Stormsein geheschen
in de Wieringermeer
Besmettingshaard gevonden
De eerste en tot nog toe eenige
Holland-Indië-vlucht van
Dornier Wall-vliegbooten
Frankrijken Amerika
gaan Engeland helpen
Weest op Uw hoede voor malaria!
Frisschc Morgen-nieuws
Laatste telexbericht
Stappen te Tokio
Duifschland zal zoo noodig»
optreden
HOE DEN POLDER TE BESCHERMEN?
ONTZILTING EEN EERSTE EISCH.
Aangezien er bij de bescherming
tan den Wieringermeerpolder tegen
malaria, twee bronnen van besmet
ting in aanmerking komen, de in
terne en de externe, stelt de Noord-
hollandsche Malariacommissie zich
tot taak de beide bronnen zooveel
mogelijk onschadelijk te maken, zoo
lezen wij in het zoo juist versche
nen verslag over 1938 van genoem
de commissie.
De interne bron van besmetting.
Deze is in den Wieringermeerpolder zelf
gelegen. Ze bestaat uit inwoners van dien
polder, bij wie een, elders opgedane, malaria
tij «lens hun verblijf in liet nieuwe land uit
breekt, of uit zulke die, zonder ziek te wor
den, wederom malaria-parasieten in het
periphere bloed krijgen, als gevolg van een
vroeger elders verkregen besmetting. In het
afgeloopen jaar heeft men zulke, in 1937 op
gespoorde, personen aan éen intensieve (3
weken voortgezette) speciale kuur onder
worpen, kort vóór dat ze voor hun omgeving
gevaarlijk hadden kunnen worden. Zoo was
het mogelijk met één kuur te volstaan. Het
spreekt vanzelf, dat deze kuur werd gege
ven, onafhankelijk van de vraag of de pa
rasietendrager zich ziek of gezond gevoelde.
Grondig ingrijpen.
Daar er onlangs weer een geval van ma
laria in den polder geconstateerd is, wil de
Commissie, om niets aan het toeval over te
laten, haar werkzaamheden in dien zin uit
breiden, dat woningen van eventueel opge
spoorde malarialijders of gezonde parasieten
dragers alle, zonder onderscheid, in het
daarvoor aangewezen seizoen tweemaal, n.1.
half Augustus en half September, bespoten
worden. Eventueel zal een derde bespuiting,
tusschen de twee ecrstgenoemden in, op 1
September uitgevoerd worden.
Miltonderzoek der schoolkinderen.
De aanwijzing der woningen van hen, die
in den loop van 1939 aan malaria leden, zal
met behulp der door de plaatselijke genees
kundigen verstrekte gegeven kunnen ge
schieden. Wat niet ter kennis van genoem
de geneeskundigen komende parasietendra
gers betreft, deze zullen, evenals dat in 1937
geschiedde, worden opgespoord door milt-
onderzoek der schoolkinderen en daarop vol
gend bloedonderzoek van alle leden van die
gezinnen, onder wier leden personen met
een vergroote milt voorkwamen. Voor het
geval, dat dit miltonderzoek niet zou kun
nen worden verricht, zal het bloedonderzoek
uitgevoerd worden in alle gezinnen, die uit
dorpen in Noord-Holland afkomstig zijn,
waar malaria voorkomt. Mocht ook het bloed
onderzoek op bezwaren van de zijde der be
volking stuiten, dan zal de Commissie over
wegen om de woningen van alle gezinnen uit
malariadorpen aan een bespuiting te onder
werpen.
De externe bron van besmetting.
Deze omvat de malariadorpen in de
omgeving van den Wieringermeer
polder, in het bijzonder in West-
Friesland. Daar heeft de Commissie
in 1938 een zeer belangrijke (in 1938
942 gevallen), vroeger nagenoeg on
bekende (in 1937 80 gevallen) ma-
lariahaard opgespoord en, naar ze
hoopt, in 1938 voorloopig onschade
lijk gemaakt.
Dit gebied bevindt zich in de
Streek.
