PARIJS
Belangrijke
skeletvondsten
RADIO
OUFANT&
MANNEN
1
zoekt het in
de diepte
'M PI
DRIE MANNEN
DOOR
EDGAR RICE
BURROUGHS
Plan voor autowegen 300
meter onder den grond
Verdachte moet worden verpleegd
Misdadige poging mislukt
Service van de Spoorwegen
1PROGRAMMA
Morgan S. Roscue
IriZ&fiaï1
1' AU**1'
1
l_,
Terwijl de leeuw naderde, keerde Tarzan
zich om, terwijl hij nog steeda Hyark stevig
voor zich uithield. Juist voordat de leeuw zijn
dodelijke sprong waagde gooide de aapman
den Atheniaansen reus vlak voor den ver
scheurenden leeuw. Toen deed Hyark precies
wat Tarzan verwacht had. Hij keerde zich
snel om en begon weg te rennen. Tarzan bleef
stil staan: geen spier vertrok. Hij kende te
goed de gewoonten van het dier bij hun jacht
naar vlees. En ofschoon de aapman veel
dichter bij den leeuw stond, keerde deze zich
om en achtervolgde den vluchtenden Hyark.
Juist voor de koninklijke loge, waar Menofra
van de ene verbazing in de andere viel, haal
de de leeuw zijn slachtoffer in. De schreeu
wende reus werd door het beest neergewor
pen en dit maakte vlug een eind aan het lijden
van den man. Vol bewondering over de koel
bloedigheid van den aapman, braken de toe
schouwers in een oorverdovend gejuich los.
Dwars door de arena liep Tarzan nu naar den
leeuw toe. Onderweg raapte hij de lans van
Geologen achten het mogelijk.
MAAR DE UITVOERING7
In den tijd van een eeuw is de be
volking van de Fransche hoofdstad
van 1 millioen tot 5 millioen zie
len toegenomen. Aan de dientenge
volge eveneens gestegen eischen van
het verkeer kon men tot op zekere
hoogte het hoofd bieden door het op
voeren der snelheid en door verbete
ring en verbreeding van straten en
wegen, doch in de kringen der ver-
keersdeskundigen is men thans van
meening, dat de grenzen van het
opneming, dat de grenzen van het
keerscapaciteit voor Parijs zijn be
reikt.
Van dag tot dag wordt de moeilijkheid
grooter nog meer voertuigen op de spitsu-
en van 't verkeer in de straten van Parijs
onder te brengen. Feitelijk bestaat dit pro
bleem in alle groote wereldsteden in New
York en Berlijn, in Londen en Los Angeles
even goed als in Parijs is door zijn bijzonde
re geologische gesteldheid in staat, een heel
ongewone oplossing voor zijn verkeerspro
bleem te overwegen en misschien tot uit
voering te brengen: het verkeer over groote
afstanden op 200 a 300 meter diepte onder
den grond ldoor leiden.
De kosten en de technische moei
lijkheden.
'Het doet op het eerste gezicht ongetwij
feld een beetje Jules-Verne-achtig aan, wan
neer verzekerd wordt, dat verkeersdeskundi-
gen van naam plannen ontworpen hebben
voor den aanleg van verkeerstunnels 300
meter diep onder Parijs. Zelfs de leek is
dan geneigd, technische bezwaren te doen
hooren. Doch de deskundigen laten zich
hierdoor niet van hun stuk brengen en ver
zekerden, dat de gesteldheid van den bo
dem, waarop Parijs gebouwd is, zoodanig
is, dat alle technische moeilijkheden gemak
Lelijk overwonnen kunnen worden. De mo
derne undergroundtechniek heeft, zoo zegt
men, wel moeilijker probleemen op te lossen
gehad.
De kosten zullen evenmin zoo onoverko
melijk zijn, als men op het eerste gezicht
zou meenen. Wel is waar rekent men op het
oogenhlik nog 125 millioen francs per km.,
maar daarbij zijn dan ook de kosten voor
het aanleggen van op- en afritten inbegre
pen.
Nog onder de „ondergrondsche".
