Stormsein geheschen in de Wieringermeer Besmettingshaard gevonden De eerste en tot nog toe eenige Holland-Indië-vlucht van Dornier Wall-vliegbooten Frankrijken Amerika gaan Engeland helpen Weest op Uw hoede voor malaria! Frisschc Morgen-nieuws Laatste telexbericht Stappen te Tokio Duifschland zal zoo noodig» optreden HOE DEN POLDER TE BESCHERMEN? ONTZILTING EEN EERSTE EISCH. Aangezien er bij de bescherming tan den Wieringermeerpolder tegen malaria, twee bronnen van besmet ting in aanmerking komen, de in terne en de externe, stelt de Noord- hollandsche Malariacommissie zich tot taak de beide bronnen zooveel mogelijk onschadelijk te maken, zoo lezen wij in het zoo juist versche nen verslag over 1938 van genoem de commissie. De interne bron van besmetting. Deze is in den Wieringermeerpolder zelf gelegen. Ze bestaat uit inwoners van dien polder, bij wie een, elders opgedane, malaria tij «lens hun verblijf in liet nieuwe land uit breekt, of uit zulke die, zonder ziek te wor den, wederom malaria-parasieten in het periphere bloed krijgen, als gevolg van een vroeger elders verkregen besmetting. In het afgeloopen jaar heeft men zulke, in 1937 op gespoorde, personen aan éen intensieve (3 weken voortgezette) speciale kuur onder worpen, kort vóór dat ze voor hun omgeving gevaarlijk hadden kunnen worden. Zoo was het mogelijk met één kuur te volstaan. Het spreekt vanzelf, dat deze kuur werd gege ven, onafhankelijk van de vraag of de pa rasietendrager zich ziek of gezond gevoelde. Grondig ingrijpen. Daar er onlangs weer een geval van ma laria in den polder geconstateerd is, wil de Commissie, om niets aan het toeval over te laten, haar werkzaamheden in dien zin uit breiden, dat woningen van eventueel opge spoorde malarialijders of gezonde parasieten dragers alle, zonder onderscheid, in het daarvoor aangewezen seizoen tweemaal, n.1. half Augustus en half September, bespoten worden. Eventueel zal een derde bespuiting, tusschen de twee ecrstgenoemden in, op 1 September uitgevoerd worden. Miltonderzoek der schoolkinderen. De aanwijzing der woningen van hen, die in den loop van 1939 aan malaria leden, zal met behulp der door de plaatselijke genees kundigen verstrekte gegeven kunnen ge schieden. Wat niet ter kennis van genoem de geneeskundigen komende parasietendra gers betreft, deze zullen, evenals dat in 1937 geschiedde, worden opgespoord door milt- onderzoek der schoolkinderen en daarop vol gend bloedonderzoek van alle leden van die gezinnen, onder wier leden personen met een vergroote milt voorkwamen. Voor het geval, dat dit miltonderzoek niet zou kun nen worden verricht, zal het bloedonderzoek uitgevoerd worden in alle gezinnen, die uit dorpen in Noord-Holland afkomstig zijn, waar malaria voorkomt. Mocht ook het bloed onderzoek op bezwaren van de zijde der be volking stuiten, dan zal de Commissie over wegen om de woningen van alle gezinnen uit malariadorpen aan een bespuiting te onder werpen. De externe bron van besmetting. Deze omvat de malariadorpen in de omgeving van den Wieringermeer polder, in het bijzonder in West- Friesland. Daar heeft de Commissie in 1938 een zeer belangrijke (in 1938 942 gevallen), vroeger nagenoeg on bekende (in 1937 80 gevallen) ma- lariahaard opgespoord en, naar ze hoopt, in 1938 voorloopig onschade lijk gemaakt. Dit gebied bevindt zich in de Streek. Zij heeft het voornemen in die streek haar werkzaamheden niet alleen met onvermin derde kracht voort te zetten, maar ze ook uit te breiden. Om dit te kunnen doen, zal zij de bestrijding der malaria in de dorpen