niet rijp" voor Spanje in nauw militair contact met de as Louis Davids „Engeland moet zijn vergissing inzien" onafhankelijkheid De Philippino's overleden Halifax heeft slechte pers in de as-landen Chineezen opnieuw actief bij Kanton Wel oefeningen maar geen alarm Russische vlootmanoeuvres in drie zeeën Palestinabommenland Het Rijk was voorbarig Ciano 10 Juli op naar Spanje Laatste telexbericht Wat zal het jaar 1946 brengen Spaansch en Chineeech bloed. Zure Duitsche critteken. JDE WERELD IS VEEL KLEINER DAN 20 JAAR GELEDEN!" Manilla. Als een. bolwerk voor de Neder- landsch-Indische koloniën en gedeel telijk ook voor Engelsch gebied ligt 't eilandenrijk der Philippijnen, maar dat bolwerk kan onder ze kere omstandigheden wel eens wor den tot een aanvalbasis voor een vij andelijke macht, van een bescher ming worden tot een bedreiging, in de eerste plaats voor de Nederland- sche koloniën. De verhoudingen in den Stillen Oceaan zijn in hooge mate onzeker en onzeker is ook de toekomst der Philippijnen, wat vooral der Nederlandsche en Engel- sche regeering zorg moet baren, al schijnt dit bewustzijn nog niet door gedrongen te zijn tot het groote pu bliek. De Nederlandsche regeering is zich ech ter wèl van het daar dreigende gevaar bewust en sedert 1 Januari van dit jaar is het honoraire Nederlandsche consulaat te Manilla veranderd in een consulaat-gene raal met een beroeps-consul-generaal. Zelfs het kleine Portugal heeft er een beroeps consulaat, want dit land bezit in deze stre ken nog een overschot van zijn vroegere groote koloniale macht. Macao, de kleine Portugeesche kolonië nabij Honkong. Zoo lang de Engelschen te Honkong heerschen, zal ook wel Portugal deze kleine kolonie kunnen behouden, maar indien Honkong voor Engeland verloren mocht gaan, zal de Portugeesche vlag niet lang meer te Ma- cao wapperen. Onze handelsbelangen. Alle mogendheden, die in of nabij den Stillen Oceaan belangen hebben, volgen den loop der gebeurtenissen op en om de Philippijnen met de grootste aandacht en Nederland is, door zijn koloniaal bezit, bij deze gebeurtenissen wel het sterkst geinte- resseerd, temeer, daar dit koloniaal bezit voor dit land meer beteekent, dan het be zit van Hongkong voor Engeland of het bezit van de Philippijnen voor de Vereenig de Staten. Ook ten opzichte van den han del heeft Nederland op de Philippijnen aan zienlijker belangen dan eenig ander Euro- peesch land. Na de Vereenigde Staten en Japan komt het, wat de handelsbetrekkingen met de Philippijnen aangaat, als nummer één en eerst na Nederland komen Engeland, Duitschland en China. Vrije Philippijnen een gevaar. Over -zeven jaren, in 1946, zullen de Philippijnen, zooals bekend, hun volko men onafhankelijkheid verkrijgen. Dan zul len de Vereenigde Staten dit gebied de vrij heid schenken, maar velen, -ook Philippi no's, hopen, dat in dit plan nog verande ring moge komen en ik heb hier geen Euro peaan ontmoet die deze vrijheid en onaf hankelijkheid niet beschouwt als een ern stig gevaar voor de rust in den Stillen Oce aan en zelfs voor het geluk van het Volk der Philippijnen. Geen Philippijnsche „natie". onafhankelijkheidsbeweging uit. Op het eiland Luzon werd ©en onafhankelijke Philippijnsche regeering uit geroepen, maar ook op het eiland Negro geschiedde dit en de „onafhankelijken" van het eiland Negro wilden niets weten van de. „onafhankelijken" van Luzon. Spoe' dig reeds waren de toestanden op 't eiland Negro zoodanig, dat de bewoners om Ame- rikaansche bescherming verzochten. Ame rikaansche troepen onder bevel van gene raal Smith werden aan