Wij lazen voor EN Pi ©1LM1TS' IM9NEN Het breekijzer sprak boekdeelen*** Radioprogramma \f\V^ vaart uit DOOR EDGAR RICE BURROUGHS Uit de Pers van heden De eerste Koninginneharing Onze Oost De Krakatau werkt Vijf aardschokken volgden elkaar op Ethel M. Dell 56. Valthor reed zijn olifant naar den vluchte ling, in de hoop het pad van den wilden olifant te kruisen. Doch hij was te laat. Het razende dier haalde den verschrikten man in, greep hem met zijn slurf beet, gooide hem in de lucht en toen de man op de grond neer kwam, vertrapte de olifant hem in het stof. Op dat ogenblik waren Valthor en Wood bjj hem. Wood verwachtte een herhaling van het tooneel, dat hij zo juist had gezien, met Valthor en zichzelf als de slachtoffers. Doch inplaats daarvan reed de Atheniaan zjjn olifant rustig naar het wilde dier toe, v dat met zijn staart stond te zwaaien. Al de kwaadheid was verdwenen na het doden van zjjn slachtoffer. En Wood, die Valthar ge volgd was, sloot het dier nu aan de andere zijde in. Intusschen zong Valthor op een een tonige wijs een lied, dat door de Atheniaan- sche olifantsmannen wordt gebruikt om de groote dieren te kalmeren. De geoefende oli fanten, bereden door Wood en Valthor, ken den hun taak heel goed en tussen hen in was de mannetjesolifant spoedig op weg naar de grote stal. Stanley Wood was opgetogen, maar zijn geestdrift verdween al spoedig toen hij de pijnlijke consequenties van zijn heldhaftigheid kreeg te dragen. Dat zou het volk niet begrijpen. De Maasbode (r.k.) schrijft: Een ministercrisis is wel het allerlaatste, waaraan ons land thans behoefte heeft. Het blad meent echter dat er voldoende elemen ten van toenadering aanwezig zijn en ver volgt: En deze elementen dienen, voor beide „partijen", zoo afdoende te worden benut, omdat het nu eenmaal paalvast staat, dat een ministercrisis wel het allerellendigst is, dat ons thans zou kunnen overkomen. Een zaak echter houde men zoo stellig mogelijk voor oogen: een po litiek, die alles aan defensie offert ten koste van al het andere, zou nooit door ons volk, dat nog steeds de misère der werkloosheid voor zich ziet worden begrepen. Een dergelijke politiek zou daarom wel allerminst zijn in het belang van de defen sie zelf. Goseling en de Miranda De Avondpost (lib.) over de erfpachtsaf faire in de hoofdstad: Evenals de roomsch-katholieke pers zich met man en macht wierp op het oordeel der Commissie-Oss, dat Minister Goseling niet te kwader trouw is geweest, evenzeer werpt nu de Arbeiderspers zich op de mededeeling, dat van corruptie niets is gebleken. Het zou dan ook wel verschrikkelijk zijn geweest, indien Minister Goseling wèl te kwader trouw en indien de socialistische gezagsdra gers wèl corrupt waren gebleken. Maarwat er ook in de zaak-Amster dam overblijft is al erg genoeg. Als de s.d. pers de fouten van den wethouder verklaart uit zijn „drift tot bouwen", tot het „scheppen van werkgelegenheid", en uit zijn aard tot activiteit, dan kunnen fouten van minister Goseling op soortgelijke wij ze worden verklaard uit „drift" tot een zeker iets en uit „activiteit" om bepaalde redenen. „Ik groet U." De Standaard over hetzelfde onderwerp: Stadsbestuurders die van het gemeente bestuur een partijzaak maken, de leiding van een groote partij, die zwart wit tracht te noemen, zijn een gevaar voor onze op wet en traditie berustende instellingen. „Het land zal Amsterdam, de bakermat der sociaal-democratische gemeente-politiek, groeten", schrijft het federatie-bestuur. Het