De plannen omvatten voorloopig 6 lijnen,
die eenvoudig zoo diep in den grond aange
legd moeten worden, dat zij onder de ka
nalen, de rioleeringen, de gas- en electrici-
teitsleidingcn en ook onder de ondergrond
sche spoorlijnen doorloopen. Alle wegen,
die van buiten naar Parijs voeren, zouden
onder den grond moeten worden afgeleid,
opdat het straatverkeer in de stad niet meer
wordt belast. Dit is het doel en de opzet
van het gigantische plan.
Luchtverversching een probleem.
Wanneer de plannen eenmaal tot uitvoe
ring zullen zijn gebracht, dan zal een van de
voornaamste moeilijkheden, waarvoor de
techniek een oplossing zal moeten vinden,
niet bestaan in het onderhoud van het net,
zooals men wellicht zou meenen, doch in
de luchtverversching, want zonder voldoen
de ventilatie zullen de schachten na korten
tijd hoogstens nog voor personen met een
gasmasker op toegankelijk zijn. Met een
auto zou men er dan al niet meer door kun
nen rijden. Bovendien zouden de motoren
den dienst weigeren in zulk een atmosfeer,
die niet voldoende stuurstof bevat.
Om met de auto op zoo groote diepte te
kunnen komen, zouden zachtglooiende af
ritten moeten worden aangelegd. Waar
schijnlijk zou op deze wijze de helling echter
nog te steil zijn en daarom gevoelen de ont
werpers meer voor reusachtige liften, naar
het model van de liften in de Amerikaan-
sche wolkenkrabbers.
Geologisch doodeenvoudig.
De voornaamste persoon bij de voorbe
reidende besprekingen, die tot deze plannen
geleid hebben, was de geoloog. Doch van
diens kant bestaan er in het geheel geen
bezwaren tegen het project. Uit de tallooze
boringen, die verricht zijn voor het opspo
ren van bruikbaar drinkwater, kent men
den ondergrond van Parijs bij wijze van
spreken stap voor stap. Deze ondergrond be
staat uit krijt, mergel en gips.. Dringt men
tot 300 M. diepte door, dan komt men op
het zuivere krijt. Dit materiaal is gemak
kelijk te bewerken. Het is niet overdreven
te zeggen, dat het de ideale materie is om
een verkeerstunnel door te boren.
Parijs schijnt altijd een neiging gehad te
hebben, het in do diepte te zoeken. An
ders waren de „Catacomben van Parijs", de
ondergrondsche begraaf- en bedeplaatsen,
veelal met interessante muurschilderingen
versierd, nooit ontstaan.
Twee-richtingverkeer.
Natuurlijk zal de verwezenlijking van dit
gigantische plan nog wel eenigen tijd op
zich laten wachten, temeer daar het ont
werp werkelijk zeer grootsch van opzet is.
Zoo heeft men de zaak maar dadelijk zeer
royaal aangepat op papier is immers al
les mogelijk en tunnelwegen voor twee-
richtingverkeer ontworpen! Daarbij is ech
ter nog in het midden gelaten, of deze
wegen naast of boven elkander zullen
liggen.
Hoe het ook zij, het technische probleem
is interessant genoeg, om er melding van
te maken en er eenige nadere aandacht aan
te schenken, want met dergelijke verkeers-
vraagstukken krijgen vroeg of laat. alle ste
den te worstelen, en zij kunnen dan hun
nut doen met reeds eerder gemaakte plan
nen van anderen.
Gevaarlijke fantasie.
De 52-jarige Haagsche chemiker J. H. K.,
die zich altijd voordeed als Dr. K. en onder
de meest flantastische verhalen drogisten
en andere menschen voor dikwijls belang
rijke bedragen oplichtte, heeft veertien da
gen geleden wegens twee gevallen van op
lichting terecht gestaan.
Gisteren vonnis wijzend, veroordeelde de
Haagsche rechtbank hem tot een gevange
nisstraf van twee maanden, door te bren
gen in de bijzondere strafgevangenis, en be
val voorts, dat verdachte ter beschikking
van de regeering zal worden gesteld om
van harentwege te worden verpleegd.
Jeugdig brandstofhandelaar ver
oordeeld.
