Wee-zoetige geur Nederlands defensie=offer inde Noordhollandsche steden Oorzaak?vervuild water. Qok op he* Platteland Bolzano voor vreemdelingen gesloten Met verzegelde orders naar Frankrijk „hopelooze" toestanden NORTONWATER HEEFT GERING ZELFREINIGEND VERMOGEN. Mevr. dr. N. L. Wibaut wijdt in het or gaan der Ned. Vereeniging tegen Water-, Bodem- en Luchtverontreiniging een zeer lezenswaardige beschouwing aan het pro bleem der watervervuiling in Noordholland. Noordholland, schrijft zij, is de waterrijk ste provincie. Er is zoo ontzettend veel water, dat van een algemeene vervuiling geen sprake is. Maar er is veel vervuild water, sterk gelocaliseerd en omdat het water in Noordholland in het algemeen stilstaand is en wordt gehcudcn. Vergelijk in Uw gedachten een stad aan een stroo- mende rivier, b.v. Arnhem met Haarlem. De bewoners van de eene stad pro- duceeren niet meer of minder afval water dan die van de andere en toch, de luchtige frissche lucht van de Geldcrsche stad ontbreekt in de Noordhollandsche; de lucht is gemengd met die eigenaardige wee- zoetige, weerzinwekkende geur, die althans 's zomers, karakteristiek is voor de meeste van onze Noordhol landsche steden. Het beeld van een aardige Noordholland sche stad met gruwelijk stinkende grachten is ieder van ons zóó vertrouwd, dat het het beste is met de gemeenten te beginnen. Inconsequent. Er is overal een groote inconsequentie tusschen de propaganda voor en de distri butie van onberispelijk leidingwater, zoodat de hoeveelheid per hoofd en per dag voort durend stijgt, en de zorgeloosheid over het verdere lot van dit water, nadat het in de huizen door de menschon of de industrie- en is vervuidl. Dit toenemende waterge bruik, de dichte bevolking, oude beerput ten, gebroken riolen, voor het verkeer ge- dempte grachten, enz. enz. maken dat in vele gemeenten de grachten, die nog over zijn, open riolen zijn en dat het duizenden moet kosten een behoorlijke rioleering te krijgen. Daar komt dan nog bij, dat bij de bestaande toestanden het onmogelijk is dp grachten door te spuien. In bijna alle gemeenten zijn ongewenschte toestanden. Goedkoop, duurkoop... Een Directeur van Gemeentewerken van een groote landelijke gemeente slaat den spijker op den kop door te zeggen: „Afgezien van de financieeïe bezwaren wordt het m.i. hoog tijd, dat rioleering en zuivering grondig worden aangepakt! De strijd tegen vervuiling lijkt op het oogen- blik vrij hopeloos. „Deze gemeente is zeer moeilijk door middel van één rioleering te bereiken, door haar zeer excentrische bouwwijze en door de vele slonten, vaarten en plassen, als mede door de lage ligging van vele per- ceclen. M.i. is de slechte stedebouwkun- dige voorlichting ten plattelande en de onnadenkende regeling van uit breidingsplannen reeds noodlottig geworden en zal betere technische outillage en betere technische voor lichting een eerste vereischte zijn, om tot verbetering te komen. Het wordt m.i. in politieke Colleges ten plattelande nog te weinig beseft, hoe hier de goedkoopste oplossin gen achteraf de duurste blijken te zijn." Zoo is het. De strijd tegen de vervuiling van één gemeente alleen is vrij hopeloos. De stedebouwkundige voorlichting ten plattelande is slecht, betere technische outillage en voorlichting is een eerste ver eischte en politieke colleges ten plattelande (misschien ook in vele steden!) beseffen niet hoe de goedkoopste oplossingen ach teraf de duurste blijken te zijn. De huisjes boven de sloot In de landelijke gemeenten treft men als meest primitieven toestand algemeen de huisjes boven de sloot aan. Daar ontbreekt riool, beerput, tank, waterspoeling. Is de sloot ruim, de bevolking niet dicht, dan zou tegen dezen overigens van huis uit niet onhygiënischen maatregel geen bezwaar zijn, maar