Het Kabinet°Colijn
in staat van ontbinding
Het drama te Koedijk
DE WERELD
Postvlucbten op Indië
Tweede Kamer
99
Interpellatie-Wijnkoop over het aftreden
van mr. de Wilde
99
Dc aanleg van vestingen
in Oost Pruisen
in weinig
woorden
Gisteren heeft de heer Wijnkoop dr. Co-
lijn in de Tweede Kamer geïnterpelleerd
over het aftreden van den minister van
Financiën, mr. de Wilde. De cormnunisti-
»che afgevaardigde stelde acht vragen,
welke wij niet alle zullen opnemen, on#
dat uit het hieronder volgend antwoord
van den minister-president genoegzaam de
aard der vragen blijkt. Eén passage uit de
interpellatie nemen wij echter over:
Is thans, aldus de heer Wijnkoop,
de homogeniteit in het kabinet
aanwezig, noodig voor de mogelijk
heid van verder regeeren op de
zoogenaamde smalle basis? Of moet
niet thans een zoodanige verande
ring in het Kabinet worden aan
gebracht dat het in overeenstem
ming is met de democratische
volksuitspraak van 193"?
Het antwoord van dr. Colijn luidt in
hoofdzaak als volgt:
De bezwaren van minster de Wilde golden
minder het doen van bepaalde uitgaven
dan het ontbreken van de noodige bezuini
gingen. Bedoelde uitgaven kwamen meer
dan bij één departement voor, het meest
intusschen bij Defensie en Sociale Zaken.
Andere verschillen dan dat over
den budgetairen toestand rijn er in
den boezem van het Kabinet niet
geweest. Dat er ten aanzien van
den budgetairen toestand in het
algemeen ook geen verschil van op
vatting bestond tusschen mr, de
Wilde en den minister-president,
blijkt met genoegzame duidelijkheid
uit het den 20sten Mei gepubliceer
de bericht van den regeeringspers-
dienst.
Dit bericht luidde als volgt:
„De minister van Algeimeene Zaken, dr.
H. Colijn, die ad interim is belast met het
beheer van het departement van Finan
ciën, heeft op zich genomen door bezuini
gingen, de taak, die óók mr. de Wilde zich
voor oogen had gesteld, nl. om voor '40 bud
getair evenwicht te bereiken, tot 'n goed
einde te brengen". Hieruit blijkt zonne
klaar, dat het streven van mr. de Wilde
Ötn voor 1940 hudgetair evenwicht te be
reiken, de volle instemming van den mi
nister-president had.
De Ossche zaak is tijdens het financieel?
«meningsverschil zelfs met geen woord
ter sprake gekomen.
Mr. de Wilde eischte geen be
paalde bezuinigingen.
De afgetreden minister van Financiën
heeft geen bepaalde bezuinigingen geëischt,
dat doet ook de waarnemende minister van
Financiën niet. Het budgetair evenwicht
moet worden verkregen door gezamenlijke
inspanning van alle ministers, die ieder
voor hun eigen departement de verant
woordelijkheid voor de te nemen maatrege
len hebben te dragen.
Zoolang het onderling overleg niet tot de
finitieve resultaten heeft geleid, kunnen
over de aan te brengen bezuinigingen geen
mededeelingen worden gedaan.
De minister-president is niet bereid me
de deeling te doen over de groote lijnen
van de te volgen financieele politiek, voor
al met betrekking tot Sociale en Economi
sche Zaken, Onderwijs en Defensie, al ware
het alleen maar omdat de regeering geen
opening van zaken kan doen over voorne
mens, die nog geen vasten vorm hebben
aangenomen.
De minister-president wil echter
wel zeggen, dat hij niet bereid is
een luchthartige financieele poli
tiek, een politiek van voortdurend
regeeren met tekorten op den gewo
nen dienst, zooals die in onze dagen
nog al eens aanbevolen wordt, met
zijn verantwoordelijkheid te dekken
of zich daarbij neer te leggen.
