DRIE MANNEN
De kleuren van het
zeewater
Radioprogramma
EDGAR RICE
BURROUGHS
Portugal een wereldmacht
Wie wordt generaal van
het Leger des Heils?
„Je gaat onder de tram"
Een politieagent geschopt
DOOR
104.
Tarzan sprak opnieuw tegen den olifant.
Het grote dier trompetterde luid, alsof hij
wilde zeggen, dat hij verstond wat er tegen
hem gesproken werd. Hij nam eerst Valthor
op met zijn slurf, daarna Tarzan en tilde
hen op zijn rug. Daarna stond hij heen en
weer te zwaaien en wachtte op een bevel.
Weer sprak de koning van de jungle en Tan
tor wandelde op zijn gemak door de arena,
tot groote verbazing van de toeschouwers.
Het grote dier had ongeveer de helft van de
arena afgelegd en was tegenover de afge
sloten ruimte, waar de gevangenen bijeen
waren, gekomen, toen de aapman een scherp
commando gaf, waarna Tantor zich omdraai
de. Tarzan vuurde hem aan met allerlei woor
den in die vreemde taal, die de grote apen
gebruiken en de kleinere apen een taal. die
door vele andere dieren van het oerwoud
wordt verstaan. Met neergebogen kop liep
het reusachtige dier op de omheining toe,
aan de binnenkant van de afgesloten ruimte
en trapte de palen hiervan tegen de grond.
Daarna stortte ook de volgende palissade on
der de machtige poten van het -dier ineen.
Menofra zag dat zij van plan waren te ont
vluchten. „Achter hen aan!" schreewde zij.:
„doodt hen!"
™!^rwWÜ1S, zeereizen maakt, zal hebben
opgemerkt, dat voor iedere zee op aarde een
speciale kleur karakteristiek is
Ook de wetenschap heeft zich met dit eigen
aardige feit beziggehouden en een onderzoek
ingesteld naar de kleuren der zeeën.
Volgens de gepubliceerde gegevens wordt,
aldus t Rotterd. Nieuwsbl., in den Atlantische
Oceaan zuiver blauw uitsluitend aangetroffen
m de deelen, die tusschen 15 en 35 graden
Noorderbreedte en 10 tot 30 graden Zuider
breedte liggen, en wel tot aan de Braziliaan-
sche kust toe; het zijn dus hoofdzakelijk de
deelen, die zich tusschen Midden- en Zuid-
Amerika en Afrika uitstrekken. Binnen deze
zóne vertoont de zee plaatselijk zoo bijv.
rondom de Canarische en Kaap Verdische
eilanden, alsook bij Zuid-West-Afrika, een
sterk groene verkleuring.
Groen overheerscht
De blauwgroene tot groene kleur komt ook
op het Noordelijk halfrond ten Noorden van
den 40sten breedtegraad voor. Noord- en
Oostzee, het Kanaal, de Europeesche en de
Amerikaansche Noordzee vertoonen derhalve
eveneens een overwegend groene kleur; ook
het zeewater ten Zuiden van den mond van de
La Plata is meer groen dan blauw.
Bijzonder donker, zelfs tot groenzwart is
het koude zeewater tusschen de Falklandeilan-
den en het Bouvet Eiland in den Zuid-Atlanti
sche Oceaan, terwijl het op de heel hooge
breedtegraden, zoowel op het Noordelijk, als
op Zuidelijk halfrond, dikwijls een nagenoeg
zuiver blauwe kleur aanneemt.
Haast nog meer verschedenheid dan ten aan
zien van de kleuren vertoont het zeewater wat
de doorzichtigheid betreft. Om de doorzichtig
heid van het zeewater te meten, liet men
groote schijven in het water neer en mat dan
nauwkeurig, tot welke diepte het normale
menschelijke oog ze nog kon waarnemen.
Bij deze onderzoekingen bleek de Middel-
landsche Zee het helderste water te hebben,
want op sommige plaatsen was het water tot
60 en 52 meter doorzichtig. In den Indische
Oceaan was de proefschijf nog op 50 meter
diepte te zien, in den Atlantische Oceaan
bij Madeira op 42 meter en bij het Bouvet-
Eiland op 25 30 meter, terwijl in de Roode
Zee de doorzichtigheid tot ongeveer 43 meter
reikte en in de Adriatische Zee tot 30 40
meter.
