XoS nxwit!
't HOEKJE
OUDERS
Memling, de Vlaamsche schilder,
die het paradijs op aarde bezat
Betrekking aangeboden
VOOR DE
HET nimPler voorgekomen in de
Mpmwelh-- z?.°vele werken van
Memling bijeen zijn als thans te
Brugge het geval is.
Dit is te danken aan het actieve Brug
sche gemeentebestuur, dat het initiatief
nam ter gelegenheid van den vijfhonderd
sten geboortedag van den grooten schilder
en aan de inrichters, de heeren Paul Lam-
botte, eere-directeur-generaal van Schoo-
ne Kunsten en Louis Reckelbus, conserva
tor van de musea te Brugge.
Men schat het oeuvre van Memling op
ongeveer negentig schilderijen groote en
kleine over de heele wereld verspreid.
Daarvan zijn er thans ruim veertig in het
stedelijk museum van Brugge bijeenge
bracht en zij vormen een kostbaar bezit.
Na 500 jaar hebben zooveel doeken den
weg teruggevonden naar het stille Brugge
waar zij eenmaal gemaakt werden en waar
zij geestelijk beschouwd, nog altijd gesitu
eerd zijn.
Brugge was in de middeleeuwen een
kunststad, toonaangevend in West-Europa.
Zij was in de 15e eeuw een belangrijk han
delscentrum, stapelplaats van goederen,
Als leerling ging hij reizen. Hij bezocht
Keulen, waar Stephan Lochner werkte. Op
liet St. Ursula schrijn (te Brugge aanwe
zig) ziet men nauwkeurig weergegeven
verschillende bouwwerken uit de Dom
stad, terwijl die van andere plaatsen, zoo-
a|?. Bazel, volkomen op fantasie berusten,
hij moet ook te Valenciennes geweest zijn,
waar hij den miniaturist Simon Marmion
heeft bezocht en pas daarna heeft hij zich
te Brugge voor goed gevestigd.
In zijn schilderijen vinden we hoofdzake
lijk het Vlaamsche land terug met de lan
ge rijen ruischende populieren, de bosch-
jes, korenvelden en akkers, de liefelijke ri
viertjes, vreedzaam stroomend langs groen-
cmzoomde landerijen, dieren en planten en
een zoo overdadig schilderachtige omge
ving, die den achtergrond vormde van de
vaak gruwelijke gebeurtenissen, welke
Memling met groot meesterschap op zijn
doeken penseelde.
De eerste zaal van de tentoonstelling
vormt een inleiding tot de sfeer der 15de
Portret van den 23.jarigen Maarten van Nieuwenhove, die later een der burgerva
ders van de stad Brugge is geworden.
die van heinde en verre aangebracht wer
den, een rijke stad waar de groothande
laars, machtig en fier, als vorsten in hun
gebied troonden.
Brugge was een centrum van bloeiend
kunstleven, en vele kunstenaars uit het
buitenland voelden er zich toe aangetrok
ken. Er was een drang tot uitwijking van
artisten naar de Nederlanden.
Uit de Rijnstreek, uit Noord-Nederland
en andere streken weken de schilders voor
al naar Brugge uit. Daar was welstand en
daar bestond voor hen gelegenheid den
luister van het Bourgondische hof en den
glans der Brugsche mecenassen op hun
doeken te vereeuwigen.
Zoo kwam ook Memling naar Brugge, uit
Seligenstadt bij Mainz, en werd daar op 30
Januari 1465 als poorter ingeschreven, on
der den naam Jan Minnelinghe.
Hij huwde te Brugge Anna, dochter van
Lodewijk de Valckenaere, die hem drie
kinderen schonk: Hans, Corneel en Ni
klaas. Zijn vrouw stierf vóór hem. Hijzelf
overleed te Brugge op 11 Augustus 1994 en
■werd od St. Gillis begraven. Als erfdeel,
liet hij, buiten een som geld, drie huizen
niet afhankelijkheden na, uitgevende m de
Jan Miraelstraat, die hij samen met zijn
vrouw vóór 1480 had aangekocht. z,iji Ko
men thans overeen met het huis nr. - in
de St. Jorisstraat en de stapelhuizen n
in de Jan Miraelstraat.