wanneer de waterloop nauw is, de waterbeweging zeer gering is en 't dorp vrij groot of in uit uitbreiding dan zijn van lieverlede ondragelijke toestan,- den ontstaan, die bij een eerste bezoek den indruk wekken van hoe is het moge lijk, dat zoo iets nóg bestaat. En dat het nog bestaat komt dan voort uit sleur en onwetendheid. Wanneer daar dan bij komt, dat typhus daar inheemsch is, dan wordt het hoog tijd, dat daar een eind aan komt. Ter plaatse ziet men dan hoe onmogelijk het is, hier b.v. zonder meer een rcini- gingsinrichting voor rioolwater voor te schrijven. Her moet een geheel andere op lossing komen: waterverplaatsing en -vcr- versching is hier aangewezen, temeer daar er overvloed van water in de omgeving is. Wanneer gaat het water werken? Nu de voormalige vestingstadjes en -ste den. waarin grachten zijn en stukken ge dempte gracht, waaromheen nieuwe stads wijken zijn ontstaan, zonder water om het afvalwater op te nemen. Overbelasting van de bestaande grachten is de oorzaak van stank en onoogcliik uiterlijk. Er zijn verschillende gemeentebesturen, die niet over één nacht ijs wallen gaan en die een onderzoek laten instellen naar de oorzaak van den stank van hunne grachten. Dat is onnoodig, de oorzaak is het rioolwa ter met de faecaliën, daar zal nooit een ander antwoord op de vraag, wat is de oorzaak, komen. De stank wordt bevorderd door brakwater, ook dat staat even ononi- stootelijk vast. Wil men den stank ophef fen, dan rioleeren en zuiveren of ver weg met het rioolwater! Men heeft daarbij te bedenken, dat in de koude maanden geen rotling in het water optreedt. Pas wanneer het water èn de modder op den bodem een temperatuur bo ven 9 gr. C. hebben aangenomen, begint de „werking", de gasvorniing, de stank, de zwartklcuring. Jn ons klimaat is dit van eind April tot tweede helft van September. Bij die rotting verdwijnt een deel van de modder in gas en lost een deel in bet water op. Dit heeft dus ongeveer 4.5 maand plaats, maar 12 maanden heeft loozing plaats, zoodat er elk jaar een surplus aan modder is, waarvan slechts een gering deel wegrot en dit sur plus is slechts op twee manieren te verwijde ren, óf door baggeren, óf door sterke door- strooming. Daar deze laatste in bijna geen enkele Noordhollandscbe stad mogelijk is, moest feitelijk elke gemeente zorgen, dat vóór het rottingsproces begon, dus eind Maart, de grachten en waterloopen schoon waren. Ik kan U verzekeren, aldus mevr. Wibaut, dat dit bijna nergens het geval is. Een middel. Tegenover de financieeïe onmacht van sommige of gebrek aan inzicht bij andere gemeenten, steken glorieus af die, waar men erin is geslaagd de watervervuiling weg te werken en de moeilijkheden op tc lossen. In verschillende gemeenten (Purmerend, Hoorn, Weesp) heeft men op vernuftige wijze partij getrokken van niveauverschil met aangrenzend water voor de doorspoe ling van de grachten, maar vooral van het rioolstelsel. Daar ligt naar ons oordeel een oplossing, die verlichting kan brengen en meestal met weinig moeite en kosten ge daan kan worden. Water is aan alle kanten te vinden, overvloed van water, maar tech nische voorlichting en inzicht bij de vroede vaderen zijn schaarsch! Zuivelfabrieken loozen Mevr. Wibaut bespreekt tenslotte uitvoe rig het aandeel, dat de zuivelfabrieken aan de waterverontreiniging hebben. De door de fabrieken verbruikte hoeveel heid leidingwater staat tot de verbruikte hoeveelheid nortonwater als 1:5. Dit afval water is dus voor 't meerendeel dieptewater dat dikwijls Veel zout en in vele gevallen ook nog „gas" bevat en geen zuurstof. Het is dan ook niet te verwonderen, dat ver vuiling van dit water spoedig optreedt en in de nauwe sloot zich niet spoedig herstelt. Wanneer daar dan nog bij komt een groo- tere of kleinere