Zij heeft het voornemen in die streek haar
werkzaamheden niet alleen met onvermin
derde kracht voort te zetten, maar ze ook
uit te breiden. Om dit te kunnen doen, zal
zij de bestrijding der malaria in de dorpen
Hitgeest, Marken en Akersloot moeten opge
ven, aangezien deze werkzaamheid, in ver
band met de bescherming van den Wierin
germeerpolder tegen malaria, van minder be
lang is. De Commissie zal op grond van de
haar door de plaatselijke geneeskundige
verstrekte gegevens, aangevuld door die, wel
ke zij van 1 April af zelf zal verzamelen,
de daarvoor in aanmerking komende dor
pen aan een intensieve bespuiting onderwer
pen, op 15 Augustus, 1 en 15 September,
zoo noodig ook op 1 en 15 October.
Ook de nieuwe gezinnen onder
het mes!
Het ligt voorts in het voornemen om
bloedonderzoek te verrichten bij de leden
van alle nieuw gevestigde gezinnen, alsook
van de tijdelijke arbeiders, die in den oogst
tijd zullen aankomen
Slechts twee gevallen in 1938.
In verschillende opzichten is liet afgeloo
pen jaar van bijzondere beteekenis voor het
werk in den nieuwen polder geweest. In
1938 hebben zich slechts twee gevallen van
malaria in de Wieringermeer voorgedaan.
De verdere ontzilting van boezem- en poldcr-
.wateren in den kop van Noord-Holland en
speciaal in de Wieringermeer is een belang
rijke stap verder gekomen en kan, volgens
de laatste gegevens, vrij zeker zonder groo-
te financiëele offers verder worden doorge
voerd.
In het vorige rapport (Juli 1938) is
aangetoond, dat deze ontzilting de
eerste en belangrijkste eisch voor het
malariavrij houden van deze stre
ken vormt. De volledige medewer
king, wélke van de daarvoor in aan
merking komende instanties werd
verkregen, heeft onderscheiden in
grijpende maatregelen tot malaria
bestrijding mogelijk gemaakt en tot
op heden met succes.
Alom is de belangstelling van deskundi
gen op het gebied van malariabestrijding
stijgende en de samenwerking, speciaal wat
betreft de nieuwe polders, buitengewoon
prettig en effectief.
De groote deelneming aan de excursie
naar de Wieringermeer in het najaar bij
gelegenheid van bet internationale malaria
congres te Amsterdam, waarbij 17 landen
vertegenwoordigd waren, is hiervan een be
wijs. De sinds jaren gevolgde methode van
malariabestrijding (of voorkoming) in de
Wieringermeer: het geregeld aanbrengen
en nazien van gaasbescherming in de hui
zen, het verstrekken van middelen tot ano-
phelesverdelging, het opsporen en aangeven
van malariagevallen en daarnaast het op
sporen van plasmoliendragers, het zoo mo
gelijk onschadelijk maken van deze laatsten
voor de verspreiding van malaria, zal voort
durend en consequent moeten worden voort
gezet.
Waakzaamheid blijft geboden.
Hoewel het resultaat der malariabestrij
ding in de Wieringermeer tot op heden ook
tevreden stelt, toch is in de eerstvolgende
jaren nog de grootste oplettendheid en waak
zaamheid geboden. Men denke niet, verleid
door dit al dan niet verdiende succes, dat
het werk hiermede geëindigd is, wij staan
nog steeds aan het begin van een moeilijke
taak, het stormsein blijf geheschen. „Weest
op Uw hoede''.
Stand van het ontziltingsvxaag-
stuk.
In het voorjaar en den zomer van 1938 is
getracht den Schermerboezem door inlating
van lJsselmeerwater te Monnikendam te
ontzilten. Op verzoek van Gedeputeerde Sta-
'ten heeft het bestuur van den boezem (Dijk
graaf en Hoogheemraden van de uitwateren-
de sluizen in Kennemerland en West-Fries
land) de noodige maatregelen genomen in
overleg met de verschillende betrokken au
toriteiten en diensten.
Het peil van Schermerboezem werd bij
Monnikendam verhoogd, terwijl bij Den
Helder, Nauerna en Zaandam werd gespuid.
Het zoute water werd aldus teruggedrongen.
De kwade buur.
Door den Gemeentelijken Geneeskundi
gen en Gezondheidsdienst van Amsterdam
werd op een groot aantal plaatsen het zout
gehalte van den boezem bepaald. Het resul
taat mag over het algemeen bevredigend
worden genoemd. Bij vergelijking van de
cijfers van het chloorgehalte op dezelfde da
ta in 1937 en 1938 blijkt, dat op vele plaat
sen het water in 1938 aanmerkelijk minder
chloor bevatte dan in 1937. De invloed van
de sluizen bij Nieuwediep, Nauerna en
Zaandam bleef duidelijk merkbaar. Het
Noordzeekanaal blijft de kwade buurman.
