Wij lazen voor
DRIE MANNEN
M B>I
©ILDF^IMTS'
MANNEN
Hitier: de man op den
bergtop
Om Hit'er's veiligheid
Radioprogramma
EDGAR RICE
BURROUGHS
- Uit de Pers van heden
Witte lichtkogels
Gaat Spanje Hollandsche
koeien koopen?
feuilleton.
'IMiïM tt
DOOR
99.
Tarzan kwam al dichter en dichter bij het
dier. Nog steeds concentreerde de leeuw al
zijn aandacht op zijn vette hap, onbewust van
de nabijheid van den aapman. Het volk zat
zwijgend en gespannen toe te kijken, terwijl
het de moed bewonderde van den bijna naak
ten wildeman, want de leeuw kon zich ieder
ogenblik omdraaien. Vlak achter den leeuw
gekomen, legde Tarzan de speer op de grond.
Hij had het wapen meegenomen alleen uit
voorzorg voor het geval zijn voorgenomen
plan zou mislukken. En nu, met de snelheid
en de kracht van een panter, sprong hij
op de rug van het dier. Hij greep den leeuw
bjj de manen en bij het ruime vel op zijn rug
en tilde het dier op. Op hetzelfde ogenblik
zwaaide hij het dier rond, alsof het een leven
de catapult was en smeet den leeuw naar de
koninlijke loge. Het lichaam vloog tegen Me-
nofra aan en sloeg haar van haar stoel. Maar
de leeuw, geschrokken en angstig, dacht al
leen maar aan ontsnappen en sprong in een
aangrenzende loge. Menofra stond op, onge
deerd. Zij was zo geschrokken, dat zij in ra
zernij tegen Tarzan uitviel.
Ir. Albarda over de „misgreep".
Ir. J. W. Albarda stoot zich in het soc.
dem. dagblad Het Volk aan het woord „mis
greep", met welk woord Jhr. de Geer in zijn
bekende verklaring het Kamervotum beti
telde, dat het vijfde Kabinet-Colijn ten val
bracht.
Het is, aldus de heer Albarda,
niet te ontkennen, dat er in de
maand Juli een ernstige misgreep
is begaan. Die ernstige misgreep
was echter niet het door jhr. de
Geer gelaakte Kamervotum van 27
Juli, maar de formatie van het vijf
de kabinet-Colijn!
Indien ooit het woord misgreep voor een
handeling van een staatsman mocht worden
gebruikt, dan was het bij die daad van dr.
Colijn. De daad was des te meer af te keu
ren, als men haar beschouwt in het licht
der tegenwoordige tijdsomstandigheden. De
ze zijn van dien aard, dat meer dan ooit
behoefte is aan een kabinet, dat met de
volksvertegenwoordiging in wederzijdsch
goed vertrouwen kan samenwerken. Dat aan
de zijde der Kamer dat vertrouwen ontbrak,
bewees het debat van 26 en 27 Juli onmis
kenbaar.
Het is begrijpelijk, dat de anti-revolution-
nairen en vooral de liberalen nu uit het
lood zijn geslagen en dat vooral de liberalen
terug verlangen naar de bevoorrechte posi
tie, die zij bezaten in het kabinet-Colijn.
Daarin waren immers aan geestverwanten
meer portefeuilles toevertrouwd dan hun
aantal zetels in de volksvertegenwoordi
ging bedraagt. Het is verklaarbaar, dat de
liberale groote pers nu elke poging tot een
andere kabinetsformatie tracht te bemoei
lijken. Dit ondervindt de heer De Geer en
klaarblijkelijk ergert het hem.
Maar dit mocht, zoo besluit ir. Al
barda, een behoedzaam staatsman,
bekend als een meester in het kie
zen van zijn woorden, niet brengen
tot de misgreep, dat hij een kwet
send oordeel uitsprak over een drie
tal partijen, die in het belang des
lands hun parlementaire plicht heb
ben gedaan en van welke voorzoo
ver mij bekend is niet is geble
ken, dat zij voor de consequenties
daarvan terugdeinzen.
DE MENSCH TRIOMFEERT.
