Waar hartstochten
NOODLOT
graan
oorlog?
genoeg
voor den
Hebben
zij
Ponderdag 3 Augustus 1939
De negerrenbaan I losbreken
van Panama
Bedwelmende middelen voor de renpaarden
Vierde blad
-i r
Ai
Dat gaat goed tusschen die twee! i
Paardenrennen en speelbanken,
twee instellingen, waar de harts
tochten kunnen losbreken en en ze
gevieren. Een centrum van het „ge-
luksspel" is de republiek Panama,
waar al deze ondernemingen in
handen van één man zijn
Moer dan de leden van eenig ander ras
voelt de neger zich aangetrokken tot. het
spel en de hartstochten van het wedden En
nergens kunnen zich de hartstochten zóó
uitleven, als op de „neger-renbaan" van Pa
nama. Hier paart zioh de aangeboren lust
jder zwarten tot wedden aan de moderne
techniek van het geluksspel van de blan
ken en hierdoor ontwikkelt zich hier een
hazard-atmosfeer, die mot geen enkel ander
Europeesch .of Amerikaanse!! voorbeeld ver
geleken kan worden.
Nergens is het publiek dat de renbanc»
bezoekt, zóó opgewonden, als in Juan Fran
co, de renbaan van Panama. Negentig pro
cent van de jockey's, die hier hun kundig
heden vertoonen, behooren tot het zwarte
ras, evenals de toeschouwers, 's Middags om
twee uur beginnen de wedstrijden. Een
enorm geschreeuw en lawaai weerklinkt
overliet groote terrein en voor het houten
huisje, dat voor de hoofdtribune staat en
waar de jockey's voor de rit gewogen
worden, verdringt zich het publiek; men
fluistert en men wisselt geheimzinnige tee-
Jkcns onder elkaar uit, die alle Europeesche
[jockey's en besturen van renbanen in het
tuchthuis zouden brengen.
Renverordeningen een wassen
neus.
B
Vanzelfsprekend heeft ook Juan Franco,
zooals trouwens iedere behoorlijke renbaan,
haar renverordeningen, maar men behoeft
niet te denken, dat er ook maar iemand is,
idie zich hierom bekommert. Ook de ambte
naren van de vrije republiek Panama knip-
jpen gewoonlijk een oogje dicht en dat. niet
zonder reden. Immers, de belasting die de
[trust, welke de renbaan en nog een groot
aantal andere amusemontsgelegenheden in
het land bezit, opbrengt, dekt bijna voor een
(Vijfde deel het geheele staatsbudget.
In Juan Franco wordt echter niet
alleen „geschoven", doch ook „be
dwelmd" Ër bestaat in Panama geen
'wét; die het ingeven van bedwel
mende middelen verbiedt en straf
baar stelt en bovendien zou het, in
dien noodig, zeer moeilijk of in het
geheel niet aangetoond kunnen
worden. De middelen, die men daar
toe gebruikt zijn geheel anders dan
in Europa. De jockey's van Juan
Franco geven bun paarden mari
huana, een soort van hennep-achtige
plant, die slechts in Centraal-Ame-
rika groeit, een soort van hasji-
aclitig bedwelmend middel bevat, en
zonder groote onkosten en moeilijk
heden verkregen kan worden, daar
de plant in het wild groeit. Buiten
de Midden-Amerikaansche staten
was deze plant eenige. jaren gele
den nog zoo weinig bekend, dat de
actie der Vereenigde Staten tegen
bedwelmende middelen er nog geen
notitie van nam.
Het gebruik van die verdoovende middel
heeft zijn voordeelen, maar ook zijn nadee-
Üen. Wanneer men er een geringe dosis
(van inneemt, werkt het middel opwekkend,
ffa zelfs opwindend, neemt- men er daaren
tegen een groote hoeveelheid van in, dan
wekt het de slaap op. Het middel wordt in
het bloed onmiddellijk in andere stoffen
omgezet, zoodat het naderhand niet meer
aangetoond kan worden. Men moet hier dus
een zeer nauwkeurige dosis toedienen, wil
incn succes hebben.