In de nazomer werd eenig water op den
Amstelmeerboezem gebracht door de sluis
te Kolhorn open te zetten, teneinde te
trachten dezen boezem te verzoeten en daar
mede het chloorgehalte van het water in het
z.g. infiltraticgebied van den Wieringer
meerpolder te verlagen. De resultaten van
deze voorloopige en te korte proef waren
niet bevredigend.
De in 1938 genomen maatregelen zullen
In 1939 wederom worden genomen en, waar
noodig, worden aangevuld.
Een bericht in de pers van een geslaagde
betrouwbaarheidsvlucht in Indië met een
Dornier-Wal-vliegboot X 21, onder bevel van
den officier-vlieger H. L. O. van der Kroeft,
riep wederom herinneringen op van een eerste
poging om van Nederland naar Oost-Indië te
vliegen.
Na een langdurige en nauwkeurige voor
bereiding vertrokken, aldus schrijft de heer
Angenent in „Onze Marine" van deze maand,
in 1929 een groep van drié Dornier-vliegboo-
tén de D 21, D 22 en D 23 van het vlieg
kamp „De Mok" op Texel, naar Oost-Indië.
De algemeene leiding van dezen tocht be
rustte bij de nluit. ter zee le klas W. van
Tekelenburg; bestuurders waren de officier
vlieger 2e kl. P. Everts en M. Vethake en
de luit. ter zee 2e kl. J. Holterman.
De tocht ging via Bordeaux over land (de
Pyreneën) naar Marseille en verder over zee
via Napels, Athene, Alexandrette, Bagdad,
Bender-Abbas, Kerachi, Bombay, Cochin,
Trinkomali, Sabang, Tandjong-Penang naar
Batavia.
De maximale snelheid van deze vliegbooten
was ruim 205 km (d.i. pl.m. 111 zeemijl) per
uur, de kruissnelheid bedroeg echter 155 a
160 km (85 zeemijl) per uur.
Het gewicht per vliegtuig was leeg pl.m.
4000 kg, het maximale vlieggewicht was pl.m.
7000 kg. Deze 3000 kg overwicht was dus be
schikbaar voor bemanning (3 man) brand
stofvoorraad, uitrusting, bewapening e.d. De
geheele afstand was 8420 zeemijl of 15.610
km.
De route was zoo uitgezet, dat zooveel mo
gelijk boven zee werd gevlogen, doch de ge
wone zeevaart-route werd niet gevolgd, ook
al niet, omdat nagenoeg nergens vliegkampen
gevestigd waren.
Het reisplan was zóó opgemaakt, dat het
uur van aankomst van elke etappe steeds in
den namiddag zou vallen. Er werd ongeveer
8 uur per dag gevlogen. Na een dag vliegen
bleven de vliegbooten een dag stilliggen om
zich voor het volgende traject van 8 uur voor
te bereiden. Dat was toen niet zoo eenvou
dig. Elke vliegboot moest na een traject on
geveer 1500 2000 liter benzine innemen en
zelfs op de halteplaatsen waar een vliegkamp
gevestigd was, konden geen 2 vliegbooten
tegelijk geholpen worden.
De bemanning was als volgt samengesteld:
D 21, Luit. ter zee le kl. Tetenburg vlieger
groepscommandant, off.-vlieger 2e klas Vet
hake 2de vliegerwaarnemer-telegrafist, en
sergt.-vliegtuigmaker Theewis, mecanicien.
D 22: off.-vlieger 2e kl. Everts, vlieger-
reserve-groeps-commandant, sergt.-vliegtuig
maker Langenaar 2de vlieg-chef-mecanicien
en korp-vliegtuigmaker Sijmons, mecancien-
res.-vlieger.
D 23: Off. M.S.D. 2de klas Holterman, be
last met onderhoud vliegtuigen en motoren,
mecanicien en korp.-vliegtuigmaker Van Tol,
mecanicien-2de vlieger.
In de twaalf halteplaatsen waren verschil
lende voorzieningen getroffen en voorraden
reservedeelen en reparatiematerieel beschik
baar. Dit materieel was voor het uitvoeren
van herstellingen aan het vliegkamp in Indië
aangekocht; het werd na het beëindigen van
deze vlucht uit de verschillende halteplaatsen
naar Indië doorgezonden.
