
op een ander vehikel en een monteur
heeft zich over het druipnatte en bemod-
derde exemplaar ontfermd, waarmede het
incident was gesloten.
Toen de bewoners Maandagavond uit wa
ren, heeft men van de gelegenheid gebruik
gemaakt om een bezoek te brengen aan een
benedenhuis in de Apollolaan te Amsterdam
Men heeft zich aan de achterzijde van het
huis, via de keukendeur, welke werd open
gesloten, toegang tot de woning verschaft.
Uit een aantal étui's werden kostbare sie
raden, waaronder juweelen, gouden broches
en ringen ter waarde van f 2.500.wegge
nomen.
DONDERDAG 1 JUNI 1939.
Hilversum I. 1875 en 415.5 m,
8.00 —9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO.
2.00—12.00 NCRV.
8.009.15 Gramofoonmuziek (Om ca. 8.15 Ber.
10.00 Gramofoonmuziek.
10.15 Morgendienst.
10.45 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 KRO-orkest (1.001.20 Gramofoonmu
ziek).
2.00 Handwerkuurtje.
2.55 Gramofoonmuziek.
3.00 Vrouwenhalfuur.
3.30 Gramofoonmuziek.
3.45 Bijbellezing.
5.00 Handenarbeid voor de jeugd.
5,30 Dames-ensemble van Eden en Gramo
foonmuziek.
(Ca. 6.25 Berichten).
7.00 Berichten.
7.15 Journalistiek weekoverzicht.
7.457.55 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Ber.
8.15 Koorooncert.
9.00 Causerie „Persoonlijke roeping".
9.30 Piano oordracht.
10.00 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.30 Gramofoonmuziek (10.45-11.00 Gym
nastiekles).
11.5012.00 Schriftlezing.
Hilversum II. 301,5 m.
Algemeen Programma, verzorgd door de
AVRO,
8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.15 Berichten).
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonmuziek.
10.35 Ensemble Jetty Cantor.
11.00 Voor de vrouw.
11.10 Vervolg concert.
12.15 Berichten.
12.17 AVRO-Amusements-orkest.
12.45 Gramofoonmuziek.
I.15 Het Omroeporkest.
2.00 Voor de vrouw.
2.40 Het Omroeporkest.
3.30 Viool en piano (Ca. 3.45 Berichten).
4.00 Voor zieken en thuiszittenden.
4.30 Kinderkoor „Zanglust" en het Omroep
orkest (Opn.).
5.00 Natuu. historische uitzending.
5.30 Het WRO-Amusements-orkest. (Opn.)
6.28 Berichten.
6.30 Sportpraatje.
7.00 De AVRO-Danceband, en soliste.
7.35 Causerie „Materialisatie en demateriali
satie van licht".
8.00 Berichten ANP., mededeelingen.
8.20 Het Omroeporkest en solist.
9.15 Declamatie.
10.00 Orgelspel.
10.15 De Twilight Serenaders en solist.
II.00 Berichten ANP. Hierna tot 12.00 Gra
mofoonmuziek.
FE UILLETON.
27.
Hij liet haar los en ze was wonderlijk te
leurgesteld, toen hij dit deed.
Dan ga ik nu, zei hij. Het hoeft
niet juist theetijd te zijn, hoor. Iedere tijd is
goed. We zijn altijd blij je te zien, de oude
„Circe" en ik.
Ze keerde zich af met oogen, die brandden
van de tranen, die ze niet had geschreid en
slikte even. Dan volgde ze hem met de kaars.
Bij de trap keek hij om. Je hoeft niet ver
der te gaan. Ik kan den weg wel vinden. Ver
geet het nietop iederen tijd van den dag
den nacht kun je op me rekenen.
Ze ving den glans op van zijn hemelblauwe
Oogen en haar hart klopte wild en heftig. Het
was of iets haar trok om hem te volgen. Met
een wanhopige krachtsinspanning hield ze zich
daarvan terug. Hij keerd zich van haar af en
ze hoorde zjjn voeten licht de trap afdalen.
Ze trilde, toen ze haar weg terug zocht en
terwijl ze ging, hoorde ze een zacht geluid...
zooals een rat zou kunnen maken, die over
de balken sprong... en dat uit de Kamer v. d.
kapitein aan het eind van de gang scheen te
komen. Na den eersten nacht was ze die ka
mer nooit weer binnen gegaan. De herinnering
aan de glazen stolp en wat zich daaronder
bevond vervulde haar met walging. Ook nu
kon ze er niet toe komen daar binnen te gaan.
Ze ging naar haar eigen kamer en sloot de
deur.