Op de vraag over de homogcnietijd in het
Kabinet kan geen antwoord worden gege.
ven. Eerst als het. overleg over den bud
getairen toestand beëindigd is, zal kunnen
blijken of liet Kabinet voldoende homogeen
is om verder het bewind te kunnen blijven
voeren.
Tenslotte bestond er voor de regeering
geen aanleiding zich eigener beweging tot
de Staten-Generaal te richten en dit te eer,
waar zulks bij het heengaan van een minis
ter, althans in de latere jaren, nimmer ge
schied is.
Dr. Colijn een
figuur".
„wonderbaarlijke
Alvorens tol zijn interpellatie over te gaan,
verdedigde de heer Wijnkoop zijn standpunt
uitvoerig. De taak. die de minister-president
thans op zich neemt is, aldus spr., zwaar.
De heer Colijn wordt langzamerhand een
wonderbaarlijke figuur. Het christelijk ce
ment is gebarsten.
Spr. hoopt, dat de heer Colijn zijn zeven
tigsten verjaardag mag vieren, doch niet als
minister-president.
Reeds het vorig jaar wilde mr.
de Wilde verdwijnen.
De minister-president, aan 't
woord komend, deelde mede. dat
mr. de Wilde reed3 in Augustus van
het vorige jaar ernstige bezwaren
had tegen de begrooting. Toen had
de minister reeds het voornemen
ontslag te vragen.
Hij heeft er echter vanaf gezien, daar
men stond vlak voor het nieuwe zitting-
Dr. COLIJN.
jaar van de volksvertegenwoordiging. Hij
stelde echter als voorwaarde, dat het eind
cijfer van den gewonen dienst niet zou uit
gaan boven dat van het voorafgaande jaar.
Tegenover alle verhoogingen door werk
loosheidsbestrijding moesten dus besparin
gen elders staan, de opbrengst van de nieu
we belastingvoorstellen moest tot dekking
van de meerdere uitgaven dienen.
Daarom heeft spr. bepaald, dat de voor-
loopige begrootingen eind April moesten
worden ingediend om aftreden vlak voor de
opening van de Staten Generaal te voorko
men.
Er bleek toen echter bij verre na niet te
zijn voldaan aan de voorwaarden van mr.
de Wilde. Het eindcijfer wees een tekort
aan van enkele tientallen millioenen, voor
opgesteld, dat de nieuwe belastingvoorstel
len de verwachte 55 millioen zouden opbren
gen. Daarom is mr. de Wilde afgetreden.
Naar zijn oordeel, moesten ten behoeve van
de militaire uiagoven andere uitgaven van
den staatsdienst worden beperkt.
Het 'overleg over de voorloopige begrootin
gen is nog niet ten einde. Een beslissing zal
niet lang kunnen uitblijven. Zij kan voor
het einde van deze maand worden tegemoet-
gezien.
Scherpe veroordeeHng.
Ingeleid door den heer Wijnkoop, die
zich niet bevredigd acht door het ant
woord van den minister, zeiden nu de
heeren Albarda (s.d.), Rost van Tonningen
(n.s.b.), Bierema (lib.), Joekes (v.d.), Van
Houten (c.d.u.J en Kersten (Staatk. Ger.)
op zeer scherpe wijze hun meening over
den huidigen toestand in bet Kabinet.
Wij laten hier een bloemlezing uit deze
redevoeringen volgen.
„Een latente kabinetscrisis in
permanentie" (Wijnkoop).
„Dit Kabinet verkeert in staat van
ontbinding, liet beste is aftreden"
(Albarda) „Het is duidelijk dat de
heer Colijn schipbreuk heeft gele
den" (Rost v. Tonningen).
Het vermoeden dat het Kabinet
vanaf den beginne leed aan gebrek
aan homogeniteit, is thans bevestigd
Als dr. Colijn geen andere gedrags
lijn gaat volgen dan mr. de Wilde,
waarom is deze dan afgetreden?
Openbaarheid is hier geboden!"