hoeveelheid wei, dan treedt dc vervuiling nóg sterker op. Er zijn in Noordholland eenigc fabrieken, die getracht hebben hun afvalwater op eeni gerlei wijze te reinigen, alvorens het in het polderwater af te laten, In het algemeen zijn de methoden die hierbij worden toege past, zeer primitief en dan ook weinig doel treffend. Gewoonlijk zoekt men het in het tusschenschakelen van een septic-tank, waar in het afvalwater gedwongen wordt een langoren weg af te leggen door middel van ecnige schotten, waarbij de stroomsnelheid van het water zoo gering wordt, dat vast vuil zich kan afzetten. (Het koelwater volgt dezen weg niet, maar vloeit steeds rechtstreeks in de sloot) Er vormt zich in de tank een dikke, rot tende drijflaag, en ook het water in de tank geraakt gewoonlijk in rotting, zoodat het effluen van dergelijke instalaties dik wijls nog schadelijker voor het polderwater is dan het afvalwater zelf. In het algemeen is het water bij de fabriek zeer sterk vervuild. Deze vervuiling dringt bij de kleinere fa brieken echter meestal niet over groote afstanden door. Slechts de aan wonen den in de naaste omge- ving ondervinden hinder door stank. Door de middelmatige fabrieken wordt soms het water in een geheel dorp bedorven; enkele zeer groote bedrijven verontreinigen door hun afvalwater een gehecle streek of een groot deel van een watergebied. Somtijds wordt gebruik gemaakt van een bestaand natuurlijk verval tusschen twee waterloopen om versch water van een hoo- ger gelegen punt in te laten in de loozings- sloot, tegelijk met het afvalwater. De ver dunning wordt hierdoor grootcr en in dien do hoeveelheid schoon water groot ge noeg is, dan kan deze methode wel cenig resultaat afwerpen. De waterstaatkundige omstandigheden nabij dc zuivelfabrieken zijn echter slechts uiterst zelden zóó, dat op deze wijze een bevredigend resultaat be reikt kan worden. Nu wil ik geenszins den indruk wekken zonder meer tegen gasbronnen en norton- water te ageeren. Men zij echter ge waarschuwd en bedacht op deze bijzondere eigenschappen van dat afvalwater. Er ligt daarin een reden te meer om dit water nooit met wei te belasten en indien mo gelijk niet met huishoudelijk water of faecaliën, omdat het reinigend vermogen praktisch nul is. Visch kan in zulk water niet leven. Het zelfreinigingsvermogen van water. Wanneer het gemaal voor waterbezwaar in werking wordt gezet, wordt dit vervuilde water door den geheelen polder getrokken; te overwegen zou zijn om dit afvalwater af zonderlijk langs den kortsten weg naar het boezemwater af te leiden. Wij zagen n.1. dikwijls, dat, hoe vuil dc poldcrsloolen ook waren, de ringvaart bij de gemalen slechts weinig en voorbijgaande vervuiling vertoon de, wanneer water was uitgeslagen; de ringvaart is dieper en ruimer en bovendien wordt het water erin verplaatst bij overvloe digen regenval, in den winter of door op zettelijk doorspuien. Men heeft de neiging te veel te vertrou wen op het zelfreinigend vermogen van op pervlaktewater Inderdaad, dit is een hulp middel, mits goed gehanteerd, van onschat bare waarde. Maar voor het gebruik van het zelfreinigend vermogen van water is grondige kennis van de hoedanigheid van water noodig en die heeft of had men niet.. Niet alle water heeft zelfreiniging en niet elk water is natuurlijk wa ter. Het water der nortons is wa ter zonder zelfreinigend vermogen en van dezelfde hoedanigheid als dat der gasbronnen. Invloed van gasbronnen op sloot water. Men neemt in het algemeen aan, dat uit een M3. water een M3. gas gewonnen kan worden en dat 10 pet. van het oorspronke lijk in het water aanwezige gas opgelost blijft en dus mot het water wegvloeit. Algemeen hoort men zeggen, dat de zoet waterbronnen beter zijn dan die, welke brak water voeren. Deze meening is bij