Wij lazen voor
EN Pi
©1LM1TS'
IM9NEN
Het breekijzer
sprak boekdeelen***
Radioprogramma
\f\V^
vaart uit
DOOR
EDGAR RICE
BURROUGHS
Uit de Pers van heden
De eerste Koninginneharing
Onze Oost
De Krakatau werkt
Vijf aardschokken volgden
elkaar op
Ethel M. Dell
56.
Valthor reed zijn olifant naar den vluchte
ling, in de hoop het pad van den wilden
olifant te kruisen. Doch hij was te laat. Het
razende dier haalde den verschrikten man in,
greep hem met zijn slurf beet, gooide hem in
de lucht en toen de man op de grond neer
kwam, vertrapte de olifant hem in het stof.
Op dat ogenblik waren Valthor en Wood bjj
hem. Wood verwachtte een herhaling van het
tooneel, dat hij zo juist had gezien, met
Valthor en zichzelf als de slachtoffers. Doch
inplaats daarvan reed de Atheniaan zjjn
olifant rustig naar het wilde dier toe, v dat
met zijn staart stond te zwaaien. Al de
kwaadheid was verdwenen na het doden van
zjjn slachtoffer. En Wood, die Valthar ge
volgd was, sloot het dier nu aan de andere
zijde in. Intusschen zong Valthor op een een
tonige wijs een lied, dat door de Atheniaan-
sche olifantsmannen wordt gebruikt om de
groote dieren te kalmeren. De geoefende oli
fanten, bereden door Wood en Valthor, ken
den hun taak heel goed en tussen hen in was
de mannetjesolifant spoedig op weg naar de
grote stal. Stanley Wood was opgetogen,
maar zijn geestdrift verdween al spoedig
toen hij de pijnlijke consequenties van zijn
heldhaftigheid kreeg te dragen.
Dat zou het volk niet begrijpen.
De Maasbode (r.k.) schrijft:
Een ministercrisis is wel het allerlaatste,
waaraan ons land thans behoefte heeft. Het
blad meent echter dat er voldoende elemen
ten van toenadering aanwezig zijn en ver
volgt:
En deze elementen dienen, voor beide
„partijen", zoo afdoende te worden benut,
omdat het nu eenmaal paalvast staat, dat
een ministercrisis wel het allerellendigst is,
dat ons thans zou kunnen overkomen.
Een zaak echter houde men zoo
stellig mogelijk voor oogen: een po
litiek, die alles aan defensie offert
ten koste van al het andere, zou
nooit door ons volk, dat nog steeds
de misère der werkloosheid voor
zich ziet worden begrepen.
Een dergelijke politiek zou daarom wel
allerminst zijn in het belang van de defen
sie zelf.
Goseling en de Miranda
De Avondpost (lib.) over de erfpachtsaf
faire in de hoofdstad:
Evenals de roomsch-katholieke pers zich
met man en macht wierp op het oordeel der
Commissie-Oss, dat Minister Goseling niet
te kwader trouw is geweest, evenzeer werpt
nu de Arbeiderspers zich op de mededeeling,
dat van corruptie niets is gebleken. Het zou
dan ook wel verschrikkelijk zijn geweest,
indien Minister Goseling wèl te kwader
trouw en indien de socialistische gezagsdra
gers wèl corrupt waren gebleken.
Maarwat er ook in de zaak-Amster
dam overblijft is al erg genoeg.
Als de s.d. pers de fouten van den
wethouder verklaart uit zijn „drift
tot bouwen", tot het „scheppen van
werkgelegenheid", en uit zijn aard
tot activiteit, dan kunnen fouten van
minister Goseling op soortgelijke wij
ze worden verklaard uit „drift" tot
een zeker iets en uit „activiteit" om
bepaalde redenen.
„Ik groet U."
De Standaard over hetzelfde onderwerp:
Stadsbestuurders die van het gemeente
bestuur een partijzaak maken, de leiding
van een groote partij, die zwart wit tracht
te noemen, zijn een gevaar voor onze op
wet en traditie berustende instellingen.
„Het land zal Amsterdam, de bakermat
der sociaal-democratische gemeente-politiek,
groeten", schrijft het federatie-bestuur.
Het wordt tijd, dat de Amsterdamsche
burgerij tegen de soc. dem. partijgangers
zegt: „Ik groet u."
