Het Kabinet°Colijn in staat van ontbinding Het drama te Koedijk DE WERELD Postvlucbten op Indië Tweede Kamer 99 Interpellatie-Wijnkoop over het aftreden van mr. de Wilde 99 Dc aanleg van vestingen in Oost Pruisen in weinig woorden Gisteren heeft de heer Wijnkoop dr. Co- lijn in de Tweede Kamer geïnterpelleerd over het aftreden van den minister van Financiën, mr. de Wilde. De cormnunisti- »che afgevaardigde stelde acht vragen, welke wij niet alle zullen opnemen, on# dat uit het hieronder volgend antwoord van den minister-president genoegzaam de aard der vragen blijkt. Eén passage uit de interpellatie nemen wij echter over: Is thans, aldus de heer Wijnkoop, de homogeniteit in het kabinet aanwezig, noodig voor de mogelijk heid van verder regeeren op de zoogenaamde smalle basis? Of moet niet thans een zoodanige verande ring in het Kabinet worden aan gebracht dat het in overeenstem ming is met de democratische volksuitspraak van 193"? Het antwoord van dr. Colijn luidt in hoofdzaak als volgt: De bezwaren van minster de Wilde golden minder het doen van bepaalde uitgaven dan het ontbreken van de noodige bezuini gingen. Bedoelde uitgaven kwamen meer dan bij één departement voor, het meest intusschen bij Defensie en Sociale Zaken. Andere verschillen dan dat over den budgetairen toestand rijn er in den boezem van het Kabinet niet geweest. Dat er ten aanzien van den budgetairen toestand in het algemeen ook geen verschil van op vatting bestond tusschen mr, de Wilde en den minister-president, blijkt met genoegzame duidelijkheid uit het den 20sten Mei gepubliceer de bericht van den regeeringspers- dienst. Dit bericht luidde als volgt: „De minister van Algeimeene Zaken, dr. H. Colijn, die ad interim is belast met het beheer van het departement van Finan ciën, heeft op zich genomen door bezuini gingen, de taak, die óók mr. de Wilde zich voor oogen had gesteld, nl. om voor '40 bud getair evenwicht te bereiken, tot 'n goed einde te brengen". Hieruit blijkt zonne klaar, dat het streven van mr. de Wilde Ötn voor 1940 hudgetair evenwicht te be reiken, de volle instemming van den mi nister-president had. De Ossche zaak is tijdens het financieel? «meningsverschil zelfs met geen woord ter sprake gekomen. Mr. de Wilde eischte geen be paalde bezuinigingen. De afgetreden minister van Financiën heeft geen bepaalde bezuinigingen geëischt, dat doet ook de waarnemende minister van Financiën niet. Het budgetair evenwicht moet worden verkregen door gezamenlijke inspanning van alle ministers, die ieder voor hun eigen departement de verant woordelijkheid voor de te nemen maatrege len hebben te dragen. Zoolang het onderling overleg niet tot de finitieve resultaten heeft geleid, kunnen over de aan te brengen bezuinigingen geen mededeelingen worden gedaan. De minister-president is niet bereid me de deeling te doen over de groote lijnen van de te volgen financieele politiek, voor al met betrekking tot Sociale en Economi sche Zaken, Onderwijs en Defensie, al ware het alleen maar omdat de regeering geen opening van zaken kan doen over voorne mens, die nog geen vasten vorm hebben aangenomen. De minister-president wil echter wel zeggen, dat hij niet bereid is een luchthartige financieele poli tiek, een politiek van voortdurend regeeren met tekorten op den gewo nen dienst, zooals die in onze dagen nog al eens aanbevolen wordt, met zijn verantwoordelijkheid te dekken of zich daarbij neer te leggen. Op de vraag over de homogcnietijd in het Kabinet kan geen antwoord worden gege. ven. Eerst als het. overleg over den bud getairen toestand beëindigd is, zal kunnen blijken of liet Kabinet voldoende homogeen is om verder het bewind te kunnen blijven voeren. Tenslotte bestond er voor de regeering geen aanleiding zich eigener beweging tot de Staten-Generaal te richten en dit te eer, waar zulks bij het heengaan van een minis ter, althans in de latere jaren, nimmer ge schied is. Dr. Colijn een figuur". „wonderbaarlijke Alvorens tol zijn