De 25-jarige brandstoffenhandelaar M. .T.
van der G. te Den Haag heeft zich op 24
Mei van dit jaar bij den directeur van een
cliché-fabriek vervoegd en prijsopgave van
cliché's gevraagd. Hierbij trachtte hij den
directeur over te halen cliché's van de voor
en achterzijde van een bankbiljet van tien
gulden te maken, doch de directeur ging
hierop niet in en waarschuwde de politie.
Wegens poging tot uitlokking van een
misdrijf heeft de Haagsche rechtbank den
jongeman tot zes maanden gevangenisstraf
veroordeeld, waarvan drie maanden voor
waardelijk.
Het O.M. had een beduidend zwaardere
straf, n.I. één jaar en twee maanden geheel
onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëischt.
Derde informatiebureau geopend.
Na Amsterdam en Haarlem heeft nu ook
Den Haag een informatiebureau van de
Nederlandsche Spoorwegen gekregen. Het is
gevestigd in de groote vestibule ter zijde
van den ingang van het Hollandsche Spoor
station en gisteren geopend doör C. R. T.
baron Kraycnhoff, eere-voorzitter van de
Algemeene Nederlandsche Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer.
Beenderresten van voorhistorische
roofdieren.
In Midden-Duitschland, bij Wahl-
beck, zijn in een kalksteenigroeve
skeletvondsten gedaan van buiten
gewoon belang. Het betreft hier
resten van een diersoort, die ver
loren is gegaan en stamde uit het
vroege tertiaire tijdvak.
Het zijn skeletten van zoogdieren, die tot
dusverre alleen bij Reims zijn opgegraven.
Uit een oogpunt van historische ontwik
keling zijn ze daarom zoo belangrijk, aan
gezien men hier een voorbeeld in natura
'heeft hoe het gebit zich heeft ontwikkeld,
terwijl men ook overigens belangwekkende
conclusies kan trekken wat de wordings
geschiedenis van de zoogdieren betreft.
Het zijn voorloopig de oudste zoogdieren,
die mén in Duitschland gevonden heeft.
Dat het gebeente van deze dieren zoo lang
bewaard i>s gelbleven, moet daaraan worden
toegeschreven, dat zich boven dit kalk
steengebied een heel systeem van holen
moet hebben bevonden, zooals in het Karst
gebied trouwens niet zelden voorkomt.
Eens heeft, de zee tot hiertoe gespoeld.
Met fijne houweelen aan 't werk.
Van de naburige universiteit in Holle is
terstond een groep geologen naar de plaats
gezonden, waar de vondst was gedaan. Daar
het hier gaat om een vondst, waarbij mi
croscopisch kleine deeltjes een gewichtige
rol kunnen spelen, zullen niet alleen de
beenderen, maar de gcheele omgeving naar
Halle worden overgebracht. Met fijne hou
weelen, met lepelachtige voorwerpen en nog
veel meer instrumenten is men bezig het
gedeelte van de kalksteengroeve, waar de
vondst werd gedaan om te woelen en het
belangrijke in zakken te verpakken. Op het
instituut wordt dit alles dan gewasschen en
uitgezocht.
Vijf soorten honden.
Bij deze vondsten gaat het om een zeer
oude fauna.
Knaagdieren en zeer oude hoefdieren ont
breken, zoowel de eenhoevige als de twee
hoevige. De meeste dieren, die geborgen
werden zijn allesetende roofdieren met een
beerenachtig gebit. Men heeft onder meer
reeds vijf verschillende typen honden kun
nen onderscheiden. Ook vindt men hier een
reeks halfapen, verder een reeks vogels,
waarvan een zelfs de grootte heeft van een
stuisvogcl. Ook heeft men rugstukken van
een krokodil gevonden. Een en ander wijst
er wel op dat de plaats waar deze dieren
plachten te eten, niet ver verwijderd was.
Hyark op. Hij kroop zwijgend en zacht voor
uit om het dier van opzij te naderen. De toe
schouwers dachten, dat Tarzan den leeuw
wilde doden, maar Tarzan had heel iets an
ders in den zin, iets dat veel opwindender
was.
DONDERDAG 10 AUGUSTUS 1939.
Hilversum I. 1875 en 414,4 m.
AVRO-Uitzending.
8.00 Gramofoonmuziek. (Ca. 8.15 Berichten).
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gewijde muziek (gr.pl.).