„De interpellatie bewijst dat wij leven
onder een kabinetscrisis. Het is landsbelang,
dat. men weet, of dit Kabinet in de huidige
samenstelling zal blijven bestaan" (Joekes)
„Ja, het Kabinet is in staat, van
ontbinding. De heer Colijn zal nog
eenmaal probeeren het wilde Room-
sche vierspan te temmen. Er zijn
sombere perspectieven voor de soci
aal zwakken' (van Houten). „Waar
om is alleen mr. de Wilde en niet
ook dr. Colijn heengegaan? Wij heb
ben nu geleerd dat men niet moet
samengaan met Rome' (Kersten)
De heer Albarda merkt nog op, dat er
verschil van meening in het kabinet moet
bestaan ten aanzien van de slagschepen en
de werkloosheidsbestrijding.
Minister Colijn: Het eene is zelfs nooit be
sproken!
De heer Albarda: dat moeten dan de
slagschepen zijn! Er is hier veel raadsel
achtigs
Minister-president Colijn ging op al deze
beschouwingen niet in, omdat zij, naar hij
opmerkte, buiten het kader van de inter
pellatie vielen. Spr. heeft er alles op gezet
om zijn doel te bereiken, het gaat om min
stens 80 millioen gulden, die zouden moe
ten worden gevonden.
Hierna sluiting van deze bewogen zitting.
Zoowel bij vrijspraak als veroor
deeling van den verdachte, loopt
Maria Dekker kans op een straf
vervolging.
ZIJ ERKENDE VAN EEN FOGINO
TOT MOORD TE HEBBEN AFGE
WETEN.
(Van een deskundigen medewerker.)
Nu de behandeling van deze geruchtma
kende zaak voor liet Gerechtshof te Am
sterdam achter den rug is, zullen ongetwij
feld vele lezers zich bezig houden met de
vraag, hoe de uitspraak zal luiden, die op
29 Juni a.s. zal Worden gedaan. Zal het Hof
niedegaan met den Procureur-Generaal, die
in zijn requsitoir een levenslange gevangenis
straf eischte of krijgt de verdediger gelijk,
die voor den verdachte vrijspraak bepleitte?
Niemand onzer kan hierop een antwoord ge
ven, maar liet zou geen verwondering behoe
ven te wekken, wanneer de meening van
de meesten van hen, die de behandeling per
soonlijk of in de dagbladen gevolgd hebben,
in de richting van bet laatste ging. En in
derdaad zijn hiervoor ook wel enkele aan
wijzingen aanwezig.
Allereerst geven de verklaringen,
door de beide hoofdgetuigen afge
legd, reden tot voorzichtigheid, aan
gezien nu al wel gebleken is, dat ze
niet op alle punten met de waarheid
overeenstemmen; verder is er het
oogenschijnlijk tamelijk bezwarende,
doch in werkelijkheid vrij zwakke
requisitoir van het Openbare Ministe
rie Daarbij komt. dan nog dat volgens
de wet de verdachte, daar hij door
de Rechtbank te Alkmaar is vrijge
sproken, in hooger beroep slechts met
eenparigheid van stemmen kan wor
den veroordeeld.
Wanneer dus slechts één van de raads-
heeren van het Hof twijfelt aan zijn schuld
en dientengevolge geen schuldig durft uit te
spreken, moet ook hier onherroepelijk een
vrijspraak volgen. En tenslotte blijft nog al
tijd de mogelijkheid bestaan dat, zelfs al zou
verdachte ettelijke keeren te kennen hebben
gegeven tegenover derden, dat hij werkelijk
met dergelijke misdadige plannen rondliep
als hem nu te laste gelegd zijn, tocli juist
dit te water raken een ongeluk of toeval
is geweest. En uit geen van alle getuigen
verklaringen is, allhans direct, het tegen
overgestelde te concludeeren: er was nu een
maal niemand die het heeft zien gebeuren
en kan vertellen hoe de auto in het water
geraakt is.
Wat zijn de gevolgen?
Kan dus niemand op het oogenblik met
eenige zekerheid zeggen hoe het arrest van
het Hof zal luiden, we kunnen wel reeds na
gaan wat voor den verdachte de gevolgen zul
len zijn van een veroordeeling of een vrij
spraak. Want tenslotte is het Hof niet de
hoogste instantie in onze rechtspraak, maar
wij kennen ook nog het rechtsmiddel der cas
satie, waarbij de zaak voor den Hoogcn Raad
te 's-Gravenhagc komt.
