Hengelen op Zondag M 01 ©LBF^IT! MANNEN Tram grijpt auto koop SUN LICHT ZEEP Pluimveeteelt en overname crisismaatregelen Radioprogramma vaar/ uit DOOR edgar r1ce burroughs mt^\ u>ay ca vxtnc^ Gcd. Staten van Zuid-Holland niet „rood" genoeg Ethel M. Dell 70. „Wie ben je?" herhaalde de stem. „Ik ben een demon", antwoordde Tarzan met vaste stem. Het raam werd snel dichtgeslagen. Vlug had Tarzan partij getrokken van een bijgeloo waarvan Gemnon hem had verteld. De Athe- nianen geloofden In een vreselijken demon, die 's nachts rondwaarde om te doden. De aapman liep nu vlug door de donkere, nauwe straat naar het midden van de stad, totdat hg ten slotte aan de muur kwam, die het paleis om gaf. De muur vormde geen obstakel voor hem. Eenmaal aan de andere kant, liep Tarzan langs de kleine gebouwen, totdat hij bjj het grote paleis zelf kwam. Hij had gedacht, dat ieder een in het paleis zou slapen behalve de paar bewakers, maar tot zijn verwondering zag hij uit vele vertrekken een lichtschijnsel komen. Gedekt door de schaduw van de bomen kroop hij naar een raam en keek in de eetzaal, waar een groot feest aan de gang scheen te zijn. Aan het hoofd van een lange tafel zat een man met een dierlijk gezicht, opgeblazen van het vele drinken. Dit was de koning. Hj) sloeg met zijn vuist op de tafel en schreeuwde met een stem die niets menselgks meer had: „Het meisje! Haal het meisje!" MENSCH, ERGER JE NIETI In den gemeenteraad van Woubrug- ge is het voorstel, om het hengelen op Zondag te verbieden, met één stem meerderheid verworpen. De heer Anker meende, dat de geeste lijke en moreele herbewapening er mee gediend zou zijn als het visschen op Zondag werd verboden. Naar aanleiding van bovenstaand couran tenberichtje, schrijft het orgaan van den Al- gemeenen Hengelaarsbond: Dat hadden we nooit gedroomd, dat onze sport nog eens in één adem genoemd zou worden met geestelijke en moreele herbe wapening. Weliswaar is de bedoeling van dengene die zulte deed, niet bepaald geweest onze sport een complimentje te maken; in tegendeel, hij was van meening, dat onze sport op den eenigen vrijen dag, die werken de menschen in de week hebben, verboden dient te worden, en met zulk een verbod sou de geestelijke en moreele herbewapening ge diend zijn!!! Onze sport is nu eenmaal een sport, die buitenshuis wordt beoefend en dus is het on vermijdelijk, dat anderen, die niet aan de hengelsport doen, wel eens een hengelaar zullen zien loopen of ergens zullen zien staan of zitten. Dat hebben wij met anderen gemeen; behalve hengelaars bevinden zich des Zondags nog meer menschen buiten en de hengelaar ziet die menschen ook loopen, of ergens zitten, of zich op de een of andere wijze vermaken. Gelukkig is het nog nooit in het hoofd van een hengelaar opgekomen, dat de geestelijke en moreele herbewapening ermee gediend zoude zijn, wanneer dien menschen verboden werd, zich des Zondags buitenshuis op hun wijze te ontspannen. Hoogstwaarschijnlijk is de oorzaak daarvan te zoeken in het feit, dat de beoefenaar van de hengelsport zijn genoegen zoekt en vindt in de vrije natuur, die zijn gedachten afleidt van en verheft boven het gedoe van allen dag, en zijn geest vervult met ruimere ge dachten, die geen plaats laten voor klein zielige onverdraagzaamheid, die zijn mede- mensch niet gunt, dat hij zijn vrije tijd naar eigen verkiezing doorbrengt. Wij vreezen, dat de man, die de woorden „geestelijke en moreele herbewapening" in dit verband