land gezet en her stelden de orde, doch daartoe bepaalden ze zich. De Amerikaansche generaal was een idealist en liet de Negro-republiek be staan. De Negroïto's mchten hun eigen ge bied blijven regeeren, maar reeds na korten tijd erkende deze regeering haar onmacht en verzocht, met instemming der bevolking, den Amerikanen het bestuur over te nemen. Oom Sam als opvoeder. Er waren meer dergelijke verrassingen voor de zeer democratische Amerikanen. Toen zij het bestuur over de geheele ei- landengreop hadden aanvaard, besloten zij de beste Philippino's in de gelegenheid te stellen zich zoodanig te ontwikkelen, dat zij wèl in staat zouden zijn hun land te besturen. Na voldoende voorbereiding werden honderd talentvolle jongelieden naar Amerika gezonden om daar aan hoogere inrichtingen van onderwijs zichzelf verder te ontwikelen. Aan boord van het schip, waarmede ze den overtocht naar Amerika maakten, bleek het, dat die jon gelieden slechts in één taal zich tegen over elkander verstaanbaar konden ma ken: in het Engelsch. Tusschen hun ver schillende moedertalen waren verschillen zoo groot als tusschen het Zweedsch en het Turksch. Medegedeeld wordt, dat Ciano binnenkort een bezoek aan Spanje zal brengen en op 10 Juli te Barcelona zal aankomen. De Italiaansche minister van Buitenland sche Zaken zal de leidende Spaansehe krin gen waarschijnlijk te San Sebastiaan ont moeten. De meerderheid der Philippino's zijn van Maleisch ras, maar sterk vermengd met andere rassen. Hier en daar, waar de Spaansehe invloed groot is geweest, heb ben zij onmiskenbaar ook Spaansch bloed, maar sterker nog is de vermenging met Chineesch bleod. Reeds lang voor Maghe- laens de Philippineneilanden ontdekte., dreven de Chineezen een levendige handel op dit gebied en velen vestigden zich daar. In 1590 woonden alleen te Manilla zeven duizend Chineezen, maar dertien jaar later waren er duizenden bij gekomen en wer den bij een Chineeschen opstand te Manilla niet minder dan 23000 Chineezen gedood. De Japanners waren zeer veel minder tal rijk. Scheeve oogen De Chineezen vermengden zich met de bevolking en de gedeeltelijk Chineesehe af komst van vele Philippijnen is te zien aan de oogen; ze hebben min of meer scheeve Chineesehe oogen. Ook nu nog wonen er honderdduizenden onvervalsche Chineezen, die een groot deel van den handel in han den hebben. Chineezen zijn nu eenmaal geboren kooplieden, terwijl de Maleische rassen weinig koopmanstalent bezitten. Hetzelfde neemt men waar in Nederl. In- Een karbouwengevecht op de Philippijnen. dië. Ook daar is zoowel de groot als de kleinhandel meerendeels in handen van Chineezen en zelfs in het kleinste Ja- vaansche dorp vindt men een Chineesehe „toko" (winkel, bazar). Slechts één wereldhistorie. De ontwikkeling der toestanden op de Philippijnen is niet alleen van belang voor de Europeesche landen, welke groote gei"eden beheerschen in dit deel van de wereld, doch ook voor de andere. In een studieboek over „de geschiedenis van den Oriënt" geschreven door Amerikaansche professoren, las ik de opmerking: „Door de snelle ontwikkeling van den wereldhandel en de verbetering in de middelen van het verkeer, is de wereld veel kleiner gewor den, dan zij twintig jaar geleden was. In deze moderne tijden is er niet meer een aparte geschiedenis van den Oriënt en den Occident. Er is slechts één wereldgeschie denis". Inderdaad, tusschen de gebeurtenissen op het Westelijk halfrond en het Oostelijk half rond bestaat een nauwe samenhang, zooals den laatsten tijd herhaaldelijk bewezen is. J. K. BREDERODE. Zijn rede wordt in de groote demo cratie.