En daar, terwijl haar hart bonsde in haar
tenger lichaam, herleefde ze dat laatste kwar
tier tot in de kleinste bijzonderheden. Zoo had
hij gesproken, zoo had hij gekeken, terwijl zij
geheel en al was overmeesterd door zijn wil.
Het was waar, dat hij zich had teruggetrokken
bij haar kreet om genade. Maar diep in haar
hart wist ze, dat, als hij zich niet had terug
getrokken, hij met haar had kunnen doen, wat
hij wilde. En dat ze zich zou hebben overge
geven zonder verder verzet. Hij was edelmoe
dig geweest en had zich met zeer weinig te
vreden gesteld. Misschien had hij zich zijn
macht niet gerealiseerd. En toch, ze geloofde,
dat hij dat wel had gedaan, maar er zich niet
van had willen bedienen.
Dus, dat beteekende, dat hij op iets verders
wachtte? Maar waarop? De verwarring, die
ze in zich voelde, belette haar een antwoord
te vinden. De herinnering aan dien kus, dien
ze nauwelijks had gevoeld, wond haar op, bijna
alsof ze veel gedronken had. Weer was het,
of ze die trilling voelde, die door hem heen
was gegaan, als van een kracht, met moeite
in bedwang gehouden. Hij had zich beheerscht
op dat oogenblik en door dat te doen ook haar
bedwongen. Was ze er blij om? Of treurig?
Onmogelijk het te zeggen. Ze wist alleen, dat
haar heele wezen als in vuur stond en dat haar
dat tegelijkertijd verrukte en ontstemde.
Van één ding slechts was ze volkomen zeker:
dat in die enkele minuten, die ze samen in haar
kamer hadden doorgebracht een groote ver
andering over haar was gekomen, waarvan ze
zich nooit weer geheel en al zou kunnen be
vrijden. Het heele leven leek plotseling anders
Ze zag als het ware van meer nabij en deze
nabijheid deed haar duizelen. Rolfe had iets
in haar opgeroepen, waarvan ze zich tot nu
toe het bestaan nauwelijks bewust was ge
weest. En het vreemde was, dat dit nieuwe
nu haar gansche wezen vervulde. En alles,
wat haar vroeger had bezig gehouden Rue-
ben en zijn onhebbelijkheden en Emily en Peter
Prawle en Micky dit alles leek van geen
belang meer. Het was of een geweld'ge, on
bekende kracht haar in een geheel andere
baan had gedreven en ze was tegelijk angstig
en blij. Maar later, vele uren later, toen de
koorts wat was gekoeld, zei ze tegen zichzelf,
dat, geen enkele man zoo min Rolfe, de
Deen, als wie ook, zeggingschap over haar
leven zou hebben. Ze wou onafhankelijk zijn
en niet iemands slaaf. Ze had schoonheid en
ze had hersenen. Zij zou regeeren en het nooit
dulden, dat iemand haar regeerde.
Ze herinnerde zich Oliver Keston en glim
lachte bij die herinnering. Ze begon zich be
wust te worden van haar macht.
HOOFDSTUK 8.
Het was iets later op denzelfden avond, dat
Belinda, gekleed in een glanzend zwart satij
nen jurk met korte mouwen achter de toon
bank van „de Zwarte Zwaan" stond en het
visschersvolk van Beam van drank bediende.
Haar gezicht was iets bleeker dan gewoonlijk
maar haar lippen ongemeen rond. Ze zag er
ingetogener uit dan haar gewoonte was en
het was haar klanten volkomen duidelijk, dat
ze, bij deze gelegenheid in ieder geval, niet
van geintjes gediend was. Om kort te gaan
was ze met uitzondering van haar lippen
in de rouw gegaan.
In de achterhoede bevond zich Joe Muster.
Het was gewoonlijk Micky's taak Belinda te
helpen met omwasschen en dergelijke werkjes
maar Micky was laat dezen avond en Joe vond
het volstrekt niet onaangenaam zijn plaats in
te nemen, nu Sophie met haar eeuwig ge
klaag op bezoek was gegaan bij naar zuster,
die in de naburige havenstad een pension hield
Voor Joe Muster was het meisje in de glan
zende, zwarte jurk het mooiste, dat hij in heel
zijn leven had gezien. Hij vond dat ze een
prachtig figuur had. Hij zag dat ze geschreid
had en vond dat in hooge mate prijzenswaardig
van haar.' Hij koesterde een plan, dat hij haar
later op den avond hoopte te openbaren en
waarmee hij haar stemming ten zijnen opzichte
gunstig hoopte te beïnvloeden.