uitgesproken heeft, toen hij zulks deed, met tegengestelde gevoelens bezield was van hetgeen met geestelijke en moreele herbewapening wordt beoogd. In „De Groene Amsterdammer" van 10 Juni j.1. staat een lezenswaardig artikel, ge titeld: „Het gelijk der ongelijken". Daarin zegt de schrijver o.a.: „Er is in deze tijd van looze beloften, redevoeringen en plechtige verklarin gen een inflatie van het woord ont staan, die geen weerga kent. Het is ten naaste bij geheel waardeloos ge worden. Want het werd van zijn be- grips-inhoud, zijn „waarachtigheid" ontdaan, en gedegradeerd tot zin ledige, luid-rammelende formule." Het komt ons voor, dat deze regelen ook op het bovenaangehaalde geval van toepas sing zijn. Hier wordt onder fraaie bewoordin gen onverdraagzaamheid gepredikt. En wij zouden daar niet zoo op ingaan, wanneer niet in den laatsten tijd die onverdraag zaamheid op onrustbarende wijze toenam. Men begrijpe ons wel: wij zijn sportbeoefe naars, en wij bemoeien ons al zoodanig op geenerlei wijze met de levensopvattingen van anderen; dit ligt geheel buiten ons ter rein. De hengelaar laat zich niet dwars- boomen. Maar, wanneer wij in ons redelijk verlan gen, onze sport te kunnen beoefenen in den vrijen tijd die ons ter beschikking staat, wor den gedwarsboomd, en dat nog wel onder valsche leuzen, uit onverdraagzaamheid, om dat men anderen de vrijheden niet wil gun nen, die men voor zichzelf opeischt, dan moe ten wij daartegen stelling nemen en op de meest besliste wijze daartegen protesteeren. En wanneer wij zulks doen is dat niet; critiek uitoefenen op andersdenkenden. Wij eischen slechts, dat men ons de vrijheden laat, die men ook voor zichzelf wenscht. Uitspraken als in het hierboven vermelde dagbladbericht aangehaald, zijn in hooge mate misleidend. Zij moeten voor den op- pervlakkigen toehoorder of lezer den schijn wekken, alsof degenen, die daarmede becriti- seerd worden, handelen in strijd met hetgeen door weidenkenden en goedwillenden kan worden getolereerd. Het tegendeel is juist het geval; een der fundamenten van geestelijke en moreele her bewapening is: verdraagzaamheid en naas tenliefde. Waar in ons land in den laatsten tijd der gelijke gevallen van onverdraagzaamheid zich in toenemende mate voordoen, meenen wij, dat het plicht is, hier met nadruk op te wijzen. En wij hopen, zoo besluit het blad, dat degenen die geroepen mochten worden in dergelijke gevallen te beslissen over het al of niet nemen van besluiten of maatregelen, het juiste inzicht zullen hebben in hetgeen onder geestelijke en moreele herbewapening dient te worden verstaan, en een open oog zullen hebben voor den redelijken eisch, dat ieder het recht heeft zijn vrijen tijd te be steden volgens eigen overtuiging en inzicht. Ernstig ongeluk te Rotterdam, waarbij zes personen werden ge wond. Gistermorgen was een uit vijf personen bestaand gezelschap, wonende te Alblasser- dam, in een huurauto bestuurd door den 24-jarigen koopman P. F. v. d. Graaf, even eens wonende te Alblasserdam, op weg ge gaan met bestemming Amsterdam. In Rotterdam koos de bestuurder zijn weg via den Oostzeedijk langs den Gerrit Jan de Jongweg, waar ook de trambanen van lijn 15 liggen. In een bocht naderde uit de richting van de Claes de Vrieselaan een mo torwagen van lijn 15, bestuurd door den 46-jarigen wagenvoerder P. J. Chr. van Dijk. De automobilist was in de mee ning, dat de tram linksaf zou slaan en daarom wendde hij het stuur naar links. Te