ën echter ten zeerste ge waardeerd. Zoowel in Engeland als. in Frankrijk heeft de rede van Lord Halifax een gunstig onthaal gevonden. De bladen van alle richtingen zijn het er over eens dat Halifax uiting heeft gege ven aan het eenstemmig gevoelen van het geheele volk. Zij leggen er den nadruk op, dat krachtige woorden noodig waren en ook gebruikt zijn. Zij wijzen ook op het ernstig karakter van de rede. Naar aanleiding van de rede van Halifax zegt de Deutsche Allgemeine Zeitung: „Het maakt een merkwaardig zwakken indruk, als lord Halifax het ernstige verwijt van een omsingelingspolitiek eenvoudig wil afdoen met Duitschland een neiging tot zelf isoleering te verwijten. Duitschland staat niet alleen in de wereld en zijn politiek ge niet het vertrouwen van de neutrale buur staten. In idere geval maakt het Britsche pleidooi waarin een agressieve toon afwisselt met de betuiging van vriendelijke bedoelingen, een even dubbelzinnigen indruk als de ge heele nieuwe koers." De „Lokal-Anzeiger" schrijft: „De argu mentatie van den Britschen minister ten aanzien van het Duitsche verlangen naar voldoende levensruimte klinkt als een hoon. Uit de woorden van dengene, die der gelijke beweringen uit ten aanzien van de bovenmenschelijke inspanning van een volk om op een al te kleine ruimte zijn lot te besturen, klinkt slechts 'n „neen" tegenover iedere werkelijke oplossing." De „Berliner Boersenzeitung" schrijft: „De Britsche ministers begaan bij hun pro- paganda-actie tot herstel van het Britsche prestige twee fundamenteele fouten. Zij ineenen de armoede hunner argumenten door voortdurende herhaling te kunnen wegnemen en zij onderschatten het gezon de opmerkingsvermogen der volkeren buiten hun sfeer en in het bijzonder dat van het Duitsche volk". „Uitdagende taal", zegt Rome De Italiaansche bladen leveren slechts in hun correspondenties uit Londen com mentaar op de rede van Halifax. De pers noemt de rede „uitdagende taal" en spreekt van een „scherpe rede zonder eenige di- plomatieken vorm" een uiting van de „Britsch-Fransche oorlogspsychose". De re de wordt het meest veroordeeld wegens de toespelingen van Halifax op den binnen- landschen Duitschen toestand. Opzettelijke verspreiding van typhus-bacteriën. De Chineesehe militaire berichten mel den, dat belangrijke Chineesehe troepencon centraties bij Kanton plaatsvinden, terwijl bij Tsoeng Tsjeng nog steeds hevig gevoch ten wordt. Diezelfde berichten melden, dat de Chineesehe troepen Jang Tsjao aan de KantonHankau-spoorlijn hebben heroverd Waarnemers zijn van meening, dat de Chineesehe vorderingen in Zuid-China het gevolg zijn van het feit, dat de Japansche troepen uit Kanton zijn teruggetrokken, teneinde het Swatauoffensief te kunnen uit voeren. Andere Chineesehe berichten melden, dat de Japanners achter de Chineesehe linies actief zijn en de stroomen en bronnen met typhus-bacteriën besmetten, opdat een epi demie onder de civiele bevolking zou uitbre ken. Eenige typhus-gevallen zijn ondertus- schen reeds achter de linies gerapporteerd Gezaghebbende kringen te Londen noemen de berichten, volgens welke het Britsche ministerie van oorlog de leden van het territoriale leger medegedeeld zou heb ben, dat zij zich gereed moesten houden voor een mogelijk alarm tegen het einde van den zomer, „volkomen fantastisch". Overigens is bekend, dat volgens de twee maanden geleden gepubliceerde plannen, een aanzienlijk aantal reservisten en solda ten van het territoriale leger oefenperiodes zullen moeten doormaken van verschillen de lengte, behalve de