interpellatie over te gaan, verdedigde de heer Wijnkoop zijn standpunt uitvoerig. De taak. die de minister-president thans op zich neemt is, aldus spr., zwaar. De heer Colijn wordt langzamerhand een wonderbaarlijke figuur. Het christelijk ce ment is gebarsten. Spr. hoopt, dat de heer Colijn zijn zeven tigsten verjaardag mag vieren, doch niet als minister-president. Reeds het vorig jaar wilde mr. de Wilde verdwijnen. De minister-president, aan 't woord komend, deelde mede. dat mr. de Wilde reed3 in Augustus van het vorige jaar ernstige bezwaren had tegen de begrooting. Toen had de minister reeds het voornemen ontslag te vragen. Hij heeft er echter vanaf gezien, daar men stond vlak voor het nieuwe zitting- Dr. COLIJN. jaar van de volksvertegenwoordiging. Hij stelde echter als voorwaarde, dat het eind cijfer van den gewonen dienst niet zou uit gaan boven dat van het voorafgaande jaar. Tegenover alle verhoogingen door werk loosheidsbestrijding moesten dus besparin gen elders staan, de opbrengst van de nieu we belastingvoorstellen moest tot dekking van de meerdere uitgaven dienen. Daarom heeft spr. bepaald, dat de voor- loopige begrootingen eind April moesten worden ingediend om aftreden vlak voor de opening van de Staten Generaal te voorko men. Er bleek toen echter bij verre na niet te zijn voldaan aan de voorwaarden van mr. de Wilde. Het eindcijfer wees een tekort aan van enkele tientallen millioenen, voor opgesteld, dat de nieuwe belastingvoorstel len de verwachte 55 millioen zouden opbren gen. Daarom is mr. de Wilde afgetreden. Naar zijn oordeel, moesten ten behoeve van de militaire uiagoven andere uitgaven van den staatsdienst worden beperkt. Het 'overleg over de voorloopige begrootin gen is nog niet ten einde. Een beslissing zal niet lang kunnen uitblijven. Zij kan voor het einde van deze maand worden tegemoet- gezien. Scherpe veroordeeHng. Ingeleid door den heer Wijnkoop, die zich niet bevredigd acht door het ant woord van den minister, zeiden nu de heeren Albarda (s.d.), Rost van Tonningen (n.s.b.), Bierema (lib.), Joekes (v.d.), Van Houten (c.d.u.J en Kersten (Staatk. Ger.) op zeer scherpe wijze hun meening over den huidigen toestand in bet Kabinet. Wij laten hier een bloemlezing uit deze redevoeringen volgen. „Een latente kabinetscrisis in permanentie" (Wijnkoop). „Dit Kabinet verkeert in staat van ontbinding, liet beste is aftreden" (Albarda) „Het is duidelijk dat de heer Colijn schipbreuk heeft gele den" (Rost v. Tonningen). Het vermoeden dat het Kabinet vanaf den beginne leed aan gebrek aan homogeniteit, is thans bevestigd Als dr. Colijn geen andere gedrags lijn gaat volgen dan mr. de Wilde, waarom is deze dan afgetreden? Openbaarheid is hier geboden!" „De interpellatie bewijst dat wij leven onder een kabinetscrisis. Het is landsbelang, dat. men weet, of dit Kabinet in de huidige samenstelling zal blijven bestaan" (Joekes) „Ja, het Kabinet is in staat, van ontbinding. De heer Colijn zal nog eenmaal probeeren het wilde Room- sche vierspan te temmen. Er zijn sombere perspectieven voor de soci aal zwakken' (van Houten). „Waar om is alleen mr. de Wilde en niet ook dr. Colijn heengegaan? Wij heb ben nu geleerd dat men niet moet samengaan met Rome' (Kersten) De heer Albarda merkt nog op, dat er verschil van meening in het kabinet moet bestaan ten aanzien van de slagschepen en de werkloosheidsbestrijding. Minister Colijn: Het eene is zelfs nooit be sproken! De heer Albarda: dat moeten dan de slagschepen zijn! Er is hier veel raadsel achtigs Minister-president Colijn ging op al deze beschouwingen niet in, omdat zij, naar hij opmerkte, buiten het kader van de inter pellatie vielen. Spr. heeft er alles op gezet om zijn doel te bereiken, het gaat om min stens 80 millioen gulden, die zouden moe ten worden gevonden. Hierna sluiting van deze bewogen zitting. Zoowel bij vrijspraak als veroor deeling van den verdachte, loopt Maria Dekker kans op een straf vervolging. ZIJ ERKENDE VAN EEN FOGINO