Vervolg Blijde Gebeurtenis Indië verneemt het blijde nieuws Jhr.de Geer „Mijn bloed kookt zegt Chamberlain DE WERELD Kabinetsformateur tf «n weinig woorden PRINSES BEATRIX HEEFT EEN ZUSJE! Gelukwenschen van den Gouverneur-Generaal Naar een Kabinet van de breedst mogelijke samenstelling Daar ratelden enkele oogenblikken 11a de ontvangst van het blijde bericht door het geheele land de technische kanalen van de Telexapparaten, de belsignalen bij de aan gesloten dagbladen, en bij de kazernes, wel ke voor deze gelegenheid van een Telex wa ren voorzien. Met. breede spacie tussehen de let ters werd het groote, het heugelijke, het juichende bericht neergeschre ven en 11a enkele minuten was het bekend, niet alleen in den lande, maar ook door den volkomen uitge- rekenden teohnischen dienst in Oost en West, kortom over de geheele we reld. In de beide hotels, welke het centrum vor men van journalistieke en publieke be langstelling, was het alsof het onweer en de bliksem van dezen namiddag waren teruggekeerd en alsof één straal uit den hemel doel had getroffen. Het valt moeilijk te beschrijven, nog moeilijker bij het verza melen van deze eerste gedachten, de juiste woorden te vinden 0111 aan te geven, hoe de spanning, welke eigenlijk door de berichten in den loop van dén vorigen avond ontvan gen, nauwelijks spanning genoemd kon wor den, culmineerde in één moment van hoog spanning, van uiterste zenuwachtigheid, 0111 daarna uit te barsten in het werk, dat al len wachtte. Want daar waren, zoowel in het badhotel te Baarn als in hotel Trier, vele Nederland sche journalisten, die in verband met het uur van de blijde gebeurtenis een kleine kans zagen om nog een gedeelte van hun eerste indrukken in de laatst verschijnende ochtendedities opgenomen te zien. Maar te midden van hen stormden de vele buiten landers op de telefooncentrale af om zoo spoedig mogelijk hun trunkcalls over lan den en zeeen te telefoneeren. Een frappante tegenstelling De zenuwachtige bedrijvigheid in hotel Trier stond in frappante tegenstelling tot de volkomen rust op den straatweg voor het paleis, dat bleekwit in het maanlicht aan een bedekten hemel in het donkere groen lag. Het nachtverkeer over den grooten weg ging normaal voort, de gewone afzetting van rijksveldwacht was gehandhaafd, en toen een der journalisten op de fiets langs het paleis kwam en tegenover een passec- renden chauffeur op een vrachtauto zijn vreugde wilde te kennen geven door het juichend opsteken van een hand, toen stop te de chauffeur inderdaad, maar, volkomen onbewust van de gebeurtenis op nog geen 200 meter van hem vandaan, vroeg hij la coniek, of „mijnheer soms een lekke band had en een eindje mee wilde rijden." Slechts enkele vensters van het. paleis Soestdijk waren verlicht, licht straalde ook uit eenige ramen van de appartementen, welke bewoond worden door H. M. de Ko ningin, doch in den vooravond lag de prin selijke woning in het. licht van binnenuit, dat tegen het middernachtelijk uur allengs werd gedoofd. Onbewust ook van het heugelijke feit. ble ven vooralsnog de inwoners van Baarn en Soestdijk, wier huizen stil in het donker bleven. Deze koele regenachtige zomernacht heeft de blijde gebeurtenis gebracht en eerst over enkele uren zal de feestjubel over den lande gaan Het prinselijk paar zendt de eerste telegrammen naar het buitenland. Te half twee werd op het postkantoor te Soestdijk de eerste telegrammenserie aan geboden, welke het prinselijk paar deed verzenden, om kennis te geven van de ge boorte van een tweede dochter. Onder deze