Hengelen op Zondag
M 01
©LBF^IT!
MANNEN
Tram grijpt auto
koop SUN LICHT ZEEP
Pluimveeteelt en overname
crisismaatregelen
Radioprogramma
vaar/ uit
DOOR
edgar r1ce
burroughs
mt^\ u>ay ca vxtnc^
Gcd. Staten van Zuid-Holland
niet „rood" genoeg
Ethel M. Dell
70.
„Wie ben je?" herhaalde de stem. „Ik ben
een demon", antwoordde Tarzan met vaste
stem. Het raam werd snel dichtgeslagen. Vlug
had Tarzan partij getrokken van een bijgeloo
waarvan Gemnon hem had verteld. De Athe-
nianen geloofden In een vreselijken demon, die
's nachts rondwaarde om te doden. De aapman
liep nu vlug door de donkere, nauwe straat
naar het midden van de stad, totdat hg ten
slotte aan de muur kwam, die het paleis om
gaf. De muur vormde geen obstakel voor hem.
Eenmaal aan de andere kant, liep Tarzan langs
de kleine gebouwen, totdat hij bjj het grote
paleis zelf kwam. Hij had gedacht, dat ieder
een in het paleis zou slapen behalve de paar
bewakers, maar tot zijn verwondering zag hij
uit vele vertrekken een lichtschijnsel komen.
Gedekt door de schaduw van de bomen kroop
hij naar een raam en keek in de eetzaal, waar
een groot feest aan de gang scheen te zijn.
Aan het hoofd van een lange tafel zat een man
met een dierlijk gezicht, opgeblazen van het
vele drinken. Dit was de koning. Hj) sloeg met
zijn vuist op de tafel en schreeuwde met een
stem die niets menselgks meer had: „Het
meisje! Haal het meisje!"
MENSCH, ERGER JE NIETI
In den gemeenteraad van Woubrug-
ge is het voorstel, om het hengelen
op Zondag te verbieden, met één
stem meerderheid verworpen. De
heer Anker meende, dat de geeste
lijke en moreele herbewapening er
mee gediend zou zijn als het visschen
op Zondag werd verboden.
Naar aanleiding van bovenstaand couran
tenberichtje, schrijft het orgaan van den Al-
gemeenen Hengelaarsbond:
Dat hadden we nooit gedroomd, dat onze
sport nog eens in één adem genoemd zou
worden met geestelijke en moreele herbe
wapening. Weliswaar is de bedoeling van
dengene die zulte deed, niet bepaald geweest
onze sport een complimentje te maken; in
tegendeel, hij was van meening, dat onze
sport op den eenigen vrijen dag, die werken
de menschen in de week hebben, verboden
dient te worden, en met zulk een verbod sou
de geestelijke en moreele herbewapening ge
diend zijn!!!
Onze sport is nu eenmaal een sport, die
buitenshuis wordt beoefend en dus is het on
vermijdelijk, dat anderen, die niet aan de
hengelsport doen, wel eens een hengelaar
zullen zien loopen of ergens zullen zien
staan of zitten. Dat hebben wij met anderen
gemeen; behalve hengelaars bevinden zich
des Zondags nog meer menschen buiten en
de hengelaar ziet die menschen ook loopen,
of ergens zitten, of zich op de een of andere
wijze vermaken. Gelukkig is het nog nooit
in het hoofd van een hengelaar opgekomen,
dat de geestelijke en moreele herbewapening
ermee gediend zoude zijn, wanneer dien
menschen verboden werd, zich des Zondags
buitenshuis op hun wijze te ontspannen.
Hoogstwaarschijnlijk is de oorzaak daarvan
te zoeken in het feit, dat de beoefenaar van
de hengelsport zijn genoegen zoekt en vindt
in de vrije natuur, die zijn gedachten afleidt
van en verheft boven het gedoe van allen
dag, en zijn geest vervult met ruimere ge
dachten, die geen plaats laten voor klein
zielige onverdraagzaamheid, die zijn mede-
mensch niet gunt, dat hij zijn vrije tijd naar
eigen verkiezing doorbrengt.
Wij vreezen, dat de man, die de woorden
„geestelijke en moreele herbewapening" in
dit verband uitgesproken heeft, toen hij zulks
deed, met tegengestelde gevoelens bezield
was van hetgeen met geestelijke en moreele
herbewapening wordt beoogd.