10.30 Voor de vrouw.
10.35 Gooisch Symphonieorkest en soliste.
11.10 Declamatie.
11.30 Vervolg concert.
12.15 Berichten.
12.17 Orgelspel (opn.).
12.45 AVRO-Aumsementsorkest. (1.001.05
Interview).
I.15 Accordeonensemble „De Bellini's" (1.30
1.45 Pianosoli.
2.00 Pianovoordracht.
2.30 De Romancers, (soliste en planoduo).
4.00 Voor zieken en thuiszittenden.
4.30 Gramofoonmuziek.
5.00 Jeugdhalfuur.
5.30 Gevarieerd concert (opn.).
6.20 Gramofoonmuziek.
6.28 Berichten.
6.30 Sporthalfuur.
7.00 AVRO-Dance-Band.
7.30 Causerie „Amerika gezien door een
Amerikaan".
8.00 Berichten ANP, radiojournaal, mededee-
lingen.
8.20 AVRO-Amusementsorkest en solist.
9.0C Inleidin0 volgende uitzending.
9.15 „Pelléas et Mélisande", opera (opn.).
II.00 Berichten ANP, hierna tot 12.00 Paul
Godwni's orkest.
Hilversum II. 301,5 m.
8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO.
2.00—12.00 NCRV.
8.009.15 Gramofoonmuziek. (Ca. 8.15 Ber.).
10.00 Gramofoonmuziek.
10.15 Morgendienst.
10.45 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuurtje.
12.00 Berichten.
12.15 John Kristel en zijn Troubadours.
(1.001.20 Gramofoonmuziek.
2.00 Gramofoonmuziek.
3.00 Vrouwenhalfuurtje.
3.30 Gramofoonmuziek.
3.45 Bijbellezing.
4.45 „All Round"-sextet en gramofoonmuziek.
Ca. 6.30 Berichten; gramofoonmuziek.
6.45 Causerie vanwege het C.N.V.
7.157.55 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Berichten
8.15 Solo-kwartet „De Hofstad" en gramo
foonmuziek.
9.00 Declamatie en gramofoonmuziek.
9.30 Het Kamerorkest Ars nova et antiqua"
en solisten.
10.00 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.30 Vervolg concert.
11 15 Gramofoonmuziek.
Ca. 11.5012.00 Schriftlezing.
FEUILLETON.
Naar het Amerikaansch van
28.
Neen, daar is hij niet. Hij is er den
heelen dag niet geweest. Vannacht tusschen
een en twee uur is hij van huis weggegaan.
Mijn broer heeft hem gezien. Maar sedert
dien heeft niemand meer iets van hem ge
merkt Ik ben zoo ongerust
Maar waarom zou u ongerust zijn, miss
Hunt? vroeg O'Malley kalm. Hij is waar
schijnlijk voor zaken op reis of hij heeft een
geheime conferentie. U zult hem waarschijn
lijk thuisvinden als u straks teruggaat.
Er was teleurstelling en iets van koel ver-
Wijt in den blik, dien ze hem gaf.
Zou u niet ongerust zijn, na wat er
dien avond gebeurd is? vroeg ze. Mr.
O'Malley, er is iemand, die hem vijandig ge
zind is. Ik ben ervan overtuigd. Ik weet
eigenlijk niet waarom ik u er mee lastig va
maar 'ik weet niet tot wien ik mij wenden
moet...
Dat is niets erg, dat weet u wel, mss
Hunt. Maar waarom gaat u niet naar
politie
O'Malley zag, dat haoar donkere oogen, ge
heel onbewust, aandachtig, uitvorschend, i
de zijne keken.
Mr. O'Malley, verbrak ze eindelijk een
korte stilte, haar stem bevend van den ernst,
waarmee ze sprak, kan ik u vertrouwen.
Zult u, van wat ik zeg, niets verder vertel
len of tegen hem gebruiken?
Dat was een netelige vraag. O Mauey s
blik ging omlaag en hij zweeg een oogen-
blik, onderwijl bedenkend hoe hij die vraag
zou beantwoorden. Eindelijk keek hij op en
ontmoette haar oogen.