Dr. Colijn en de beurs.
Het Volk (s.d.a.p.): Dr. Colijn is niet be
reid luchthartig te doen met onze staatsfi
nanciën. Voortdurende tekorten op den gc-
wonen dienst van de rijksbegrooting zijn
hein een gruwel. Als man van dergelijke
principes kan hij aan zulke praktijken zijn
medewerking niet verleenen.
Maar Dr. Colijn heeft in zijn staatsmans
loopbaan al heel wat verkondigd, waar, om
het eens populair uit te drukken, de lom
merd geen geld op bleek te geven.
Jaren achtereen zwoer hij bij de gave
gulden, waarvan wij nimmer zouden wij
ken. Aan de gave gulden moest een krach
tige wcrkloosheidspolitiek ten offer worden
gebracht.
Dr. Colijn, die zoo vlot is met het gebruik
van het woord „luchthartig", handelt in
werkelijkheid als de huisvader, die uit
zucht om zich de buitengewone uitgave van
den chirurg te besparen, het leven van zijn
eigen kind in de waagschaal stelt.
„De Katholieken hebben het ge
daan!"
De Maasbode (r.k.) schrijft:
Uit Indië komt het liericiit, dat de Vader
landsche Club besloot, krachtig stelling te
gaan nemen tegen het „politiek katholicis
me".
Deze Vaderlandsche Club tooit zich mot
het praedicaat: „algemeene nationale ver-
eeniging, waarin plaats is voor alle Neder
landers van welken stand of godsdienst. On
der deze vlag heeft de Club zich destijds
bijzonder moeite gegeven, katholieke Euro
peanen tot zich te trekken; evenwel zonder
noemenswaardig resultaat. Van meet af
schijnt men aan onzen kant de juiste strek
king dezer vaderlandsche organisatie door
zien te hebben!
Zij komt weer tot uiting in de resolutie,
waarop wij doelden en die als volgt luidt:
De groote agressiviteit van de zijde
der confessioneele partijen, in het
bijzonder van de zijde van het poli
tieke katholicisme betoond, bleek de
aanwezigen met groote zorg te ver
vullen; deze agressiviteit werkt niet
alleen de verdeeldheid der Euro-
peesche groep in de hand op een
oogenblik, dat eenheid zoo dringend
geboden is, dooh ook overigens kan
zij in een land met zulke gecompli
ceerde verhoudingen als Nederl.
Indië slechts een bedenkelijken in
vloed hebben. Hiertegen zal krachtig
stelling worden genomen.
Het zijn altijd weer de katholieken, die
het gedaan hebben!, voegt de Msb. hier aan
toe. Dat zijn blijkbaar de verdeeldheid
zaaiers van beroep, die een constante be
dreiging vormen voor de zoo dringend ge
boden eenheid.
Wij mogen het ons voor gezegd houden
en tegenover dit onvaderlandsch gestook
elk spoor van verdeeldheid in eigen gelede
ren. uitwisschen, ten einde onzen bedillers
een te duidelijker voorbeeld nog te geven
van onwrikbare en hechte eenheid.
De laatste hoop des inbrekers
vervloog.
Zondagavond tegen twaalf uur heeft de
politie van het bureau Linnaeustraat Am
sterdam een 28-jarigen koopman aange
houden, die er van wordt verdacht te heb
ben ingebroken in het benedenhuis Hooge-
weg 9. De voordeur was door middel van
een breekijzer geforceerd en uit een kast
in de woning was een aantal gouden siera
den ter waarde van ongeveer driehonderd
gulden ontvreemd.
Toen de bewoner van dit perceel Zondag
avond laat thuiskwam, kon hij de voordeur
niet opensluiten, omdat deze aan de binnen
zijde gegrendeld bleek. De heer des huizes
veronderstelde, dat het dienstmeisje inmid
dels was thuisgekomen en belde aan. Hij
kreeg echter geen gehoor en riep daarom
de hulp van de politie in, teneinde in zijn
huis te kunnen binnenkomen en te zien
wat er aan de hand was.
Je moet maar durven!
Inmiddels had zich aan de achter
zijde van het huis een ander tooneel
afgespeeld. Op het bellen nam de
dief de vlucht door den tuin en
klom over de schutting. Bij de bu
ren verzocht hij hem door te laten.