De zwarte jockey, die zijn paard met ma
rihuana bedwelmt, is er echter nooit zeker
.van, of een staljongen, die door zijn con
currenten omgekocht is, zijn paard nog niet
een tweede dosis van dit middel geeft,
Waardoor juist het omgekeerde gevolg ver-
ïkregen wordt. Het bedrog met dit bedwel
mende middel is dus in Panama een zeer
belangrijke zaak, die echter steeds twee
jkanten heeft. Tenslotte viert het toeval dan
*och altijd de overwinning en de zwarten
hebben er des te meer gelegenheid tot
Wedden voor.
Loten worden nooit gestolen...
De voormiddag wordt gebruikt voor de
loterij. Iedere week vindt er een trekking
plaats. De loten zijn bij alle kranten-,
vruchten- en marktverkoopers te krijgen.
Ze hangen in lange strooken voor iedere
Winkel. Wie voorbij een winkel gaat, waar
<le loten hangen, legt een halve Balboa (10
Amerikaanscho centen) op tafel en scheurt
een lot af. Niemand hoeft hierbij te staan,
Want zelfs niet de ergste blanke, bruine
of gele bedrieger zou een loterij-lot stolen,
hij weet maar al te goed, dat een gestolen
lot nooit een prijs krijgt.
Op de trekkingsdagen staat de geheele
bevolking van Panama cn Colon voor bet
loterij-bureau. Zelfs de anders zoo trotsche
Amerikanen mengen zich dan onder de bon
te menigte. Het plein voor het loterij-ge
bouw in Panama is misschien wel de eeni-
ite plaats op aarde, waar menschen van
allo rassen naast elkaar staan en rustig met
elkaar over de wins- verlicskansen spreken.
De spcelkoorts is hier sterker dan alle ras
verschillen en -vooroordeelen. Het grootste
lot. bedraagt slechts 300Balboa, maar bijna
iedereen koopt meer dan één lot zoodat ei
iedere week menschen zijn, die voor eeni-
£e duizenden gewonnen hebben.
In het Casino van Colon zijn de inzetten
en de winsten natuurlijk veei hooger. Hier
w-orden alle spelen gespeeld, die elders ten
strengste verboden zijn: baccarat, poker en
dergelijke geluksspelen en ook hier vormen
de Amerikanen uit de naburige kanaalzo
ne, waar deze spelen verboden zijn, een
groot deel van het bezoekerscontingent. Hon
derdduizenden Balboa's en dollars worden
hier omgezet maar dat kan de loterij niets
schelen, omdat de renbaan, de loterij en het
Casino toch tot een en de zelfde trust be
hooren.
Alleenheerscher!
De directeur van deze groote onderneming
is de Mulat Gonzalo Arias. Zijn broer Har-
modio was eerst „generaal" en is eenige
jaren geleden president van de republiek
geworden. Sinsdien heeft geen mensch het
ooit meer beproefd een concurreerende on
derneming op te richten. Gonzalo Arias be-
heerscht echter niet alleen de renbaan, de
loterij en het Casino. Waar gespeeld wordt,
wordt ook gedronken en daarom is hij tege
lijkertijd ook het hoofd van de „Atlantic
Breving and Iïefrigerating Company" die
Panama van bier voorziet. Zijn pogingen,
om door het in handen krijgen van de Oran
je Crush Company ook de limonade-produc
tie machtig te worden, leden eerst schip
breuk, maar eenige jaren gel-oden is de
Griek Alexander Tagaropulus, die deze in
dustrie controleerde, zijn vennoot geworden.
Bovendien heeft Aritas langzamerhand en
zonder dat men er erg in had, alle marihua
na-plantages van Panama opgekocht en
verdient zoo ook nog aan het bedrog, dat
oi) zijn renbaan voortdurend gepleegd wordt
Waar spel en drank zegevieren, daar
bloei ook het kwaad. De prostitutie is in
de republiek Panama, in tegenstelling tot
de kanaalzone niet verboden, maar wordt
toch wel beperkt tot bepaalde straten dei-
beide steden Panama en Colon. Dat ook deze
huizen zich zonder uitzondering in handen
van de koning van het geluksspel. Conzalo
Arias bevinden behoeft hier wel niet met
nadruk gezegd te worden
Hij reisde in bretels en manchetknoopen.