Hitgeest, Marken en Akersloot moeten opge ven, aangezien deze werkzaamheid, in ver band met de bescherming van den Wierin germeerpolder tegen malaria, van minder be lang is. De Commissie zal op grond van de haar door de plaatselijke geneeskundige verstrekte gegevens, aangevuld door die, wel ke zij van 1 April af zelf zal verzamelen, de daarvoor in aanmerking komende dor pen aan een intensieve bespuiting onderwer pen, op 15 Augustus, 1 en 15 September, zoo noodig ook op 1 en 15 October. Ook de nieuwe gezinnen onder het mes! Het ligt voorts in het voornemen om bloedonderzoek te verrichten bij de leden van alle nieuw gevestigde gezinnen, alsook van de tijdelijke arbeiders, die in den oogst tijd zullen aankomen Slechts twee gevallen in 1938. In verschillende opzichten is liet afgeloo pen jaar van bijzondere beteekenis voor het werk in den nieuwen polder geweest. In 1938 hebben zich slechts twee gevallen van malaria in de Wieringermeer voorgedaan. De verdere ontzilting van boezem- en poldcr- .wateren in den kop van Noord-Holland en speciaal in de Wieringermeer is een belang rijke stap verder gekomen en kan, volgens de laatste gegevens, vrij zeker zonder groo- te financiëele offers verder worden doorge voerd. In het vorige rapport (Juli 1938) is aangetoond, dat deze ontzilting de eerste en belangrijkste eisch voor het malariavrij houden van deze stre ken vormt. De volledige medewer king, wélke van de daarvoor in aan merking komende instanties werd verkregen, heeft onderscheiden in grijpende maatregelen tot malaria bestrijding mogelijk gemaakt en tot op heden met succes. Alom is de belangstelling van deskundi gen op het gebied van malariabestrijding stijgende en de samenwerking, speciaal wat betreft de nieuwe polders, buitengewoon prettig en effectief. De groote deelneming aan de excursie naar de Wieringermeer in het najaar bij gelegenheid van bet internationale malaria congres te Amsterdam, waarbij 17 landen vertegenwoordigd waren, is hiervan een be wijs. De sinds jaren gevolgde methode van malariabestrijding (of voorkoming) in de Wieringermeer: het geregeld aanbrengen en nazien van gaasbescherming in de hui zen, het verstrekken van middelen tot ano- phelesverdelging, het opsporen en aangeven van malariagevallen en daarnaast het op sporen van plasmoliendragers, het zoo mo gelijk onschadelijk maken van deze laatsten voor de verspreiding van malaria, zal voort durend en consequent moeten worden voort gezet. Waakzaamheid blijft geboden. Hoewel het resultaat der malariabestrij ding in de Wieringermeer tot op heden ook tevreden stelt, toch is in de eerstvolgende jaren nog de grootste oplettendheid en waak zaamheid geboden. Men denke niet, verleid door dit al dan niet verdiende succes, dat het werk hiermede geëindigd is, wij staan nog steeds aan het begin van een moeilijke taak, het stormsein blijf geheschen. „Weest op Uw hoede''. Stand van het ontziltingsvxaag- stuk. In het voorjaar en den zomer van 1938 is getracht den Schermerboezem door inlating van lJsselmeerwater te Monnikendam te ontzilten. Op verzoek van Gedeputeerde Sta- 'ten heeft het bestuur van den boezem (Dijk graaf en Hoogheemraden van de uitwateren- de sluizen in Kennemerland en West-Fries land) de noodige maatregelen genomen in overleg met de verschillende betrokken au toriteiten en diensten. Het peil van Schermerboezem werd bij Monnikendam verhoogd, terwijl bij Den Helder, Nauerna en Zaandam werd gespuid. Het zoute water werd aldus teruggedrongen. De kwade buur. Door den Gemeentelijken Geneeskundi gen en