In „De Groene Amsterdammer" van 10
Juni j.1. staat een lezenswaardig artikel, ge
titeld: „Het gelijk der ongelijken". Daarin
zegt de schrijver o.a.:
„Er is in deze tijd van looze beloften,
redevoeringen en plechtige verklarin
gen een inflatie van het woord ont
staan, die geen weerga kent. Het is
ten naaste bij geheel waardeloos ge
worden. Want het werd van zijn be-
grips-inhoud, zijn „waarachtigheid"
ontdaan, en gedegradeerd tot zin
ledige, luid-rammelende formule."
Het komt ons voor, dat deze regelen ook
op het bovenaangehaalde geval van toepas
sing zijn. Hier wordt onder fraaie bewoordin
gen onverdraagzaamheid gepredikt. En wij
zouden daar niet zoo op ingaan, wanneer
niet in den laatsten tijd die onverdraag
zaamheid op onrustbarende wijze toenam.
Men begrijpe ons wel: wij zijn sportbeoefe
naars, en wij bemoeien ons al zoodanig op
geenerlei wijze met de levensopvattingen
van anderen; dit ligt geheel buiten ons ter
rein.
De hengelaar laat zich niet dwars-
boomen.
Maar, wanneer wij in ons redelijk verlan
gen, onze sport te kunnen beoefenen in den
vrijen tijd die ons ter beschikking staat, wor
den gedwarsboomd, en dat nog wel onder
valsche leuzen, uit onverdraagzaamheid, om
dat men anderen de vrijheden niet wil gun
nen, die men voor zichzelf opeischt, dan moe
ten wij daartegen stelling nemen en op de
meest besliste wijze daartegen protesteeren.
En wanneer wij zulks doen is dat niet;
critiek uitoefenen op andersdenkenden. Wij
eischen slechts, dat men ons de vrijheden
laat, die men ook voor zichzelf wenscht.
Uitspraken als in het hierboven vermelde
dagbladbericht aangehaald, zijn in hooge
mate misleidend. Zij moeten voor den op-
pervlakkigen toehoorder of lezer den schijn
wekken, alsof degenen, die daarmede becriti-
seerd worden, handelen in strijd met hetgeen
door weidenkenden en goedwillenden kan
worden getolereerd.
Het tegendeel is juist het geval; een der
fundamenten van geestelijke en moreele her
bewapening is: verdraagzaamheid en naas
tenliefde.
Waar in ons land in den laatsten tijd der
gelijke gevallen van onverdraagzaamheid
zich in toenemende mate voordoen, meenen
wij, dat het plicht is, hier met nadruk op
te wijzen.
En wij hopen, zoo besluit het blad, dat
degenen die geroepen mochten worden in
dergelijke gevallen te beslissen over het al
of niet nemen van besluiten of maatregelen,
het juiste inzicht zullen hebben in hetgeen
onder geestelijke en moreele herbewapening
dient te worden verstaan, en een open oog
zullen hebben voor den redelijken eisch, dat
ieder het recht heeft zijn vrijen tijd te be
steden volgens eigen overtuiging en inzicht.
Ernstig ongeluk te Rotterdam,
waarbij zes personen werden ge
wond.
Gistermorgen was een uit vijf personen
bestaand gezelschap, wonende te Alblasser-
dam, in een huurauto bestuurd door den
24-jarigen koopman P. F. v. d. Graaf, even
eens wonende te Alblasserdam, op weg ge
gaan met bestemming Amsterdam.
In Rotterdam koos de bestuurder zijn weg
via den Oostzeedijk langs den Gerrit Jan de
Jongweg, waar ook de trambanen van lijn
15 liggen. In een bocht naderde uit de
richting van de Claes de Vrieselaan een mo
torwagen van lijn 15, bestuurd door den
46-jarigen wagenvoerder P. J. Chr. van
Dijk.
De automobilist was in de mee
ning, dat de tram linksaf zou slaan
en daarom wendde hij het stuur naar
links. Te laat bemerkte hij, dat de
tram rechtdoor reed, precies op
hem aan, zoodat een botsing niet
meer te voorkomen was. Met een
hevigen slag botsten de beide voer
tuigen op elkaar. De tram greep den
wagen met de rechterzijde van het
voorbalcon en vernielde de geheele
rechterzijde van den auto.