Daar steekt niets in. Ieder doet wat: de een
springt door hoepels, de ander conserveert
oude ossen in blik, 'n derde draait knoopen
uit de beenderen van 'n vorig geslacht. Het
leven is betrekkelijk lang. Als men rekent,
dat de mensch gemiddeld 25 jaar wordt ('k
heb de statistiek niet bij de hand, doch la
ten we nu eens supposeeren, dan maakt dit
1300 weken is 9100 dagen. Men moet iéts
doen, om daar doorheen te komen. Men kan
maar niet halsstarrig blijven zitten, zelfs de
allerrijkste niet Het is absoluut noodzake
lijk, dat we schoenen verslijten, trouwen,
naar diners gaan, onze neus snuiten, prijs
couranten laten drukken en meer van die
bezigheden verrichten, zonder dat wè eigen
lijk weten, waar het voor dient. Doch de
feiten wijzen uit, dat men er niet buiten kan.
Hij nu reisde in bretels en manchetknoopen.
Hoe hij er toe gekomen was? Hij wist 't
niet. Uit roeping? Hoe komt men tot alles?
Waarom doet do een in medicijnen, de an
der in sterken drank, 'n Derde in gevange
niswezen?? Hij was eerst 'n paar jaar op
kantoren geweest. Doch dat vlotte niet: het
Slanley-achtige van den commisvoyageur
verraadde zich reeds in z'n ongedurigheid.
Toen ging-ie reizen in van alles, leverworst,
fietsbanden, elcctrische bellen, kabeltouw,
scheerzeep, amandelen. Maar 't wou niet: hij
had z'n levensdoel nog niet gevonden. Weer
bracht-ie 'n jaar achter 'n lessenaar dooi-.
Toen, 'n oogenblik den gelukkigen greep,
de groote vondst, welke 'm voor goed in de
veilige haven bracht van 'n geregelde mooie
verdienste: hij wierp zich in de manchet
knoopjes en bretels.
Van 't eerste oogenblik af, dat-ie zich daar
aan gaf, rees z'n voorspoed, 't Was 'n won
der. Reisde een ander met precies dezelfde
knoopjes en eendere bretels, zoo waren de
resultaten gering.
Zoodra echter bemoeide hij zich er mee,
Jean Meiers, van de firma Breukeimans Zo
nen, of de omzet was enorm en de fabrieken
werkten dag en nacht door. Hij had 'n be
paalde flair, die artikelen te plaatsen Met 'n
geheel apart chic wist-ie de fijne streep van
een bretel, de schittering van 'n knoop op
z'n voordeeligst te doen uitkomen. In de
handelswereld trachtte men 'm te imifee-
ren. Maar 't was toch nooit dat. Het cachet
bleef er aan ontbreken. Jean Meiers was 'n
unicum. Zoo vloden de jaren in welvaart
noesten arbeid cn aangename verpoozing in
(;e vele hotels dezer lage landen. En Jean
Meiers, tevreden, had geen hooger illusie,
dan tot z'n jongsten snik te mogen blijven
verkoopen die bretels en die knoopjes. Het
was eten en drinken voor 'm geworden, 'n
behoefte, 'n gewoonte. Met die artikelen
deinde z'n leven rustig voort, als 't vlak
eener spiegelgladde zee Was hij niet te be
nijden boven velen?
Maar helaas, er kwamen jaren, dat de gol
ven zijner levenszee hoog gingen als storen
de schuimsels, die woedden en braken en
klotsten en ziedden, om bij fe vergaan Geen
mensch ontkomt z'n noodlot, 't Staat altijd
gereed, zich verraderlijk op den armen ster
veling te werpen en tandenknarsend slaat
't z'n nijpende klauwen in de weerlooze
prooi. Zoo verging 't ook Jean Meiers van
de firma Breukeimans Zonen.
't Was 'n tjuitende, spruitende lentemaand
vogels floten, bloemen wiegden, luchte-
blauw schalde dat onze reiziger zich ar
geloos waagde in 't oude stedeke Workum.