Dr. J. Smit, rector van het Hervormde
Lyceum te Amsterdam schrijft in het or
gaan van den Bond van Politie-ambtena-
ren in Nederland tot Bescherming van Die
ren:
Men zegt, dat de Nederlandsche boer
goed is voor zijn beesten. Ik ge
loof het graag. Ik kan er zelfs iets
moois van vertellen, dat ik gehoord
heb van een collega uit het Noorden
des lands. Hij zei mij, dat op het
erf van zijn vader een werkpaard
nooit verkocht werd, maar als het
te oud was geworden om te werken
zijn voer verdiend had: dat beest
mocht rustig rentenieren. Dat scheen
in die streek meer de gewoonte te
zijn bij goede boeren.
Kijk, zoo iets doet je hart goed. Er is niets
tegen, dat een dier een redelijke portie werk
verricht, maar men staat versteld, wat
menschen een redelijke hoeveelheid vinden,
en dan blijkt het altijd, dat degenen, die
de meeste rechten voor zichzelf opeischen,
het ongevoeligst zijn tegenover andere we
zens, 't zij mensch of dier. Hier evenwel
was nu eens een gul erkennen van het stil
le recht van den weerlooze.
Als alle boeren zoo waren! Helaas! Die
boeor uit de Haarlemmermeer, die bekend
stond als de dierenbeul, kan het U anders
vertellen. Gelukkig dat er rechters zijn, die
straffen willen opleggen, en nog gelukki
ger, dat er actieve politiemannen zijn, die
durven verbaliseeren.
Toch kan de boer-dierenbeul een uitzon
dering zijn. Mar dan zijn er nog de verkoop
lui en de drijvers, voor wie beesten rechte-
looze,o nbegrepen winstobjecten zijn. Men
staat versteld, welke wreede slimmigheden
toegepast worden om de winst maar grooter
te maken. Het beest ondergaat weerloos en
zwijgend, of wordt tot zwijgen gebracht. De
mensch triomfeert; hij kan aanstonds een
paar borrels meer drinken!
Aan den rand van Amsterdam loopt een
veedrijver achter koeien aan. Eén broodma
gere koe loopt waggelend achteraan. Alle
stokslagen zijn voor haar alleen. Eindelijk
kan ze niet meer. Ze zakt ineen. Dan een
vlooek, een schop hoog tusschen de achter-
pooten. Het arme beest springt schichtig op
en waggelt weer verder. De mensch triom
feert. Hij mag ranselen, schoppen en trap
pen.
Hoeveel duizenden zangvogels zitten in
nauwe kooitjes in donkere hoekjes, afge
wend van 't licht. Dan zingen ze mooier!
De mensch triomfeert, hij mag zooveel
gevangenissen inrichten, als hij wil. En hij
geeft liefst levenslang!
Maar wee wie hem in zijn eigen vrijheid
beknot!
Hoe.veel menschen gaan dagelijks de
80.000 kettinghonden voorbij, gedachteloos
en gevoelloos? Wat gebeurt er nog bij het
slachten van vee en gevogelte? Hoe onnoo-
dig veel leed draagt het weerlooze beest!
De mensch triomfeert!
Neen, de mensch triomfeert, daar niet. De
ware mensch triomfeert daar, waar hij
toont redelijk en zedelijk hooger te staan
dan het beest, en de beschermende hand
uitsteekt boven het weerlooze schepsel.
Hij kan de wereld bevTijden van
vrees, zegt Churchill.
In een radiorede, die hij voor Amerika
heeft gehouden, zeide Churchill o.a., dat de
stilte, die over Europa hangt, er een was
van afwachting en in vele landen van
vrees. De nazi's zeggen, dat zij omsingeld
worden. Zij hebben zichzelf omringd met
buurlanden, die voortdurend moeten ra
den, wie het eerst neergeslagen zal worden.
Dit soort raadsels is een zeer vermoeiend
spelletje en de andere landen, in het bij
zonder de kleine, vinden het reeds lang
niet meer amusant.
In Duitsdhland zit op een bergtop
één man, die in een enkelen dag
de wereld kan bevrijden van de
vrees, die op haar drukt, of alles
en allen in een vulkaan van rook
en vlamimen kan storten. Als Hit-
Ier geen oorlog ontketent zal er
ook geen oorlog komen, aldus
Churchill.
Niemand anders zal oorlog gaan voeren.