Aan de verschillende regeeringen van de
gebieden waarover of waar langs moest wor
den gevlogen was het gold een vlucht van
militaire vliegtuigen vergunning gevraagd
en verkregen. Medewerking in de halteplaat
sen werd verleend, hetgeen voor een rustige
ligplaats, beschikbaarstelling van motorbooten
voor de communicatie met den wal, sleep
dienst e.d. van belang was.
Dinsdag 9 April 1929 waren de drie vlieg
booten gereed voor vertrek. In den voormid
dag had de bemanning zich opgesteld in één
van de hangars op het vliegkamp „De Mok",
waar zij in tegenwoordigheid van de ach
terblijvende officieren, onderofficieren en
manschappen van het vliegkamp, door den
commandant overste De Jonge werden toe
gesproken. Vooral werd gewezen op het ge
wichtige moment, nu men de gelegenheid zou
hebben de jarenlange studie aan de practijk
te gaan toetsen. Hij wenschte de bemanning
veel geluk toe en hoopte, dat zij niet door
pech zouden worden verhinderd hun taak te
volbrengen.
In den namiddag kwamt.. van autori
teiten en deputaties; generaal Snijders, kolo
nel Hardenburg van het vliegkamp te Soester-
berg, de garnizoenscommandant te Den Hel
der, burgemeesters van Den Helder Anna
Paulowna, vlootaalmoezenier en vlootpredi-
kant, deputaties van de Kamer van Koophan
del, Ambachtsschool, Dep. v. Helder van de
Mij. voor Handel, Nijverheid en Verkeer enz.
enz. Zij allen kwamen met korte of langere
toespraken de bemanning een succesvollen
tocht wenschen.
De groepscommandant luit. ter zee Peten
burg sprak namens de bemanning een woord
van dank voor de goede wenschen en betoon
de belangstelling. Zij zouden alles doen wat
in hun vermogen lag om den tocht tot een
goed einde te brengen, omdat zij wisten van
welke groote beteekenis deze tocht was.
Collega vliegers met een escadrille vlieg
tuigen cirkelden boven het vliegkamp en
brachten daarmede een groet aan de negen
mannen, die de eerste overzeevlucht Neder
land—Indië zouden maken.
De volgende dag 's morgens om 4 uur bij
een helderen sterrenrijke hemel, maar vinnig
kouden N.W.-wind was men op het vliegkamp
„De Mok" reeds bezig de vliegtuigen in ge
reedheid te brengen.
Van de Buitenhaven in Den Helder ver
trokken in dit zeer vroege, nog bijna nach
telijke uur een groepje belangstellenden, meest
familieleden van de bemanning naar De Mok
om bij het vertrek aanwezig te zijn. Over het
donkere Marsdiep trok het vliegkampbootje en
dichterbij komende links van de vaargeul naar
het vliegkamp, teekenden de vliegtuigen hel
verlicht zich reeds van verre af.
Marinemannen stonden aangetreden.
Toen het groepje belangstellenden uit Den
Helder gedebarkeerd was en een korte begroe
ting had plaats gehad, trad Minister Lam-
booy naar voren om de bemanningen van de
D 21, 22 en 23, die in vliegercostuum gereed
stonden, toe te spreken.
Nu nog, na 10 jaar, zie ik dit treffend mo
ment voor mij, omdat het mij zoo denken
deed aan de vele momenten in den grooten
wereldoorlog, als de mannen in het nachtelijk
uur kort voor den slag werden toegesproken.
Maar hier gold het een vreedzamer doel. Hier
sprak minister Lambooy: „Het is altijd mijn
lievelingsgedachte geweest bij den aanvang
van dezen tocht aanwezig te zijn, omdat zij de
groote en de bijzondere beteekenis zal kunnen
aantoonen en bevestigen van wat de marine-
vliegdienst vermag, mede namens de regee
ring en bijzonder namens mijn ambtgenoot
van Koloniën wensch ik U allen geluk met Uw
aanwijzing voor dezen tocht, waardoor het U
ook mogelijk zal zijn de Nederlandsche drie
kleur hoog te houden. Ik wensch U allen
onder Gods besten zegen een voorspoedige
reis toe."