telegrammen waren er aan den koning en koningin van Engeland, de Duitsche regeering, den president der Fran sche republiek, den koning der Belgen, prins Aschwin, graaf en gravin Athlone e.a. Geen verkeer langs het Paleis. Direct na het bekend worden van het be richt is de rijksveldwacht uitgerukt om de verschillende posten te betrekken, opdat in den vroegen morgen het wegverkeer nabij het paleis Soestdijk volkomen tot stilstand kan worden gebracht. Het verkeer van en naar Amsterdam— Amersfoort wordt dan over verschillende wegen geleid. Groote, duidelijke borden geven de route aan, welke gereden moet worden. In hotel Trier heerscht thans een vroo- lijke stemming. Talrijke ingezetenen uit Baarn en officieren van het vliegkamp Soesterberg met hun dames .hebben thans bezit genomen van het hotel, waar eenige uren geleden de journalisten nog alleen- heerschers waren. Het hotel Trier was wellicht de eerst, waar de vaderlandsche driekleur wapperde. Welkom, lieflijk Prinsenkindje. Door heel Holland lang verwacht; In U>w wieg-met-kant-en-lintje O zoo teer in slaap gebracht Beatrix heeft nu een Zusje, 't Ligt zoo zoet in dons en zij Mag het al een héél klein kusje? Is het Zusje heusch voor Mij? 't Is voor U om mee te spelen Beatrix, maar óók van 't Land, Dat zijn vreugd niet kan verhelen Om den weer versterkten band- Met de Koninklijke Vrouwe, Die U hoedde in Haar schoot... Koningsdochters van Oranje Zijn wij trouw tot in den dood! LIE. BATAVIA, 5 Aug. (Aneta—A.N.P.) Indië ontving de tijding van de blijde gebeurtenis, in tegenstelling met het moederland, bij klaarlich ten dag in de zonneschijn van den achturigen morgenstond. De niets vermoedende doch reeds gespannen schooljeugd was rustig naar school gegaan en vertoefde daar reeds een uur en de in den handel werkiza- men maakten zich op om naar de benedenstad te rijden om hun werk zaamheden daar aan te vangen. Het was wonderlijk hoe snel de tijding overal verspreid was, waartoe werd mede gewerkt door den omroep per radio en de sirenes die de uitgifte van een bulletin verkondigden, doch vooral ook door den „rondroep" op straat, waar elkander ge heel niet kennende burgers elkander het heugelijke nieuws toeriepen. Overal ver schenen vlaggen. De kopstukken van de kali foesar, voor zoover zij onderweg waren, keerden terug naar huis of spoedden zich naar hun kan toren, al naar gelang hun ingeving om echtgenoote of personeel van het heuglijke nieuws in kennis te stellen. I11 de scholen vingen de kinderen aan met, het zingen van nationale liederen, gevolgd door een schoolwandeling op de zen blijden, zonnigen dag, waartoe de op dit vroege uur nog weldadige koelte 110e mogelijkheden liet. De eerste die het bericht ontving was de gouverneur-generaal, die onmiddellijk te legrammen met gelukwenschen naar het moederland verzond. Vervolgen® werden de dagbladen inge licht en de overige autoriteiten, terwijl, in geleid en besloten door het Wilhelmus, al le omroepmaatschappijen en omroepvereeni- gingen vlak na elkander het bericht door gaven, over den gehoelen archipel een ge juich veroorzakend. Vrij spoedig na de eer ste doorgave bleken alie telefoonlijnen ge blokkeerd, het telefoonkantoor evenals het telegraafkantoor bleken, ondanks de vooruit getroffen uitstekende maatregelen, toch overvallen, doch gingen met man en macht voort om de onmogelijke taak de duizen den aanvragen en aanbiedingen tegelijk af te doen, te volbrengen. Intusschen gilden de sirenes van Aneta, de dagbladen en de schepen op Priok over Batavia en Tandjong-Priok, terwijl de