Tegenwoordigheid van geest.
Het motorblok werd vrijwel vernield, het
dak scheurde open en alle ruiten vielen in
scherven uiteen. De voorbank was naar ach
teren gedrukt en degene, die naast den
chauffeur zat, werd door de glasscherven
gewond. De chauffeur, die slechts zeer lich
te verwondingen had opgeloopen, bood da
delijk hulp. Het bleek, dat alle vijf inzitten
den gewond waren. Drie van hen moesten
naar het ziekenhuis aan den Coolsingel
worden vervoerd, teneinde daar verpleegd te
worden. Dit waren de 56-jarige mevrouw A.
Zaanen-Schaarman, die een hersenschud
ding en eenige verwondingen had opgeloo
pen, en haar beide dochtertjes, de 14-jarige
Johanna Zaanen en de 18-jarige Adri Zaa-
nen, allen wonende te Alblasserdam. De
beide meisjes hadden eveneens een hersen
schudding.
De 31-jarige mej. A. E. Zaanen bleek snij-
wonden in het gelaat en aan den rechterarm
te hebben opgeloopen, terwijl de 80-jarige
%L(L^ U#j
mu/t\ uxiV ül VKJLhXüiAv \QJCWK lanci,
\jmii uw ukjcJv Out t\Wa. LUA
ZEEP VAIM ONBEKENDE HERKOMST
heer J. A. Schaarman, wonden aan beide
armen had gekregen.
Ook de tramwagen was ernstig bescha
digd. De auto is voor het onderzoek in ber
slag genomen.
Samenstelling van het college niet
in overeenstemming met de ver
houdingen in Prov. Staten.
Voor de stemming in de Prov. Staten van
Zuid-Holland heeft de heer Drees gisteren
als voorzitter van de sociaal democratische
statenfractie de bezwaren van deze fractie
uiteengezet tegen de samenstelling van het
college van Ged. Staten, welke samenstelling
sinds jaren niet meer in overeenstemming is
met de verhoudingen in Prov. Staten. Spr.
achtte dit in hooge mate onbillijk en
drong aan op de benoeming van 'n tweeden
sociaal democraat in het college, waarvoor
candidaat werd gesteld de heer Gardenier.
Nadat de heer van Voorst tot Voorst (r.k.)
het beroep van den heer Drees op evenredig
heid en billijkheid had verworpen, werd
overgegaan tot de stemming. Deze had
eenzelfde verhouding der partijen tot re
sultaat, zoodat de heer Drees zijn zin niet
heeft gekregen.
Overleg met de landbouworgani
saties.
Deze dagen vergaderde te Wageningen
de Nederlandsche Federatie van Vereenigin-
gen van Bedrijfspluimveehouders (N.P.F.)
onder voorzitterschap van den heer P. J. v.
Ilaaren uit Tilburg.
Het voornaamste punt van de agenda
vormden de mededeelingen van het bestuur
aangaande de werkzaamheden, verricht
naar aanleiding van een tweetal brieven,
ontvangen van den minister van Economi
sche Zaken. In deze brieven werd de N.
P.F. verzocht, een onderzoek te willen in
stellen naar de mogelijkheid, de teeltmaat
regelen voor de pluimveehouderij in han
den te leggen van de organisaties op dit
gebied.
De minister gaf de N.P.F. in overweging
hierbij overleg te plegen met de Alge-
meene Nederlandsche Pluimveeteeltvereeni-
ging (A.N.P.V.).
Het bestuur heeft bedoeld onderzoek ter
hand genomen en is ihet de A.N.P.V. in
bespreking.
Waar de pluimveehouderij een onderdeel
is van den landbouw, sprak de vergadering
als haar meening uit, dat de N.P.F. inzake
deze aangelegenheid van eventueele over
name van landbouwcrisismaatregelen door
de bedrijfsgenooten, geen definitieve stap
pen dient te ondernemen zonder overleg
met de drie centrale landbouworganisaties.
Het bestuur werd verzocht, de zaak met
deze te bespreken.
VRIJDAG 7 JULI 1939.
Hilversum I. 1875 en 414.4 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA.
12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00
VARA. 1.4C VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Gramofoonmuziek. (ca. 8.16 Berichten).