Ja, dat kunt u, antwoordde hij toen,
maar vóór u verder gaat moet ik u zeggen,
dat ik geloof dat mr. Barrett in een zaak
gewikkeld is, die misschien onaangename
gevolgen voor hem kan hebben, dus mis
schien doet u beter met niet
Het meisje viel hem impulsief in de rede.
Hoe weet u dat? Enfin, het komt er
niet op aan. Ik weet dat hij niets doen zal,
wat hij niet doen moet. Daar is hij veel te
vriendelijk en goed voor. En vertelt u mij
eens, u bent toch niet óók een vijand van
hem?
De naïviteit van de vraag ontstelde
O'Malley, maar direct begreep hij wat
zij er mee bedoelde. Ze hield hem voor een
eerlijk man en ze verwachtte de waarheid
van hem te zullen hooren, hoe onaangenaam
die ook zou moeten zijn.
Hij schudde het hoofd.
Neen, dat ben ik niet. Persoonlijk mag
ik hem graag. Maar daar u eerlijk tegenover
mij bent geweest, zal ik het ook tegenover
u zijn. Ik weet namelijk eenige en
nog al ontstellende feiten aangaande mr. Bar-
ret. En ik ben geneigd aan te nemen dat
u hem in moeilijkheden zou kunnen bren
gen als u probeert hem op te sporen.
Op het moment, dat hij gesproken had, be
sefte O'Malley de dwaasheid, die hij begaan
had met het' meisje zoo te waarschuwen.
Maar hij was tot over zijn ooren verliefd en
de aandrang om haar in zijn vertrouwen te
nemen en het hare te winnen was hem te
machtig geweest.
Ze richtte zich op in haar stoel, terwijl alle
kleur uit haar gezicht week. Hij voelde dat
zij oneindig ver van hem verwijderd was.
wat bedoelt u? —vroeg ze koud.
Denkt u dat hij bang voor iemand is? Of
probeert u te ins'nueeren.
O'Malley leunde voorover, zijn oogen rus
tig en ernstig.
Miss Hunt, ik insinueer niets. Geloof
mij als ik u vertel, dat ik mijn best doe om
uw vriend te zijn, want ik wil niets liever
dan dat. Ik denk werkelijk, dat mr. Barrett
uit vrijen wil verdwenen is, als hij tenminste
weg is. Misschien moest ik dat niet gezegd
hebben. Maar ik zal u één ding beloven. Er
bestaat een mysterie, een ontzaglijk ingewik
keld mysterie, waarbij uw broer betrokken is.
Ik zal allés doen wat ik kan om dat mysterie
op te helderen. Als ik daarin slaag en het
gevolg is, dat wij er allen door in moeilijk
heden komen, dan is dat niet mijn schuld.
Maar wees ervan overtuigd, dat ik de waar
heid aan het licht breng of niets.
Het meisje keek hem lang aan, met iets
onbestemds, gesluierds in haar oogen. Toen
wierp ze met een trotsche beweging het
hoofd achterover.
Goed. Ik ben er blij om antwoordde
ze. Ik weet niet wat u omtrent mijn broer
bekend is en het laat mij ook onverschillig.
Ik weet, dat hij een hoogstaand mensch is,
een buitengewoon mensch. Maar ik zal u iets
vertellen, dat u misschien van dienst kan zijn,
want ik wil dat hij terugkomt en het met
al die geheimzinnigheden gedaan is. Ik heb
dien avond iets gehoord, dat mij met af
schuw vervuld heeft. Maar ik geloof het niet,
dus zal ik er niets over zeggen. Maar ik zal
u iets vertellen hernam ze na weer even
gezwegen te hebben. Ik ben op de hoogte
van zijn leven. Toen zijn vader stierf, liet zijn
moeder hem op de kostschool waar hij was
en trok naar het Westen. Daar leerde ze mijn
vader kennen. Ze trouwden een jaar later en
mijn broer Julian en ik zijn hun kinderen.
Dat was Julian, die met mij dien avond in dat
restaurant dineerde, toen u mij aanstaarde.
Vader en moeder zijn beide verdronken bij
de gToote overstrooming in Pueblo ging ze
vlug voort en Ward liet Julian en mij hier
komen. We waren destijds nog op school.