Hij verklaarde zijn vreemde verzoek
op dit nachtelijk uur met de mede
deeling, dat hij door iemand gewa
pend met een revolver werd achter
volgd. Men had ecjhter argwaan en
weigerde den rnarf ctferi toegang, die
daarop haastig in het duister ver
dween.
De politie werd ook van deze zijde ge
waarschuwd en deze stelde een onderzoek
in de tuinen aan den Hoogeweg in. Na
eenig zoeken vond men den man op een
binenplaatsje. Hij ontkende echter iets met
den inbraak te maken te hebben. Op het
bureau liet hij echter zijn breekijzer val
len... de man is ingesloten. Van de ont
vreemde sieraden is niets teruggevonden.
In Oranje vaatjes Hare Majesteit
aangeboden.
Gisteren kwam te Vlaardingen haring
van de stoomlogger Vlaardingen 97, schip
per A. Boot van de reederij Dogger -Mij.
N.V., directeur de heer I. Hoogendijk, aan
de markt.
Deze haring werd aangevoerd door de ja
ger Vlaardingen 216, schipper A. Visser.
De rijkskeurmeesters achtten thans de
kwaliteit van dien aad, om, volgens tradi
tie, H. M. de Koningin een eerste proeve
van dit bij uitstek nationaal product te
doen aanbieden.
Een vertegenwoordiger van de reederij,
schipper en opperkeurmeester hebben dan
ook gistermiddag het puikje vafi deze nieu
we Hollandsche haring in rie bekende oranje
geschilderde vaatjes aan Hare Majesteit ge
offreerd.
Vuurv erschijnsele n.
Nadat in de laatste dagen de Krakatau
een verhoogde eruptie-werking had ver
toond, zijn Zaterdagnacht explosies voorge
komen tot 9000 meter hoogte ,de hoogste
welke ooit geregistreerd zijn. De Mantri, be"
last met het toezicht op de 'vulkaan, ver
liet Langeiland, het eilandje dat vlak bij de
Krakatau ligt, en begaf zich naar Pasaoeran
aan de Java-kust in Bantam.
Zondag werd aldus de N.R.Crt. vast ma
teriaal tot 1000 meter hoogte geslingerd.
Bovendien hebben zich vuurverschijnselen
voorgedaan. De werking gaat nog onvermin
derd voort.
Bevolking niet ongerust.
Aneta verneemt omtrent de verhoogde
werking van de Krakatau nog nader uit
Rangkasbetoeng: Zondagmorgen te half ze
ven zijn vrij hevige erupties van de Kraka
tau voorgevallen, waarvan de hoogte op
1000 meter werd geschat. Des avonds viel
veel asch en vuur. De bevolking is niet on
gerust. Direct gevaar is dan ook niet aan
wezig.
Mantri bijtijds gevlucht.
Een nader rapport van den Vulcanologi-
schen Dienst luidt als volgt: De KrakaVau
wierp vast materiaal uit tot 3000 meter
hoogte. De waarneming van Langeiland uit
is verder onmogelijk. De Mantri, met de
bewaking belast, is juist op tijd van het
destijds gevormde eilandje Anak Krakatau
met een motorboot naar Langeiland ge
vlucht.
Plotseling hevige regenbuien.
Zondag om 6.10 's morgens, zijn te Tjilat-
jap achtereenvolgens vijf lichte aardtrillin-
gen gevoeld, die ook in Ivro.ja en op Noesa
Kembangan zijn geconstateerd. De aardtril-
lingen zijn, naar dff N.R.Crt. meldt, te 6.10
in den morgen door het Meteorologisch Ob
servatorium te Batavia geregistreerd als
moeilijk vast te stellen.
Tegelijkertijd wordt uit Tjilatjap gemeld,
dat daar plaatselijk plotseling hevige re
genbuien vielen. Gistermorgen was het on
gekend koud, en is een temperatuur gere
gistreerd van 22 graden Cclcius, tegenover
anders 27 graden.
WOENSDAG 21 JUNI 1939.
Hilversum I. 1875 en 415.5 m.
NCKV-uitzending. 6.307.00 Onderwijsfonds
voor de Scheepvaart.
8.00 Schriftlezing, meditatie.
8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (9.309.4f
Gelukwenschen).