Zoo waschte hij om en hield haar de glazen
drogen en wachtte zijn tjjd af. Hij vergat
zelfs Micky een standje te geven, toen die
eindelijk verscheen met een angstig gezicht
als een geslagen hond, waaruit duidelijk zijn
schuldgevoel sprak.
Belinda was zoo gemakkelijk niet en viel uit
Werkelijk Micky, je kon evengoed heele-
maal wegblijven dan zoo laat in dan avond
nog te komen aanwaaien!
Micky mompelde iets onverstaanbaars en
keek schichtig naar Joe, die hem enkel maar
den vaatdoek toewierp met een kort: Schiet
maar op dan!
Belinda had enkele klanten te bedienen,
maar daarna wendde ze zich tot Mickey.
Nou, wat heb je uitgevoerd? Heeft de ka
pitein je een pak ransel gegeven
Micky maakte een gebaar, alsof hij haar
in het geheim iets vertellen wilde. Snel,
nieuwsgierig boog ze zich naar hem over. Hij
trok haar bij een arm in een hoek, die door
een glazen schot van de rest van het lokaal
was afgescheiden. Zijn aapachtig gezicht had
'n uitdrukking van groote geheimzinnigheid,
maar hij scheen moeite te hebben om woor
den te vinden.
Nou, vooruit! Wat is er? zei Be
linda.
Het kwam tenslotte met ontstellende dui
delijkheid, die het hoorbaar maakte voor alle
bezoekers van het café, die zwijgend en op
merkzaam toehoorden.
Die meid... Sjulie... was met Rolfe Brit-
ton op d'r slaapkamer. Nou net. Eerst is ze
bij hem op de „Circe" geweest. En toen ze
terugkwamen, gingen ze meteen samen naar
boven toe.
Heere, bewaar me! riep Belinda. Ze
staarde Micky aan en er kwam een uitdruk
king van verbittering op haar gezicht.
Dus daar legt ze het op aan. Nou, het ver
wondert me niks. Ik wist meteen toen ik
haar zag, dat ze ze achter den elleboog had.
Een instemmend gemurmel steeg op uit
het publiek.
Joe Muster grinnikte. Ik moet zeggen,
het is fraai. En de schipper zeker aan den
overkant? Was Emily er niet?
Micky schudde het hoofd en kwam een
stap naar voren, nu het tot hem doordrong
wat een belangrijke positie hjj innam. Er
was niemand anders dan ik, zei hij. Ik
hoorde ze binnenkomen. Ik was boven. Ze
gingen in haar kamer en ze deden de deur
dicht en ze maakte een beetje lawaai, maar
hij had haar gauw stil. En toen praatten ze
een beetje en toen kwam hij eruit en ging er
vandoor.
Wel heb ik ooit! zei Joe Muster.
Dat is me er eentje, hoor!
Wat kan je anders verwachten van een
meid met zoo'n gezicht! barstte Belinda
uit. Geen degelijkheid of fatsoen, dat is
zeker. Ik hoop maar, dat de schipper er
achter komt.
Dat zal hij gauw genoeg, meende Joe.
Zulke dingen komen altijd uit.
Belinda klemde haar lippen opeen. En
dat is maar goed ook. Hier Micky, schiet op
met die glazen! Dank je, Mr. Muster. Ik kan
het nou verder alleen wel af.
Joe leunde naar haar over en sprak fluis
terend: Ik heb wat met je te bespreken
na sluitingstijd. Kun je dan even bjj me
komen
Ze keek hem aan en met een blik, die bijna
griezelig zakelijk was.
Oké! zei ze kort. Ik zal op het
kantoor komen.
Ze nam weer haar vroegere zedige houding
aan, waar nu iets van gestrengheid bij kwam,
iets wat haar ongenaakbaarder dan ooit
maakte. Micky sloop rond als een bange
hond. Hij was er volstrekt niet zeker van
goed gehandeld te hebben en een onvriende
lijk woord van Belinda vond hij veel erger
dan een klap van den kapitein.
Traag gingen de uren voorbij en eindelijk
was het sluitingstijd. Schuifelend met hun
voeten vertrokken de visschers in hun blau
we truien. Joe kwam uit zijn kantoortje en
sloot de deur achter den laatsten klant. Dan
keerde hij zich tot Micky, die nog bezig was
glazen af te drogen. Ga maar naar huis,
zei hij. Ik zal het verder wel doen. En zorg
ervoor, dat je morgen op tijd bent, of er
zwaait wat.
Wordt vervolgd.)