Loopt de verdachte dus de kans dat ook
met deze tweede behandeling de zaak nog
niet ten einde is, zult ge vragen? Ja, die mo
gelijkheid is inderdaad, hoewel niet in alle
gevallen,
Bij vrijspraak.
Laat ons eens onderstellen dat het Hof
hem vrijspreekt. In dat geval is er voor hem
geen verdere vervolging te vreezen, aange
zien de wet uitdrukkelijk bepaalt dat tegen
een vrijspraak geen cassatie is toegelaten.
Deze bepaling werd opgenomen, omdat de
wetgever het niet redelijk oordeelde den vrij
gesproken verdachte, die reeds in twee in
stanties had terecht gestaan, nog eens aan
het gevaar eener veroordeeling bloot te stel
len. De wetgever werd bierbij derhalve geleid
door zuivere menschelijkheidsoverwegingen
en al zal hierdoor in theorie de kans blijven
bestaan dat er eens een schuldige vrij
blijft rondloopen, wanneer wij ons even in
denken welk een marteling een eenige ma
len herhaald onderzoek voor een werkelijk
onschuldige verdachte beteekent, zullen we
het allen met den wetgever eens kunnen zijn.
Wanneer derhalve op 29 Juni vrijspraak
volgt, dan zal deze verdachte nooit, meer uit
hoofde van de tegenwoordige telastelegging
vervolgd kunnen worden. Hij zal vrij man
zijn en mogen gaan waar hij wil.
Bij veroordeeling:
Anders staan de zaken, wanneer de uit
spraak van het Hof een veroordeeling zal
blijken in te houden. Dan staat voor ver
dachte het middel van cassatie open, waar
bij hij kan trachten het arrest van het Hof
vernietigd en alsnog vrijspraak te krijffen.
Nu is het met die cassatie een min of meer
eigenaardig geval. De Hooge Raad beslist
nl. alleen rechtsvragen en geen feitelijke
kwesties. Een geheel nieuwe (feitelijke) be
handeling van de zaak vindt dus niet plaats
en bij de behandeling is de verdachte zelf
ook niet aanwezig.
Niet onderzocht wordt b.v. of de
lagere rechter het telastegelegde te
recht. bewezen verklaard heeft en of
de getuigenverklaringen op de juis
te waarde geschat zijn, maar hoog
stens wordt nagegaan of de inhoud
der verschillende bewijsmiddelen de
bewezenverklaring wel kan recht
vaardigen. De Hooge Raad onder
zoekt dus alleen het arrest en over
weegt, of, aangenomen dat de feiten
juist zijn, terecht een veroordeeling
is uitgesproken en de juiste straf is
opgelegd.
Dit komt onder andere ook tot uiting in
het feit, dat de Procureur-Generaal bij den
Hoogen Raad niet, zooals het O.M. in de
lagere instanties, partij is in cassatie. Van
daar dat hij niet vóór, maar na den raads
man van den verdachte het woord voert,
zonder dat deze laatste de gelegenheid krijgt
hierop te antwoorden. Duidelijk is nu wel,
dat cassatie uitsluitend betrekking heeft op
de juridische vragen, dre zich in een straf
proces kunnen voordoen en alleen resultaat
zal opleveren wanneer er bepaalde, voorge
schreven, vormen hij de behandeling veront-
aclitzaamd zijn of de wet geschonden of ver
keerd toegepast is. Of dat hier het geval zou
zijn, is uiteraard niet zoo maar te zeggen.
Tot zoover wat den verdachte zelf be
treft.
Was Maria medeplichtig?
Een ander punt, dat verschillende lezers
aan liet nadenken blijkt te hebben gebracht,
is de opmerking van den raadsheer Canis.
aan het adres van de vrouwelijke hoofdee-
tuige, dat zij, wanneer alles wat ze ter te
rechtzitting heeft verklaard, waar is, mede
plichtig zou zijn, daar zij zich dan heeft
schuldig gemaakt aan uitlokking van he*
misdrijf. Wat is uitlokking en welke voor
waarden moeten er vervuld zijn om daaraan
schuldig te zijn?