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Ensemble Van der Horst.
12.00 Berichten.
12.45 Vervolg concert en gramofoonmuziek.
I.45 Gramofoonmuziek.
2.15 Pianovoordracht en gramofoonmuziek.
3.00 Christ. lectuur.
3.30 Gramofoonmuziek.
3.45 Zang en piano. In de pauze: Gramofoon
muziek.
4.45 Gelukwenschen.
5.00 Voor de kinderen.
6.10 Causerie: „Filmt U nog niet? (II)".
6.25 Gramofoonmuziek (6.30 Berichten).
6.30 Taalles en causerie over het Binnenaan-
varingsreglement.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie: „De corporatieve gedachte".
7.307.55 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-berich-
ten. (Het avondprog~amma wordt onder
broken voor verkiezings-uitslagen)
8.15 Het NCRV-orkest.
10.00 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.30 Vervolg concert.
II.5012.00 Schriftlezing.
Hilversum II, 301.5 m.
VARA-uitzending. 10.00—10.20 v.m. VPRO.
11.00—11.30 v.m. en 6.30—7.00 RVU. 7.30—
8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek (ca. 8.16 Berichten).
9.30 Causerie: „Onze keuken".
10.00' Morgenwijding.
10.20 Voor Arbeiders in de Continubedrijven.
11.00 „De natuur in", lezing.
11.30 Esmeralda.
12.15 Berichten.
12.17 VARA-orkest.
I.151.45 Solistenconcert.
2.00 Voor de vrouwen.
3.00 Voor de kinderen.
5.30 Orgelspel.
6.00 Jack de Vries' Internationals en soliste.
6.28 Berichten.
6.30 „Leven en dood, vanuit een godsdienstig
standpunt belicht", lezing.
7.00 VARA-Kalender.
7.05 Felicitaties.
7.10 "^ocaal concert.
7.30 Muziek.
7.35 „Vacantie een levenskans", causerie.
7.50 Muziek.
7.558.00 „Tot de Rijzende Kerk", toespraak.
8.05 Herhaling SOS-berichten.
8.07 Berichten ANP, VARA-Varia.
8.17 VARA-Zomerprijsvraag. (Het avond-pro
gramma wordt onderbroken voor verkie
zingsuitslagen).
8.20 Gramofoonmuziek.
8.30 Reportage.
10.00 Berichten ANP.
10.10 VARA-orkest.
II.00 Esmeralda.
11.3012.00 Gramofoonmuziek.
feuilleton.
43.
Ik weet het niet, zei ze. Ze sprak
meer tot zichzelf dan tot hem. Ik ben er
niet zeker van, wat het eigenlijk beteekent.
Kom, zoo onnoozel ben je toch niet? Of
houd je je maar zoo Het beteekent een
compagnonschap zonder gebondenheid. Be
grijp je?
Een compagnonschap Dus u meent zoo
maar gewoon vriendschap
Zal ik je vertellen v&t ik precies meen?
Ja, zei Julie.
Hij boog zich over haar heen en plotseling
duwde hij haar hoofd achterover tegen zijn
arm en drukte hij zijn lippen op de hare.
Dit meen ik, zei hij, en dit... en
dit! Als ooit een vrouw voor de liefde ge
maakt is, dan ben jij het!
Hij zou haar in haar armen genomen heb
ben, waar ze zat. Maar opeens, met de kracht
van een wild dier, rukte ze zich los. Ze sprong
overeind en trillend van woede, bijna stikkend,
stond ze tegenover hem. dus dat meen je.
bracht ze uit. Jij beest! Jij... 30 duive
Keston was verstomd. Hij bleef haar en te e
seconden aan zitten staren. Dan herstelde hij
zich, stond met een lach op en ging naar zijn
bureau om een cigaret te pakken.
Aldus eindigt! zei hij spottend. Dus
dat is je spelletje, mijn kind? Eerst maak je
de mannen dol en dan... in edele verontwaar
diging... keer je je af! t
Hoe durf je! riep Julie. IK heb bet
niet gedaan! Jy was het... jij!
Ze was buiten zichzelf van drift op dat
oogenblik. Zijn koelheid, zijn cynische beschul
diging en bovenal zijn lach maakten haar
razend. Toen hij haar aankeek, de niet bran
dende cigaret tusschen zijn spottende lippen,
was het of er een vlam door haar heen sloeg.