tong- tongs deze geluiden in zwakkeren vorm overnamen en aldus ook de inheemsche be volking in de vreugde betrekkend. Voor het gebouw van Aneta verdrongen zich onmiddellijk honderden die trachtten een der bulletins met het heugelijke nieuws in hun bezit te krijgen. Al spoedig donderden op het Koningsplein de saluutschoten los, die gelost werden door de aldaar opgestelde batterijen. Voor deze handeling bestond groote belangstelling van de zijde van het publiek. De straten van de hoofdstad waren on middellijk na het hekend worden van de blijde tijding druk bevolkt en de werkdag nam direct het karakter aan van een feest dag. De gelukwenschen van Indië. BATAVIA, 5 Aug. (AnetaA.N.P.) On middellijk na ontvangst van het blijde nieuws uit het moederland, zond de gou verneur-generaal de volgende telegram men: „H.M. Koningin—Éten Haag. Uwe majes teit moge mij veroorloven 0111 mede na mens de ingezetenen van Nederlandsch- Indfë uiting te geven aan de gevoelens van groote vreugde en dankbaarheid, waarmede het bericht dat H.K.H. Prinses Juliana is bevallen van een prinses, hier te lande is vernomen. Bij de aanbieding van zeer eerbiedige gelukwenschen moge ik mij tot tolk maken van aller innige bede voor het welzijn van moeder en kind Starkenborgh." „H.K.H. Prinses Juliana Z.K.H Prins Bern- hard Soestdijk. Mede namens de bevol king van deze gewesten moge ik uiting ge ven aan de gevoelens van groote vreugde en dankbaarheid, waarmede het bericht van de geboorte van een Prinses hier te lande is ontvangen en aller eerbiedige ge lukwenschen en innige bede voor het wel zijn van moeder en kind vertolken. Starkenborgh". Het hoofdbestuur van de vereeniging van hoogere politic-ambtenaren verzond even eens telegrammen: Groote geestdrift ln de vergader zaal van den Volksraad. De volksraad zond telegrammen met ge lukwenschen aan H.M. de Koningin en aa.i het prinselijk gezin. De vergadering van den volksraad we hedenmorgen na ontvangst van het geboor- tebericht, verdaagd tot Dinsdagmorgen a.s. De voorzitter mr. Jonkman, deelde ne ontvangst van het officieele bericht mede 111 een geestdriftige, bezielde rede, welke lui besloot met den al-ouden kreet „Oranje boven", die doqpr de geheele vergaderzaal en alle tribunes, waar de aanwezigen de toe spraak staande aanhoorden, niet vreugde werd overgenomen. De heer van Mook, directeur van het de partement van economische zaken, sloot zich in een geestdriftige, eerbiedige ter men namens de regeering hierbij aan. Ook in andere Indische steden werd het blijde nieuws met groot gejuich ontvangen. De scholen sloten en de jeugd kreeg vrijaf. Waar de mededeeling werd ontvangen, werd spontaan het Wilhelmus aangeheven. Het geheele Zalerdagsche stadsleven kreeg een andere wending. De stemming van de menschen op de kantoren stond niet toe langer aan den arbeid te blijven. De met vlaggen en oranje getooide jeugd vulde de straten en later sloten zich duizen den volwassenen hierbij aan, zoodat Ban- doeng binnen een paar uur in de volmaak- ste feeststemming verkeerde. „HET KAMERVOTUM ZIE IK ALS EEN MISGREEP". De Regeeringspersdienst meldt: H. M. de Koningin heeft gister ochtend ten paleize Soestdijk we derom in audiëntie ontvangen den minister van Staat, jhr. mr. D. J. de Geer en hem de opdracht gegeven tot vorming van een Kabinet. Jhr. de Geer heeft verzocht deze opdracht in beraad te mogen houden. Uit het leven van den formateur. Minister van Staat, jhr. mr. D. J. de Geer, is een van de meest vooraanstaande Jhr. Mr. D. J. DE GEER. ENGELAND MOET ECHTER ZIJN KRACHTEN SPAREN