De zon dringt nog dieper door.
Veel minder doorzichtig zijn daarentegen
de Noord- en Oostzee. In de Baai van Helgo-
land was de schijf slechts op een diepte van
512 meter waar te nemen. Betrekkelijk wei
nig helder is ook het water van de Oostzee,
dat bij Bornholm tot een diepte van 1113
meter doorzichtig bleek; doch na een storm
was de schijf op niet meer dan 710 meter
zichtbaar. In de Botnische Golf reikte de door
zichtigheid van het water, al naar gelang van
de kleur, in geelachtig tot lichtgroen water tot
15 meter, in bruin water daarentegen slechts
tot 2 meter diepte.
Het licht van de zonnestralen dringt natuur
lijk veel dieper door. Door middel van fotogra
fische metingen heeft men vastgesteld, dat
heel zwakke lichtsporen nog op diepten van
600 meter zijn waar te nemen. Doch het licht
is, tenminste in onze Noordelijke zeeën, al op
veel geringere diepte bijvoorbeeld op 25
meter zóó verspreid, dat men haast niets
meer zien kan.
Hoe een duiker het zonlicht ziet.
De Fransche scheepstechnicus De Plury, die
over de honderd duikproeven heeft gedaan,
heeft verklaard, dat men op een diepte van 32
meter de zon „als een roodachtige bol" ziet en
zelfs op klaarlichten dag de sterren, wanneer
het directe zonlicht bijvoorbeeld door een rots
wordt onderschept. Toen de zon in het zenith
stond, bevond De Plury zich eens op den bodem
der zee.
„Ik stond op een bodem van fijn wit zand,"
vertelt hij over deze ervaring, „en de lichtbre
king op dit witte tapijt maakte op mij den
indruk, alsof ik op een vlakte van gesmolten
goud stond. Op een diepte van 73.5 meter
heerscht reeds volslagen duisternis. Op 106
meter diep is de duisternis ondoordringbaar
en om iets te kunnen zien heeft men electrisch
licht noodig. Ik gebruik electrische lampen
van 10.000 kaars, doch het licht daarvan ver
spreid zich slechts in een omtrek met een
straal van 29 meter. Gezonken schepen, ver
brijzelde scheepsrompen, wrakstukken en ge
broken masten bieden dan een droefgeestigen
aanblik.
Doordat diep in de zeeën zoo weinig licht
doordringt, komen de meeste van het licht
afhankelijke organismen en dan nog slechts
in de helderste van de Zuidelijke Zeeën op
een diepte van hoogstens 80 meter voor. Be
neden deze grens leeft echter wel de z.g.
„schaduwflora", die nog op 350 diepte is
waargenomen.
Het land voornemens zijn kolo
niën onaangetast te handhaven.
Generaal Carmona, de president van Por
tugal, heeft het woord gevoerd aan een di
ner, dat ter gelegenheid van zijn bezoek
aan Z. Afrika was aangericht. De geest
welke de politiek van onze beide landen
inspireert, aldus Carmona, wordt bepaald
door het beginsel, dat waar een wil is,
er altijd een vreedzaam middel zal zijn om
aan de goede gezindheid uitdrukking te
geven. Portugal is niet slechts een Euro-
peesch land, het is een wereldmacht. Sinds
Engeland en Portugal te Windsor in 1373
elkaar de hand reikten, heeft den loop der
geschiedenis gewild, dat Portugal en Gr.-
Britttannië in Afrika met elkaar als bu
ren in aanraking zouden komen en dat
wij daar onze taak zouden vervullen, in
de uitgebreide gebieden welke een onaf
scheidelijk deel vormen van het Portugee-
sche vaderland.
Carmona bracht daarna een dron'k uit op
de welvaart van de Unie van Z.Afrika en
op de gezondheid van den Koning. Sir Pa-
trick Duncan, de Gouverneur-Generaal, zei-
de dat Z. Afrika met bijzondere belangstel
ling had kennis genomen van Portugal's
voornemen, zijn koloniale rijk onaangetast
te handhaven.