Ze greep de theekop, waaruit ze gedronken
had en gooide die met volle kracht naar hem.
Ze trof hem zoo hard en zoo onverwachts
tegen den slaap, dat hij meteen feilen uitroep
van pijn opzij tuimelde tegen een stoel. Die
gaf mee met zijn gewicht en hij verloor zijn
evenwicht en viel met een slag op den vloer.
Op hetzelfde oogenblik klonk in de hall het
gebiedende rinkelen van een electrische bel.
Julie hoorde het, maar het drong nauwelijks
tot haar -bewustzijn door. Ze wist van niets
anders dan van het blinde verlangen te ont
snappen en als een vluchtende antilope sprong
ze naar de deur, gooide die open en snelde
door de gang. In haar wilde haast nam ze niet
de trap, waarlangs ze gekomen was, maar
stond eensklaps voor een halfdeur, scharrelde
met de sluiting en slaagde er op een of andere
manier in de deur open te krijgen.
Buiten stond iemand in den regen, maar
Julie schonk daar geen aandacht aan. Als een
opgejaagd dier rende ze de duisternis in en liet
de deur achter zich openstaan.
De figuur op den drempel bleef enkele
oogenblikken die verwilderde vlucht staan na
kijken en dan, met een resolute beweging,
draaide ze zich om en ging naar binnen.
Op hetzelfde moment verscheen Oliver
Keston in de gang met een zakdoek tegen zijn
gezicht gedrukt. Hij zag er norsch en grim
mig uit en de zakdoek was met bloed bevlekt.
Toen hij de bezoekster zag, stond hij plotseling
stil. Hallo! zei hjj. Waar ter wereld
kom jij vandaan?
Ik ben net gekomen, zei Sybil kortaf.
Ik heb gebeld.
Keston bleef haar aanstaren. Hij was op weg
naar de apotheek, maar deze nieuwe stand
van zaken bracht hem in verwarring.
Sybil, bleek maar beheerscht. wendde haar
oogen niet van hem af.
Ze spraken tegelijk. Zjj zei: Wat is er
met je gebeurd? en hjj, Je bent natuur
lijk die kleine, wilde kat tegengekomen.
Toen nam Sybil de leiding. Ze had zich nooit
zoo zeker van zich zelf gevoeld als dit oogen
blik. Laar mij dat maar uitwassehen,
zei ze. Ja, ik heb Julie gezien. Het doet er
niet toe op wat voor manier. Kom maar mee!
Ze opende de deur naar de apotheek, draaide
het licht op en gooide haar jas af. Dan trok
ze een stoel bij de waschtafel en liet het water
stroomen. Oliver Keston volgde gedwee haar
aanwijzingen op.
Het is een leelijke snee, zei ze. Is
er ook lysol? O, ik zie het al. Blijf stil zitten!
Ik weet, wat er gedaan moet worden.
Ze verbond de wond zeer handig en kundig,
terwijl Keston haar zonder een woord te spre
ken liet begaan. Hij had min of meer het
gevoel, of er een zwaarH boven zijn hoofd
hing. Maar toen Sybil klaar was met ver
binden, gaf zij niet het minste teeken tot den
aanval te willen overgaan. Ze nam alleen
maar een cigaret en stak die tusschen zijn
lippen, terwijl ze er zelf ook een opstak.
Laten we teruggaan naar de andere ka
mer, zei ze. Daar is het gezelliger.
Hij v' Igde haar zwijgend. Er was iets be
velends en tegelijk een vreemde grootmoedig
heid in haar. waardoor hij zich wonderlijk
deemoedig voelde. Ze gingen naar de spreek
kamer terug en Sybil liet hem plaatsnemen
in den stoel bij het vuur, waar Julie gezeten
had.
En jij? zei h(j moeilijk.
Dat zal ik je dadelijk vertellen. Ik ga
zoo meteen wel zitten. Voel je je weer heele-
maal goed
Uitstekend.
Best! zei Sybil en zoog den rook in, dien
ze langzaam, naar het plafond kijkend, weer
uitblies. Je wilt natuurlijk graag weten,
waarvoor ik hier gekomen ben. Ik zal het je
vertellen. Ik heb over allerlei nagedacht den
laatsten tijd en alles schijnt te wijzen naar
één oplossing.