VOOR EEN EVENTUEELEN NOODTOESTAND IN EUROPA. Wij hebben, door de omstandigheden gedwongen, en kele zeer zware verplichtingen in Europa op ons moeten nemen, waarvan het gevolg is, dat, indien bepaalde dingen zouden gebeuren, dit land in den oorlog zou moeten gaan, zoo verklaarde Chamberlain gisteren in het Lagerhuis. Het zou mogelijk zijn, dezelfde verplichtingen aan te gaan in het Verre Oosten, doch ik wensch dit niet te doen. Hoe wij ook mogen worden geërgerd, aldus vervolgde de premier, door de dingen, die in het Verre Oosten gebeu ren, ik kan het Huis verzekeren, dat ik de heftigste gevoe lens van wien ook ten volle deel. Mijn bloed kookt, wan neer ik hoor en lees van sommige gebeurtenissen daar. Wij mogen echter aldus Chamber lain, ondanks dit alles de verplich tingen, die wij op ons genomen heb ben, eu de posilie onzer landgenoo- ten, die zich daar bevinden, niet vergeten. Bij de voortzetting der onderhandelingen zullen wij er naar streven de beginselen, welke tot dusverre onlr beleid beheerscht hebben, zoo ver mogelijk te handhaven. Wij zullen de belangen cn de bezittingen der Britsche onderdanen in liet Verre Oosten tol het uitersle beschermen. Wij zullen er naar streven geduld en verstandige gematigdheid te toonen, in de erkenning, dat acliler al deze ergerlijke dingen een ongeveinsde ver denking der Japanneezen ten aanzien van ons oplreden kan schuilen. Wij mogen niet vergeten, dat wij wellicht in de eerstvolgende maan den een nog ernstiger probleem, dal ook dichterbij is, onder oogen heb ben te zien en dat wij onze krach ten moeten sparen om iedoren nood toestand die zich zou kunnen voor doen, het hoofd te bieden. Onze vloot niet zoo sterk als de Japansche. In antwoord op een vraag van Noel Baker (arb. opp.) heeft Chamberlain verder ver klaard: Ik behoef nauwelijks te wijzen op het fun- damenteele verschil tussehen de Vereenig- de Stalen en hun van van Europa afgezon derde ligging en dit land. Zelfs nu er Engelsclien in China door de Japanneezen beleedigd en gekwetst zijn, moeten wij bedenken, dat er grenzen zijn aan hetgeen wij op het oogenblik hebben kunnen doen 0111 ons volk daar te helpen. Op het oogenblik hebben wij in het Verre Oosten niet een vloot, die sterker is dan de Japansche. Wij hebben zulk een vloot hier. Onder bepaalde omstandigheden zouden wij het noodig kunnen vinden, de vloot derwaarts te zenden. Ik hoop, dat niemand zal denken, dat het daarom geheel buitengesloten is, dat zich zulk een omstandigheid voordoet. Ik bedoel dit niet als een bedreiging, doch slechts als een waarschuwing. Britsohc politiek is niet gewijzigd. Ten aanzien van de tussehen Craigie en Arita te Tokio overeengekomen formule zei- de spr. dat hieruit niet moet worden opge maakt, dat de Britsche politiek is gewij zigd, daar dit niet het geval is. In elk geval, zoo voegde Cham berlain eraan toe, heeft deze for mule ons in staat gesteld, een zeer dreigenden toestand te Tientsin te bespreken en ten aanzien van een deel der moeilijkheden ziet het er naar uit, alsof wij niet veel moei te zullen hebben 0111 met de Japan neezen tot overeenstemming te ko men. Ik zeg dit met opzet, omdat, ofschoon liet geen gebruik is, op één punt tot een ac- coord te komen als men omtrent de andere geen overeenstemming kan bereiken, een accoord als een geheel moet worden be schouwd en er in elk geval uit blijkt, dat zij, die de onderhandelingen te Tokio voe ren, geenszins zoo extreem of onredelijk zijn als vele Japanneezen in China zelf ons bleken te zijn. Het üjilvervraagstuk. Omtrent het zilvervraagstuk