10.00 Morgenwijding.
10.20 Declamatie.
10.40 Zang, piano en gramofoonmuziek.
11.10 Declamatie.
11.30 Esmeralda.
12.00 AVRO-Amusementsorkest (ca. 12.15
Berichten).
12.40 Gramofoonmuziek.
I.30 Puszta-orkest.
2.00 AVRO-Aeolian-orkest (opn.)
2.45 Het Renova-septet.
3.30 AVRO-Dansorkest en Miff Ferrie's Jack-
dauz copn.).
4.00 Gramofoonmuziek.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Orgelspel.
6.00 Gramofoonmuziek.
6.28 Berichten.
6.30 Causerie „De klokkengieters: Frangola
en Pierre Hemony (met carillonmuziek,
gr.pl.)
7.00 VARA-Kalender.
7.05 Cyclus „Reizen en trekken.".
7.23 Berichten ANP.
7.30 Berichten.
7.35 Causerie: „De beginselverklaring van d«
Centrale Commissie voor het Vrijzinnig Pro
testantisme".
8.00 Het Hartvelt-kwartet.
8.30 Lezing over Amerika.
9.00 Esmeralda en soliste,
9.30 Radiotooneel.
9.45 VARA-strjjkorkest en soliste.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Avondwijding.
II.00 Viool en cello.
11.30 Javzmuziek (gr.pl.)'.
11.5512.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum H. 801,5 m.
Algemeen Programma, verzorgd door de
KRO.
8.009.15 Gramofoonmuziek (ca. 8.16 Ber.)
10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuurtje.
12.00 Berichten.
12.15 Paul Wijnappel's strtjkensemble (1.00—
1.30 Gramofoonmuziek, ca. 1.15 Berichten).
2.00 Orgelconcert en zang.
3.00 „Tosca", opera (opn.) (In de pauze: Gra
mofoonmuziek
5.20 KRO-orkest.
6.00 Land- en tuinbouwcauserle.
6.20 KRO-Melodisten en solist (ca. 6.30 Ber.)
7.00 Berichten.
7.15 Causerie „Wg vliegen over de Alpen",
7.35 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP.
8.15 Stedelijk orkest van Maastricht.
9.00 Het Rococo-octet.
9.20 KRO-Kamer-orkest.
9.45 KRO-Melodisten en solist.
10.05 KRO-Boys.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Lajos Veres en zgn Hongaars orkest.
11.0012.00 Gramofoonmuziek.
FEUILLETON.
57.
Oliver hoog zich plotseling voorover en
kuste haar. Ik ben erg boos, zei hij
zonder overtuiging. In ieder geval is het
heter, als ik nu even naar binnen ga om te
kijken, of alles goed is.
Stoor ze niet, fluisterde ze.
Hjj opende de deur op een kier en keek
naar binnen. Toen kwam hg bg haar terug.
Ze slaapt tegen zijn schouder, zei hjj.
Je moet hem nu in ieder geval laten blijven
tot ze wakker wordt. Ja, ik geloof, dat je
haar gered hebt en ik feliciteer je. Maar het
was niet mijn schuld, dat ik het mis had om
trent Rolfe. Jullie vrouwen zijn allemaal het
zelfde.
Ze lachte met een zachten spot. Ja, wij
Vrouwen krijgen altijd de schuld. Doet er niet
toe! Laten we het allemaal op den jaarlgk-
schen rommelhoop gooien en opnieuw begin
nen! Ik ben altijd dol op den Nieuwjaarsdag
geweest. Er is zooiets verrukkelijk kinderlijks
aan.
Er is iets verrukkelijk kinderlijks aan
jou, zei hij, dat ik vroeger nog nooit
ontdekt heb. Wat is er met je gebeurd, Sybil?
Ik weet het niet, zei ze en stak haar
arm zacht door den zijne. Het is, geloof
|k. alleen maar de vreugde om te leven. En
'k weet niet hoe ik er God genoeg voor dan
ken moet.
Ik moet zeggen, dat ze zich uitstekend
Rehouden heeft, zei Lord Telford, maar
de zaak was duidelijk van het begin tot het
eind. De Prawles deden hun best haar zoo
veel mogelijk te belasten, maar ze kwam er
in de getuigenbank eerlijk voor uit, dat ze
den kapitein gehaat had en dat nam hun den
wind uit de zeilen.