Met z'n aangenaam aplomb trad-ie 'n winkel
binnen en in zijn gewone, overredende pose
in de rechterhand 'n bretel, in de linker een
doosjes knoopjes, presenteerde ie zich aan
de toonbank, om dadelijk van wal te steken.
Doch z'n stem stokte en in wilde stuwing
steeg 't bloed naar z'n hoofd. Want daar,
voor de hooge laden met ellegoed, veters,
corset-baleinen en wat dies meer zij, stond
een jonge dame van ongemeene schoonheid,
frisch als een bloesem, blank als lelie-zeep
't Bracht 'm gansch in de war; z'n radheid
van tong begaf 'm en Jean Meiers begreep
dat in dit oogenblik over z'n leven beslist
werd. Als-ie eindelijk z'n welbespraaktheid
herwon, begon-ie met de gewone aanprijzing
zijner artikelen, maar hij voelde, dat 't niet
van harte ging, werktuigelijk. En opeens
schoot de Friesche schoone in zulk 'n scha
terlach, dat-ie onthutst ophield. Hij vroeg
naar de reden van haar vroolijkheid. Toen
vertelde ze 'm, dat ze 't zoo bespottelijk vond
'n man, die reisde in bretels en manchet
knoopjes. O, ze hield 't niet uit! En proes
tend vloog ze naar achter, 'r vader te roe
pen, die verder den reiziger maar helpen
moest.
Dit voorval maakte op Meiers 'n onuit-
wischbaren indruk. Voor 't eerst sinds z'n
betrekking bij Breukeimans Zonen, ging 't
in 'm woelen, of er iets onwaardigs stak
in dat reizen met bretels en knoopjes. Hij
ging er gedrukt onder, werd stil, verkocht
niet meer zooveel als vroeger. En terug in
Amsterdam kwelde 'm het beeld van de
Friesche schoone uit den winkel in manu
facturen, liet 'm niet los, stond 'm voor den
geest dag en nacht.
O, hij kon niet meer buiten 'r! Geen aflei
ding baatte. Tpt-ie, koen, 'n besluit nam,
overstak naar Stavoren en de lelie-zeep
blanke z'n hart aanbood en hand. Ze keek
'm aan, vorschend. Toen schudde ze 't
hoofd. „Nee," zei ze, om de bretels en
knoopjes. Alles kon ze zich voorstellen, des
noods dat 'n man reisde in vijgen en stroop.
Maar 'n echtgenoot in manchetknoopjes en
broekhouders, dat nooit! Als hij zich een
andere positie wist te scheppen, wie weet!
Dan zou ze nog eens zien.
Meiers nam zijn ontslag. Breukeimans in
zak en asch. De fabrieken zetten stop. En
Jean probeerde van alles: automobiel ban
den, champagnekurken, muilkorven, sigaren
pijpjes. Maar niets lukte. Hij verviel tot ar
moede.
Op 'n dag boden Breukeimans Zonen ten
einde raad 'm 't compagnonschap aan, on
der beding echter, dat hij persoonlijk bleef
reizen. Meiers geen uitweg meer ziende,
accepteerde. De knoopjes en bretels vlogen
weer. 't Was nu eenmaal z'n noodlot. Op
nieuw koesterde-ie hoop. Op z'n kamer voor
'n hoogen spiegel, 'bestudeerde hij zichzelf,
in die bekende pose van in de eene hand 'n
pantalonhouder, in de andere 'n doosje. Hij
kwam zich hoogst begeerenswaardig voor,
begreep niet wat de wreede uit 't verre Wor
kum daar voor bespottelijks aan vond Hij liet
zich fotografeeren in die houding, een facc^,
profiel cn trois quarts. De vrienden waren
er verrukt over. De firma maakte er een
reuze reclame mee. Overal gingen de por
tretten heen. Ze verschenen zelfs in de ge-
illustreerde biaden met 't onderschrift: „Jan
Meiers, de bekende specialiteit in artikelen
voor heeren". Moedig door 't succes, trok
Jean de stoute schoenen aan, zond een ka
binetformaat naar den Frieschen winkel in
manufacturen. In 'n hoek teekende-ie per
soonlijk, 'n pijl-doorschoten hart. 't Gevat
kwam per keerende post terug, met er
ITALIë OP AUSTRALIë AANGEWEZEN
MAAR ENGELAND OOK!