Hij bezat een niet te onderschatte:n
mogen, want in Mei 1480 stond hij gedo
teerd onder de 247 rijkste burgers der stad,
het hoogst in de belasting aangeslagen.
Ofschoon van Duitsche afkomst (gep
teerd langs moederszijde met den g
Goethe) heeft hij zich vrij spoedig aanin
Vlaamsche land en de Vlaamsche
weten aan te passen. In het Brugsche
leven vond Memling's talent een g
ten voedingsbodem en kwam er tot
heele ontplooiing.
eeuw: oude meubelen en beelden, aan de
wanden eenige teekeningen en schetsen
van en naar Memling en enkele werken
van primitieven.
Midden in deze zaal het wereldberoem
de schrijn van St. Ursula, betooverend mooi
met zijn prachtige kleine beschilderingen,
die herinneren aan de miniatuurkunst van
dien tijd. Hier wordt in beeld weergegeven
de legende van deze heilige.
Het schrijn draagt duidelijk de sporen
van beïnvloeding door Jan van Eyck, wiens
traditie Memling heeft voortgezet, maar
ook omgewerkt. Verder heeft hij in zijn
werk van verschillende Vlaamsche schil
ders werkmethodes overgenomen, die hem
pasten en hij heeft ze vooral verrijkt met
zijn eigen gaven en groote innige zuiver
heid.
De techniek van schilderen bracht hij tot
groote hoogte, nu eens miniaturist, dan
weer sterk gedurfd en zijn tijd ver vooruit,
bleef hij boven alles de sterkste colorist
van het tijdperk, waarin hij leefde, de
meest heilige van alle schilders uit het
Noorden, zooals Fra Angelico dit was voor
de Zuiderlanden. Zijn stijl is sierlijk, lief
tallig, vol zachte ontroering, zijn geest
doordrongen van Vlaamsche poëzie.
Pas nadat we de zaal met het schrijn van
St. Ursula hebben verlaten, komen we vol
op in de geesteswereld van Memling en on.
dergaan we de schoonheid van zijn mees
terschap.
De geestelijke gesteldheid van dezen
schilder is die van een paradijs op aarde.
Bij hem vlucht alle aardsche onrust en ge
jaagdheid. Zijn wereld is die van vrede en
stilte en van naïeve tevredenheid met de
weldaden van het aardsche bestaan, dat
hem ten deel is gevallen, maar daarom
werd hij niet de slaaf van die aardsche ze
gen; integendeel: met de heiligen-figuren
die hij schildert, blijft hij steeds het oog
gericht houden op het hemelsche verlan
gen, dat hem niet loslaat.
Dit is de mystiek van zijn wezen.
Memling's filosofie was die van de het
leven „bejahende" wel gevoede burgerij.
Zij kent geen hallucinaties en geen fantas
tische hoogten, geen „Verweinung" van het
leven uit ontbering, zelfkastijding of exta
tische gevoelens. Hij wil niet hooger stij
gen dan zijn directe omgeving, kent geen
eenzame, steil hooge rotspunten en geen
duizelingwekkende afgronden. Hij blijft bij
alles rustig en kalm, beschouwt het leven
van den zachtaardigen, gemoedelijken kant
en is een tevreden mensch te midden van
een stralende natuur. Zelfs in die natuur
kent hij maar één zijde: de zonnige, als
was het altijd zomer op aarde. Men kent
van Memling geen schilderijen met als
achtergrond een winterlandschap, altijd
weer zijn het lieflijke, groenige, idyllische,
teere, droomerige natuurtafereelen met
stralend zuiver blauwe luchten, volstrekte
stilte en rust.
Dit is Memling's levensfilosofie: een te
vredenheid met het aardsche en een visi
oen naar het hemelsche, die hij zich door
niets of niemand liet ontnemen.
Een ander element in Memling's werk is
het Madonna beeld. Hij schilderde er vele
en in sterke afwisseling. Brugge is bekend
om haar Maria vereering. Nu nog vindt
men op hoeken van straten en pleinen Ma-
ria-beeldjes, maar in Memling's tijd was
die vereering een cultus van de rijke bur
gers. Geen wonder dat ook Memling op
drachten ontving er te schilderen, met of
zonder het goddelijke kind en niet zelden
met het portret er bij van den besteller,
in somptueuse kleedij. Die portretten
vormden dan zijluiken, die er later van los
gemaakt werden, zoodat het vaak moeilijk
is geworden, het geheel weer samen te
voegen, daar de deelen over de wereld ver
spreid zijn.