En de uitspraak? vroeg Sir Philip.
Wat we van te voren wisten... schuldig,
maar ontoerekenbaar. Het is duidelijk, dat
hij niet verantwoordelijk is voor wat hjj deed.
De jongen is nog altijd trots op zijn daad. Ik
denk, dat hij diep verontwaardigd geweest
zou zijn, als hij niét schuldig was bevonden.
Arme stakker! zei Sir Philip.
Hij is waarschijnlijk beter af in een in
richting. Stark zelf heeft hem zoo gemaakt.
Een vreeselijke man, die Stark! Niet één
vriend op de heele wereld! Hij heeft zijn ver
diende loon gekregen! Lord Teleford sprak
met nadruk.
We hebben niet allen de gave vrienden te
maken, merkte Sir Philip droogjes op.
Jij zoomin als ik, Telford, hebben erg goed
met de jongere generatie op kunnen schieten.
Lord Telford lachte een beetje wrang.
Dat is zoo, Ik heb altgd gezegd, dat ik de
baas was en niet mijn zoon. Maar ik word
oud... en misschien wel kindsch. We moeten
toch tenslotte hun voorwaarden aannemen.
Zij verwaardigen zich niet het de onze te
doen.
Sir Philip zag er heel cynisch uit. Dat
stadium van seniliteit heb ik voor het oogen-
blik nog niet bereikt Maar als jg voor den
goeden peetvader uit de sprookjes wilt spe
len, laat me je dan niet tegenhouden. Je wilt
Julie zeker graag zien.
Nee, ik wil haar vandaag niet ver
moeien. Ze leek doodop, t n ze de rechtzaal
verliet.. We moeten zorgen, dat ze weer jong
wordt, nu deze zaak voorbij is. Zeg Sybil
haar van me te groeten en haar te zeggen,
dat er een paleis op haar wacht, net als in de
sprookjes. Ik denk, dat zij dat in ieder geval
profeeren zal boven een stormachtige zee in
Februari. Alles is klaar voor haar en voor
haar vriend. Dus ze kunnen den huwelijks
dag vaststellen zou ze willen.
Ik verwacht den bruidegom ieder oogen-
blik, zei Sir Philip.
O ja? Dan ga ik nu. Hg zal zeker zijn
zaken zelf willen regelen. Lord Telford stak
zijn hand uit. Bedankt voor alles, wat je
gedaan hebt, Tredville. Je verstaat uitstekend
de kunst je licht onder een korenmaat te
stoppen, maar zoo nu en dan schijnt het er
toch doorheen.
Hg stapte weg door den winteravond, met
een vriendelijken glimlach om zgn lippen.
Sir Philip werkte verder aan zgn preek,
maar niet voor lang. De komst van Rolfe was
de volgende interruptie...
Rolfe, het hoofd omhoog, vastbesloten... die
maatregelen kwam treffen voor een zoo spoe
dig mogelijk huwelijk.
We hebben geen van tweeën zin het
langer uit te stellen. Het is al veel te lang
uitgesteld. Daar komt bij, dat Julie zenuw
achtig is en hoewel u ontzettend goed voor
haar geweest bent, geloof ik toch, dat het
haar goed zou doen een poosje weg te zjjn
uit Beam.
Ik hoor, dat je naar Brooksand gaat
zei Sir Philip.
Rolfe knikte. Ja. Het is geweldig vrien
delijk van hem. Ik kon het niet weigeren...
ook ter wille van haar... Zgn gevoelens
schenen eenigszins verward en hg zei er niet
meer van.
Naar mgn meening is het goed, dat je
dit doet, zei Sir Philip, hoewel je dat
wel niet veel zal kunnen schelen. Onder deze
omstandigheden, nu je al een speciale ver
gunning hebt, zie ik geen reden, waarom jullie
niet morgen zouden kunnen trouwen.
Dat is geweldig van u, Sir, zei Rolfe
met een stralend gezicht. Ik wist niet, dat
het zoo gemakkelijk zou gaan. Mag ik het
haar gaan vertellen?
Wacht even! We kunnen beter eerst alles
goed afspreken. Je bent er toch van overtuigd
dat ze niet op het laatste moment terug zal
krabbelen?