jaarlijksche perio de, waartoe de leden van het territoriale leger verplicht zijn. Daardoor zal het ge regelde leger evenals het territoriale in staat zij het hoofd te bieden aan iede even tueel alarm in den zomer. Tsjang Kai Sjek voortzet. Het blad ver klaart, dat de a.s. besprekingen Engeland in de gelegenheid zullen stellen, van zijn oprechtheid jegens Japan te doen blijken, Als, zoo schrijft de Asahi, Engeland geen rekening houdt met den werkelijken toe stand in Oost Azië, zal de conferentie nut teloos zijn. Japan verscherpt verkeerscon trole. De militaire Japansche autoriteiten te Tientsin hebben inmiddels besloten, de con trole te versterken op het verkeer, waarme de over enkele dagen een aanvang zal wor den gemaakt, met het doel de isolatie van de Britsch-Fransohe concessies te vergroo- ten. Geen stap terug! De „Mandschuria Daily News" publiceert een scherp gestelde verklaring van het op perbevel in Tientsin, dat, verwijzend naar de verwachte onderhandelingen, het parool uit geeft geen stap terug te wijken, nl de ver klaring wordt er op gewezen, dat men geen reden heeft tot optimisme. Door tegemoetko mendheid van Japan wordt de toestand eer der verscherpt dan verzacht. Het oppercom mando geeft in de verklaring uitdrukking aan de hoop, dat de regeering in Tokio een standpuixt zonder compromis zal innemen, aangezien het besluit van het oppercomman do onveranderlijk is. Deze verklaring is door het oppercomman do in Tientsin gegeven aan talrijke Japan sche militaire en civiele instanties. Teng Hal hezet. De Japanners hebben Teng Hai, ruim der tig kilometer ten Noorden van Swatau be zet, zonder bloedvergieten. Verder wordt gemeld, dat de blokkade van Foetsjau enkele dagen is uitgesteld op ver zoek van de Engelschen. ,Te Wentsjau is thans de blokkade vol In zijn woning le Amsterdam Is ln den afgeloopen nacht op 55-1 a- rigen leeftijd overleden de bekende voordrachtkunstenaar Louis Davids. Eens wonderkind. Louis Davids werd op 19 December 1883 te Rotterdam geboren. Hij kwam voort uit het milieu van kermisluidjes en begon op acht- jai'igen leeftijd als „wonderkind met zijn zusje Henriëtte. Reeds jong streefde hij er naar zijn liedje» op hooger peil te brengen. Spoedig trad hij op in cabarets, eerst te Rotterdam en later ook te Amsterdam in de Warmoesstraat en de Nes. Nadat hij eenigen tijd gewerkt had bij den bekenden variété- ondernemer Frits van Haarlem, ging hij naar Duitschland en Engeland. Bij het uitbreken van den oorlog in 1914 kwam hij naar Nederland terug en vormde in de mobilisatie met de zijnen het eerste militaire cabaret-gezelschap, waarmede hij op de forten en bij het veldleger voorstellin gen gaf. Ook daarna is hij nog vele malen in het buitenland opgetreden. In de Baltisohe Zee, buiten Kroon stad, worden Russische vlootmanoeu vres gehouden. De vloot in den Stillen Oceaan houdt voorts intensie ve manoeuvres nabij Wladiwostok. Ten slotte worden vlootmanoeuvres gehouden in de Zwarte Zee, in tegen woordigheid van den vlootcommissa- ris Kunznetzof. Militaire commandant van Jeru zalem neemt maatregelen tegen de Joden. In verband met de bomaanslagen, heeft de militaire commandant van Jeruzalem gisteren gelast, dat alle Joodsche café's in de stad 's avonds te acht uur gesloten moesten worden. Verder is aan de Joden verboden de stad te verlaten of binnen te komen tusschen hedenmiddag 12 uur en morgenavond zes uur. Bij' een ontploffing van een bom in een koffiehuis zijn vier Arabieren gedood en elf gewond. De Arabische winkeliers te Haifa zijn in staking gegaan uit protest tegen het