Geheim conclaaf begonnen.
Een en vijftig van de vijf en vijftig leden
van den hoogen raad van het Leger des
Heils, die 40 landen met inbegrip van Ja
pan, de Philippijnen en Zuid-Amerika ver
tegenwoordigen, maakt gister een begin
met het geheime conclaaf in de Congres
EVANGEL1NE BOOTH.
Hall van 't Leger des Heils te Clapton, ten-
?inde een opvolger(ster) te kiezen voor
Evangeline Booth, die zich in October te
rugtrekt.
Men verwacht ,dat de geheime beraad
slagingen van den hoogen raad drie dagen,
mogelijk nog langer, zullen duren, aange
zien een meerderheid van twee derden nood
zakelijk is voor een geldige verkiezing.
Zeven maanden gevangenisstraf
voor bedreiging.
De Amsterdamsche rechtbank veroordeel
de een werkloozen arbeider wegens bedrei
ging van een ambtenaar van Maatschap-
pelijken Steun tot zeven maanden gevange
nisstraf, met aftrek van de voorloopige
hechtenis.
Verdachte zou in een woordenwisseling
met den ambtenaar hebben gedreigd: „Je
gaat er aan, je gaat onder de tram" en bo
vendien zou hij den ambtenaar een stomp
hebben gegeven.
Tegen drie personen elk twee jaar
gevangenisstraf geëischt.
Op 4 Juni van dit jaar was op de Vlaming
straat te Delft een vechtpartij ontstaan,
waarbij de 32-jarige politie-agent L. H. B.
tegen het hoofd was getrapt tengevolge waar
van hij een zware hersenschudding had be
komen. Als verdacht van deze openlijke ge
weldpleging, met vereenigde krachten ge
pleegd, stonden gisterochtend voor de Haag-
sche rechtbank terecht de 24-jarige chauf
feur P. J. F. K. uit den Haag, de 39-jarige
koopman J. R. uit Delft en de 24-jarige tuin
dersknecht D. C. B. uit den Haag.
Agent nog steeds zenuwachtig.
De agent heeft gedurende acht weken geen
dienst kunnen doen. Zelfs als getuige ge
hoord. verklaarde hij, dat hij nog steeds ze
nuwachtig was en last had met zijn geheu
gen.
De agent verklaarde verder, dat hij ge
waarschuwd was, dat er eenige dronken per
sonen met een auto reden. Op de Vlaming
straat vond hij de auto onbeheerd voor een
café, waar gevochten werd. De agent maan
de tot doorloopen en geraakte daarbij in ge
vecht met een van de beschonken personen,
n.1. verd. K Er kwamen nog meer menschen
uit het café en hij werd tegen het hoofd ge
trapt en verloor het bewustzijn. Het verhoor
van nog vier getuigen a charge leverde en
kele tegenstrijdige verklaringen op. De ver
dachten ontkenden den agent geschopt te
hebben en K. ontkende bovendien verzet te
hebben gepleegd.
Requisitoir.
De officier van Justitie, achtte de vecht
partij bewezen, evenals het feit. dat alle ver
dachten daaraan hadden medegedaan.
Daar hier een ambtenaar in de recht
matige uitoefening van zijn bedie
ning het slachtoffer geworden is,
eischte hij een strenge straf, n.1. een
gevangenisstraf van twee jaren tegen
elk der verdachten.
De verdediger betoogde dat de tenlaste
legging van verzet tegen een ambtenaar in
de rechtmatige uitoefening van zijn bedie
ning het beste aan de feiten beantwoordde.
Hier is geen sprake van openlijke geweld
pleging. daar men een voorgenomen arres
tatie trachtte te verhinderen. De getuigen
hebben voor de politie niet met zekerheid
kunnen verklaren dat de verdachten ge
schopt hebben en ook de overige getuige-
verklaringen dekken elkander niet. Om den
verdachten de hersenschudding aan te kun
nen rekenen, moet eerst bewezen worden, dat
zij den agent hebben geschopt. Spr. vroeg
een gecombineerde straf en onmiddellijke in
vrijheidstelling van de verdachten B. en R.
De rechtbank wees dit verzoek af.
Uitspraak 29 Augustus.