Vice-Admiraal Quant gaf daarna het bevel
tot vertrek. De mannen gingen aan boord van
hun vliegtuigen, de motoren donderden. Even
voor zessen trok het eerste vliegtuig zich uit
het water omhoog, direct gevolgd door het
tweede en derde. Het was nog donker, maar
de schemering in het Oosten liet vaag de
omtrekken van de vliegtuigen zien boven de
nog slapende stad.
De eerste marinevliegtocht Nederland
Indië was begonnen.
We leefden toen nog niet in de dagen van
belangstelling voor de marine, zoodat de tocht
in de pers slechts vermeld werd naar de korte
ingekomenen bericht van het Departement
van Defensie.
Bordeaux. Marseille, Napels, Athene, Alex
andrette... de vlucht ging voortreffelijk.
Maandagochtend 10 uqr uit Athene, Maan
dagmiddag 3 uur te Alexandrette. Alles wel.
Dinsdagmorgen uit Alexandrette, dienzelfden
middag in Bagdad. Woensdag uitrusten in
Bagdad. Donderdag 2 Mei
In Den Helder werd dien dag de Lidwina
Stichting geopend en al wat burgerlijk en
militair autoriteit was gaf acte de précense.
Juist toen vice-admiraal Quant namens de
Marine woorden van gelukwensch zou gaan
spreken over de totstandkoming van dit zie
kenhuis komt het ontstellende bericht binnen
dat de D 22 te Bagdad bij het opstijgen
tegen een brug gevlogen is en de officier
vlieger Everts werd gedood
De Néderland—Indië-vlucht werd enkele
dagen onderbroken. De Marineluchtvaartdienst
leed een gevoelig verlies, maar de mannen
van de NederlandIndiëvlucht zetten met 2
vliegtuigen hun tocht door.
Zondag 12 Mei waren ze op Ceylon, den vol
genden dag starten ze voor de grootste over
steek naar Sabang; 1620 K.M.
Op Zaterdag 18 Mei waren zij behouden te
Tandjong Priok aangekomen, nauwelijks ston
den de bemanningen aan den wal of tijdens
het bijladen van de benzine vloog de D 23
in brand en werd volkomen vernietigd.
De eerste NederlandIndiëvlucht van Dor-
nier-Walvliegbooten was volbracht. Een men-
schenoffer en groote materieele offers kostte
deze vlucht. Het zou nog tien jaar duren
voor men de mogelijkheid van regelmatige
NederlandIndiëvluchten weer overwoog.
Zal dit thans, binnenkort, gebeuren?
We zijn zijn tien jaar verder sedert de
eerste vlucht. De techniek heeft geweldige
vorderingen gemaakt. De stoere, onverzette
lijke wil tot het volbrengen van bijzondere
reizen, die steeds en ook toen onze Marine
mannen kenmerkten, is er ook nu nog.
En zooals onze onderzeebooten alle oceanen
doorkruisen en regelmatig reizen maken naar
Oost en West zoo zullen binnen afzienbaren
tijd ook de vliegbooten der marine op eigen
kracht hun bestemming volgen.
Daarbij zal de herinnering aan de eerste
vlucht in 1929 voortleven en de nagedachtenis
van hen, die gevallen-zijn, in eere blijven.
^w-emmen
In ons blad van Zaterdag j.1. vonden onze
lezeressen en lezers het programma van de
jaarlijksche onderlinge wedstrijden, welke
onder auspiciën van de Sportclub F.M. voor
de leden van de geheele vereeniging worden
georganiseerd. Het is nu het Bestuur gelukt
aan dit interessante programma een waardig
slot toe te voegen in den vorm van een twee
kamp tegen de Zwemvereeniging 't Oude
Veer (Anna Paulowna). Deze
dualmeet
zal worden gehouden a.s. Zondagmiddag om
twee uur op den Dijk. Het programma omvat
100 m schoolslag, 100 m borstcrawl, 5 X 50 m
borstcrawl estafette en 3 X 50 m wisselslag
estafette. Naast deze heerennummers zijn er
zeven nummers voor de jeugd, nl. dezelfde
nummers als voor de onderlinge wedstrijden.
De snelste zwemmertjes en zwemstertjes van
deze club mogen de kleuren van F.M. verde
digen tegen de jeugd van Anna Paulowna.
Een aardige attractie! Tot slot wordt die
middag een waterpolowedstrijd tusschen Fris-
sche Morgen II en Oude Veer gespeeld. De
Sportclul heeft een medaill" voor die vereeni
ging uitgeloofd, die de meeste punten krijgt.