Niemand heeft er ooit van gedroomd,
Duitschland aan te vallen. Als Duitschland
zou willen worden gerustgesteld over een
aanval door zijn buren, heeft het slechts
één woord te spreken en zullen wij het de
volledigste waarborgen geven in overeen
stemming met de beginselen van het vol-
kentoondspact.
„Afschuwelijke krankzinnigheid".
Wij moeten ernaar streven om voor de
toekomst te geraken tot een stelsel van
betrekkingen tusschen de menschen, dat
een einde zal maken aan deze afschuwe
lijke krankzinnigheid, dat de werkende en
scheppende krachten haar taak zal laten
voortzetten en niet, langer het geheele le
ven der menschheid afhankelijk doet zijn
van een enkelen man.
nabij het landhuis van Horthy, waar Hitier
zou logeeren.
De Hongaarsche rij ksregent zou erop heb
ben gewezen, dat dergelijke speciale voor
zorgsmaatregelen niet noodig waren. Toen
hij Duitschland bezocht werd hij slechts
door twee rechercheurs vergezeld. De Hon
gaarsche politiemacht zou best in staat zijn
Hitler's veiligheid te waarborgen. Niettemin
handhaafde Himler zijn eisch, dat c.a.
10.000 man Hitier moesten beschermen. In
die omstandigheden zou Horthv hebben la
ten weten, kon het bezoek beter niet plaats
vinden.
'sFührers bezoek aan Hongarije
afgezegd.
Naar de diplomatieke correspondent van
de „Daily Telegraph" verneemt, is het voor
genomen bezoek van Hitier aan Hongarije
in antwoord op het bezoek van admiraal
Horthy aan Duitschland, voor onhepaalden
tijd uitgesteld. Het schijnt dat. Himler, de
öhef der politie, erop heeft aangedrongen
dat. eenige duizenden leden der Gestapo
naar Boedapest zouden gezonden worden
voor de veiligheid van den Rijkskanselier,
en dat bovendien een politiemacht van ge
lijke sterkte het geheele dorp zou bezetten
Een „bommenregen" op Londen.
Tijdens de Dinsdagavond gehouden En-
gelsche luchtoefeningen zijn op verschil
de plaatsen enkele „aanvallers" erin ge
slaagd, onopgemerkt de verdediging te pas
seeren, waartoe het slechte weer de gele
genheid bood. Op de meeste punten heb
ben het luchtafweergeschut en de gevechts
vliegtuigen hen echter teruggedreven.
Een groep van twaalf bommenwerpers,
die van de kust kwam, heeft boven de
Londensche city witte lichtkogels uitgewor
pen, die bommen moesten vooretellen. Spoe
dig voegden zich bij deze machines nog
drie bommenwerpers, doch vlak daarachter
kwamen verscheidene jagers en vijf minu
ten later verwijderden de aangevallen
bommenwerpers zich, klaarblijkelijk over
wonnen.
Gebrek aan melkvee in Catalonië
Blijkens rnededeelingen van de tegenwoor
dige Minister van Economische Zaken in
Spanje Suances die dezer dagen de pers
heeft ontvangen en bij deze gelegenheid
een pleidooi heeft gehouden voor een autar
kische handelspolitiek, laat o.a. de toestand
van de melkveestapel zich in Spanje reeds
weer vrij gunstig aanzien. De minister
wees er op, aldus het orgaan van den Alg.
Ned. Zuivelbond, dat ondanks alle stoor
nissen tengevolge van den oorlog de pro
vincie Galicia in het Noorden van Spanje
thans reeds weer haar oude veestapel te
rug heeft. In de provincie Catalonië is het
daarmede nog minder gunstig gesteld. Daar
is thans nog een tekort aan 5000 melkkoei
en voor de melkvoorziening der steden, zoc-
dat de Spaansche regeering er reeds aan
gedacht heeft om het tekort, door aankoo-
pen in Nederland aan te vullen. Daaren
tegen blijkt de provincie Santander, het
derde centrum van eigen melkveehouderij
in Spanje, met haar veestapel reeds boven
de stand van voor de oorlog te zijn uitge
komen, zoodat er op het oogenblik melk-
transporten van Santander naar Barcelona
plaats hebben.