Van zulk soort werk is het tweeluik van
den jongen Maarten van Nieuwenhove,
een der burgervaders van Brugge, een ty
pisch voorbeeld. De opdrachtgever werd
haast altijd in biddende houding geschil
derd, met gevouwen handen, naar Moeder
en Kind toegekeerd, als in voortdurende
verheerlijking. En zijn Madonna's zijn al
tijd mooie, welverzorgde, gezonde, jonge
vrouwen, stil en in zich zelf gekeerd, rijk
van costumeering en overladen met juwee-
len en sieraden. Op haar wezen geen
zweem van onrust, geen trek, die ook maar
in iets zou verraden de zorg om de kwel
ling en het martelaarschap van den jon
gen Christus, dien zij draagt. Ook dat jon
ge kind is blozend en gezond, vaak te oud
van gezicht voor de naakte voorstelling,
die hij er van geeft. Niets laat vermoeden
dat dit den zoon Gods is; het zit welgedaan
op zachte kussens, zooals de kinderen der
rijke patriciërs, zullen hebben gezeten. En
nooit schijnt het zich iets van den „toe
schouwer" aan te trekken: het is één met
de Moeder Gods.
De achtergrond dezer paneelen is een
droom van een landschap, geheel of half
zichtbaar door een geheel of half geopend
taam of zuilengalerij in een weelderig pa
leis.
Memling was tevens een meester in het
weergeven van de menschelijke figuur. Als
prachtig voorbeeld daarvan moeten we
weer wijzen op het ongeëvenaarde portret
van den 23-jarigen Maarten van Nieuwen
hove, tweede luik van een Madonna-tryp-
tiek. Nog een jonge onervaren man, met
krachtdadigheid op het gelaat, in gespan
nenheid verzonken in een gebed, dat hem
tot het hemelsche opvoert; hij draagt een
sobere kleedij, een gewoon paars fluweelen
buis. Het schilderij is een typisch voorbeeld
van de minutieuse nuanceering in tonen en
tinten, waardoor Memling een zoo groote
verfijning wist te bereiken. Daardoor lij
ken al die portretten ons zoo spoedig zeer
vertrouwde personen te zijn, en in al hun
uiterlijke weelde, toch vaak zeer eenvou
dig, ja soms naïef van spontane en warme
innerlijkheid.
Memling en van Eyck.
Van Eyck en Memling hadden, naar de
uiterlijke werkmethode, wel het een en
ander gemeen.
Maar Van Eyck was streng analytisch;
Memling meer synthetiseerend. In Mem
ling's portretten zit een ander psycholo
gisch karakter dan in die van Van Eyck;
hij weet meer het reine van eigen beschou
wende en mystieke ziel in zijn modellen
weer te geven. Memling heeft ook niet
steeds de olieverf-techniek van Van Eyck
toegepast, want vooral in zijn werk van
kleiner formaat lijkt hij meer verwant met
de schilders van de waterverf.techniek van
zijn tijd. Dikwijls teekent hij figuren zwart
en bruin op een met wit bereid paneel.
Hiervan zijn op de tentoonstelling ver
schillende exemplaren aanwezig.
In zijn werk van grootere afmetingen is
zijn coloriet levendiger en bewogener dan
bij Van Eyck. Hü is daarin vaker verwant
aan het kleurenspel van Dirk Bouts. En
ontegenzeggelijk is Memling sterk beïn
vloed geweest door het meer mystieke werk
van Rogier van der Weyden, die in 1464
stierf.
Memling's wijze van aanvoelen is totaal
verschillend van die van Van Eyck. Als
godsdienstig kunstenaar tracht hij de waar
heid te verheerlijken en de menschen aan
de schoonheid te doen gelooven van het
Vleesch geworden Woord, de Heilige Maagd
en de Heiligen. Hij leert en zingt ons den
lof van den Heer en aanbidt Hem.