wordt tijd, dat de Amsterdamsche burgerij tegen de soc. dem. partijgangers zegt: „Ik groet u." Dr. Colijn en de beurs. Het Volk (s.d.a.p.): Dr. Colijn is niet be reid luchthartig te doen met onze staatsfi nanciën. Voortdurende tekorten op den gc- wonen dienst van de rijksbegrooting zijn hein een gruwel. Als man van dergelijke principes kan hij aan zulke praktijken zijn medewerking niet verleenen. Maar Dr. Colijn heeft in zijn staatsmans loopbaan al heel wat verkondigd, waar, om het eens populair uit te drukken, de lom merd geen geld op bleek te geven. Jaren achtereen zwoer hij bij de gave gulden, waarvan wij nimmer zouden wij ken. Aan de gave gulden moest een krach tige wcrkloosheidspolitiek ten offer worden gebracht. Dr. Colijn, die zoo vlot is met het gebruik van het woord „luchthartig", handelt in werkelijkheid als de huisvader, die uit zucht om zich de buitengewone uitgave van den chirurg te besparen, het leven van zijn eigen kind in de waagschaal stelt. „De Katholieken hebben het ge daan!" De Maasbode (r.k.) schrijft: Uit Indië komt het liericiit, dat de Vader landsche Club besloot, krachtig stelling te gaan nemen tegen het „politiek katholicis me". Deze Vaderlandsche Club tooit zich mot het praedicaat: „algemeene nationale ver- eeniging, waarin plaats is voor alle Neder landers van welken stand of godsdienst. On der deze vlag heeft de Club zich destijds bijzonder moeite gegeven, katholieke Euro peanen tot zich te trekken; evenwel zonder noemenswaardig resultaat. Van meet af schijnt men aan onzen kant de juiste strek king dezer vaderlandsche organisatie door zien te hebben! Zij komt weer tot uiting in de resolutie, waarop wij doelden en die als volgt luidt: De groote agressiviteit van de zijde der confessioneele partijen, in het bijzonder van de zijde van het poli tieke katholicisme betoond, bleek de aanwezigen met groote zorg te ver vullen; deze agressiviteit werkt niet alleen de verdeeldheid der Euro- peesche groep in de hand op een oogenblik, dat eenheid zoo dringend geboden is, dooh ook overigens kan zij in een land met zulke gecompli ceerde verhoudingen als Nederl. Indië slechts een bedenkelijken in vloed hebben. Hiertegen zal krachtig stelling worden genomen. Het zijn altijd weer de katholieken, die het gedaan hebben!, voegt de Msb. hier aan toe. Dat zijn blijkbaar de verdeeldheid zaaiers van beroep, die een constante be dreiging vormen voor de zoo dringend ge boden eenheid. Wij mogen het ons voor gezegd houden en tegenover dit onvaderlandsch gestook elk spoor van verdeeldheid in eigen gelede ren. uitwisschen, ten einde onzen bedillers een te duidelijker voorbeeld nog te geven van onwrikbare en hechte eenheid. De laatste hoop des inbrekers vervloog. Zondagavond tegen twaalf uur heeft de politie van het bureau Linnaeustraat Am sterdam een 28-jarigen koopman aange houden, die er van wordt verdacht te heb ben ingebroken in het benedenhuis Hooge- weg 9. De voordeur was door middel van een breekijzer geforceerd en uit een kast in de woning was een aantal gouden siera den ter waarde van ongeveer driehonderd gulden ontvreemd. Toen de bewoner van dit perceel Zondag avond laat thuiskwam, kon hij de voordeur niet opensluiten, omdat deze aan de binnen zijde gegrendeld bleek. De heer des huizes veronderstelde, dat het dienstmeisje inmid dels was thuisgekomen en belde aan. Hij kreeg echter geen gehoor en riep daarom de hulp van de politie in, teneinde in zijn huis te kunnen binnenkomen en te zien