laat bemerkte hij, dat de tram rechtdoor reed, precies op hem aan, zoodat een botsing niet meer te voorkomen was. Met een hevigen slag botsten de beide voer tuigen op elkaar. De tram greep den wagen met de rechterzijde van het voorbalcon en vernielde de geheele rechterzijde van den auto. Tegenwoordigheid van geest. Het motorblok werd vrijwel vernield, het dak scheurde open en alle ruiten vielen in scherven uiteen. De voorbank was naar ach teren gedrukt en degene, die naast den chauffeur zat, werd door de glasscherven gewond. De chauffeur, die slechts zeer lich te verwondingen had opgeloopen, bood da delijk hulp. Het bleek, dat alle vijf inzitten den gewond waren. Drie van hen moesten naar het ziekenhuis aan den Coolsingel worden vervoerd, teneinde daar verpleegd te worden. Dit waren de 56-jarige mevrouw A. Zaanen-Schaarman, die een hersenschud ding en eenige verwondingen had opgeloo pen, en haar beide dochtertjes, de 14-jarige Johanna Zaanen en de 18-jarige Adri Zaa- nen, allen wonende te Alblasserdam. De beide meisjes hadden eveneens een hersen schudding. De 31-jarige mej. A. E. Zaanen bleek snij- wonden in het gelaat en aan den rechterarm te hebben opgeloopen, terwijl de 80-jarige %L(L^ U#j mu/t\ uxiV ül VKJLhXüiAv \QJCWK lanci, \jmii uw ukjcJv Out t\Wa. LUA ZEEP VAIM ONBEKENDE HERKOMST heer J. A. Schaarman, wonden aan beide armen had gekregen. Ook de tramwagen was ernstig bescha digd. De auto is voor het onderzoek in ber slag genomen. Samenstelling van het college niet in overeenstemming met de ver houdingen in Prov. Staten. Voor de stemming in de Prov. Staten van Zuid-Holland heeft de heer Drees gisteren als voorzitter van de sociaal democratische statenfractie de bezwaren van deze fractie uiteengezet tegen de samenstelling van het college van Ged. Staten, welke samenstelling sinds jaren niet meer in overeenstemming is met de verhoudingen in Prov. Staten. Spr. achtte dit in hooge mate onbillijk en drong aan op de benoeming van 'n tweeden sociaal democraat in het college, waarvoor candidaat werd gesteld de heer Gardenier. Nadat de heer van Voorst tot Voorst (r.k.) het beroep van den heer Drees op evenredig heid en billijkheid had verworpen, werd overgegaan tot de stemming. Deze had eenzelfde verhouding der partijen tot re sultaat, zoodat de heer Drees zijn zin niet heeft gekregen. Overleg met de landbouworgani saties. Deze dagen vergaderde te Wageningen de Nederlandsche Federatie van Vereenigin- gen van Bedrijfspluimveehouders (N.P.F.) onder voorzitterschap van den heer P. J. v. Ilaaren uit Tilburg. Het voornaamste punt van de agenda vormden de mededeelingen van het bestuur aangaande de werkzaamheden, verricht naar aanleiding van een tweetal brieven, ontvangen van den minister van Economi sche Zaken. In deze brieven werd de N. P.F. verzocht, een onderzoek te willen in stellen naar de mogelijkheid, de teeltmaat regelen voor de pluimveehouderij in han den te leggen van de organisaties op dit gebied. De minister gaf de N.P.F. in overweging hierbij overleg te plegen met de Alge- meene Nederlandsche Pluimveeteeltvereeni- ging (A.N.P.V.). Het bestuur heeft bedoeld onderzoek ter hand genomen en is ihet de A.N.P.V. in bespreking. Waar de pluimveehouderij een onderdeel is van den landbouw, sprak de vergadering als haar meening uit, dat de N.P.F. inzake deze aangelegenheid van eventueele over name van landbouwcrisismaatregelen door de bedrijfsgenooten, geen definitieve stap pen dient te ondernemen zonder overleg met de drie centrale landbouworganisaties. Het bestuur werd verzocht, de zaak met deze te bespreken. VRIJDAG 7 JULI 1939. Hilversum I. 1875 en 414.4 m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 1.4C VPRO. 11.00—12.00 VARA. 8.00 Gramofoonmuziek. (ca. 8.16 Berichten). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10.40 Zang, piano en gramofoonmuziek. 11.10 Declamatie. 11.30 Esmeralda. 12.00 AVRO-Amusementsorkest (ca. 12.15 Berichten). 12.40 Gramofoonmuziek. I.30 Puszta-orkest. 2.00 AVRO-Aeolian-orkest (opn.) 2.45 Het Renova-septet. 3.30 AVRO-Dansorkest en Miff Ferrie's Jack- dauz copn.). 4.00 Gramofoonmuziek. 5.00 Voor de kinderen. 5.30 Orgelspel. 6.00 Gramofoonmuziek. 6.28 Berichten. 6.30 Causerie „De klokkengieters: Frangola en Pierre Hemony (met carillonmuziek, gr.pl.) 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Cyclus „Reizen en trekken.". 7.23 Berichten ANP. 7.30 Berichten. 7.35 Causerie: „De beginselverklaring van d« Centrale Commissie voor het Vrijzinnig Pro testantisme". 8.00 Het Hartvelt-kwartet. 8.30 Lezing over Amerika. 9.00 Esmeralda en soliste, 9.30 Radiotooneel. 9.45 VARA-strjjkorkest en soliste. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Avondwijding. II.00 Viool en cello. 11.30 Javzmuziek (gr.pl.)'. 11.5512.00 Gramofoonmuziek. Hilversum H. 801,5 m. Algemeen Programma, verzorgd door de KRO. 8.009.15 Gramofoonmuziek (ca. 8.16 Ber.) 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstig halfuurtje. 12.00 Berichten. 12.15 Paul Wijnappel's strtjkensemble (1.00— 1.30 Gramofoonmuziek, ca. 1.15 Berichten). 2.00 Orgelconcert en zang. 3.00 „Tosca", opera (opn.) (In de pauze: Gra mofoonmuziek 5.20 KRO-orkest. 6.00 Land- en tuinbouwcauserle. 6.20 KRO-Melodisten en solist (ca. 6.30 Ber.) 7.00 Berichten. 7.15 Causerie „Wg vliegen over de Alpen", 7.35 Gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Stedelijk orkest van Maastricht. 9.00 Het Rococo-octet. 9.20 KRO-Kamer-orkest. 9.45 KRO-Melodisten en solist. 10.05 KRO-Boys. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Lajos Veres en zgn Hongaars orkest. 11.0012.00 Gramofoonmuziek. FEUILLETON. 57. Oliver hoog zich plotseling voorover en kuste haar. Ik ben erg boos, zei hij zonder overtuiging. In ieder geval is het heter, als ik nu even naar binnen ga om te kijken, of alles goed is. Stoor ze niet, fluisterde ze. Hjj opende de deur op een kier en keek naar binnen. Toen kwam hg bg haar terug. Ze slaapt tegen zijn schouder, zei hjj. Je moet hem nu in ieder geval laten blijven tot ze wakker wordt. Ja, ik geloof, dat je haar gered hebt en ik feliciteer je. Maar het was niet mijn schuld, dat ik het mis had om trent Rolfe. Jullie vrouwen zijn allemaal het zelfde. Ze lachte met een zachten spot. Ja, wij Vrouwen krijgen altijd de schuld. Doet er niet toe! Laten we het allemaal op den jaarlgk- schen rommelhoop gooien en opnieuw begin nen! Ik ben altijd dol op den Nieuwjaarsdag geweest. Er is zooiets verrukkelijk kinderlijks aan. Er is iets verrukkelijk kinderlijks aan jou, zei hij, dat ik vroeger nog nooit ontdekt heb. Wat is er met je gebeurd, Sybil? Ik weet het niet, zei ze en stak haar arm zacht door den zijne. Het is, geloof |k. alleen maar de vreugde om te leven. En 'k weet niet hoe ik er God genoeg voor dan ken moet. Ik moet zeggen, dat ze zich uitstekend Rehouden heeft, zei Lord Telford, maar de zaak was duidelijk van het begin tot het eind. De Prawles deden