afstaan van Alexandrette aan Turkije. Nog geen oplossing voor het ge bouwen-probleem der Artillerie- Inrichtingen. Op de vragen van het Tweede Kamerlid Duymaer van Twist betreffende den stand van zaken ten aanzien van den bouw van een administratiegebouw voor de Artillerie- inrichtingen te 's-Gravenhage, heeft de mi nister van defensie geantwoord, dat de werkzaamheden aan den bouw zijn stopge zet. De minister deelt verder mede, dat de kans aanwezig is, dat de kosten voor het Rijk, bij liquidatie van hetgeen reeds werd gebouwd, beperkt kunnen worden gehouden en dat voor de Artillerie-inrichtingen nog geen oplossing is gevonden. tooid, geen enkel buitenlandsch schip ligt meer in de haven. Gisteren is een directe telefoonlijn tusschen Peiping en Tokio in gebruik genomen. Deze lijn is ruim drie dui zend kilometer lang en wordt de langste ter wereld genoemd. Vragen in het Lagerhuis. In het Engelsche Lagerhuis heeft Noel Baker, den onderstaatssecretaris van Bui- tenlandsche Zaken, Butler, vragen gesteld over verhindering van de Britsche scheep vaart door de Japansche autoriteiten in de haven van Swatau het binnenloopcn van twee schepen zou verhinderd zijn het bezetten van een Britsche los- en laadplaats het neerhalen van een Britsche vlag en de verklaring van den Japanschen comman dant te Tientsin, dat de blokkade der con cessie verscherpt zou worden. Butler ant woordde, dat de twéé schepen in kwestie Swatau niet hebben aangedaan op advies van de Britsche autoriteiten. Bij de genoem de losplaats waren afzettingen aangebracht, doch de plaats was niet bezet. De door het ministerie van Buitenlandsche Zaken ont vangen berichten geven geen bevestiging van het neerhalen van een Britsche vlag of van een verklaring van den Japanschen commandant te Tientsin. Noel Baker vroeg vervolgens, of Butler kennis had genomen van de mededeeling, dat de Japanneezcn thans afsluitingen aan brengen in de havens van Foetsjau en Wentsjau en dat de concessie te Tientsin vanaf Zaterdag volkomen gesloten zal wor den. Hij vroeg of het niet duidelijk was, dat men hier te doen had met een welbewuste algemoene politiek van agressie, waartegen men niet kan optreden door afzonderlijke in cidenten op afzonderlijke wijze af te hande len. Butler antwoordde, dat hij dergelijke berichten in de pers had gezien, doch men beschikt niet over een officieele bevestiging. Deze eilandengroep telt 15.984.247 inwo ners (op 1 Januari 1939), doch deze men- schen vormen niet in één enkel opzicht een eenheid. Voor negentig procent belijden ze één godsdienst, den RoomschKatholieken, maar ze behooren tot verschillende rassen, spreken vele verschillende talen (minstens twaalf) en ze staan op een zeer verschil lend peil van beschaving. Te Manilla en omgeving bij voorbeeld vindt men een wij ze van leven, die zeer veel met de wester- sche overeenkomt, doch elders weder, zelfs op Luzon, het eiland, waarop Manilla gele gen is, leiden de menschen een bestaan, dat ongeveer overeen komt met dat van de be woners van Midden-Borneo of zelfs van Nieuw-Guinea. Een Philippijnsche nat ie", waarvan sommige Philippijnsche politici gaarne spreken, bestaat in werkelijkheid niet, evenmin als men van de bewoners van Nederlandsch-Indië kan spreken als van een „natie". Er bestaan ook daar te veel verschillen in ras, in taal, in godsdienst, in beschavingspeil. Toen ruim veertig jaren geleden de Ame rikanen de Philippijnen op de Spanjaarden veroverden, had Spanje daar bijna drie- en-een halve eeuw geheerscht, tenminste over een gedeelte van het gebied, want er waren kleinere