Van Eyck, zelfs waar hij religieuse on
derwerpen op het doek brengt, doet ons
denken aan aardsche werkelijkheid, terwijl
Memling, bij het voorstellen van wereld-
sche tooneelen, ons toch nog opvoert naar
hemelsche schoonheid.
De oude roerende legenden van St. Ur
sula en St. Kristoffel, de madonna's, de H.
Maagden, de engelen, geloovige priesters,
heiligen die in zich doen gelooven, een
voorbijtrekkende pelgrim.... ziedaar de
personages die door Memling worden uit
gebeeld.
En door dit alles straalt een godsdienst
zin, een eerlijkheid, een openhartigheid, die
aan het wonderlijke grenst, een mysticisme
dat wortelt in eigen zieleleven van den
schilder; een godsdienstige kunst waaruit
elk heidensch begrip is geweerd.
Memling zegt wat hy te zeggen heeft met
den eenvoud en de argeloosheid van een
kind. Hij schildert datgene wat men ver
eert, waarin men gelooft, op de manier zoo
als men eraan gelooft.
Naar het compositorische sluit Memling
heel nauw aan bij Rogier v. d. Weyden,
zijn leermeester. Het mystieke huwelijk
van de H. Catharina is daarvan een voor
beeld. Maar dat monumentale laat hij la
ter varen; het maakt plaats voor een na
tuurlijker verband en den eenvoud van een
losheid, die echter nooit tot chaos wordt;
van welke werkmethode de groote indruk
wekkende polyptiek „De Calvarie" (Lü-
beck) een treffend voorbeeld is. Hier ziet
men een drukdoende, saamgeschoolde me
nigte onder de drie kruisen, daartusschen
vier ruiters, alles is schijnbaar zonder orde
saamgebacht, met op den voorgrond de
deerniswekkende Moeder Maria (links
voorgrond) en daarnaast de smartelijk
handenwringende Magdalena; rechts een
stel gokkende soldaten. En toch is dit groo
te middenpaneel prachtig van vlakverdee-
iing, ongeëvenaard intens van coloriet en
uitstekend van innerlijk evenwicht. Be
wonderenswaardig weer het idyllisch-ver-
droomde landschap met zijn felle klauwen
als 'n soort hemelsche achtergrond boven
dit smartelijk tafereel van leed en lijden.
Memling is ontegenzeggelijk in later le
vensjaren onder den invloed gekomen van
de Italiaansche school: zijn bloemguirlan-
den en putti wijzen er op; ook zijn kleur-
gamma. De tryptiek „Opstanding" (Louvre)
en Madonna met Kind (Staatsgalerie Wee-
nen) zijn daar voorbeelden van. Welke
schitterende Adam en Eva-figuren op de
zijluiken dezer tryptiek: ze evenaren in
pracht die van Van Eyck!
Er zijn ook zes merkwaardige paneeltjes,
samen vormend een reisaltaar, toebehoo-
rend aan het museum te Straatsburg; daar.
bij behoort een uitstekend naaktfiguur, de
IJdelheid. En verder zijn, als eenig tafe
reel met dieren, de „Drinkende Paarden"
uit de collectie van Beuningen zeer merk
waardig en bijzonder mooi van kleur.
Welke dingen begunstigen Uw
sollicitatie
Stelt U voor, dat er een behoorlijke be
trekking wordt aangeboden. Tallooze solli
citanten zullen uich aanmelden. Een van
hen zal de betrekking krijgen. Waarom?
Wij zullen U zeggen welke factoren een
sollicitatie in gunstigen zin beïnvloeden.
Het meerendeel der sollicitanten is bleek
en nerveus. Dan komt er in de kamer, waar
zij hun beurt voor een onderhoud afwachten
iemand binnen, die er rustig en opgewekt
uitziet. Zijn kleeren hebben betere dagen
gekend, maar zijn netjes geborsteld. Hij
maakt niet den indruk van angstige span
ning. Binnen enkele minuten heeft hij een
vlot gesprek aangeknoopt met zijn buren.
Zijn rustige, opgewekte manieren hebben
een prettigen, kalmeerenden invloed op de
anderen. Hij zal ook een gunstigen indruk
maken op dengenen, die de betrekking te
vergeven heeft.