VRIJDAG 11 AUGUSTUS 1939.
Hilversum I. 1875 en 414,4 m.
8.00 VARA. 10.09 VPRO. 10.20 VARA. 12.00
AVRO, 4.00 VARA 7.30 VPRO. 9.00 VARA.
10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Gramofoonmuziek (Ca. 8.16 Berichten),
10.00 Morgenwijding.
10.20 Orgelspel,
11.00 Declamatie.
11.20 VARA-orkest.
12.00 Gramofoonmuziek (Ca. 12.15 Bericht.),
12.30 Kinderkoor.
12.50 De Twilight Serenaders (opn.).
I.15 AVRO-Amusementsorkest.
2.00 Causerie „Katten".
2.30 Disco-varièté.
3.30 Nina Dolce's Puszta's orkest.
4.00 Gramofoonmuziek,
5.00 Voor de kinderen.
5.30 VARA-orkest.
6.28 Berichten.
6.30 Letterkundig overzicht.
6.506.55 Gramofoonmuziek.
7.00 VARA-Kalender.
7.05 Cyclus „Reizen en trekken".
7.23 Berichten ANP.
7.30 Berichten.
7.35 Een woord van Luther: „Ferien hahen
ist auch Religion".: 2. Ruigte.
8.00 Vocaal concert en pianovoordracht.
8.30 Causerie „Tusschen Zomer en Herfst in
de Nederlandsche folklore".
9.00 VARA-orkest en solist.
9.30 Radiotooneel.
9.45 Vervolg concert.
10.30 Berichten ANP.
10.40 Avondwijding.
II.60 Orgelspel.
11.30 Jazzmuziek (gr.pl.).
11.5512.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum n. 301,5 m.
Algemeen Programma, verzorgd door de
NCRV.
8.00 Schriftlezing, meditatie.
8,15 Berichten, gramofoonmuziek (.9309.45
Geluk wenschen
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonmuziek.
11.15 Zang, piano en gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek (Om 12.30 Toespraak);
I.00 Quintolia en gramofoonmuziek.
2.30 Christ. lectuur.
3.00 Gramofoonmuziek.
4.00 Triocon-ert en gramofoonmuziek.
5.45 Declamatie en gramofoonmuziek.
6.30 Berichten, hierna: Tuinbouwcauserie.
7.00 Berichten.
7.15 Literair halfuur.
7.45—7.55 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Berichten.
8.15 Uitzending uit Zürich.
9.15 De Vedelaars.
10.00 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.30 Apollo-ensemble.
II.25 Gramofoonmuziek.
Ca. 11.50—12.00 Schriftlezing.
29.
Naar het Amerikaansch van
Morgan S» Roscue
Brady's stem klonk geprikkeld toen hg
sprak.
Luister eens, O'Malley! Waarom kun je
niet open kaart spelen met een vriendAls
je iets weet, hoor je hier te komen om je hart
uit te storten!
Wind je niet zoo op beste kerel. Als je
die informatie niet verschaffen wil, zeg het
dan. Maar één ding kan ik je wel verzekeren.
Ais ik waardevolle inlichtingen te geven heb,
kom je het eerst in aanmerking.
Mooi, gromde de inspecteur. e nie
over een kwartiertje weer op. Dan Kan
je meer vertellen.
Tot straks dan, lachte O Malley
belde af.
Hij bleef in de hall wachten en ging na
een kwartiertje naar de telefooncel te g.
Weldra was hjj weer met den inspecteur
verbonden.
Ben jij het, Brady? En weet je al wat
Zeker, beste kerel, lichtte de insp"
teur hem in. Mc Girk en de andere be
diende zijn met een week salaris en met
aanbeveling aan de erfgenamen e' i o
ken. Mc Girk woontDe g__
een adres op in het Westen der s
Ze zeggen dat hij daarheen is gega.
houden een oogje op hem. „„„denken
Waarom Tvroeg O Malley. Ze vc
hem toch niet?
Waarom zouden ze niet?
O'Malley dacht even na.
Nu, in het verslag, dat ik las, staat, dat
de poljtie de deur heeft geforceerd. En een
of andere woesteling is uit het raam gespron
gen, heeft een agent knock-out geslagen en
is er vandoor gegaan. En Mc Girk is de trap
af komen loopen in zijn nachtgewaad. Dus
wat kan hij er mee te maken hebben?