DONDERDAG 17 AUGUSTUS 19S9.
Hilversum I. 1875 en 414,4 m.
AVRO-Uitzending.
8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.15 Ber.).
10.00 Morgenwijding.
10.15 Gewijde muziek (gr.pl.).
10.30 Voor de vrouw.
10.35 Het Hofstad-strijkkwartet en declamatie,
11.45 Het AVRO-Amusements-orkest. (Om
12.15 Ber.).
12.30 Gramofoonmuziek.
1.00 Interview.
I.05 Het Omroeporkest (opn.).
2.00 Gramofoonmuziek.
2.15 Het Omroeporkest en soliste (opn.).
3.00 Hans Lennartz' ensemble.
4.00 Voor zieken en thuiszittenden.
4.30 Hans Lennartz' ensemble.
5.00 Jeugdhalfuur.
5.30 Het Omroeporkest, het Operakoor en
solist, (opn.).
6.15 Gramofoonmuziek.
6.28 Berichten.
6.30 Sporthalfuur.
7.00 Cabaretprogramma.
7.40 Onbekend.
8.00 Berichten ANP, radiojournaal, mede.
deelingen.
8.20 Gramofoonmuziek.
8.40 Chansons met pianobegeleiding.
9.00 Radiotooneel.
9.30 AVRO-Musette-ensembK en solist.
10.15 Orgelspel en zang.
II.00 Berichten ANP, hierna: Dansmuziek
(gr.pl.).
11.4012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II. 301.5 m.
8.00—9.15 KRO. 10.00 NCRV. 11.00 KRO.
2.00—12.00 NCRV.
8.009.15 Gramofoonmuziek (ca. 8.15 Ber.),
10.00 Gramofoonmuziek.
10.15 Morgendienst.
10.45 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstig halfuur.
12.00 Berichten.
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 Het KRO-orkest.
1.00 Gramofoonmuziek.
I.20 Het KRO-orkest.
2.00 Orgelspel.
3.00 Gramofoonmuziek.
3.45 Bijbellezing.
4.45 Gramofoonmuziek.
5.00 Cursus handenarbeid.
5.30 Zang met pianobegeleiding, en gramo
foonmuziek.
Ca. 6.30 Berichten, hierna causerie „Flitsen
uit het leven van een zendings-officier".
7.00 Berichten.
7.15 Boekbespreking.
7.457.55 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP, Herhaling SOS-Ber.
8.15 Orgelconcert.
9.15 Causerie „Fakkeldragers".
9.54 Trioconcert.
10.00 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.30 Trioconcert en gramofoonmuziek.
II.20 Gramofoonmuziek.
Ca. 11.5012.00 Schriftlezing.
FEUILLETON.
34.
Naar het Amerikaansch van
Morgan S« Roscue
Julian had hem niet gezien en zou hem ook
niet herkend hebben, want ze hadden elkaar
nooit ontmoet. O'Malley kende hem van dien
middag in het restaurant. Maar één ding zag
hij bij den eersten oogopslag: de jongen had
teveel gedronken. Hij begon met drie rondjes
cocktails voor het gezelschap te bestellen, met
een stem, luid genoeg om een verontwaardig
den blik op de gezichten van de nabijzijnde
kellners met eenige gasten te voorschijn
Julian beschikte klaarblijkelijk over ruime
geldmiddelen. En toch had Ciaudia hem ver
teld, dat zij noch haar broer eenig
zaten. Hij wist uit het gesprek, dathlJ^n
avond in de eetzaal van het restaurantonw.1-
lekeurig afgeluisterd had, dat Julian geen
betrekking had en hij vroeg zich af hoe hij zich
deze royale uitgaven veroorloven kolJ^ls
schien kreeg hij van Barrett een finan-
Maar met den indruk dien hg van
cier gekregen had, was hij meet- g S
gelooven, dat Barrett van oordeel zou zijn, d
Julian zichzelf moest bedruipen. Hg
te verstandig en te practisch om den jon„en
door een al te ruim zakgeld te verw®""Lrin„
Een oogenblik later steeg zijn verwondering
nog. Een van de meisjes riep de drieand
toe naar haar te kijken: da.arop sta
welgevormde arm uit en vestigde hun a
op een fraaien armband. O'Malley 5 S
naar Julian wijzen, waarna de bleeke j c
Claudia's broer een goedkeurenden klap op den
rug gaf.