Gepaste zelfbewustheid en gemakkelijke
manieren zijn menigmaal een betere intro
ductie gebleken dan een heel rijtje diplo
ma's.
Wanneer iemand met verscheidene diplo
ma's zich onzeker en zenuwachtig voordoet,
zal menig werkgever denken: „hoe is het
mogelijk dat die man die diploma's nog
behaald heeft!"
Daarenboven, wanneer iemand b.v. voor
een firma cliënten moet te woord staan, zijn
aangename, gemakkelijke omgangsvormen
van groot belang, terwijl men daarentegen
iemand, die zich oninnemend en onhandig
gedraagt, moeilijk een bordje om den hals
kan hangen, waar opstaat: „Er zit meer in
dezen man dan men zou denken, want al
maakt hij een onbeholpen indruk, hij heeft
de volgende diploma's:
Denkt er daarom aan, dat U naast het
vergaren van de noodige kennis aandacht
moet schenken aan Uw optreden en manie
ren, wanneer U in aanmerking wilt komen
voor een goede betrekking.
Het gaat den een gemakkelijker af om
zijn medemenschen voor zich in te nemen
dan den ander. Maar iedereen kan leeren,
om zich op zijn eigen wijze aangenaam te
maken.
Iedereen, die op een dag opgewekt en wel
willend gestemd is, voelt, dat het contact
met anderen vlotter tot stand komt en van
aangenamer aard is dan anders.
Iedereen weet ook, dat neerslachtige, pes
simistische menschen, die altijd iets te kla
gen hebben en bijna altijd over zichzelf
spreken, zich niet in de algemeene sympa
thie kunnen verheugen.
Hapert er iets aan Uw eigen contact met
anderen, met collega's, huisgenooten, su
perieuren, of kennissen? Dan moet U pre
cies zoo te werk gaan als en dokter die een
ziek wil genezer,, d.w.z. U moet eerst een
diagnose stellen, dus uitmaken wat de oor
zaak is van hetgeen U niet bevalt.
U heeft en verdeelt die in gewoonten, die
Tracht Uzelf te zien, zooals anderen U
zien. Maakt voor Uzelf uit, welke gewoonten
U wilt aankweeken en gewoonten die U wilt
afschaffen.
Wanneer U te spraakzaam bent, tracht U
dan te matigen en bedenkt dat de aange
naamste praters diegenen zijn, die op hun
tijd zwijgend weten te luisteren.
U kunt trachten, de prettige en innemende
eigenschappen van U bekende personen over
te nemen, zonder dat U daarom die personen
behoeft na te doen.
In elk beroep moet men zekere menschen
voor zich weten te winnen, wil men succes
hebben.
Een zakenman moet zijn relaties voor zich
innemen, een dokter zijn patiënten, een ad
vocaat zijn cliënten, een hotelhouder zijn
gasten.
Hoe neemt men de menschen voor zich in
Door te maken dat zij zich aangenaam voe
len, door belangstelling te toonen in wat
hen betreft, door eenvoudig en oprecht
tegenover hen te zijn en hen beleefdheid of
hartelijkheid te toonen, die vrij is van vleierij
en overdrijving.
Een prettige persoonlijkheid is geen ge
heimzinnige gift, die slechts aan enkelen
gegeven is.
Een prettige persoon.ijkheid is iemand die
verstaat de menschen aangenaam te zijn,
door zijn gezond verstand in dienst te stel
len van zijn menschenkennis. En menschen-
kennis verkrijgt men door aandacht te
schenken aan allen met wie men op verschil
lend terrein in contact komt.
Hierbij een serie brieven over verschillen
de problemen, door mij in deze rubriek aan
de orde gesteld.
Zooals de lezeressen (lezers) bemerken,
trachten we iederen brief op te nemen. Uit
den aard der zaak zal men wel eens moeten
wachten, dat zulks beteekend hier geen
afstel.
Binnenkort koop ik weer een nieuw pro
bleem aan de orde te stellen, waarvoor,
naar ik vermoed, zeer veel belangstelling
zal bestaan.
OVEEKA.
Geachte Heer Oveeka.