Het Wetboek van Strafrecht geeft
nauwkeurig aan wanneer er van uit
lokking sprake is en zegt dat als da
ders van een strafbaar feit worden
gestraft, zij die door giften, beloften,
misbruik van gezag, geweld, bedrei
ging of misleiding of door het ver
schaffen van gelegenheid, middelen
of inlichtingen het feit opzettelijk
uitlokken.
We moeten het bovenstaande even nader
bekijken.
Allereerst staat daar: „als daders van een
strafbaar feit worden gestraftDit be
teekent dat de strafbaarheid dezelfde is als
die van den dader, zoodat in het onderha
vige geval voor de uitlokker hetzelfde straf
maximum geldt als voor den dader, n.1. Ie
venslange gevangenisstraL
Voorts moeten we uit de nauwkeurige op
somming van de wijzen waarop uitlokking
kan plaats vinden, concludeeren dat het
niet op een andere manier kan.
Zoo is dus een eenvoudig verzoek aan
iemand om een strafbare handeling te ver
richten, niet voldoende.
Tenslotte moet de uitlokking opzettelijk
geschieden; losweg en onbewust gemaakte
opmerkingen en geuite nieeningen vallen er
dus weer niet onder.
En vanzelfsprekend is dat de dader het
strafbare feit ook inderdaad gepleegd moet
hebben, er althans een strafbare poging toe
gedaan moet hebben en daartoe juist door
de uitlokking gekomen is.
Wanneer we nu terugkeeren naar onze
vrouwelijke hoofdgetuige, dan zou dus, wil
zij aan uitlokking schuldig zijn, moeten
komen vast te staan, dat zij, met gebruik
making van één der bovengenoemde mid
delen opzettelijk den verdachte heeft bewo
gen tot het hem telastegelegde en door hem
ook inderdaad begane delict. Mocht de ver
dachte straks worden vrijgesproken, dan is
er dus automatisch ook geen sprake van
uitlokking. Doch ook wanneer een veroor
deeling mocht worden uitgesproken, dan
blijft het nog zeer de vraag of alle voor
waarden voor een strafbare uitlokking aan
wezig zijn. Raadsheer Canis motiveerde zijn
opmerking met het feit. dat de getuige het
eerst over de kinderen had gesproken en
zij die wilde hebben. En in verband daar
mede zcru al dadelijk de vraag gesteld moe
ten worden of zij hieraan eenige belofte, in
verband met de toekomst, verbonden heeft
en zoo ja, of haar opzet wel geweest is,
verdachte op dien manier opzettelijk tc be
wegen tot 'n dergelijke daad en of de ver
dachte er inderdaad door bewogen is. Men
ziet dat hier dus allerlei mógelijkheden
zijn!
Gaf zij opzettelijk gelegenheid.
Een andere kwestie is of men hier geen
uitlokking zou kunnen óf moeten aannemen
op grond van getuige's eigen bewering, dat
zij van te voren nauwkeurig op de hoogte
was van de plannen van verdachte, ja,
zelfs de datum, waarop die plannen ten uit
voer gelegd zouden worden, precies wist
en niettegenstaande dat deze uitvoering
niet heeft trachten te verhinderen, waardoor
zij den verdachte dan opzettelijk de gele
genheid zou hebben verschaft, deze daad te
plegen.
Terwijl de wet vroeger alleen de uitlok
king en niet de poging tot uitlokking straf
baar stelde, is sinds 1924' ook hij strafbaar
die een ander, steeds weer op één der boven-
opgesomde, wijzen, tracht te bewegen om
een misdrijf te begaan en het misdrijf niet
is gevolgd. Toen is dus de poging tot uitlok
king als een zelfstandig delict-in de straf
wet opgenomen, met een strafmaximum van
vijf jaar. Voor een veroordeeling op grond
van deze bepaling, is dus juist een vereisch-
te dat de dader vrijgesproken is of heele-
maai niet vervolgd is geworden en dit ar-
likel zou dus een vervolging van de betref
fende getuige mogelijk maken, zelfs wan
neer de verdachte bevestiging van het
Alkimaarsche vonnis verkrijgt, mits natuur
lijk aan de voorwaarden van opzet en toe
gepast middel is voldaan.