Ja, daar ben ik heel zeker van, zei
Rolfe.
Goed! Laten we dan de zaak verder
regelen. Maar... als ik jou was... dan zou ik
vanavond niet meer naar haar toe gaan. Ze
is doodmoe. Laat haar liever uitrusten.
Rolfe gaf met ongewone bereidwilligheid
toe. Goed, Sir Philip. Ik zal doen, wat u
het beste vindt. Misschien wilt u mg intus-
schen eens aan den tand voelen. Ik heb het
huwelijksrecht nooit bestudeerd.
Sir Philip glimlachte om deze naieve be
kentenis. Je zult meer dan dat moeten
leeren, beste jongen, om een goed echtgenoot
te worden. Maar dat is iets, dat niemand je
leeren kan.
Rolfe keek hem recht in de oogen. Ik
zal geweldig goed voor haar zijn, zei hij
Ze is nog zoo'n kind en ze heeft nooit geluk
gekend.
Ja, ik geloof ook wel, dat een beetje
verstandig verwennen haar heelemaal geen
kwaad zou doen.
Hetzelfde dacht Sybil, toen ze dien avond
naar bed ging in de kamer, waar Julie al
sliep. Ze was voor het meisje blijven zorgen
in de zes weken, die waren voorbijgegaan
sinds ze was teruggekeerd van de poort van
het rijk des doods. Er was in Julie iets, dat
haar sterker ontroerde dan eenig ding, dat ze
vroeger had gekend. Maar dezen avond wist
ze... wat Julie nog niet wist... dat het de
laatste keer zou zijn, dat ze over haar waakte
Julie zou van nu af een anderen beschermer
hebben en zjj een andere beschermeling. Zoo
was het leven. Het stond nooit stil, zelfs niet
als men bevredigend een halteplaats bereikt
meende te hebben. Ze hadden elk hun afzon
derlijken weg te gaafc. Zij zou de vrouw wor
den van een dokter, die het misschien eens ver
zou brengen. En Julie... het was onmogelijk
Julie's toekomst te zien. Maar Rolfe zou zijn
weg wel vinden en het tot iets brengen.
Daarvan was ze overtuigd. En toen ze al
wegdoezelde in den slaap, kwam de herinne
ring aan Lord Telford over haar, zooals hij
verdrietig naar haar gekeken had in de leege
kamer van Brooksand op den dag, dat hij
haar ten huwelgk had gevraagd.
Ja, ze zouden het goed hebben, be
sloot ze voor ze in slaap viel. Daar zou hij
wel voor zorgen.
Den volgenden morgen wachtte haar de
taak Julie van de komende gebeurtenis op
de hoogte te brengen. Sybil verstond niet erg
goed de kunst iemand omzichtig voor te be
reiden. Ze bracht Julie haar thee en zei
luchtig: Goed geslapen? Dat dacht ik wel
Je was zoo verschrikkelijk moe. Hier, drink
dit maar vlug op, want ik heb iets geweldigs
te vertellen.
Julie, met een zacht blosje op haar wangen
en met oogen, die straalden, keek snel en
schuw omhoog en fluisterde: Is het iets
met Rolfe?
Nou en of! verzekerde Sybil haar.
Drink je thee maar op, mijn kind. Dan zal
ik het je vertellen.
Julie dronk gehoorz im. Ze deed altijd ge
trouwelijk wat Sybil zei. Ze konden erg goed
met elkaar overweg.
Vertel het me nou alsjeblieft, zei ze.
Hij was toch niet boos, dat hij me gister
avond niet zien mocht?
O, natuurlijk woedend, lachte Sybil.
Zoo erg, dat hij besloten heeft, dat het
nooit weer gebeuren zal. Ik hoop, dat ik je
nu genoeg heb voorbereid. Dit is je trouw
dag, Julie.
Oh! zei Julie.
Sybil klopte haar op den schouder. Ga
niet flauw .allen of zooiets. Ik zal je er wel
doorheen helpen. Ik heb je de boodschap van
Lord Telford overgebracht, is het niet? Je
hoort je huwelijksreis niet op zee door te
brengen.
Hij is zoo ontzettend goed. zei Julie.
Maar vandaag! Ik zal nooit klaar komen.
(Wordt vervolgd.)