Het viertal zat een paar tafels van hem ver
wijderd, maar O'Malley kon zien, dat de arm
band een kostbaar stuk was en geen namaak.
Waar had Julian dat geld vandaan gehaald?
O'Malley was niet erg nieuwsgierig van aard
en onder andere omstandigheden zou een der
gelijke vraag niet in zijn hoofd opgekomen zijn.
Maar Julian was in het mysterie verwikkeld,
want hij had den jongen met Mc Girk zien
praten dien avond. McGirk was Barrett vijan
dig gezind. Speelde Julian den verrader tegen
over zijn halfbroer?
Een oogenblik later had O'Malley deze ge
dachte uit zijn geest verbannen. Hij had een
vooroordeel tegen Julian om zijn ruw optreden
tegenover zijn zuster. Maar noch het feit, dat
hij goed in zijn contanten zat, noch het geheim
zinnige onderhoud met Mc Girk was voldoende,
zonder hem gehoord te hebben, te verdenken
van zoo'n lafhartige en schandelijke daad
tegenover zijn weldoener.
O'Malley keek op zgn horloge. Het was nu
bij achten. Schenk zou, als hij thuis gegeten
had, wel klaar zijn tegen dat O'Malley zijn
woning bereikt had. Dus rekende hij af en ver
liet het restaurant, terwijl Julian en zijn
knappe beschermelinge tijdelijk uit zijn be
wustzijn verdrongen werden voor het komende
gesprek met Schenk.
Het was een mooie avond en O'Malley wan
delde, zijn gedachten bezig met wat hij tegen
Schenk zou zeggen. Hij zou den millionnair
vertellen, dat hij in een financieel blad een
artikel moest schrijven over Barretts verdwij
ning en dat hij graag Schenks oordeel zou wil
len vernemen omtrent den invloed van deze
verdwijning op Barretts aandeelen en op de
beurs in het algemeen.
Op weg naar Schenk's huis speelde even de
gedachte door O'Malley's brein om te wachten
tot het donker was en dan op een of andere
manier in de residentie van den financier in
te breken. Niet dat zooiets in zijn lijn lag, maar
hij zou de gelegenheid hebben een oog op
Schenk te houden, terwijl deze zich onbespied
waande. Hem te kunnen gadeslaan zonder dat
de ander op zijn hoede was, kon wel eens
bijzonder leerzaam blijken! En daar hij geener
lei neiging had om iets te stelen, voelde hij
absoluut geen gewetensbezwaar om, terwille
van Ciaudia, een vreemd huis binnen te drin
gen.
Louise, voor wie hij oorspronkelijk zijn na
sporingen was aangevangen, was thans nog
maar een zéér zwakke drijfveer bij zijn doen
en laten...
Doch al spoedig verwierp O'Malley de on
wettige methode. Het gevaar gesnapt en ge
arresteerd te worden was tè groot en hij zou
er niemand een dienst mee bewijzen.
Evenwel, de wèttige weg bleek helaas niet
tot succes te leiden!
Toen O'Malley had aangebeld, werd de voor
deur geopend door een plechtstatigen butler,
die met zijn compacte gestalte de deur blok
keerde.
Is mr. Schenk thuis? vroeg de jongeman
met opgewekte beleefdheid.
Hebt u een afspraak was de wedervraag.
Neen, maar ik ken mr. Schenk persoon
lijk en ben op goed geluk hierheen gekomen,
in de hoop hem thuis te treffen. Mijn naam is
O'Malley.
De butler maakte een eerbiedige buiging.
Het spijt me, meneer, maar mr. Schenk
is niet thuis. Hij is de stad uit en komt pas
over twee dagen terug. Kunt u geen boodschap
achterlaten
O'Malley keek den man een moment onder
zoekend aan. In het optreden van den butler
kon O'Malley geen spoor van verscholen ironie
ontdekken, alleen maar een beleefd verlangen
om een ander van dienst te zijn. Hij geloofde
nie.t, dat de man loog.
Hij schudde het hoofd.