TOT MOORD TE HEBBEN AFGE WETEN. (Van een deskundigen medewerker.) Nu de behandeling van deze geruchtma kende zaak voor liet Gerechtshof te Am sterdam achter den rug is, zullen ongetwij feld vele lezers zich bezig houden met de vraag, hoe de uitspraak zal luiden, die op 29 Juni a.s. zal Worden gedaan. Zal het Hof niedegaan met den Procureur-Generaal, die in zijn requsitoir een levenslange gevangenis straf eischte of krijgt de verdediger gelijk, die voor den verdachte vrijspraak bepleitte? Niemand onzer kan hierop een antwoord ge ven, maar liet zou geen verwondering behoe ven te wekken, wanneer de meening van de meesten van hen, die de behandeling per soonlijk of in de dagbladen gevolgd hebben, in de richting van bet laatste ging. En in derdaad zijn hiervoor ook wel enkele aan wijzingen aanwezig. Allereerst geven de verklaringen, door de beide hoofdgetuigen afge legd, reden tot voorzichtigheid, aan gezien nu al wel gebleken is, dat ze niet op alle punten met de waarheid overeenstemmen; verder is er het oogenschijnlijk tamelijk bezwarende, doch in werkelijkheid vrij zwakke requisitoir van het Openbare Ministe rie Daarbij komt. dan nog dat volgens de wet de verdachte, daar hij door de Rechtbank te Alkmaar is vrijge sproken, in hooger beroep slechts met eenparigheid van stemmen kan wor den veroordeeld. Wanneer dus slechts één van de raads- heeren van het Hof twijfelt aan zijn schuld en dientengevolge geen schuldig durft uit te spreken, moet ook hier onherroepelijk een vrijspraak volgen. En tenslotte blijft nog al tijd de mogelijkheid bestaan dat, zelfs al zou verdachte ettelijke keeren te kennen hebben gegeven tegenover derden, dat hij werkelijk met dergelijke misdadige plannen rondliep als hem nu te laste gelegd zijn, tocli juist dit te water raken een ongeluk of toeval is geweest. En uit geen van alle getuigen verklaringen is, allhans direct, het tegen overgestelde te concludeeren: er was nu een maal niemand die het heeft zien gebeuren en kan vertellen hoe de auto in het water geraakt is. Wat zijn de gevolgen? Kan dus niemand op het oogenblik met eenige zekerheid zeggen hoe het arrest van het Hof zal luiden, we kunnen wel reeds na gaan wat voor den verdachte de gevolgen zul len zijn van een veroordeeling of een vrij spraak. Want tenslotte is het Hof niet de hoogste instantie in onze rechtspraak, maar wij kennen ook nog het rechtsmiddel der cas satie, waarbij de zaak voor den Hoogcn Raad te 's-Gravenhagc komt. Loopt de verdachte dus de kans dat ook met deze tweede behandeling de zaak nog niet ten einde is, zult ge vragen? Ja, die mo gelijkheid is inderdaad, hoewel niet in alle gevallen, Bij vrijspraak. Laat ons eens onderstellen dat het Hof hem vrijspreekt. In dat geval is er voor hem geen verdere vervolging te vreezen, aange zien de wet uitdrukkelijk bepaalt dat tegen een vrijspraak geen cassatie is toegelaten. Deze bepaling werd opgenomen, omdat de wetgever het niet redelijk oordeelde den vrij gesproken verdachte, die reeds in twee in stanties had terecht gestaan, nog eens aan het gevaar eener veroordeeling bloot te stel len. De wetgever werd bierbij derhalve geleid door zuivere menschelijkheidsoverwegingen en al zal hierdoor in theorie de kans blijven bestaan dat er eens een schuldige vrij blijft rondloopen, wanneer wij ons even in denken welk een marteling een eenige ma len herhaald onderzoek voor een werkelijk onschuldige verdachte beteekent, zullen we het allen met den wetgever eens kunnen zijn. Wanneer derhalve op 29 Juni vrijspraak volgt, dan zal deze verdachte nooit, meer uit hoofde van de tegenwoordige telastelegging vervolgd kunnen worden. Hij zal vrij man zijn en mogen gaan waar hij wil. Bij veroordeeling: Anders staan de zaken, wanneer de uit spraak van het Hof een veroordeeling zal blijken in te houden. Dan staat voor ver dachte het middel van cassatie open, waar bij hij kan trachten het arrest van het Hof vernietigd en alsnog vrijspraak te krijffen. Nu is het met die