hun best haar zoo veel mogelijk te belasten, maar ze kwam er in de getuigenbank eerlijk voor uit, dat ze den kapitein gehaat had en dat nam hun den wind uit de zeilen. En de uitspraak? vroeg Sir Philip. Wat we van te voren wisten... schuldig, maar ontoerekenbaar. Het is duidelijk, dat hij niet verantwoordelijk is voor wat hjj deed. De jongen is nog altijd trots op zijn daad. Ik denk, dat hij diep verontwaardigd geweest zou zijn, als hij niét schuldig was bevonden. Arme stakker! zei Sir Philip. Hij is waarschijnlijk beter af in een in richting. Stark zelf heeft hem zoo gemaakt. Een vreeselijke man, die Stark! Niet één vriend op de heele wereld! Hij heeft zijn ver diende loon gekregen! Lord Teleford sprak met nadruk. We hebben niet allen de gave vrienden te maken, merkte Sir Philip droogjes op. Jij zoomin als ik, Telford, hebben erg goed met de jongere generatie op kunnen schieten. Lord Telford lachte een beetje wrang. Dat is zoo, Ik heb altgd gezegd, dat ik de baas was en niet mijn zoon. Maar ik word oud... en misschien wel kindsch. We moeten toch tenslotte hun voorwaarden aannemen. Zij verwaardigen zich niet het de onze te doen. Sir Philip zag er heel cynisch uit. Dat stadium van seniliteit heb ik voor het oogen- blik nog niet bereikt Maar als jg voor den goeden peetvader uit de sprookjes wilt spe len, laat me je dan niet tegenhouden. Je wilt Julie zeker graag zien. Nee, ik wil haar vandaag niet ver moeien. Ze leek doodop, t n ze de rechtzaal verliet.. We moeten zorgen, dat ze weer jong wordt, nu deze zaak voorbij is. Zeg Sybil haar van me te groeten en haar te zeggen, dat er een paleis op haar wacht, net als in de sprookjes. Ik denk, dat zij dat in ieder geval profeeren zal boven een stormachtige zee in Februari. Alles is klaar voor haar en voor haar vriend. Dus ze kunnen den huwelijks dag vaststellen zou ze willen. Ik verwacht den bruidegom ieder oogen- blik, zei Sir Philip. O ja? Dan ga ik nu. Hg zal zeker zijn zaken zelf willen regelen. Lord Telford stak zijn hand uit. Bedankt voor alles, wat je gedaan hebt, Tredville. Je verstaat uitstekend de kunst je licht onder een korenmaat te stoppen, maar zoo nu en dan schijnt het er toch doorheen. Hg stapte weg door den winteravond, met een vriendelijken glimlach om zgn lippen. Sir Philip werkte verder aan zgn preek, maar niet voor lang. De komst van Rolfe was de volgende interruptie... Rolfe, het hoofd omhoog, vastbesloten... die maatregelen kwam treffen voor een zoo spoe dig mogelijk huwelijk. We hebben geen van tweeën zin het langer uit te stellen. Het is al veel te lang uitgesteld. Daar komt bij, dat Julie zenuw achtig is en hoewel u ontzettend goed voor haar geweest bent, geloof ik toch, dat het haar goed zou doen een poosje weg te zjjn uit Beam. Ik hoor, dat je naar Brooksand gaat zei Sir Philip. Rolfe knikte. Ja. Het is geweldig vrien delijk van hem. Ik kon het niet weigeren... ook ter wille van haar... Zgn gevoelens schenen eenigszins verward en hg zei er niet meer van. Naar mgn meening is het goed, dat je dit doet, zei Sir Philip, hoewel je dat wel niet veel zal kunnen schelen. Onder deze omstandigheden, nu je al een speciale ver gunning hebt, zie ik geen reden, waarom jullie niet morgen zouden kunnen trouwen. Dat is geweldig van u, Sir, zei Rolfe met een stralend gezicht. Ik wist niet, dat het zoo gemakkelijk zou gaan. Mag ik het haar gaan vertellen? Wacht even! We kunnen beter eerst alles goed afspreken. Je bent er toch