wat er aan de hand was. Je moet maar durven! Inmiddels had zich aan de achter zijde van het huis een ander tooneel afgespeeld. Op het bellen nam de dief de vlucht door den tuin en klom over de schutting. Bij de bu ren verzocht hij hem door te laten. Hij verklaarde zijn vreemde verzoek op dit nachtelijk uur met de mede deeling, dat hij door iemand gewa pend met een revolver werd achter volgd. Men had ecjhter argwaan en weigerde den rnarf ctferi toegang, die daarop haastig in het duister ver dween. De politie werd ook van deze zijde ge waarschuwd en deze stelde een onderzoek in de tuinen aan den Hoogeweg in. Na eenig zoeken vond men den man op een binenplaatsje. Hij ontkende echter iets met den inbraak te maken te hebben. Op het bureau liet hij echter zijn breekijzer val len... de man is ingesloten. Van de ont vreemde sieraden is niets teruggevonden. In Oranje vaatjes Hare Majesteit aangeboden. Gisteren kwam te Vlaardingen haring van de stoomlogger Vlaardingen 97, schip per A. Boot van de reederij Dogger -Mij. N.V., directeur de heer I. Hoogendijk, aan de markt. Deze haring werd aangevoerd door de ja ger Vlaardingen 216, schipper A. Visser. De rijkskeurmeesters achtten thans de kwaliteit van dien aad, om, volgens tradi tie, H. M. de Koningin een eerste proeve van dit bij uitstek nationaal product te doen aanbieden. Een vertegenwoordiger van de reederij, schipper en opperkeurmeester hebben dan ook gistermiddag het puikje vafi deze nieu we Hollandsche haring in rie bekende oranje geschilderde vaatjes aan Hare Majesteit ge offreerd. Vuurv erschijnsele n. Nadat in de laatste dagen de Krakatau een verhoogde eruptie-werking had ver toond, zijn Zaterdagnacht explosies voorge komen tot 9000 meter hoogte ,de hoogste welke ooit geregistreerd zijn. De Mantri, be" last met het toezicht op de 'vulkaan, ver liet Langeiland, het eilandje dat vlak bij de Krakatau ligt, en begaf zich naar Pasaoeran aan de Java-kust in Bantam. Zondag werd aldus de N.R.Crt. vast ma teriaal tot 1000 meter hoogte geslingerd. Bovendien hebben zich vuurverschijnselen voorgedaan. De werking gaat nog onvermin derd voort. Bevolking niet ongerust. Aneta verneemt omtrent de verhoogde werking van de Krakatau nog nader uit Rangkasbetoeng: Zondagmorgen te half ze ven zijn vrij hevige erupties van de Kraka tau voorgevallen, waarvan de hoogte op 1000 meter werd geschat. Des avonds viel veel asch en vuur. De bevolking is niet on gerust. Direct gevaar is dan ook niet aan wezig. Mantri bijtijds gevlucht. Een nader rapport van den Vulcanologi- schen Dienst luidt als volgt: De KrakaVau wierp vast materiaal uit tot 3000 meter hoogte. De waarneming van Langeiland uit is verder onmogelijk. De Mantri, met de bewaking belast, is juist op tijd van het destijds gevormde eilandje Anak Krakatau met een motorboot naar Langeiland ge vlucht. Plotseling hevige regenbuien. Zondag om 6.10 's morgens, zijn te Tjilat- jap achtereenvolgens vijf lichte aardtrillin- gen gevoeld, die ook in Ivro.ja en op Noesa Kembangan zijn geconstateerd. De aardtril- lingen zijn, naar dff N.R.Crt. meldt, te 6.10 in den morgen door het Meteorologisch Ob servatorium te Batavia geregistreerd als moeilijk vast te stellen. Tegelijkertijd wordt uit Tjilatjap gemeld, dat daar plaatselijk plotseling hevige re genbuien vielen. Gistermorgen was het on gekend koud, en is een temperatuur gere gistreerd van 22 graden Cclcius, tegenover anders 27 graden. WOENSDAG 21 JUNI 1939. Hilversum I. 1875 en 415.5 m. NCKV-uitzending. 