En die is?
Ze keek plotseling op hem neer en hij
vroeg zich af, of ze misschien rook in haar
oogen had gekregen, want haar oogleden
waren rood. Wel om je de waarheid te
zeggen, zei ze, ik ben gekomen om je
te vragen met me te trouwen.
Wat? Keston vloog overeind, maar
ze had zich omgedraaid en stond met den
rug naar hem toe, het hoofd gebogen.
Denk vooral goed na, voor je me ant
woordt, zei ze met een vreemde stem.
Doe niets overhaast.
Sybil! H ijkwam dicht bjj haar zon
der haar aan te raken. Hjj sprak bijna flui
sterend over haar schouder. O, waarom
heb je het niet eerder gezegd?
Hoe zoo? vroeg ze zonder zich om te
draaien.
Omdat het nu te laat is, antwoordde
hij op denzelfden, verstikten toon.
Hoe zoo?
Omdat ik een schoft ben, zei hij met
een plotselinge, heftige zelfverachting. Ik
heb zoo net dat meisje een smerig voorstel
gedaan en ze was zoo fatsoenlijk me iets
naar mijn hoofd te gooien en weg te gaan.
En? zei Sybil half uitdagend, nog
altijd met gebogen hoofd.
Nou kun je toch niet meer met me
trouwen!
Ezel! zei Sybil. Ze greep hem plot
seling bij zijn armen. Oliver! Het is mijn
schuld. Ik heb je ertoe gedreveyn en het spijt
me. Het zou niet gebeurd zijn... als we ver
loofd geweest waren.
Ze had haar cigaret weggegooid en... er
was geen twijfel mogelijk... haar oogen, die
koele, lichte oogen, stonden vol tranen.
Ik ben een groote dwaas geweest... en
jij ook. Maar we houden van elkaar. Laten
we het dus vergeten.
Sybil! zeihij weer en deed zich ge
weld aan, haar te weerstaan. Zij maakte een
geluid, dat het midden hield tusschen lachen
en schreien en sloeg haar armen om zijn
hals. Sta daar niet zoo idioot! Ik heb im
mers gezegd, dat ik van je hield. Wat wil je
nog meer? Waag het niet me af te wijzen!
Hij klemde haar tegen zich aan. Het was
de eenige mogelijkheid.
Ik ben een beest, Sybil, fluisterde
hij. Je bent veel te goed voor me.
Natuurlijk, lieveling, fluisterde ze te
rug. Dat wou je maar nooit begrijpen.
Dank den hemel dat je het nu gemerkt hebt.
En kus me nu maar! Of moet ik jou eerst
kussen
Hij lachte en hield haar vast tegen zich
aan, maar voor hij haar lippen kuste, kuste
hij eerst de tranen weg uit haar oogen.
Je bent eigenlijk een engel, Sybil,
zei hij na eenigen tijd.
Ben je nu pas tot die ontdekking ge
komen? Nou, in ieder geval, ik heb een mil-
lionnair opgegeven voor jou. Dus wie weet!
Of ik ben een groote dwaasEén van de
twee. Nou heb ik mijn sigaret verloren en jij
hebt de jouwe weggegooid. Zullen we opnieuw
beginnen en verstandig zijn?
Hij hield haar nog even, bijna dwingend,
vast. Weet je zeker, dat je met me trou
wen wilt? Heel zeker?
Zou je me toch trouwen, als ik zei dat
ik het niet zeker wist? plaagde ze.
Ja, zei hij met plotselinge heftigheid.
Ja, duizendmaal ja! Ik heb altijd met je wil
len trouwen, Sybil. Wat weet je. Ik heb me
beestachtig gedragen, maar...
Stil! Haar hand sloot zich over zijn
lippen. Ze lachte in zijn oogen. Ik heb ook
altijd me jou willen trouwén en nu... meer
dan ooit. Dus dat staat vast... definitief.
Laten we onze cigaretten opsteken en de
zaak in finesses bespreken. O ja, en ik heb
je één voorstel te doen. Als we ooit ruzie
willlen gaan maken, laten we dan eerst gaan
zitten en een cigaret rooken. Vind je dat goed
Ik vind alles goed, ze hij hartstoch
telijk.
(Wordt vervolgdJ