Tenslotte hebben verschillende lezers zich
ongetwijfeld de vraag gesteld of iemand,
die op de hoogte is van misdadige plannen
van een ander, niet verplicht is, daarvan
kennis te geven aan de bevoegde instanties.
Inderdaad beslaat die verplichting; niet bij
alle misdrijven, maar o.a. wel hij moord,
zooals hier tenlaste is gelegd. Het niet vol
doen aan die verplichting kan gestraft wor
den met een gevangenisstraf van ten hoog
ste zes maanden of een geldboete van ten
hoogste f 300.
Is het feit eenmaal gepleegd, dan legt de
wet wel aan een ieder die daarvan kennis
draagt, de plicht op hiervan aangifte te
doen, maar op het verzuimen hiervan staat,
zonderling genoeg, geen straf.
Met bovenstaande uiteenzettingen meen
den wij de lezers, die zich met de afloop van
het drama te Koedijk bezig houden, van
dienst te kunnen zijn, zonder ons eenig oor
deel aan te matigen over afgelegde getui
genverklaringen pf de te wachten uitspraak
van het Hof. Het recht moet zijn beloop
hebben en laat ons de hoop uitspreken dat
aan de drie Amsterdamsche raadsheeren de
wijsheid gegeven moge zijn om in deze, zoo
ontzettend moeilijke zaak, het juiste arrest
te wijzen!
Vacantie uitgesteld tot Kerstmis.
Havas meldt, dat, in verband met den aan
leg van versterkingen in Oost-Pruisen, in
talrijke ondernemingen de vacantie is uit
gesteld tot Kerstmis. Ambtenaren van de
recrutecring bezoeken de bedrijven en schrij
ven ongeschoolde arbeidskrachten in die
naar behoefte in het Oosten gebruikt zul
len worden. Van een brouwerij te Berlijn
werden 90 arbeiders naar elders gezonden
Vertrek van Aankomst ta
Wielewaal rodhp jUni Rang. 16 Juni
(heenreis)
Torenvalk jQjhp. 16 Juni Basra 16 Juni
(terugreis) I 1
Uil Uthene 16 Juni Basra 16 Juni
(heenreis) I
Valk Medan 16 Juni Rang. 16 Juni
(terugreis) I1
Duitsohe vloot vernielt netten. Uit Kr ia,
tiansand wordt gemeld, dat Duitsche
oorlogsbodems manoeuvres houden in het
Skagerrak. Een honderdtal sohepeni
neemt aan deze Oefeningen deel, terwijl
ook vliegtuigen worden gebruikt. Noor-
sche visschers hebben zich thans be
klaagd, dat. hun netten door Duitsche
oorlogsschepen zijn vernield. De visschers
hebben de Noorsche regeering officieel
medegedeeld, dat zij een eisch tot scha
deloosstelling zullen indienen.
Twaalf bisschoppen worden gewijd Tni
het najaar zal Z.H. de Paus twaalf
nieuwe bisschoppen wijden, allen -be-
hoorend tot de volken van Azië en Afri
ka. Onder de Afrikanen zullen de eerste
neger-bisschoppen zijn, n.1. een uit Oe-
ganad en een van Madagascar.
Pijlkruisen moesten de uniform uittrekken,
Eenige leden van de Pijlkruisen, die in
uniform op wacht stonden voor hun
partijgebouw zijn door de politie ge
dwongen hun uniform uit te trekken
en deze met hun insignes aan de politie
te overhandigx. Deze maatregel van de
Hongaarsche politie is genomen in op
dracht van den minister van ibinnenë
Iandsche zaken in toepassing van de wet,
waarbij het dragen van uniformen aani
particulieren wordt verboden. IncidenJ
ten deden zich niet voor.