Intusschen ging het hem uitstekend, hoe
wel hij nog jong was. Hij stuurde ons naar
school in New York, tot we volwassen wa
ren. We waren arm Julian en ik; en hij is
een vader en moeder en oudere broer
voor ons geweest sedert we hem voor de
eerste maal gezien hebben. Hij is de beste
man, dien ik ooit gekend heb, mr. O'Malley.
Ik ben dol op hem. En als hem iets over
komen is... Ze zweeg, haar oogen gevuld
met tranen, haar fijne mond trillend.
O'Malley had moeite zijn stem te beheer-
schen.
Het spijt me zei hij.
Ik zal u eerlijk mijn meening zeggen, miss
Hunt. Persoonlijk vind ik hem sympathiek,
maar ik heb den indruk van hem gekre
gen, dat hij wel, dat hij iemand is, die
uitstekend op zichzelf kan passen. Maakt
u zich niet onnoodig angstig!
Claudia schudde bedoefd het hoofd.
Ik ben bang om hem. Hij vertelt nooit
veel van zijn zaken. Maar een meisje ziet
soms dingen, waar een man geen erg in
heeft. Ik weet dat hij ergens over tobt. Ik
weet niet waarom ik u hiermee lastig val,
maar het noodlot heeft u er nu eenmaal in
betrokken. U weet al zooveel
Zeker bevestigde O'Malley op ge
ruststellenden toon ik ben er óók in ver
wikkeld en ik zal niets achterwege laten om
achter de waarheid te komen. Ik ga niet
naar de politie, tenzij ik faal voegde hij
er aantoe. Maar ik wilde dat ik met hem
praten kon... Hij boog zich in zijn stoel naar
voren. Luistert u eens miss Hunt, als mr.
Barrett vanavond terug komt, wilt u mij dan
morgenochtend opbellen, zoodat ik een af
spraak met hem maken kan?
Claudia duwde haar stoel achteruit en
knikte.
Ja, dat beloof ik u zei ze zacht.
En dan nog iets drong hij aan als
hij niet terugkomt, wilt u dan morgen weer
hier met mij theedrinken, om mij verslag uit
te brengen? Misschien heeft een van ons bei
den dan iets naders gehoord.
Cladia keek hem aan, zag het verlangen in
zijn blik en stond op. Hij was ook opgespron
gen en keek haar vol verwachting aan. Ze
wendde zich half van hem af, alle aandacht
schenkend aan haar handschoenen.
Goed, ik zal komen zei ze zacht en
afwezig.
Voor den derden keer dien middag was
er iets, dat O'Malley's hart ontstuimig deed
kloppen.
HOOFDSTUK XV.
De tweede brief.
C.laudia wilde niet, dat O'Malley haar naar
huis bracht. Daarom riep hij een taxi voor
haar en nam op het trottoir afscheid. Maar
zoodra ze weggereden was, haastte hij zich
naar het hotel terug en ging in een der te
lefooncellen. Het was al over vijven en hij
had niet veel kans Brady nog op het hoofd
bureau van politie te treffen als hij er nu
nog heen ging. Maar misschien kon hjj hem
per telefoon te pakke nkrijgen.
Gelukkig was de inspecteur nog niet weg,
ofschoon hij juist op het punt stond te ver
trekken.
Hoor eens Brady, begon O'Malley, na
hem begroet te hebben. Weet jij misschien
ook iets van die Bindles geschiedenis af?
Heb je daar ook al belangstelling voor?
informeerde Brady droog.
Een beetje, weet jij er iets van?
Niet meer dan in de kranten staat. Ik
heb voornamelijk bureauwerk op het oogen-
blik. Maar waarom vraag je dat?
Ik wou een paar inlichtingen hebben.
Zou jij mij die kunnen bezorgen
Wat wou je weten?
Wel antwoordde O'Malley na een
kort zwijgen ik «ou graag willen weten of
die Mo Girk. de bediende van het slachtoffer,
nog in huis is. Anders zou ik graag zijn
f' hebben.
A'at moet je met hem?
Niets wat die misdaad betreft. Maar ik
herkende zijn gezicht. Ik heb hem vroeger
eens ontmoet. Anders niet.
Wordt vervolgd.