Gezondheidsdienst van Amsterdam werd op een groot aantal plaatsen het zout gehalte van den boezem bepaald. Het resul taat mag over het algemeen bevredigend worden genoemd. Bij vergelijking van de cijfers van het chloorgehalte op dezelfde da ta in 1937 en 1938 blijkt, dat op vele plaat sen het water in 1938 aanmerkelijk minder chloor bevatte dan in 1937. De invloed van de sluizen bij Nieuwediep, Nauerna en Zaandam bleef duidelijk merkbaar. Het Noordzeekanaal blijft de kwade buurman. In de nazomer werd eenig water op den Amstelmeerboezem gebracht door de sluis te Kolhorn open te zetten, teneinde te trachten dezen boezem te verzoeten en daar mede het chloorgehalte van het water in het z.g. infiltraticgebied van den Wieringer meerpolder te verlagen. De resultaten van deze voorloopige en te korte proef waren niet bevredigend. De in 1938 genomen maatregelen zullen In 1939 wederom worden genomen en, waar noodig, worden aangevuld. Een bericht in de pers van een geslaagde betrouwbaarheidsvlucht in Indië met een Dornier-Wal-vliegboot X 21, onder bevel van den officier-vlieger H. L. O. van der Kroeft, riep wederom herinneringen op van een eerste poging om van Nederland naar Oost-Indië te vliegen. Na een langdurige en nauwkeurige voor bereiding vertrokken, aldus schrijft de heer Angenent in „Onze Marine" van deze maand, in 1929 een groep van drié Dornier-vliegboo- tén de D 21, D 22 en D 23 van het vlieg kamp „De Mok" op Texel, naar Oost-Indië. De algemeene leiding van dezen tocht be rustte bij de nluit. ter zee le klas W. van Tekelenburg; bestuurders waren de officier vlieger 2e kl. P. Everts en M. Vethake en de luit. ter zee 2e kl. J. Holterman. De tocht ging via Bordeaux over land (de Pyreneën) naar Marseille en verder over zee via Napels, Athene, Alexandrette, Bagdad, Bender-Abbas, Kerachi, Bombay, Cochin, Trinkomali, Sabang, Tandjong-Penang naar Batavia. De maximale snelheid van deze vliegbooten was ruim 205 km (d.i. pl.m. 111 zeemijl) per uur, de kruissnelheid bedroeg echter 155 a 160 km (85 zeemijl) per uur. Het gewicht per vliegtuig was leeg pl.m. 4000 kg, het maximale vlieggewicht was pl.m. 7000 kg. Deze 3000 kg overwicht was dus be schikbaar voor bemanning (3 man) brand stofvoorraad, uitrusting, bewapening e.d. De geheele afstand was 8420 zeemijl of 15.610 km. De route was zoo uitgezet, dat zooveel mo gelijk boven zee werd gevlogen, doch de ge wone zeevaart-route werd niet gevolgd, ook al niet, omdat nagenoeg nergens vliegkampen gevestigd waren. Het reisplan was zóó opgemaakt, dat het uur van aankomst van elke etappe steeds in den namiddag zou vallen. Er werd ongeveer 8 uur per dag gevlogen. Na een dag vliegen bleven de vliegbooten een dag stilliggen om zich voor het volgende traject van 8 uur voor te bereiden. Dat was toen niet zoo eenvou dig. Elke vliegboot moest na een traject on geveer 1500 2000 liter benzine innemen en zelfs op de halteplaatsen waar een vliegkamp gevestigd was, konden geen 2 vliegbooten tegelijk geholpen worden. De bemanning was als volgt samengesteld: D 21, Luit. ter zee le kl. Tetenburg vlieger groepscommandant, off.-vlieger 2e klas Vet hake 2de vliegerwaarnemer-telegrafist, en sergt.-vliegtuigmaker Theewis, mecanicien. D 22: off.-vlieger 2e kl. Everts, vlieger- reserve-groeps-commandant, sergt.-vliegtuig maker Langenaar 2de vlieg-chef-mecanicien en korp-vliegtuigmaker Sijmons, mecancien- res.-vlieger. D 23: Off. M.S.D. 2de klas Holterman, be last met onderhoud vliegtuigen en motoren, mecanicien en korp.