RECORDOOGSTEN IN ZUID-OOST-
EUROPA.
Als de oogst begint
door onzen Londenschen correspondent)
De oogst begint. Van Siberië
tot Canada, van Roemenië
tot Nederland, van ArgeuJi-
nië tot Indië slijpen de boe
ren hun zeisen. Overal rijpt
het graan, 430 millioen hecta
ren land worden gemaaid en
in alle landen beijvert men
zich, het graan zoo spoedig
mogelijk in de schuren te
brengen. Vroeger waren deze
weken een vreugde voor de
menschheid. De boeren wa
ren gelukkig, wanneer zij
oogstten, wat zij gezaaid had
den. Maar tegenwoordig
maakt zich in dezen tijd van
het jaar een angstpsychose
van de menschen meester.
„Wanneer het graan binnen
is, staat wellicht de oorlog
voor de deur", denken velen.
Een oorlog kan echter slechts
uitbreken, het is treurig
het te moeten constateeren!
wanneer de oogst groot
genoeg is om de soldaten dei-
verschillende legers naar be
hooren te kunnen voeden.
Hoe ziet het er in dit opzicht
nu in het jaar 1939 uit?
Voor Duitschland is de
oogst in hooge mate een ar
beidsprobleem. Zooveel Duit-
schers werken in de indus
trie of dienen in het leger,
dat het Derde Rijk bijna
100.000 landarbeiders uit liet
vroegere Tjsecho-Slowakije
moet laten komen om met graan, dat op
5.037.000 Duitsch akkerland groeit, in de
schuren te brengen. Op dezen bodem wordt
jaarlijks 5.490.000 ton graan geproduceerd.
Om zijn bevolking van 80 millioen men
schen te kunnen verzadigen, heeft Duitsch-
Igad echter nog verder 1,^8.000 ton graan
gekrabbeld: „Bah!"
Toen gaf Meiers 't op. Hij nam een recla
me-bretel extra qualiteit, en verhing zich.
Z'n hospita bemerkte gelukkig nog intijds
't drama en hij werd afgesneden. De dokter
gaf hoop. Doch Meiers wees aldoor op z'n
maag. Die werd leeggepompt en tot 's dok
ters groote verbazing kwamen er 32 man
chetknoopjes voor den dag. 'Was duidelijk:
Meiers had zich op dubbele wijze willen
zelfmoorden. De firma werd er mee in ken
nis gesteld. Die zond toen de volgende brief
naar Workum:
Mejuffrouw!
Wij hebben de eer li mede te deelen, dat
uw geachte beminde Jean Meiers zich he
den vergreep aan 'n reclamebretel, prima
qualiteit wij leveren u die tegen concur
reerenden prijs en 'n 32 hoogst smaak
volle knoopjes, waarmede wij steeds veel
succes hebben.
noodig. Deze hoeveelheid kan het slechts
uit het buitenland, b.v. uit Noord- en Zuid-
Amerika en Australië invoeren. En hier ligt
ook een van de zwkke plekken van Duitsch
land, want nog beheerscht Groot-Brittan-
nië de zeeën. In het afgeloopen jaar lever
den Canada, de U.S.A. Argentinië, Indië en
Australië 728.000 ton graan aan Duitsch
land. Breekt er een oorlog uit, dan kan het
land op deze leveranties niet nieer rekenen
Derhalve zijn de Duitschers blij te hooren,
dat er in Roemenië en Hongarije dit jaar
een recordoogst verwacht wordt. Sinds we
ken bereizen Duitsche handelsdelegaties de
ze landen om daar zooveel mogelijk graan
op te koopen. Zoo is men b.v. van plan zich
00% van de totale Hongaarsclie oogst te
laten leveren,
Aangezien wij ons op den duur tegen
dergelijke verliezen wenschen te vrijwaren
en dergelijke straffe middelen ook 'n slech
ten invloed zouden kunnen hebben op den
algemeenen gezondheidstoestand van ge
noemden beminde, verzoekend wij U drin
gend, ons telegrafisch te verzekeren van de
warme gevoelens, welk gij voor onzen fir
mant koestert. Kosten van telegram en hu
welijk nemen wij gaarne voor onze reke-
ning.