het on derzoek niet bevestigd. Er zijn in Noordiholland verscheidene l>e- kwamc puttenboorders, die waterlagen on der druk en met voldoende gas weten te vinden. Zij zijn van meening, dat er ver schillende watervoerende lagen boven el kaar liggen, n.1. op pijn. 13, 30, 40, 50, G6, 80 en 90 meter beneden het maaiveld. Da* dit norton- of gasbronnenwater tevens zou ten bevat, heeft men wel opgemerkt, maar van weinig belang geacht. Dat het zoutgehalte van dit water op den toestand van het polderwa ter echter van grooten invloed kan zijn, bleek uit dit onderzoek. Het was noodig tal van gasbron nen op te zoeken en op haar chloor- gehalte te onderzoeken, teneinde een beter inzicht te krijgen in den in vloed van de gasbronnen op het slootwater. Dit is in de afgeloopen jaren met mede werking van de polderbesturen geschied. Het aantal aldus onderzochte bronnen zal ongeveer 1200 bedragen; een nog grootcr aantal is niet onderzocht, men kan het aan tal gasbronnen zeker op 3000 schatten. Het water der gasbronnen ]>evat microbi ologisch niets belangrijks, het is zeer arm aan microben. Biologisch leven is er niet in; het is vrij van zuurstof. In do nauwe polderslootcn is opneming van zuurstof niet gemakkelijk; daar, waar slootcn met overwegend gasbronwater, ri oolwater en faecaliën, afkomstig van men schon en dieren, ontvangen, worden ze zeer spoedig vervuild. Ook het afvalwater van zuivelfabrieken kan in dergelijk onnatuur lijk slootwater tot sterke vervuiling aanlei ding geven, daar er geen biologische zelf reiniging optreedt. Immers de zuurstof en de organismen om deze zelfreiniging te be werken, ontbreken. Herstel van dit water heeft dus nagenoeg niet plaats. Het gevolg hiervan is een slechte algemeene toestand in de polderslootcn, donker stinkend water, zonder plantengroei en zonder visschcn. Waterkennis noodzakelijk! Resumeerende kan worden gezegd: Het water der gasbronnen heeft een ge ring zelfreinigend vermogen; afvalwater en faecaliën geven spoediger dan bij gewoon water, en langdurig, aanleiding tot vervui ling. De hoeveelheid geproduceerd water is in de onderzochte polders zeer aanzienlijk. In de onderzochte polders "heeft het water der gasbronnen grooten invloed op de sa menstelling van het slootwater; het be- heerscht het zoutgehalte volkomen. Men moet nu niet hieruit dc gevolgtrek king maken, dat de nortons of gasbronnen op slag moeten verdwijnen; zij hebben eco nomisch een zeer groote beteckenis, maar het ging er om den invloed van deze wa tersport op het polderwater duidelijk tc maken, en waarom dat reinigend vermogen zoo gering is en dat kennis van het water, dat inen beheert, noodig en nuttig is. RAS! Toeristenverkeer zou neen moei lijkheden in den weg worden ge legd: Nederlandsche Rcisverecni ging blijft optimistisch. NOG STEEDS GEEN OFFICIEELE UIT EENZETTING. Blijkens bij het departement van buitenlandsche zaken ingekomen ambtsberichten van H. Ms. gezant schap te Rome, is de Provincie Bol- zanö voor verblijf van alle vreem delingen tot nader order gesloten. Doorreis zonder oponthoud is toe gestaan. Bijzondere gevallen van Nederlanders in de provincie Bol zano domicilie hebbend, zullen door de locale autoriteiten met welwil lendheid worden behandeld. Alle andere provincies, ook de aangren zende Trento en Bclluno blijven voor verblijf beschikbaar. De Nederlandsche Reisvebeeniging deelt mede, dat volgens door haar ontvangen of- ficieele berichten uit Rome aan het touris me in Zuid-Tirol geen enkele belemmering in den weg wordt gelegd. De onzekerheid zeu hierdoor ontstaan zijn, dat blijkens haar informaties enkele Nederlanders, die in Zuid-Tirol zaken heb ben of bedrijven uitoefenen, aanzegging hebben gekregen, om te verhuizen. Wij gclooven dat de N.R.V. de zaak wel wat al te optimistisch