6.307.00 Onderwijsfonds voor de Scheepvaart. 8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (9.309.4f Gelukwenschen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek. 11.15 Ensemble Van der Horst. 12.00 Berichten. 12.45 Vervolg concert en gramofoonmuziek. I.45 Gramofoonmuziek. 2.15 Pianovoordracht en gramofoonmuziek. 3.00 Christ. lectuur. 3.30 Gramofoonmuziek. 3.45 Zang en piano. In de pauze: Gramofoon muziek. 4.45 Gelukwenschen. 5.00 Voor de kinderen. 6.10 Causerie: „Filmt U nog niet? (II)". 6.25 Gramofoonmuziek (6.30 Berichten). 6.30 Taalles en causerie over het Binnenaan- varingsreglement. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie: „De corporatieve gedachte". 7.307.55 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-berich- ten. (Het avondprog~amma wordt onder broken voor verkiezings-uitslagen) 8.15 Het NCRV-orkest. 10.00 Berichten ANP, actueel halfuur. 10.30 Vervolg concert. II.5012.00 Schriftlezing. Hilversum II, 301.5 m. VARA-uitzending. 10.00—10.20 v.m. VPRO. 11.00—11.30 v.m. en 6.30—7.00 RVU. 7.30— 8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek (ca. 8.16 Berichten). 9.30 Causerie: „Onze keuken". 10.00' Morgenwijding. 10.20 Voor Arbeiders in de Continubedrijven. 11.00 „De natuur in", lezing. 11.30 Esmeralda. 12.15 Berichten. 12.17 VARA-orkest. I.151.45 Solistenconcert. 2.00 Voor de vrouwen. 3.00 Voor de kinderen. 5.30 Orgelspel. 6.00 Jack de Vries' Internationals en soliste. 6.28 Berichten. 6.30 „Leven en dood, vanuit een godsdienstig standpunt belicht", lezing. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 "^ocaal concert. 7.30 Muziek. 7.35 „Vacantie een levenskans", causerie. 7.50 Muziek. 7.558.00 „Tot de Rijzende Kerk", toespraak. 8.05 Herhaling SOS-berichten. 8.07 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.17 VARA-Zomerprijsvraag. (Het avond-pro gramma wordt onderbroken voor verkie zingsuitslagen). 8.20 Gramofoonmuziek. 8.30 Reportage. 10.00 Berichten ANP. 10.10 VARA-orkest. II.00 Esmeralda. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. feuilleton. 43. Ik weet het niet, zei ze. Ze sprak meer tot zichzelf dan tot hem. Ik ben er niet zeker van, wat het eigenlijk beteekent. Kom, zoo onnoozel ben je toch niet? Of houd je je maar zoo Het beteekent een compagnonschap zonder gebondenheid. Be grijp je? Een compagnonschap Dus u meent zoo maar gewoon vriendschap Zal ik je vertellen v&t ik precies meen? Ja, zei Julie. Hij boog zich over haar heen en plotseling duwde hij haar hoofd achterover tegen zijn arm en drukte hij zijn lippen op de hare. Dit meen ik, zei hij, en dit... en dit! Als ooit een vrouw voor de liefde ge maakt is, dan ben jij het! Hij zou haar in haar armen genomen heb ben, waar ze zat. Maar opeens, met de kracht van een wild dier, rukte ze zich los. Ze sprong overeind en trillend van woede, bijna stikkend, stond ze tegenover hem. dus dat meen je. bracht ze uit. Jij beest! Jij... 30 duive Keston was verstomd. Hij bleef haar en te e seconden aan zitten staren. Dan herstelde hij zich, stond met een lach op en ging naar zijn bureau om een cigaret te pakken. Aldus eindigt! zei hij spottend. Dus dat is je spelletje, mijn kind? Eerst maak je de mannen dol en dan... in edele verontwaar diging... keer je je af! t Hoe durf je! riep Julie. IK heb bet niet gedaan! Jy was het... jij! Ze was buiten zichzelf van drift op dat oogenblik. Zijn koelheid, zijn cynische beschul diging en bovenal zijn lach maakten haar razend. Toen