cassatie een min of meer eigenaardig geval. De Hooge Raad beslist nl. alleen rechtsvragen en geen feitelijke kwesties. Een geheel nieuwe (feitelijke) be handeling van de zaak vindt dus niet plaats en bij de behandeling is de verdachte zelf ook niet aanwezig. Niet onderzocht wordt b.v. of de lagere rechter het telastegelegde te recht. bewezen verklaard heeft en of de getuigenverklaringen op de juis te waarde geschat zijn, maar hoog stens wordt nagegaan of de inhoud der verschillende bewijsmiddelen de bewezenverklaring wel kan recht vaardigen. De Hooge Raad onder zoekt dus alleen het arrest en over weegt, of, aangenomen dat de feiten juist zijn, terecht een veroordeeling is uitgesproken en de juiste straf is opgelegd. Dit komt onder andere ook tot uiting in het feit, dat de Procureur-Generaal bij den Hoogen Raad niet, zooals het O.M. in de lagere instanties, partij is in cassatie. Van daar dat hij niet vóór, maar na den raads man van den verdachte het woord voert, zonder dat deze laatste de gelegenheid krijgt hierop te antwoorden. Duidelijk is nu wel, dat cassatie uitsluitend betrekking heeft op de juridische vragen, dre zich in een straf proces kunnen voordoen en alleen resultaat zal opleveren wanneer er bepaalde, voorge schreven, vormen hij de behandeling veront- aclitzaamd zijn of de wet geschonden of ver keerd toegepast is. Of dat hier het geval zou zijn, is uiteraard niet zoo maar te zeggen. Tot zoover wat den verdachte zelf be treft. Was Maria medeplichtig? Een ander punt, dat verschillende lezers aan liet nadenken blijkt te hebben gebracht, is de opmerking van den raadsheer Canis. aan het adres van de vrouwelijke hoofdee- tuige, dat zij, wanneer alles wat ze ter te rechtzitting heeft verklaard, waar is, mede plichtig zou zijn, daar zij zich dan heeft schuldig gemaakt aan uitlokking van he* misdrijf. Wat is uitlokking en welke voor waarden moeten er vervuld zijn om daaraan schuldig te zijn? Het Wetboek van Strafrecht geeft nauwkeurig aan wanneer er van uit lokking sprake is en zegt dat als da ders van een strafbaar feit worden gestraft, zij die door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedrei ging of misleiding of door het ver schaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen het feit opzettelijk uitlokken. We moeten het bovenstaande even nader bekijken. Allereerst staat daar: „als daders van een strafbaar feit worden gestraftDit be teekent dat de strafbaarheid dezelfde is als die van den dader, zoodat in het onderha vige geval voor de uitlokker hetzelfde straf maximum geldt als voor den dader, n.1. Ie venslange gevangenisstraL Voorts moeten we uit de nauwkeurige op somming van de wijzen waarop uitlokking kan plaats vinden, concludeeren dat het niet op een andere manier kan. Zoo is dus een eenvoudig verzoek aan iemand om een strafbare handeling te ver richten, niet voldoende. Tenslotte moet de uitlokking opzettelijk geschieden; losweg en onbewust gemaakte opmerkingen en geuite nieeningen vallen er dus weer niet onder. En vanzelfsprekend is dat de dader het strafbare feit ook inderdaad gepleegd moet hebben, er althans een strafbare poging toe gedaan moet hebben en daartoe juist door de uitlokking gekomen is. Wanneer we nu terugkeeren naar onze vrouwelijke hoofdgetuige, dan zou dus, wil zij aan uitlokking schuldig zijn, moeten komen vast te staan, dat zij, met gebruik making van één der bovengenoemde mid delen opzettelijk den verdachte heeft bewo gen tot het hem telastegelegde en door hem ook inderdaad begane delict. Mocht de ver dachte straks worden vrijgesproken, dan is er dus automatisch ook geen sprake van uitlokking. Doch ook wanneer een veroor deeling mocht worden uitgesproken, dan blijft het nog zeer de vraag of alle voor waarden voor een strafbare uitlokking aan wezig zijn. Raadsheer Canis motiveerde zijn opmerking met het feit. dat de getuige het eerst over de kinderen had gesproken en zij die wilde hebben. En in verband daar mede zcru al dadelijk de