van overtuigd dat ze niet op het laatste moment terug zal krabbelen? Ja, daar ben ik heel zeker van, zei Rolfe. Goed! Laten we dan de zaak verder regelen. Maar... als ik jou was... dan zou ik vanavond niet meer naar haar toe gaan. Ze is doodmoe. Laat haar liever uitrusten. Rolfe gaf met ongewone bereidwilligheid toe. Goed, Sir Philip. Ik zal doen, wat u het beste vindt. Misschien wilt u mg intus- schen eens aan den tand voelen. Ik heb het huwelijksrecht nooit bestudeerd. Sir Philip glimlachte om deze naieve be kentenis. Je zult meer dan dat moeten leeren, beste jongen, om een goed echtgenoot te worden. Maar dat is iets, dat niemand je leeren kan. Rolfe keek hem recht in de oogen. Ik zal geweldig goed voor haar zijn, zei hij Ze is nog zoo'n kind en ze heeft nooit geluk gekend. Ja, ik geloof ook wel, dat een beetje verstandig verwennen haar heelemaal geen kwaad zou doen. Hetzelfde dacht Sybil, toen ze dien avond naar bed ging in de kamer, waar Julie al sliep. Ze was voor het meisje blijven zorgen in de zes weken, die waren voorbijgegaan sinds ze was teruggekeerd van de poort van het rijk des doods. Er was in Julie iets, dat haar sterker ontroerde dan eenig ding, dat ze vroeger had gekend. Maar dezen avond wist ze... wat Julie nog niet wist... dat het de laatste keer zou zijn, dat ze over haar waakte Julie zou van nu af een anderen beschermer hebben en zjj een andere beschermeling. Zoo was het leven. Het stond nooit stil, zelfs niet als men bevredigend een halteplaats bereikt meende te hebben. Ze hadden elk hun afzon derlijken weg te gaafc. Zij zou de vrouw wor den van een dokter, die het misschien eens ver zou brengen. En Julie... het was onmogelijk Julie's toekomst te zien. Maar Rolfe zou zijn weg wel vinden en het tot iets brengen. Daarvan was ze overtuigd. En toen ze al wegdoezelde in den slaap, kwam de herinne ring aan Lord Telford over haar, zooals hij verdrietig naar haar gekeken had in de leege kamer van Brooksand op den dag, dat hij haar ten huwelgk had gevraagd. Ja, ze zouden het goed hebben, be sloot ze voor ze in slaap viel. Daar zou hij wel voor zorgen. Den volgenden morgen wachtte haar de taak Julie van de komende gebeurtenis op de hoogte te brengen. Sybil verstond niet erg goed de kunst iemand omzichtig voor te be reiden. Ze bracht Julie haar thee en zei luchtig: Goed geslapen? Dat dacht ik wel Je was zoo verschrikkelijk moe. Hier, drink dit maar vlug op, want ik heb iets geweldigs te vertellen. Julie, met een zacht blosje op haar wangen en met oogen, die straalden, keek snel en schuw omhoog en fluisterde: Is het iets met Rolfe? Nou en of! verzekerde Sybil haar. Drink je thee maar op, mijn kind. Dan zal ik het je vertellen. Julie dronk gehoorz im. Ze deed altijd ge trouwelijk wat Sybil zei. Ze konden erg goed met elkaar overweg. Vertel het me nou alsjeblieft, zei ze. Hij was toch niet boos, dat hij me gister avond niet zien mocht? O, natuurlijk woedend, lachte Sybil. Zoo erg, dat hij besloten heeft, dat het nooit weer gebeuren zal. Ik hoop, dat ik je nu genoeg heb voorbereid. Dit is je trouw dag, Julie. Oh! zei Julie. Sybil klopte haar op den schouder. Ga niet flauw .allen of zooiets. Ik zal je er wel doorheen helpen. Ik heb je de boodschap van Lord Telford overgebracht, is het niet? Je hoort je huwelijksreis niet op zee door te brengen. Hij is zoo ontzettend goed. zei Julie. Maar vandaag! Ik zal nooit klaar komen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 7