Misschien heb je gelijk. Maar ze hou-
altijd een oogje op iemand, die met zoo'n ge
val op de een of andere manier annex is, den
eersten tijd tenminste.
Juist, juist, antwoordde O'Malley.
Nu, ik dank je wel voor je inlichtingen, hoor
Brady.
Tot je dienst, was het opgewekte weder
woord. Maar propos O'Malley, hoe zit
het met dien brief? Krijg ik dien gauw van
je te zien?
De vraag werkte eemgszin als een koude
douche.
De brief waarmee ik by Schmidt ben
geweest? Waarom?
Waarom niet? antwoordde Brady be
daard. Schmidt scheen den indruk te heb
ben dat het een belangrijke brief was en hij
zei dat jij beloofd had dien over acht dagen
hier te brengen. Vergeet het niet, hoor je?
Het beeld van Claudia Hunt verrees voor
O'Malley's geest en het hart zonk hem in
de schoenen. Wel klonk het op gemaakt-
luchthartigen toon, de week is nog niet
om. Het was trouwens ook geen week, het
waren tien dagen. Maar je krijg hem voor
dien tijd vermoedelijk wel onder oogen.
Brady lachte kort.
Goed O'Malley. Tot zien.
O'Malley had Mc Girks adres onthouden,
maar nu leende hij een potlood van het
meisje, bij de kranten-étalage en schreef het
op een kaartje. Daarna haastte hij zich uit
het hotel naar huis.
Toen hij weer in zijn kamers terug was
pakte hij een kleinen handkoffer met een
naar toilet-benoodigdheden. liet dien staan en
ring weer op pad. Hij dineerde, verliet het
restaurant waar hij gegeten had juist voor
zonsondergang en pakje een bus. En kort
daarna slenterde hij voor het huis, waar Mc
Girk woonde.
Hij had besloten om daar een kamer te
nemen om Mc Girk beter in het oog te kun
nen houden. De man leek hem de eenige
schakel te zijn tusschen Chester, Barrett en
Bindles. Maar er was kans dat Mc Girk hem
het huis zag binnengaan, daarom vond hij
het beter zijn koffer te laten brengen na
donker. Daarbij wilde hij ook niet al te laat
komen, uit vrees dan geen kamer meer te
kunnen krijgen of argwaan te wekken.
Het huis lag een eind van de straat af. Ter
wijl O'Malley naderde, keek hij onopvallend
om zich heen. Behalve het gevaar om door
Mc Girk, die hem na dat gebeurde in de
taxi zou herkennen, gezien te worden, was
er ook de kans, dat de politie wel op den
uitkijk kon staan. O'Malley had geen ver
langen van een van beide de aandacht te
trekken. Zijn eigen positie in verband met
den moord op Bindles was te hachelijk.
Er liepen menschen op het trottoir. Op de
aan elkaar grenzende van yzeren hekken
voorziene, verwaarloosde veranda's, waarmee
de voorzijde van deze huizen prijkten, zaten
oude dames te breien en lummelde hier en
daar een man met grijze haren, met een
krant, een sigaar en een openhangend vest.
Maar O'Malley zag er geen bij die op Mc
Girk leek en ontdekte evenmin iemand, die
het huis in het oog hield. Na een oogenblik
van aarzelen, iets wat voor een aspirant
huurder niet ongewoon was, opende hij het
piepende ijzeren hek, liep over een armetie
rig grasveldje en stapte de veranda op van
het huis dat hij zocht.
Een slonzig negermeisje liet hem binnen en
even daarna verscheen de pensionhoudster.
Onder het flikkerende gaspitje in de gang
zag O'Malley een klein grijs dametje. Alles
was grijs aan haar, haar haren, haar oogen;
haar gerimpeld afgetobd, scherp gezicht was
zelfs grrjs. hoewel iets lichter van kleur. En
ze was gekleed in een nette.verbleekte grijze
japon. Ze keek O'Malley met onderzoekende 1
gereserveerdheid aan.
Hij vertelde haar kort dat hij een week in
de stad moest zijn en een kamer zocht. Hij
had zijn koffer zoolang achtergelaten, maar
hij zou dien gaan halen als ze had wat hij
wenschte. Hij zou vooruit betalen.