zeide Cham berlain, dat overeengekomen was, dat de be spreking slechts betrekking zouden hebben op plaatselijke kwesties te Tientsin en dat, wat er ook ten aanzien van het zilver of de valuta gedaan wordt, er een veel uitge strekter gebied dan Tientsin bij is betrok ken. Hieruit volgt, aldus spr., dat niet alleen de Britsche regeering erbij betrokken is, en wij hebben het de Japansche regeering volko men duidelijk gemaakt, dat wij niet bereid zijn, deze twee kwesties van het zilver en de valuta met de Japanneezen alleen te re gelen. Zij kunnen alleen geregeld worden 11a overleg met andere regeeringen, die er evenveel belang bij hebben als wij. Ik zal bier niet nader omschrijven wat onze hou ding zal zijn, overleg of geen overleg. Ik wil echter wel dit zeggen, dat ik geen aan sloot neem aan hetgeen Noel Baker ge zegd heeft omtrent liet verband tussehen handhaving van de Chineesche valuta en de mogelijkheid voor China, zijn guerilla voort te zetten. Het Britsch—Japansche Han delsverdrag. Naar aanleiding van het verzoek van Noel Baker, het Britsch—Japansche handelsver drag op te zeggen, zeide Chamberlain: Als ik weiger, hem die verzekering te geven, zou het kunnen schijnen, dat ik vastbesloten ben, dat het handelsverdrag niet zal kun nen worden opgezegd, doch laat niemand dien uitleg aan mijn woorden geven. Chamberlain wees er verder op, dat twaalf maanden zouden moeten verloopon voor zulk een opzegging uitwerking zou hebben en dat aan het verdrag ook verdragen met enkele dominions waren gekoppeld, zooriat even- tueele opzegging aanzienlijke terugwerking zou hebben op de dominions. Nu reeds Duitsch commentaar. De „Deutsche Dienst" levert reeds nu commentaar op Chamberlains rede en schrijft, dat de minister president heeft ge sproken over de grenzen, welke bestaan voor de verplichtingen, welke Engeland op zich kan nemen. De „Deutsche Dienst" maakt hieruit op, dat Engeland reeds te veel hooi op zijn vork Hoeft genoniën Het heeft de overeenkomst inzake Tientsin sp sloten 0111 de vrije hand te hebben in Euro pa en hier eventueel over te kunnen gaan lot een oorlog. h Bij zijn terugkomst te 's-Graveu- hage uit Soestdijk, hebben wij den Kabinetsformateur, Jhr. Mr. D. J. de Geer, gevraagd, wat zijn plannen inzake de formatie zijn. Hij ant woordde ons het \olgende. Het Kamervotum van Donder dag 27 Juli zie ik als een ernstige misgreep. Maar ik heb mijn land te lief om hen, die deze misgreep begingen, op te jagen naar een con sequentie, die ik op dit oogenblik, èn uit nationaal, èn uit internatio naal oogpunt, in hooge mate be denkelijk acht. Uit partij-oogpunt, of als politieke sport, moge dit zijn charme hebben, het landsbelang cischt thans iets anders. Daarom heb ik mij bereid verklaard een Ka binet te vormen \an de breedst mogelijke samenstelling, althans een poging daartoe te doen". politici in ons land. Driemaal was hij mi nister en is thans nog lid van de Tweede Kamer, in welk college zijn woord groot gezag heeft. Hij is 14 December 1870 te Groningen ge- boren Na gymnasiaal onderwijs te Rotter dam 'en te Arnhem werd hij in 1889 als juridisch student aan de IJtrechtsche uni versiteit ingeschreven. In 1805 promoveerde hij op een proefschrift getiteld „De grens lijn tussehen opzet en schuld". In 1901 werd hij lid van den Rotterdam- schen gemeenteraad, nadat, hij reeds eerder op verzoek van Lobman juridisch redac teur van „De Nederlander" was reworden. Al spoedig deed hij zijn intrede in de pro vinciale staten van Zuid-Holland, waarvan hij gedeputeerde werd. Intrede in de