In antwoord op mijn ingezonden stukje
heb ik mij niet duidelijk genoeg uitgedrukt.
De bedoelde fruitzaak was opgeheven, zoo
doende ook het fruitgebruik.
Gaarne wil ik de moeder van goeden raad
dienen. Dat haar kinderen geen natuurlijke
honger krijgen, is de schuld van de voeding,
laat zij haar kinderen eens eenvoudig en
sober voeden en zij zal verbaasd zijn over
het resultaat. Laat ze 's morgens beginnen
met een paar worteltjes, een zure appel,
alles met de schil, een sneedje volkoren
brood in water gebakken toe. 's Middags
versch kort gekookt eten, geen gesterili
seerd, eerst een appel of bessen, of wortel
tjes, en dan het eten. Wortelen is wel het
allerbeste wat je een kind kunt geven. Het
fruit altijd voor den maaltijd, omreden an
ders al het maagsap verbruikt is. 's Avonds
hetzelfde als 's morgens en als drank wa
ter, zoo weinig mogelijk boter en vet en
geen dierlijk voedsel, wat noten, mangelen
en sausjes. Hoe soberder en natuurlijke het
voedsel is, des te vlotter de spijsvertering.
Kinderen krijgen altijd te veel en te best
eten, probeert U het eens en laten wij na
een maand het resultaat eens van U hooren.
Heel veel in de buitenlucht, heel veel rust,
dat alles bevordert de spijsvertering in
hooge mate. Als zij geen honger hebben, dan
niet opdringen en 's nachts slapen met open
raam en vooral het voedsel goed kauwen,
dat zij het niet te vlug doorslikken.
Hoogachtend,
Een abonnée.
Geachte Oveeka.
Met belangstelling lees ik steeds do
stukjes „Hoe deed u het?". Zoo ook da
wanhoopsbrief van de moeder met haar
tweejarig dochtertje. Zooals de moeder
schrijft gaat het weken goed en dan opeens
is het weer zeuren. Ik heb zelf drie kinde
ren en er was er net een bij die gauw zin
delijk was, met de andere twee ging het net
als met dit tweejarig meisje. Zelf kreeg ik
den raad van een kennis, ze warm te klee-
den. Dat wil niet zeggen, ze alles aantrek
ken, maar wollen ondergoed laten dragen,
vooral geen bloote voetjes, maar wollen
kousen of sokjes. Maar wanneer ze natte
voetjes hebben, dan geen standjes uitdeelen,
maar droge kousen aantrekken. Ook vooral
niet, (zooals ik het wel eens gezien heb) ze
maar tijden in d'r badje laten zitten. Het
zijn over het algemeen kleintjes, die slecht
tegen ons wisselende en dikwijls natte kli
maat kunnen. En dan een beetje geduld,
want er zijn er gerust niet zoo heel veel
die gauw zindelijk zijn. En zooals die moe
der ook al schreef, dat als ze haar er een
tik voor gaf, ze er later zelf spijt van had.
Dan zag ze toch ook wel in, dat haar kleins
meid het niet helpen kon.
Met vriendelijke groete,
Een lezeres.
Geachte Heer Oveeka.
Met veel belangstelling volg ik steeds Uw
leerzame stukjes. Mogelijk ben ik wat laat
met mijn opmerking, omtrent het late naar
bed gaan, maar ik wilde dit even in verband
brengen met het leeren der kinderen. Ten
lste heb ik bjj ondervinding, dat kinderen
kribbig zijn, indien ze laat naar bed gegaan
zijn; later op den dag soms ongeaakbaar.
Dit merk ik bij mijn eigen kinderen al heel
sterk op. Maar nu het leeren. Ik ken hier
enkele gevallen van kinderen, die meer
malen zijn blijven zitten en steeds zeer laat
naar bed gaan. Tegenover het leeren lijkt
mg het op tijd slapen gaan een groote fac
tor; m.i. kan elk kind, dat laat naar bed
gaat. nooit den volgenden dag frisch zijn en
helder van geset. Indien U dit geschikt acht
voor plaatsing, geef ik U de volle vrijheid
daarvoor. Inmiddels teeken ik.
Hoogachtend,
Een Moeder,