Mrs. Pells gereserveerdheid ontdooide een
beetje. Ze nam hem mee naar boven, liet hem
een niet bepaald aanlokkelijk slaapkamertje
zien aan de gang gelegen en een even trieste
maar grootere kamer aan den achterkant op
de eerste verdieping. O'Malley koos de groo
tere kamer en informeerde naar den prijs.
Zijn aanstaande hospita noemde tweemaal
de som die ze er anders voor kreeg. O'Malley
vermoedde iets dergelijks, maar hij moest
zich voordoen of hij inderdaad van buiten
kwam, hetgeen immers een hoogeren prijs
voor het logies rechtvaardigde. Dus keek hjj
teleurgesteld, maar betaalde een week huur
vooruit en nu werd de pensionhoudster bijna
vriendelijk. Hij zei dat hij Thomas Connor
heette.
Wat ik zeggen wil, mrs. Peil, voegde
hjj er aan toe, ik ben een lichte slaper.
Ik hoop dat myn buren
Mrs. Pells minzaamheid daalde weer eenige
graden.
Op uw verdieping, mr. Connor, lichtt ze
eenigszins stroef in, woont alleen*mrs.
Phillips, en ik ben ervan overtuigd, dat u
geen rustiger buur zoudt kunnen hebben.
Boven u slapen de dames Price, twee oude
dames, die om tien uur naar bed gaan en
twee heeren, mr. Mc. Girk en mr. Terry. Ik
weet zeker, dat die u evenmin zullen storen.
O'Malley slaagde erin een beetje twijfel
achtig te kijken.
Ik houd er niet van onnoodige drukte
te maken mrs. Peil, glimlachte, maar ik
word doodzenuwachtig, als ik in mijn slaap
wordt gestoord. Als ik, deze groote kamer
neem zouden dan niet een van die heeren
bijvoorbeeld hun schoenen met kracht boven
mijn hoofd uitschoppen? Als ik eenmaal
wakker schrik, duurt het weer uren om in
slaap te vallen.
Het grijze dametje schudde triomfantelijk
het hoofd.
Neen daarover hoeft u zich niet onge
rust te maken. Boven u slapen de twee oude
dames Mr. Ms Girk heeft de groote voor
kamer boven en mr. Terry heeft de groote
slaapkamer bij de gang. De andere achter
slaapkamer bij de gang is niet verhuurd.
O Malley had listig de informatie gekregen
die hij verlangde.
Prachtig mrs. Peil, antwoordde hij met
goed geveinsde opluchting, dat is dan in
orde. Als u mij een huissleutel geeft, zal ik
vanavond mijn koffer meebrengen; ik moet
eerst nog een paar boodschappen doen
Ze gingen naar beneden. Terwijl de pension
houdster een sleutel haalde, opende hij de
deur en keek uit om zich te overtuigen dat
de kust vrij was. Mc. Girk was nergens
te bekennen. Hij nam zijn sleutel in ont
vangst, zei het dametje goedenavond en begaf
zich weer stadwaarts.
Zijn kamers in het huis van miss Hippv
waar hg zijn koffers wilde halen, waren het
doel van zgn tocht. Onderweg verdiepte hij
zich in den volgenden zet op het schaakbord,
zijnde het in het oog houden van Mc Girk
Gedurende de laatste dagen had het probleem
van de groene inktvlek aanhoudend door ziln
geest gespookt. Hij voelde dat in de iden
titeit van den man of de vrouw, die de groene
tefla^t f h ke"te<:ken Sekozen had, de sleu
tel lag tot het heele raadsel. Maar nu liet hij
alle bespiegelingen varen en was vastbesloten
zich geheel te concentreeren op Mc Girk en
diens doen en laten; want tot hg meer
fenVehLhandie0tmb°a?ene Z°U the°retisfe-
Zijn gedachten werden eensklaps abrupt
™l<ii,r0wn Jdoo,r ecn waarschuwing van dat
zesde zintuig dat men intuïtie noemt Hil
ltreeg opeens een onbehaaglijk gevoel en
nauwelyks enkele seconden later wist hij de
reden ervan. Hij werd geschaduwd!
Wordt vervolgd.