Stalen Generaal ln 1907 werd de heer de Geer tot. lid van de Tweede Kamer gekozen. Hij bleef Ka merlid tot 1921 toen hij de portefeuille van financiën in het kabinet Ruvs de Beeren- brouck kreeg. Tevoren was hij korten tijd burgemeester van Arnhem geweest. Na zijn ministerschap trad hij in 1925 weer in de Kamer om spoedig daarop minister van Binncnlandsche Zaken en Landbouw in het kabinet-Co!ijn te worden. In Maart 1926 het kabinet-Colijn was gevallen op de kwestie van het gezant schap bij den Paus en daarna was er een lange kabinetscrisis geweest droeg de Koningin den heer de Geer de formatie van een extra-parlementair kabinet, op. De heer de Geer slaagde en werd minister-pre sident. en voor de tweede maal minister van Financiën. In 1929 trad het kabinet-de Geer af en werd vervangen door het derde kabinet Ruys de Beerenbrouck, waarin jhr. de Geer als minister van financiën overging. Toen dit kabinet in 1933 aftrad werd hij tot mi nister van Staat benoemd. Voor de derde maal werd hij lid van de Tweede Kamer. Sinds 1933 is hij voorziter van de Chr. Historische Unie en leider van de fractie dier partij in de Kamer. Een Zuid-Afrikaansche auto. In de Kaap-i provincie heeft de eerste „Afrikaansche" auto haar intrede gedaan. Het voertuig behoort aan een leeraar, leider van de voortrekkerstoe weging te Paarl. De auto heeft zuiver Afrikaansche woorden en op schriften ter vervanging van de Engel- sclie benamingen. Eerste Iersche vrouw uitgewezen. Miss Ar* dina Sullivan, een 24-jarige dienstbode, is de eerste Iersche vrouw die uit Engeland wordt gezet. Gisteravond heeft zij zich te Holyhead ingescheept voor Ierland. De oogst in Polen. Volgens uit 3600 plaat1 scn ontvangen rapporten is men in Polen, dunk zij het algemeen gunstige weer, eer der dan gewoonlijk met oogsten kunnen beginnen. Er is betrekkelijk weinig schade door slecht weer aangericht. De hoeveel heid graan zal ongeveer gelijk zijn aan die van 1938, toen de oogst buitengewoon overvloedig was. Legeroefeningen in Turkije. Alle troepen- afdeelingen van het eerste Turksche leger zullen deelnemen aan manoeuvres, welke van 15 tot 21 Augustus zullen worden ge houden over een front van 60 K.M. in het Turksche gedeelte van Oost-Tracië, dat bij de Bulgaarsche grens is gelegen. Gemeld wordt, dat liet mogelijk is, dat president Ineunu het laatste stadium der oefenin gen zal bijwonen. Nieuw petroleumgebied ontdekt. Bij Zala in de nabijheid van Magyar Szent Miklós is een nieuw petroleumgebied ontdekt, dat zich uitstrekt tot, het Balato-meer. De petroleum ligt op 2500 nieter diepte en omtrent de ontginning is nog geen besluit genomen. In hetzelfde gebied is een rijk steenkolenbekken ontdekt. Antisemietische maatregelen. Uit Dant.zig wordt vernomen, dat de autoriteiten van de vrije stad hebben besloten een vijftiffta' •loden te werk te stellen bij het opwerpen van een dijk langs de Weichsel bij Guet land, in de nabijheid van de Poolsche grens. De Joden, die hier moeten werken, beklagen zich over behandeling. De terreur in Engeland. De Iersche tef roristen hebben aanslagen gepleegd te Preston, Halifax, Bradford en Blackburn. I elkens is hier sprakevan postpakketten en brieven waariu '11 stof die vanzelf ont brandde, was gesloten. Deze aanslagen hebben geen slachtoffers gemaakt en de schade was slechts gering. Gisteravond zijn vier leren, die uitgewezen waren, naai Ierland scheep gegaan. De minister van binncnlandsche zaken heeft nog zeven nieuwe hevelen tot uitwijzing ondertee kend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 2