vraag gesteld moe ten worden of zij hieraan eenige belofte, in verband met de toekomst, verbonden heeft en zoo ja, of haar opzet wel geweest is, verdachte op dien manier opzettelijk tc be wegen tot 'n dergelijke daad en of de ver dachte er inderdaad door bewogen is. Men ziet dat hier dus allerlei mógelijkheden zijn! Gaf zij opzettelijk gelegenheid. Een andere kwestie is of men hier geen uitlokking zou kunnen óf moeten aannemen op grond van getuige's eigen bewering, dat zij van te voren nauwkeurig op de hoogte was van de plannen van verdachte, ja, zelfs de datum, waarop die plannen ten uit voer gelegd zouden worden, precies wist en niettegenstaande dat deze uitvoering niet heeft trachten te verhinderen, waardoor zij den verdachte dan opzettelijk de gele genheid zou hebben verschaft, deze daad te plegen. Terwijl de wet vroeger alleen de uitlok king en niet de poging tot uitlokking straf baar stelde, is sinds 1924' ook hij strafbaar die een ander, steeds weer op één der boven- opgesomde, wijzen, tracht te bewegen om een misdrijf te begaan en het misdrijf niet is gevolgd. Toen is dus de poging tot uitlok king als een zelfstandig delict-in de straf wet opgenomen, met een strafmaximum van vijf jaar. Voor een veroordeeling op grond van deze bepaling, is dus juist een vereisch- te dat de dader vrijgesproken is of heele- maai niet vervolgd is geworden en dit ar- likel zou dus een vervolging van de betref fende getuige mogelijk maken, zelfs wan neer de verdachte bevestiging van het Alkimaarsche vonnis verkrijgt, mits natuur lijk aan de voorwaarden van opzet en toe gepast middel is voldaan. Tenslotte hebben verschillende lezers zich ongetwijfeld de vraag gesteld of iemand, die op de hoogte is van misdadige plannen van een ander, niet verplicht is, daarvan kennis te geven aan de bevoegde instanties. Inderdaad beslaat die verplichting; niet bij alle misdrijven, maar o.a. wel hij moord, zooals hier tenlaste is gelegd. Het niet vol doen aan die verplichting kan gestraft wor den met een gevangenisstraf van ten hoog ste zes maanden of een geldboete van ten hoogste f 300. Is het feit eenmaal gepleegd, dan legt de wet wel aan een ieder die daarvan kennis draagt, de plicht op hiervan aangifte te doen, maar op het verzuimen hiervan staat, zonderling genoeg, geen straf. Met bovenstaande uiteenzettingen meen den wij de lezers, die zich met de afloop van het drama te Koedijk bezig houden, van dienst te kunnen zijn, zonder ons eenig oor deel aan te matigen over afgelegde getui genverklaringen pf de te wachten uitspraak van het Hof. Het recht moet zijn beloop hebben en laat ons de hoop uitspreken dat aan de drie Amsterdamsche raadsheeren de wijsheid gegeven moge zijn om in deze, zoo ontzettend moeilijke zaak, het juiste arrest te wijzen! Vacantie uitgesteld tot Kerstmis. Havas meldt, dat, in verband met den aan leg van versterkingen in Oost-Pruisen, in talrijke ondernemingen de vacantie is uit gesteld tot Kerstmis. Ambtenaren van de recrutecring bezoeken de bedrijven en schrij ven ongeschoolde arbeidskrachten in die naar behoefte in het Oosten gebruikt zul len worden. Van een brouwerij te Berlijn werden 90 arbeiders naar elders gezonden Vertrek van Aankomst ta Wielewaal rodhp jUni Rang. 16 Juni (heenreis) Torenvalk jQjhp. 16 Juni Basra 16 Juni (terugreis) I 1 Uil Uthene 16 Juni Basra 16 Juni (heenreis) I Valk Medan 16 Juni Rang. 16 Juni (terugreis) I1 Duitsohe vloot vernielt netten. Uit Kr ia, tiansand wordt gemeld, dat Duitsche oorlogsbodems manoeuvres houden in het Skagerrak. Een honderdtal sohepeni neemt aan deze Oefeningen deel, terwijl ook vliegtuigen worden gebruikt. Noor- sche visschers hebben zich thans be klaagd, dat. hun netten door Duitsche oorlogsschepen zijn vernield. De visschers hebben de Noorsche regeering officieel medegedeeld, dat zij een eisch tot scha deloosstelling zullen indienen. Twaalf bisschoppen worden gewijd Tni het najaar zal Z.H. de Paus twaalf nieuwe bisschoppen wijden, allen -be- hoorend tot de volken van Azië en Afri ka. Onder de Afrikanen zullen de eerste neger-bisschoppen zijn, n.1. een uit Oe- ganad en een van Madagascar. Pijlkruisen moesten de uniform uittrekken, Eenige leden van de Pijlkruisen, die in uniform op wacht stonden voor hun partijgebouw zijn door de politie ge dwongen hun uniform uit te trekken en deze met hun insignes aan de politie te overhandigx. Deze maatregel van de Hongaarsche politie is genomen in op dracht van den minister van ibinnenë Iandsche zaken in toepassing van de wet, waarbij het dragen van uniformen aani particulieren wordt verboden. IncidenJ ten deden zich niet voor. MJnister valt uit de zevende verdieping, De minister van arbeid van Nieuw-Zuid- Wales, is gisteren uit de zevende ver dieping van een huis te Sydney gevallen! en om het leven gekomen,. Zuidslavisohe terroristen ontmaskerd. Bif het onderzoek naar een in begin Fetorui ari gepleegden moord op een gemeente ambtenaar heeft de Zuidslavische poli tie een bende terroristen ontdekt. De moord blijkt te zijn gepleegd door een sludent aan de technische hoogeschool: zijn medeplichtige is een handelsreiziger. Beiden hebben bekend ook drie andere aanslagen te Zagreb gepleegd te heb ben. Zij hadden helsche machines voor openbare gebouwen gelegd. De ontplof fing had alleen materiecle schade aange richt. In Kroatische separatistische krin gen zijn nog zes andere arrestaties ver richt. Het onderzoek wordt voortgezet te Zagreb en in andere Kroatische st&>' den. Israël of Sara Met ingang van he den moeten alle Joden in Duitschland zich melden bij de politie om aanwijzin gen in ontvangst te nemen omtrent de Joodsche voornamen, die zij moeten dra gen in plaats van Duitsche. Zij moeten er zich verder rekenschap van geven, dat zij aan hun naam hebben toe te voegen den voornaam Israël of Sara. Spaansche vlootschouw ophanden, Tep gelegenheid van den verjaardag van de be vrijding van El Ferrol, de geboorteplaats van Franco, zal een vlootschouw worden gehouden, waaraan de gehcele Spaansche vloot zal deelnemen. Deze vlootschouw zal worden bijgewoond door Franco. Dit zal het laatste, militaire feest zijn ter viering van de overwinning, waaraan de Caudillo zal deelnemen. Eerste passagiersvlucht over den Oceaan, Heden start de Atlantic Clipper tusschen 13 en 14 uur voor den eersten transatlan- tischen commercieelen vlucht met passa giers aan boord. Het vliegtuig zal den tocht maken met 29 personen, nl een be manning van 12 leden en 17 persvertegen woordigers het watervliegtuig zal Horta, Lissabon en Marseille aandoen. Rondzwalkende Joden naar Frankrijk. Vernomen wordt, dat 96 Duitsche Joden, die zich aan boord bevinden van het s.s. nandre en geen machtiging hebben kun nen krijgen om in Mexico aan land te gaan, gemachtigd zullen worden verblijf e houden in het Frans:he departement cei Loire Inferieure. Zij zullen Maandag a.s. in St. Nazaire aankomen. Nieuw credlet voor Amerikaansche oorlogs veld,1?" De Amerikaansche regeering rinu J ,',eslo,on het congres om 25 millioen ollar te vragen, te besteden gedurende het 1 aanvangendo begrootingsjaar or den aankoop van strategische oor logsmaterialen, welke' niet in de Ver- enni» 8 S'at.en worden geproduceerd. Het .ooi t materiaal, waaraan de voorkeur houden*eKeVen' WOrdt stren* *eheim *e" Tram door sabotage ontspoord? De Ge- ppItSi -j een onderzoek in naar de mo- l J 1®' c'at de personentrein te Boden- 'n Sudetenland door sabotage is ont- „2'. Zopa's men weet, kwamen bij dit "geluk 13 menschen om. Geen geheime clausules verdrag Letland- Duitschland? De legatie van Letland ei arijs heeft de geruchten tegengespro- j nu jK°ns welke het verdrag tusschen lót ucn Duitschland geheime clausu- Lon j ten. Ook wordt tegengespro- dat do minister van biiitenlandsche e?n. V'?n letland erin zou hebben tocge- 1 "d. dat Duitschland versterkingen zoti aan eggen langs de grens tusschen Let land en de sovjet unie.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 2