beschouwt en wijzen er nadrukkelijk op, dat de berichtgeving over een en ander zeer verward en op vele punten tegenstrijdig is, zoodat het op het oogenblik zeer moeilijk is zich een juist oordeel te vormen. De verschillende consuls en ambassadeurs doen al hun best de zaken voor hun land- genooten te regelen, maar het schijnt las tig te zijn bij de officieele Italiaansche im stantics toegang te krijgen. Naar wij vernemen heeft de Nederland sche gezant te Rome gistermorgen dan ook telegrafisch gerapporteerd dat het nog niet mogelijk was meer positieve inlichtingen te Effect alleen verzekerd, indien wij vastbesloten zijn, ons land tegen eiken aanval te verdedi gen. De Eerste Kamer over wijziging Dienstplichtwet. Het voorloopig verslag der Eerste Kamer over het wetsontwerp tot wijziging van de Dienstplichtwet is verschenen. Algemeen verklaart men, dat de persoonlijke en financieeïe offers, welke de regeering van het volk eischt, slechts dan het gewcnsclite effect zullen kunnen hebben, indien in alle lagen van de bevolking aan wezig is de vaste, onverzettelijke wil, ons land tegen eiken aanval te verdedigen, alsook de volkomen bereidheid, zonder klagen, ter wille van de toekomst van land en volk, die zeer zware lasten te dragen. Voorts moet, dus wordt betoogd, dc over tuiging bestaan, dat de militaire overheid de voor 's lands defensie bestemde gelden met behoedzaamheid en zuinigheid besteedt, dat onnutte uitgaven achterwege blijven en dat alles wordt gedaan, opdat technische uitrusting en weermiddelen niet onderdoen voor die van mogelijke aanvallers. Verlenging oefentijd. Ecnige leden mecncn, dat door den twee jarigen oefentijd dc militaire lasten op hoogst onbillijke wijze op een gedeelte van de dienstplichtigen worden afgewenteld. Slechts op den grondslag van algemeenen dienstplicht kan huns inziens een billijke verdeeling van de militaire lasten en een voldoende weermacht worden verkregen Enkele andere leden betreuren, in ver band met dc werkloosheid ,dat geen con- tingentsuitbreiding is voorgesteld; weer anderen wijzen op de financieeïe bezwaren hieraan verbonden, doch tneenen dat Ne derland méér aan zijn Defensie ten koste kan leggen dan tot dusverre; ook andere landen doen zulks. Bewapeningswedloop en finan cieel bankroet. Vele leden verklaren, zich met het wets ontwerp te kunnen vereenigen, maar zij achten een beroep op de defensie-offers in andere landen misplaatst, te meer omdat in niet weinig van die landen de overtui ging veld wint, dat men in den algemee nen bewapeningswedloop ëcn financieel bankroet tegemoet ijlt. De vrouw in 's konings rok? Enkele leden zouden gaarne verne men, of het in de bedoeling van de regeefing ligt, ook ten onzent ge lijk in andere landen pleegt te ge schieden jonge vrouwen bij de landsverdediging te betrekken. Eenige leden zijn 't wel eens, met het ont werp, doch kunnen de oogen niet sluiten voor de financieeïe gevolgen. Aan besnoeiing der uitgaven zal men niet kunnen ontkomen, wil het land niet onder den druk bezwijken. Andere leden dringen aan op een spoedige beslissing niet betrekking tot de maritieme verdediging van Nederlandsch Indië. Verscheidene loden wijzen op het groote belang van een spoedige regeling van het vraagstuk van het verlies van een betrek kmg als gevolg van het vervullen van mi litaire verplichtingen. mi" Tenslotte wordt aangedrongen op een ver sterking der grensbeveiliging in Zuid-Lim burg. 111 verkrijgen over de uitwijzing van buiten* landers uit Zuid-Tirol. Vast is komen te staan, dat de toeristen niet zoo veel moeilijkheden in den weg zul len worden gelegd, als den vreemdelingen, die langer in Bolzano verblijven. De redenen van de betrokken maatrege len zijn, naar men onzen gezant mededeel, de, van politieken en militairen aard, zon