Na afloop van de dualmeet zal de prijsuit
reiking (ook van de onderlinge wedstrijden)
plaats hebben op het terras van het clubge
bouw.
De Waterpolo-competitie
is met de overwinning van F.M. op de Ham
(Krommenie) Vrijdagavond beëindigd. Hier
door kreeg F.M. twee punten, welke zij ten
volle verdiende. In de vierjarige loopbaan in
de competities is het nog niet voorgekomen,
dat F.M. een dergelijk resultaat boekte. Uit
de behaalde resultaten kan men twee con
clusies trekken. Ten eerste, dat de mooie wa-
terpolosport niet „een, twee, drie" is aan te
leeren, maar dat jarenlange training en rou
tine noodzakelijk zijn om succes te hebben.
Daardoor is de formatie en training van
zeventallen met jonge spelers zeer gewenscht,
om reserve-krachten te kweeken voor plaats
vervanging in de hoogëre regionen. Onze
tweede conclusie trokken we uit de chronolo
gische resultaten van deze zomercompetitie.
De 7 punten werden alle gedurende de laat
ste wedstrijden verdiend. 0O.i. is dit niet alleen
aan de versterking gedurende de laatste wed
strijden te danken (hoewel dat zeer belang
rijk was) maar ook aan de vooruitgang van
het spel gedurende de wedstrijden. Ieder jaar
moeten de spelers eerst „op dreef" komen
om daarna pas tijdens de competitie balbe
handeling, tactiek en samenspel te perfec-
tionneeren, wanneer de tijd dat toelaat. Over
de geheele spelerslinie is dit jaar een verbe-
toering te constateeren, vooral Jan Baarfla
H. Wildenberg, Kees Tijsen, om cr eenke
te noemen, gingen vooruit. Toch is het iam-
mer, dat Den Helder geen overdekte zwem-
accomodatie bezit, waardoor de traininsr des
winters door ken gaan en men in de winter
competitie kon uitkomen. De langdurige on
derbreking thans is een groote handicap
voor een opkomende vereeniging als F. M.
De eindstreep in de derde klasse coirrwut,
thans: *"-euti»
is thans:
Neptunus
De Ham
Fr. Morgen
D.A.W.
Kroosduikers
8
8
8
8
8
4
3
3
0
0
1
0
0
4
4
5
48—3
U26
H—26
7 —i2
8—29
dat
16
Ons wordt nog medegedeeld, oat ied F
Heldersche ingezetene vaardigheidszwernm
ven af kan leggen op de volgende tijden-vS*
dagavond 7 uur, Zaterdagmiddag '2 UUr J'
Zondagmorgen 10 uur. Men ontvangt
fraai diploma en men kan zich bij den hlT
meester aanmelden.
De Fransche zaakgelastigde heeft, naa
verluidt, gisteren bij het Japansche ministe.
rie van Buitenlandsche Zaken stappen ge.
daan om erop te wijzen, dat Frankrijk met
Engeland gemeenschappelijke belangen
heeft bij de financieele vraagstukken tt
Tientsin, welke betrekking hebben op de„
Chineeschen dollar en de zilvervoorraden in
de Britsche concessie.
De zaakgelastigde heeft, naar verklaard
wordt, de Japansche regeering verzocht, de.
ze gemeenschap van belangen te erkennen,
Voorts meent men te weten, dat de Ame'
rikaansclie zaakgelastigde reeds Dinsdag
soortgelijke stappen heeft ondernomen.
Naar de „Asahi Sjimboen" meldt, heeft
het ministerie van buitenlandsche zaken
deze Fransche en Amerikaansche vertoogen,
als zijnde „onredelijk", van de hand gewe!
zen en verklaard, vastbesloten te zijn, even
als tot dusver, alleen met Engeland te on
derhandelen.
Forster loopt op zijn rede te Dant-
ziq le Londen vooruil.
De „Excelsior" publiceert verklaringen,
die Forster gisterochtend op het vliegveld
van Dantzig tegenover verscheidene jour
nalisten heeft afgelegd.
Op een desbetreffende vraag van den cor
respondent van de „Excelsior" antwoordde
Forster: ik wil niets mededeelen omtrent 't
resultaat der besprekingen, die ik met den
Fuehrer heb gehad.