-vliegtuigmaker Van Tol, mecanicien-2de vlieger. In de twaalf halteplaatsen waren verschil lende voorzieningen getroffen en voorraden reservedeelen en reparatiematerieel beschik baar. Dit materieel was voor het uitvoeren van herstellingen aan het vliegkamp in Indië aangekocht; het werd na het beëindigen van deze vlucht uit de verschillende halteplaatsen naar Indië doorgezonden. Aan de verschillende regeeringen van de gebieden waarover of waar langs moest wor den gevlogen was het gold een vlucht van militaire vliegtuigen vergunning gevraagd en verkregen. Medewerking in de halteplaat sen werd verleend, hetgeen voor een rustige ligplaats, beschikbaarstelling van motorbooten voor de communicatie met den wal, sleep dienst e.d. van belang was. Dinsdag 9 April 1929 waren de drie vlieg booten gereed voor vertrek. In den voormid dag had de bemanning zich opgesteld in één van de hangars op het vliegkamp „De Mok", waar zij in tegenwoordigheid van de ach terblijvende officieren, onderofficieren en manschappen van het vliegkamp, door den commandant overste De Jonge werden toe gesproken. Vooral werd gewezen op het ge wichtige moment, nu men de gelegenheid zou hebben de jarenlange studie aan de practijk te gaan toetsen. Hij wenschte de bemanning veel geluk toe en hoopte, dat zij niet door pech zouden worden verhinderd hun taak te volbrengen. In den namiddag kwamt.. van autori teiten en deputaties; generaal Snijders, kolo nel Hardenburg van het vliegkamp te Soester- berg, de garnizoenscommandant te Den Hel der, burgemeesters van Den Helder Anna Paulowna, vlootaalmoezenier en vlootpredi- kant, deputaties van de Kamer van Koophan del, Ambachtsschool, Dep. v. Helder van de Mij. voor Handel, Nijverheid en Verkeer enz. enz. Zij allen kwamen met korte of langere toespraken de bemanning een succesvollen tocht wenschen. De groepscommandant luit. ter zee Peten burg sprak namens de bemanning een woord van dank voor de goede wenschen en betoon de belangstelling. Zij zouden alles doen wat in hun vermogen lag om den tocht tot een goed einde te brengen, omdat zij wisten van welke groote beteekenis deze tocht was. Collega vliegers met een escadrille vlieg tuigen cirkelden boven het vliegkamp en brachten daarmede een groet aan de negen mannen, die de eerste overzeevlucht Neder land—Indië zouden maken. De volgende dag 's morgens om 4 uur bij een helderen sterrenrijke hemel, maar vinnig kouden N.W.-wind was men op het vliegkamp „De Mok" reeds bezig de vliegtuigen in ge reedheid te brengen. Van de Buitenhaven in Den Helder ver trokken in dit zeer vroege, nog bijna nach telijke uur een groepje belangstellenden, meest familieleden van de bemanning naar De Mok om bij het vertrek aanwezig te zijn. Over het donkere Marsdiep trok het vliegkampbootje en dichterbij komende links van de vaargeul naar het vliegkamp, teekenden de vliegtuigen hel verlicht zich reeds van verre af. Marinemannen stonden aangetreden. Toen het groepje belangstellenden uit Den Helder gedebarkeerd was en een korte begroe ting had plaats gehad, trad Minister Lam- booy naar voren om de bemanningen van de D 21, 22 en 23, die in vliegercostuum gereed stonden, toe te spreken. Nu nog, na 10 jaar, zie ik dit treffend mo ment voor mij, omdat het mij zoo denken deed aan de vele momenten in den grooten wereldoorlog, als de mannen in het nachtelijk uur kort voor den slag werden toegesproken. Maar hier gold het een vreedzamer doel. Hier sprak minister Lambooy: „Het is altijd mijn lievelingsgedachte geweest bij den aanvang van dezen tocht aanwezig te zijn, omdat zij de groote en de bijzondere