MJnister valt uit de zevende verdieping,
De minister van arbeid van Nieuw-Zuid-
Wales, is gisteren uit de zevende ver
dieping van een huis te Sydney gevallen!
en om het leven gekomen,.
Zuidslavisohe terroristen ontmaskerd. Bif
het onderzoek naar een in begin Fetorui
ari gepleegden moord op een gemeente
ambtenaar heeft de Zuidslavische poli
tie een bende terroristen ontdekt. De
moord blijkt te zijn gepleegd door een
sludent aan de technische hoogeschool:
zijn medeplichtige is een handelsreiziger.
Beiden hebben bekend ook drie andere
aanslagen te Zagreb gepleegd te heb
ben. Zij hadden helsche machines voor
openbare gebouwen gelegd. De ontplof
fing had alleen materiecle schade aange
richt. In Kroatische separatistische krin
gen zijn nog zes andere arrestaties ver
richt. Het onderzoek wordt voortgezet
te Zagreb en in andere Kroatische st&>'
den.
Israël of Sara Met ingang van he
den moeten alle Joden in Duitschland
zich melden bij de politie om aanwijzin
gen in ontvangst te nemen omtrent de
Joodsche voornamen, die zij moeten dra
gen in plaats van Duitsche. Zij moeten er
zich verder rekenschap van geven, dat
zij aan hun naam hebben toe te voegen
den voornaam Israël of Sara.
Spaansche vlootschouw ophanden, Tep
gelegenheid van den verjaardag van de be
vrijding van El Ferrol, de geboorteplaats
van Franco, zal een vlootschouw worden
gehouden, waaraan de gehcele Spaansche
vloot zal deelnemen. Deze vlootschouw
zal worden bijgewoond door Franco.
Dit zal het laatste, militaire feest zijn ter
viering van de overwinning, waaraan de
Caudillo zal deelnemen.
Eerste passagiersvlucht over den Oceaan,
Heden start de Atlantic Clipper tusschen
13 en 14 uur voor den eersten transatlan-
tischen commercieelen vlucht met passa
giers aan boord. Het vliegtuig zal den
tocht maken met 29 personen, nl een be
manning van 12 leden en 17 persvertegen
woordigers het watervliegtuig zal Horta,
Lissabon en Marseille aandoen.
Rondzwalkende Joden naar Frankrijk.
Vernomen wordt, dat 96 Duitsche Joden,
die zich aan boord bevinden van het s.s.
nandre en geen machtiging hebben kun
nen krijgen om in Mexico aan land te
gaan, gemachtigd zullen worden verblijf
e houden in het Frans:he departement
cei Loire Inferieure. Zij zullen Maandag
a.s. in St. Nazaire aankomen.
Nieuw credlet voor Amerikaansche oorlogs
veld,1?" De Amerikaansche regeering
rinu J ,',eslo,on het congres om 25 millioen
ollar te vragen, te besteden gedurende het
1 aanvangendo begrootingsjaar
or den aankoop van strategische oor
logsmaterialen, welke' niet in de Ver-
enni» 8 S'at.en worden geproduceerd. Het
.ooi t materiaal, waaraan de voorkeur
houden*eKeVen' WOrdt stren* *eheim *e"
Tram door sabotage ontspoord? De Ge-
ppItSi -j een onderzoek in naar de mo-
l J 1®' c'at de personentrein te Boden-
'n Sudetenland door sabotage is ont-
„2'. Zopa's men weet, kwamen bij dit
"geluk 13 menschen om.
Geen geheime clausules verdrag Letland-
Duitschland? De legatie van Letland
ei arijs heeft de geruchten tegengespro-
j nu jK°ns welke het verdrag tusschen
lót ucn Duitschland geheime clausu-
Lon j ten. Ook wordt tegengespro-
dat do minister van biiitenlandsche
e?n. V'?n letland erin zou hebben tocge-
1 "d. dat Duitschland versterkingen zoti
aan eggen langs de grens tusschen Let
land en de sovjet unie.