hij haar aankeek, de niet bran dende cigaret tusschen zijn spottende lippen, was het of er een vlam door haar heen sloeg. Ze greep de theekop, waaruit ze gedronken had en gooide die met volle kracht naar hem. Ze trof hem zoo hard en zoo onverwachts tegen den slaap, dat hij meteen feilen uitroep van pijn opzij tuimelde tegen een stoel. Die gaf mee met zijn gewicht en hij verloor zijn evenwicht en viel met een slag op den vloer. Op hetzelfde oogenblik klonk in de hall het gebiedende rinkelen van een electrische bel. Julie hoorde het, maar het drong nauwelijks tot haar -bewustzijn door. Ze wist van niets anders dan van het blinde verlangen te ont snappen en als een vluchtende antilope sprong ze naar de deur, gooide die open en snelde door de gang. In haar wilde haast nam ze niet de trap, waarlangs ze gekomen was, maar stond eensklaps voor een halfdeur, scharrelde met de sluiting en slaagde er op een of andere manier in de deur open te krijgen. Buiten stond iemand in den regen, maar Julie schonk daar geen aandacht aan. Als een opgejaagd dier rende ze de duisternis in en liet de deur achter zich openstaan. De figuur op den drempel bleef enkele oogenblikken die verwilderde vlucht staan na kijken en dan, met een resolute beweging, draaide ze zich om en ging naar binnen. Op hetzelfde moment verscheen Oliver Keston in de gang met een zakdoek tegen zijn gezicht gedrukt. Hij zag er norsch en grim mig uit en de zakdoek was met bloed bevlekt. Toen hij de bezoekster zag, stond hij plotseling stil. Hallo! zei hjj. Waar ter wereld kom jij vandaan? Ik ben net gekomen, zei Sybil kortaf. Ik heb gebeld. Keston bleef haar aanstaren. Hij was op weg naar de apotheek, maar deze nieuwe stand van zaken bracht hem in verwarring. Sybil, bleek maar beheerscht. wendde haar oogen niet van hem af. Ze spraken tegelijk. Zjj zei: Wat is er met je gebeurd? en hjj, Je bent natuur lijk die kleine, wilde kat tegengekomen. Toen nam Sybil de leiding. Ze had zich nooit zoo zeker van zich zelf gevoeld als dit oogen blik. Laar mij dat maar uitwassehen, zei ze. Ja, ik heb Julie gezien. Het doet er niet toe op wat voor manier. Kom maar mee! Ze opende de deur naar de apotheek, draaide het licht op en gooide haar jas af. Dan trok ze een stoel bij de waschtafel en liet het water stroomen. Oliver Keston volgde gedwee haar aanwijzingen op. Het is een leelijke snee, zei ze. Is er ook lysol? O, ik zie het al. Blijf stil zitten! Ik weet, wat er gedaan moet worden. Ze verbond de wond zeer handig en kundig, terwijl Keston haar zonder een woord te spre ken liet begaan. Hij had min of meer het gevoel, of er een zwaarH boven zijn hoofd hing. Maar toen Sybil klaar was met ver binden, gaf zij niet het minste teeken tot den aanval te willen overgaan. Ze nam alleen maar een cigaret en stak die tusschen zijn lippen, terwijl ze er zelf ook een opstak. Laten we teruggaan naar de andere ka mer, zei ze. Daar is het gezelliger. Hij v' Igde haar zwijgend. Er was iets be velends en tegelijk een vreemde grootmoedig heid in haar. waardoor hij zich wonderlijk deemoedig voelde. Ze gingen naar de spreek kamer terug en Sybil liet hem plaatsnemen in den stoel bij het vuur, waar Julie gezeten had. En jij? zei h(j moeilijk. Dat zal ik je dadelijk vertellen. Ik ga zoo meteen wel zitten. Voel je je weer heele- maal goed Uitstekend. Best! zei Sybil en zoog den rook in, dien ze langzaam, naar het plafond kijkend, weer uitblies. Je wilt natuurlijk graag weten, waarvoor ik hier gekomen