beteekenis zal kunnen aantoonen en bevestigen van wat de marine- vliegdienst vermag, mede namens de regee ring en bijzonder namens mijn ambtgenoot van Koloniën wensch ik U allen geluk met Uw aanwijzing voor dezen tocht, waardoor het U ook mogelijk zal zijn de Nederlandsche drie kleur hoog te houden. Ik wensch U allen onder Gods besten zegen een voorspoedige reis toe." Vice-Admiraal Quant gaf daarna het bevel tot vertrek. De mannen gingen aan boord van hun vliegtuigen, de motoren donderden. Even voor zessen trok het eerste vliegtuig zich uit het water omhoog, direct gevolgd door het tweede en derde. Het was nog donker, maar de schemering in het Oosten liet vaag de omtrekken van de vliegtuigen zien boven de nog slapende stad. De eerste marinevliegtocht Nederland Indië was begonnen. We leefden toen nog niet in de dagen van belangstelling voor de marine, zoodat de tocht in de pers slechts vermeld werd naar de korte ingekomenen bericht van het Departement van Defensie. Bordeaux. Marseille, Napels, Athene, Alex andrette... de vlucht ging voortreffelijk. Maandagochtend 10 uqr uit Athene, Maan dagmiddag 3 uur te Alexandrette. Alles wel. Dinsdagmorgen uit Alexandrette, dienzelfden middag in Bagdad. Woensdag uitrusten in Bagdad. Donderdag 2 Mei In Den Helder werd dien dag de Lidwina Stichting geopend en al wat burgerlijk en militair autoriteit was gaf acte de précense. Juist toen vice-admiraal Quant namens de Marine woorden van gelukwensch zou gaan spreken over de totstandkoming van dit zie kenhuis komt het ontstellende bericht binnen dat de D 22 te Bagdad bij het opstijgen tegen een brug gevlogen is en de officier vlieger Everts werd gedood De Néderland—Indië-vlucht werd enkele dagen onderbroken. De Marineluchtvaartdienst leed een gevoelig verlies, maar de mannen van de NederlandIndiëvlucht zetten met 2 vliegtuigen hun tocht door. Zondag 12 Mei waren ze op Ceylon, den vol genden dag starten ze voor de grootste over steek naar Sabang; 1620 K.M. Op Zaterdag 18 Mei waren zij behouden te Tandjong Priok aangekomen, nauwelijks ston den de bemanningen aan den wal of tijdens het bijladen van de benzine vloog de D 23 in brand en werd volkomen vernietigd. De eerste NederlandIndiëvlucht van Dor- nier-Walvliegbooten was volbracht. Een men- schenoffer en groote materieele offers kostte deze vlucht. Het zou nog tien jaar duren voor men de mogelijkheid van regelmatige NederlandIndiëvluchten weer overwoog. Zal dit thans, binnenkort, gebeuren? We zijn zijn tien jaar verder sedert de eerste vlucht. De techniek heeft geweldige vorderingen gemaakt. De stoere, onverzette lijke wil tot het volbrengen van bijzondere reizen, die steeds en ook toen onze Marine mannen kenmerkten, is er ook nu nog. En zooals onze onderzeebooten alle oceanen doorkruisen en regelmatig reizen maken naar Oost en West zoo zullen binnen afzienbaren tijd ook de vliegbooten der marine op eigen kracht hun bestemming volgen. Daarbij zal de herinnering aan de eerste vlucht in 1929 voortleven en de nagedachtenis van hen, die gevallen-zijn, in eere blijven. ^w-emmen In ons blad van Zaterdag j.1. vonden onze lezeressen en lezers het programma van de jaarlijksche onderlinge wedstrijden, welke onder auspiciën van de Sportclub F.M. voor de leden van de geheele vereeniging worden georganiseerd. Het is nu het Bestuur gelukt aan dit interessante programma een waardig slot toe te voegen in den vorm van een twee kamp tegen de Zwemvereeniging 't Oude Veer (Anna Paulowna). Deze dualmeet zal worden gehouden a.s. Zondagmiddag om twee uur op den