Onder minzame aanbeveling, verblijven
wij hoogachtend,
Breukeimans Zonen".
Dit was de Workumsche schoone te
veel. Ze wilde niet. den dood van Jean
Meiers, nocli 't faillissement van de gere
nommeerde firma op 't geweten hebben. Ze
accepteerde.
Doch recht gelukkig zijn ze nooit gewor
den.
Mussolini is niet tevreden.
Voor Mussolini is het graanvraagst.uk in
gewikkelder dan voor Hitier. Hij heeft in
de laatste weken alle graangebieden van
Italië bezocht en geen al te gunstigen in
druk gekregen. In Mei was het weer zoo
slecht, dat de oogst op het schiereiland
niet grooter zal zijn dan in het vorige jaar.
De duce heeft werkelijk pech, want sinds
1938 heeft hij het akkerland nog wel met
4% uitgebreid. Op 12.5 millioen hectaren
wordt op het oogenblik 7.964.000 ton graan
geproduceerd. Maar er blijft dan nog steeds
als uiterst minimum eens behoefte van
285.000 ton te dekken. Derhalve heeft Rome
in overzeesche gebieden 127.000 ton graan
besteld en 115.000 ton in Zuid-Oosf-Europa.
De voornaamste invoer! heeft, ook hier
plaats langs wegen, die in geval van oorlog
afgesneden kunnen worden.
Gebrek aan arbeiders ook In
Frankrijk.
Frankrijk is er ten aanzien van zijn graan
voorraden heel wat beter aan toen dan Ita
lië. Wel zijn Frankrijks graanvelden niet
grooter dan de Italiaansche, maar de boe
ren trekken daaruit een veel grootere op
brengst, namelijk 9.251.00 ton per jaar. Het
land kan zich dus, normaal gesproken, zelf
voeden en wanneer het desondanks verle
den jaar nog 160.000 ton invoerde, was dit
voor een ander deel de schuld van het
Fransche volk, dat bij iederen maaltijd
ennorme hoeveelheden brood pleegt te ver
orberen. Het eenigste oogstprobleem is voor
Parijs in het gebrek aan landarbeiders ge
legen. Gedurende de maanden Juli, Augus
tus en September werden op het land tot
nog toe ieder jaar 500.000 arbeiders uit Bel-
srië, Polen en het vroegere Tsjecho-Slowa-
kije te werk gesteld. Ditmaal zal dit echter
niet zoo gemakkelijk zijn, want de Polen
zijn onder de wapenen en Tsjechen en Slo-
waken werken op Duitschlands velden.
Waarom Engeland een sterke
vloot noodig heeft.
Wat Engeland ten slotte betreft: daar
vindt men slechts 1.928.000 hectaren akker
land met een opbrengst van 1.965.000 ton
per jaar. Daarmede kan men natuurlijk ae
behoefte van de bevolking van het eiland
bij lange na niet dekken en aldus staat
Engeland aan het hoofd van alle graan-
importeerende landen. Het importeert niet
minder dan 5.082.000 ton per jaar en wan
neer het niet verhongeren wil, moet het
reeds daarom de heerschappij ter zee be
waren. De weer naar Australië moet onder
alle omstandigheden opengehouden worden,
want alleen vandaar komt reeds 1.550.000
ton. De duikbooten op den Atlantischen
Oceaan moeten vernietigd worden, want
Canada stuurt 1.443.000 ton en de U.S.A.
789.000 ton. Men kan zeggen, dat Engeland
van -alle staten der wereld zijn graan het
duurst koopt, want het legt niet slechts het
geld contant op tafel, maar moet tegelijk
een vloot onderhouden, die laVig niet zoo
machtig zou behoeven te zijn, wanneer op
het eiland zelf weer meer korenaren dan
fabiteksschoursteeiien zouden groeisui