ben. Ik zal het je vertellen. Ik heb over allerlei nagedacht den laatsten tijd en alles schijnt te wijzen naar één oplossing. En die is? Ze keek plotseling op hem neer en hij vroeg zich af, of ze misschien rook in haar oogen had gekregen, want haar oogleden waren rood. Wel om je de waarheid te zeggen, zei ze, ik ben gekomen om je te vragen met me te trouwen. Wat? Keston vloog overeind, maar ze had zich omgedraaid en stond met den rug naar hem toe, het hoofd gebogen. Denk vooral goed na, voor je me ant woordt, zei ze met een vreemde stem. Doe niets overhaast. Sybil! H ijkwam dicht bjj haar zon der haar aan te raken. Hjj sprak bijna flui sterend over haar schouder. O, waarom heb je het niet eerder gezegd? Hoe zoo? vroeg ze zonder zich om te draaien. Omdat het nu te laat is, antwoordde hij op denzelfden, verstikten toon. Hoe zoo? Omdat ik een schoft ben, zei hij met een plotselinge, heftige zelfverachting. Ik heb zoo net dat meisje een smerig voorstel gedaan en ze was zoo fatsoenlijk me iets naar mijn hoofd te gooien en weg te gaan. En? zei Sybil half uitdagend, nog altijd met gebogen hoofd. Nou kun je toch niet meer met me trouwen! Ezel! zei Sybil. Ze greep hem plot seling bij zijn armen. Oliver! Het is mijn schuld. Ik heb je ertoe gedreveyn en het spijt me. Het zou niet gebeurd zijn... als we ver loofd geweest waren. Ze had haar cigaret weggegooid en... er was geen twijfel mogelijk... haar oogen, die koele, lichte oogen, stonden vol tranen. Ik ben een groote dwaas geweest... en jij ook. Maar we houden van elkaar. Laten we het dus vergeten. Sybil! zeihij weer en deed zich ge weld aan, haar te weerstaan. Zij maakte een geluid, dat het midden hield tusschen lachen en schreien en sloeg haar armen om zijn hals. Sta daar niet zoo idioot! Ik heb im mers gezegd, dat ik van je hield. Wat wil je nog meer? Waag het niet me af te wijzen! Hij klemde haar tegen zich aan. Het was de eenige mogelijkheid. Ik ben een beest, Sybil, fluisterde hij. Je bent veel te goed voor me. Natuurlijk, lieveling, fluisterde ze te rug. Dat wou je maar nooit begrijpen. Dank den hemel dat je het nu gemerkt hebt. En kus me nu maar! Of moet ik jou eerst kussen Hij lachte en hield haar vast tegen zich aan, maar voor hij haar lippen kuste, kuste hij eerst de tranen weg uit haar oogen. Je bent eigenlijk een engel, Sybil, zei hij na eenigen tijd. Ben je nu pas tot die ontdekking ge komen? Nou, in ieder geval, ik heb een mil- lionnair opgegeven voor jou. Dus wie weet! Of ik ben een groote dwaasEén van de twee. Nou heb ik mijn sigaret verloren en jij hebt de jouwe weggegooid. Zullen we opnieuw beginnen en verstandig zijn? Hij hield haar nog even, bijna dwingend, vast. Weet je zeker, dat je met me trou wen wilt? Heel zeker? Zou je me toch trouwen, als ik zei dat ik het niet zeker wist? plaagde ze. Ja, zei hij met plotselinge heftigheid. Ja, duizendmaal ja! Ik heb altijd met je wil len trouwen, Sybil. Wat weet je. Ik heb me beestachtig gedragen, maar... Stil! Haar hand sloot zich over zijn lippen. Ze lachte in zijn oogen. Ik heb ook altijd me jou willen trouwén en nu... meer dan ooit. Dus dat staat vast... definitief. Laten we onze cigaretten opsteken en de zaak in finesses bespreken. O ja, en ik heb je één voorstel te doen. Als we ooit ruzie willlen gaan maken, laten we dan eerst gaan zitten en een cigaret rooken. Vind je dat goed Ik vind alles goed, ze hij hartstoch telijk. (Wordt vervolgdJ

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 7