Dijk. Het programma omvat 100 m schoolslag, 100 m borstcrawl, 5 X 50 m borstcrawl estafette en 3 X 50 m wisselslag estafette. Naast deze heerennummers zijn er zeven nummers voor de jeugd, nl. dezelfde nummers als voor de onderlinge wedstrijden. De snelste zwemmertjes en zwemstertjes van deze club mogen de kleuren van F.M. verde digen tegen de jeugd van Anna Paulowna. Een aardige attractie! Tot slot wordt die middag een waterpolowedstrijd tusschen Fris- sche Morgen II en Oude Veer gespeeld. De Sportclul heeft een medaill" voor die vereeni ging uitgeloofd, die de meeste punten krijgt. Na afloop van de dualmeet zal de prijsuit reiking (ook van de onderlinge wedstrijden) plaats hebben op het terras van het clubge bouw. De Waterpolo-competitie is met de overwinning van F.M. op de Ham (Krommenie) Vrijdagavond beëindigd. Hier door kreeg F.M. twee punten, welke zij ten volle verdiende. In de vierjarige loopbaan in de competities is het nog niet voorgekomen, dat F.M. een dergelijk resultaat boekte. Uit de behaalde resultaten kan men twee con clusies trekken. Ten eerste, dat de mooie wa- terpolosport niet „een, twee, drie" is aan te leeren, maar dat jarenlange training en rou tine noodzakelijk zijn om succes te hebben. Daardoor is de formatie en training van zeventallen met jonge spelers zeer gewenscht, om reserve-krachten te kweeken voor plaats vervanging in de hoogëre regionen. Onze tweede conclusie trokken we uit de chronolo gische resultaten van deze zomercompetitie. De 7 punten werden alle gedurende de laat ste wedstrijden verdiend. 0O.i. is dit niet alleen aan de versterking gedurende de laatste wed strijden te danken (hoewel dat zeer belang rijk was) maar ook aan de vooruitgang van het spel gedurende de wedstrijden. Ieder jaar moeten de spelers eerst „op dreef" komen om daarna pas tijdens de competitie balbe handeling, tactiek en samenspel te perfec- tionneeren, wanneer de tijd dat toelaat. Over de geheele spelerslinie is dit jaar een verbe- toering te constateeren, vooral Jan Baarfla H. Wildenberg, Kees Tijsen, om cr eenke te noemen, gingen vooruit. Toch is het iam- mer, dat Den Helder geen overdekte zwem- accomodatie bezit, waardoor de traininsr des winters door ken gaan en men in de winter competitie kon uitkomen. De langdurige on derbreking thans is een groote handicap voor een opkomende vereeniging als F. M. De eindstreep in de derde klasse coirrwut, thans: *"-euti» is thans: Neptunus De Ham Fr. Morgen D.A.W. Kroosduikers 8 8 8 8 8 4 3 3 0 0 1 0 0 4 4 5 48—3 U26 H—26 7 —i2 8—29 dat 16 Ons wordt nog medegedeeld, oat ied F Heldersche ingezetene vaardigheidszwernm ven af kan leggen op de volgende tijden-vS* dagavond 7 uur, Zaterdagmiddag '2 UUr J' Zondagmorgen 10 uur. Men ontvangt fraai diploma en men kan zich bij den hlT meester aanmelden. De Fransche zaakgelastigde heeft, naa verluidt, gisteren bij het Japansche ministe. rie van Buitenlandsche Zaken stappen ge. daan om erop te wijzen, dat Frankrijk met Engeland gemeenschappelijke belangen heeft bij de financieele vraagstukken tt Tientsin, welke betrekking hebben op de„ Chineeschen dollar en de zilvervoorraden in de Britsche concessie. De zaakgelastigde heeft, naar verklaard wordt, de Japansche regeering verzocht, de. ze gemeenschap van belangen te erkennen, Voorts meent men te weten, dat de Ame' rikaansclie zaakgelastigde reeds Dinsdag soortgelijke stappen heeft ondernomen. Naar de „Asahi Sjimboen" meldt, heeft het ministerie van buitenlandsche zaken deze Fransche en Amerikaansche vertoogen, als zijnde „onredelijk", van