Neen, dank u, ik heb geen boodschap,
antwoordde hg. Ik kom nog wel eens op een
avond terug. Hij aarzelde en eindigde met een
abrupt: Goedenavond.
Goedenavond, meneer.
De deur ging langzaam dicht, terwijl O'Mal
ley zich omdraaide.
Hij had nog maar een paar blokken geloopen
toen het hem inviel, dat hij zonder veel moeite
er achter kon komen of de butler gelogen had
of niet. Hij wist, dat Schenk op werkdagen
meestal in zijn huis in de stad sliep en de week
ends op zijn uitgestrekt buiten doorbracht. Als
hij in de stad was, zou hij in den loop van den
avond hoogstvermoedelijk wel het huis ver
laten of weer binnengaan.
O'Malley ging naar een sigarenwinkel en
kocht een voorraad sigaretten. Daarna keerde
hij weer naar den hoek van Madison Avenue
terug en stelde zich zoo op, dat hij de voorzijde
van het huis in de gaten kon houden. Tot mid
dernacht bleef hij op zijn post, af en toe heen
en weer loopend in een natuurlijke behoefte
aan beweging.
Een paar bedienden waren teruggekomen en
door de zijdeur naar binnen gegaan, maar van
Schenk geen spoor. Het zou dwaasheid zijn nog
langer te blijven.
O'Malley keerde naar huis terug, naar zijn
eigen huis, niet naar het tijdelijk verblijf bij
mrs. Peil. Hij was doodop na de emoties en
physieke vermoeienissen van den dag en zag
op tegen den langen tocht naar het verre pen
sion. Mc Girk liep niet weg...
Met loodzware voeten strompelde hij de
trappen op en trad de donkere voorkamer bin
nen. Hij keerde zich om om de deur te sluiten
en draaide aan den schakelaar van het electri
sche licht. Daarop wendde hij zich opnieuw
om, weer naar de kamer, die thans helder
verlicht was, hief de armen omhoog en bleef
stokstijf staan.
Zijn gemakkelijke stoel, die meestal naar de
haard gericht stond, was nu in de richting van
de deur geschoven. In den stoel zat een man
in een donker costuum, met een slappen hoed
diep in de oogen getroken. Hij leunde behaag
lijk achterover, de handen in zijn schoot.
Maar een hand hield een groot pistool vast,
waarvan de loop op O'Malley gericht was.
HOOFDSTUK XVIII.
Kaarten op tafel.
Bij den eerst blik op de revolver en het
halfbedekte gelaat van den man in den stoet,
dacht O'Malley, dat de politie hem op het spoor
gekomen was en zijn handen waren bijna auto
matisch omhoog gegaan. Maar het volgende
moment verschafte hem klaarheid en bracht
hem tegelijk in stomme verbazing.
De nachtelijke bezoeker was Ward Barrett.
Neen, houd je handen maar omhoog,
merkte Barrett koel op.
Ik ben niet gewapend, was het korte
wederwoord.
De andere man staarde hem een oogenblik
aan.
Mooi! U hoeft niet bang te zijn: dit ding
gaat alleen gemakkelijk af. Gaat u zitten.
Nieuwsgierigheid onderdrukte O'Malley op
komende woede over dezen autoritairen toon.
Hij liep naar den divan, ging zitten en keek
zijn bezoeker aan.
U bent heel vriendelijk, verklaarde hij
minzaam. En dit is een onverwacht genoegen.
Ik heb er den heelen dag al naar verlangd een
onderhoud met u te hebben.
Wat weerhield u? vroeg Barrett droog.
O'Malley staarde hem aan.
Ik heb zoolang gewacht omdat ik Schenk
te spreken wilde krijgen, antwoordde hij als
terloops.
Als deze opmerking Barrett aan het schrik
ken maakte, dan liet hij daarvan toch niets
merken. Alleen kreeg zijn gezicht een strakke,
dreigende uitdrukking. O'Malley zag hoe de
sterke vingers zich vaster om de revolver
sloten.
En ik. verklaarde Barrett grimmig.
heb hier gewacht omdat ik u wilde spreken!
Waar is mgn zuster?
De vraag kwam wel haast onverwacht.
O'Malley boog zich naar voren.
Wordt vervolgd