Ik houd de verrassing voor u in
petto tot morgenavond, wanneer ik
op de Langemarckt mijn rede zal
houden. Meer dan ooit is het noodig,
dat onze wederaanhechting geschiedt
en wel binnen den kortst mogelijken
tijd. Wij willen geen oorlog, doch
het is ontoelaatbaar, dat Frankrijk
en Engeland door den steun, die zij J
aan Polen geven, aldus door hun
•aanmoediging een premie op den
oorlog stellen.
Toen de correspondent daarop aan Forsler
vroeg, wanneer volgens hem deze terugkeer
zou plaats vinden, antwoordde deze: Spoedig
zeer spoedig. Een ding staat vast: Dantzig
dat Duitsch bezit is, moet tot het moeder
land terugkeeren. In de rede, die ik morgen
zal uitspreken, zal ik de wereld toonen;
dat onze eischen rechtvaardig zijn. Ik weet
wel, dat ons beroep zal worden verworpen.
Dan zullen wij handelend optreden, als dit
liet eenige middel is, waardoor ons voldoe
ning kan worden geschonken. Persoonlijk
geloof ik niet aan een conflict. Ik geloof in
den vrede. Maar daarvoor is van de zijde
der democratieën goede wil nooclig.
SCHAGEN, 10 Aug.
11 Paarden 150375, 3 veulens 0080,
14 geldekoeien, magere 100—160. 40 idem
vette 180-r255, 10 kalfkoeicn 170225, 3
graskalveren 20—31, 19 nuchtere kalveren
6—12, 25 schapen, magere 8—11, 163 idem
vette 1219, 131 lammeren 3.506.50, 5
bokken en geiten 3—8, 4 vette varkens p-
Kg. 51—52 et., 34 biggen 9—17, konijnen
0.251.25, 52 kippen 0.40—1.haantjes 30
70 ct.
ALKMAAR, 9 Aug.
Aardappelen 2.10—2.80, aalbessen 3—8- an'
dijvie 0.50—1.90, appelen 2.50—7, augurken
2—10, bleomkool I 8—14, idem II 2-5.50.
bieten 1.40, doperwten 2.503, druiven w
20, gclo kool 2.60, groene kool 1.70—2.10»
kropsla 1.404.50, komkommers 12, ni®*
1 oenen 5—20, peren 2—G, prei 2.60—4, peten
sclic 0.501.20, perziken 3—6, postelein 0.M
—0.30, rabarber 1—3, roode kool 1—1.60. 5el'
derie 0.50—1, spinazie 0.120.70, snijboonen
28, dubbele spereieboonen 0.70—1~0>
maten 2—3.40, uien 5.20—7.60, wortelen 2-*
8, zwarte bessen 15.
AMSTERDAM, 9 Aug.
Veemarkt. 245 Vette kalveren: le
•>660 et., een enkele hooger, 2c kW.
•>4 et., 3e kw. 38--40 ct. per Kg. levend Pe'
wicht; 102 nuchtere kalveren f 5.50—0 'ia
stuk, log varkens: vleeschvarkens, wegen"
van 90—110 Kg.' 62—63 ct., zware varken5
6001 ct., vette varkens 5859 ct. per
slachtgewicht. Aangevoerd 1 wagon P8*
slaehte runderen uit. Denemarken#
NOORDSCHARWOUDR, 10 Aug. s0
Schotsche muiztoen 2.30—2.80, grooten u
—2.20, eigenheimers 2—2.50, 1)1. dito 2J1
2-30, drielingen 2.50—2.60, uien S-SCP-o-8"'
drielingen 3.70—4. ,,ie
gele nep 380410; zilveruien 130150; -f.
hngen 390-450; zilvemep 580-8; sperc'
boon en 090—10; kroten 0.80; roode kooi -
witlek ooi 0.00; gele kool 1.50
BROEK OP LANGENDIJK. 10 Aug-
Schotsehe muizen 2.20- 2.70. cigenheun
2.:»0. hl. eigenheimers 2—2-60, dn®
2.10—2.20. Aanvoer 32000 Kg. aardappe
Uien 5.500.10, drielingen 3.103.90. ,0n^
Gele nep 45—410; 1100 kg. zilveruien Kj
130; drielingen 350410; zilvernep .51 jTgj;
spereieboonen 700920; kroten x*-Tl
roode kool 1—120.