de hand gewe! zen en verklaard, vastbesloten te zijn, even als tot dusver, alleen met Engeland te on derhandelen. Forster loopt op zijn rede te Dant- ziq le Londen vooruil. De „Excelsior" publiceert verklaringen, die Forster gisterochtend op het vliegveld van Dantzig tegenover verscheidene jour nalisten heeft afgelegd. Op een desbetreffende vraag van den cor respondent van de „Excelsior" antwoordde Forster: ik wil niets mededeelen omtrent 't resultaat der besprekingen, die ik met den Fuehrer heb gehad. Ik houd de verrassing voor u in petto tot morgenavond, wanneer ik op de Langemarckt mijn rede zal houden. Meer dan ooit is het noodig, dat onze wederaanhechting geschiedt en wel binnen den kortst mogelijken tijd. Wij willen geen oorlog, doch het is ontoelaatbaar, dat Frankrijk en Engeland door den steun, die zij J aan Polen geven, aldus door hun •aanmoediging een premie op den oorlog stellen. Toen de correspondent daarop aan Forsler vroeg, wanneer volgens hem deze terugkeer zou plaats vinden, antwoordde deze: Spoedig zeer spoedig. Een ding staat vast: Dantzig dat Duitsch bezit is, moet tot het moeder land terugkeeren. In de rede, die ik morgen zal uitspreken, zal ik de wereld toonen; dat onze eischen rechtvaardig zijn. Ik weet wel, dat ons beroep zal worden verworpen. Dan zullen wij handelend optreden, als dit liet eenige middel is, waardoor ons voldoe ning kan worden geschonken. Persoonlijk geloof ik niet aan een conflict. Ik geloof in den vrede. Maar daarvoor is van de zijde der democratieën goede wil nooclig. SCHAGEN, 10 Aug. 11 Paarden 150375, 3 veulens 0080, 14 geldekoeien, magere 100—160. 40 idem vette 180-r255, 10 kalfkoeicn 170225, 3 graskalveren 20—31, 19 nuchtere kalveren 6—12, 25 schapen, magere 8—11, 163 idem vette 1219, 131 lammeren 3.506.50, 5 bokken en geiten 3—8, 4 vette varkens p- Kg. 51—52 et., 34 biggen 9—17, konijnen 0.251.25, 52 kippen 0.40—1.haantjes 30 70 ct. ALKMAAR, 9 Aug. Aardappelen 2.10—2.80, aalbessen 3—8- an' dijvie 0.50—1.90, appelen 2.50—7, augurken 2—10, bleomkool I 8—14, idem II 2-5.50. bieten 1.40, doperwten 2.503, druiven w 20, gclo kool 2.60, groene kool 1.70—2.10» kropsla 1.404.50, komkommers 12, ni®* 1 oenen 5—20, peren 2—G, prei 2.60—4, peten sclic 0.501.20, perziken 3—6, postelein 0.M —0.30, rabarber 1—3, roode kool 1—1.60. 5el' derie 0.50—1, spinazie 0.120.70, snijboonen 28, dubbele spereieboonen 0.70—1~0> maten 2—3.40, uien 5.20—7.60, wortelen 2-* 8, zwarte bessen 15. AMSTERDAM, 9 Aug. Veemarkt. 245 Vette kalveren: le •>660 et., een enkele hooger, 2c kW. •>4 et., 3e kw. 38--40 ct. per Kg. levend Pe' wicht; 102 nuchtere kalveren f 5.50—0 'ia stuk, log varkens: vleeschvarkens, wegen" van 90—110 Kg.' 62—63 ct., zware varken5 6001 ct., vette varkens 5859 ct. per slachtgewicht. Aangevoerd 1 wagon P8* slaehte runderen uit. Denemarken# NOORDSCHARWOUDR, 10 Aug. s0 Schotsche muiztoen 2.30—2.80, grooten u —2.20, eigenheimers 2—2.50, 1)1. dito 2J1 2-30, drielingen 2.50—2.60, uien S-SCP-o-8"' drielingen 3.70—4. ,,ie gele nep 380410; zilveruien 130150; -f. hngen 390-450; zilvemep 580-8; sperc' boon en 090—10; kroten 0.80; roode kooi - witlek ooi 0.00; gele kool 1.50 BROEK OP LANGENDIJK. 10 Aug- Schotsehe muizen 2.20- 2.70. cigenheun 2.:»0. hl. eigenheimers 2—2-60, dn® 2.10—2.20. Aanvoer 32000 Kg. aardappe Uien 5.500.10, drielingen 3.103.90. ,0n^ Gele nep 45—410; 1100 kg. zilveruien Kj 130; drielingen 350410; zilvernep .51 jTgj; spereieboonen 700920; kroten x*-Tl roode kool 1—120.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 12