der dat men daar nader intrad. Onze per soonlijke meening, aldus de N.R.Crt. blijft, dat deze redenen samenhangen met de voor ziene wijziging in de ethnografische samen stelling van de provincie en met het a.s, vertrek der Duitsche minderheden. Italiaansche hoffelijkheid blijft. Voor hen die bloedverwanten of goede vrienden mochten hebben, welke zich op dit oogenblik in het betrokken gebied be-- vinden, wijzen wij erop, dat de Italiaansche autoriteiten bij het toepassen van maatre gelen als de hier bedoelde, weliswaar on vermurwbaar plegen te zijn, doch steeds een zeer menschelijk standpunt innemen en dat hun optreden ten allen tijde voor komend en hoffelijk blijft. Er bestaat geen enkele reden om zich over landgenoo- ten die zich oogenblikkelijk in de provincie Bolzano bevinden, ook maar in het minst ongerust te maken. Massale vlucht boven het vaste land door Britsche bombarde mentsvliegtuigen. GEVECHTSWAARDE EN BE TROUWBAARHEID BEWEZEN WREVEL IN DUITS CHLAND. Het aantal Britsche vliegtuigen, dat voor de oefenvlucht naar Frankrijk gestart is, bedraagt 150. De gezagvoerders hadden ver zegelde orders bij zich. Na een lange rondvlucht hebben alle toe* stellen hun basis weer bereikt. Vier eskaders middelzware bom menwerpers hebben een driehoekig circuit van 1450 kilometer afgelegd in nog geen vier uur vliegen. De tocht duurde van ongeveer 9 uur tot omstreeks 13 uur. De vier overige eskaders middelzware bommenwer pers keerden korten tijd later terug Zij 'hadden dezelfde route in onge veer 4 uur afgelegd. Twee der eska ders zware bommenwerpers, die op langen afstand vlogen, tusschen de 1760 en 1920 kilometer, naar Zuid west Frankrijk, zijn even voor 14 uur teruggekeerd. Zij hebben den tocht volbracht in nog geen 6'A uur. Alle toestellen vlogen met kruissnel heid. Uit gezaghebbende Engelsche bron wor den de volgende inlichtingen verstrekt over de twaalf eskaders bommenwerpers, die gisteren boven Frankrijk gevlogen heb ben: De toestellen zijn vertrokken van hun centra in Midden-Engeland. Zij volgen twee onderscheiden routes: een groep is in escadrilles uit het midden en zui den van Engeland tegen acht uur vertrok ken voor een vlucht heen en terug zonder tusschenlanding naar Bordeaux. Zij moeten over Le ITavrc vliegen, Le Mans, Saumur, Bordeaux, Angres en Caen. Zij moesten on geveer 1900 k.m. afleggen. Dit waren zware bommenwerpers. De middelzware bommen werpers vlogen over Le Treport, Orlcans, Le Mans, waarbij Orleans de punt van een drièhoek vormde. Al deze toestellen, die hun vollen militai- ren last inhielden en de normale bemanning aan boord zullen hebben, d.w.z. 3 tot 5 man, vliegen op een hoogte van 2000 m., maar dalen tot 1000 m. boven de voornaamste ste den. Luchtwaardigheid en betrouw baarheid bewezen. De opzienbarende lange afstandsvluchten van twaalf eskaders Britsche bommenwer pers naar het binnenland van Frankrijk en terug hebben niet alleen de luchtwaardig* lieid en betrouwbaarheid bewezen van de laatste, moderne dienstvliegtuigen, maar te vens de nauwe FranschBritsche samenwer king en .het onderlinge vertrouwen. Een Duitsche reactie- Te Berlijn beschouwt men de vlucht van de Britsche toestellen boven Frankrijk als een demonstratie der omsingelaars. D® Deutsche Allgemeine Zeitung schrijft 111 haar rftimmer van hedenochtend dat niets dwazer is dan een poging het nationaal socialistische Duitschland te intimideert door mlitaire demonstraties. Te Parijs t te Londen wil men op kunstmatige wiF® een oorlogspsychose doen ontstaan, aldu® het blad, en het is duidelijk, dat de Dm sche luchtvloot en het Duitsche afweerge schut aan elke poging der demonstreerem eskaders om boven Duitsch gebied verschijnen, onmiddellijk een einde zoude» maken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 8