eilanden, waar de Spanjaar den de bevolking nooit geheel hadden on derworpen. Van den aanvang af hadden de Ameri kanen het voornemen zoo spoedig mogelijk aan dit gebied en zijn bewoners de vrijheid en onafhankelijkheid te schenken. Herhaal delijk werden deze beloofd, maar telkens werd de verleening weder uitgesteld. Men zie daarin geen kwaadwillige heerschzucht. De Philippino's waren niet rijp voor vrij heid en onafhankelijkheid en zijn dat nog niet. Een vrijheidsbeweging. Reeds in 1898, toen de Spanjaarden door de Amerikanen waren verdreven, brak hier en daar (doch slechts „hier en daar") een Volgens het Hsbl. blijkt uit berichten van de FranschSpaansehe grens, dat generaal Aranda, het hoofd van de Spaansehe mili taire missie naar Duitschland, bij zijn te rugkeer in Spanje heeft verklaard, dat rege lingen waren getroffen voor de uitwisseling van militaire en technische deskundigen tus schen Spanje, Duitschland en Italië. Alle leden van de missie, aldus verklaar de de generaal, hadden een zeer gunstigen indruk gekregen van de militaire macht van Duitschlhnd, en zij vertrouwden dat sa menwerking voor beide landen voordeel zou opleveren. Deze verklaring houdt veel verder gaan de verplichtingen in dan het anti-komin ternpact. Er bestaat geen twijfel aan, dat Duitschland in Spanje en Spaansch Ma rokko een positie tracht te verkrijgen, zooals zij reeds in Italië en Litoye heeft, ten einde zoowel in economisch als in stra tegisch opzicht invloed te kunnen oefenen op de buitenlandsche politiek van generaal Franco. Er zijn voorbeelden te over, waaruit blijkt, dat het veel gemakkelijker is om techni sche betrekkingen, zooals men in dit geval kan verwachten, aan te knoopen, dan om die later te verbreken. Niettemin is het nog te vroeg, om met eenige zekerheid den toekomstigen koers van de Spaansehe buitenlandsche politiek te kunnen voorspel len, aldus het blad. Er zijn machtige invloeden werkzaam, die zich verzetten tegen een te innig bondgenootschap met de totalitaire staten, en deze invloeden vinden nog steeds steun bij leden van het kabinet. Men zal zich her inneren, dat generaal Aranda zelf eenige dagen geleden te Berlijn verklaarde, dat Spanje zich in politiek opzicht tegenover geen enkele mogendheid zou binden. Het land wacht thans op een duidelijke ver klaring van het hoofd van den staat, maar zelfs als zoo'n verklaring zou komen, zou men waarschijnlijk moeten wachten tot na het bezoek van graaf Ciano. ALLEEN DaN REGELING VAN HET TI ENTSIN-INCIDENT MO GELIJK. ENGELSCHE RE GEERING HEEFT GEEN OF FICIEELE BEVESTIGING VAN ALARMEERENDE BERICH TEN. Terwijl de aankondiging van de besprekin gen te Tokio tot een zekere ontspanning scheen te hebben geleid, valt in Japansche militaire kringen en in een deel der pers een groeiende onverzettelijkheid waar te ne men. De woordvoerder van het leger heeft in een onderhoud met de .Japan Times" verklaard: „Als het blijkt, dat het incident in Tientsin niet geregeld kan wor den. kan het tot een serie dergelijke incidenten in China komen en het incident te Tientsin zal nooit gere geld worden, plaatselijk noch te To kio. als Engeland niet afziet van zijn onvriendelijke houding jegens Japan, de vergissingen van zijn po litiek in het Verre Oosten niet in ziet en de Japansche actie niet in haar geheel steunt". Over de komende BritschJapansche be sprekingen inzake Tientsin schrijft de Asa hi Sjimboon, dat deze conferentie reeds bij voorbaat tot mislukking gedoemd is, als En- land zijn politiek .van steunverleening aan c

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 14