Enorme bevolkings» toename in Rusland TARZAN r Olifantsmannen DRIE MANNEN Radioprogramma zn kun noodlot Waarheen? Echter genoeg levensruimte Naar het Amerikaansch van Morgan S. Roscue MENIGE BOER WORDT STEDELING De sensationeele omwenteling in de internationale politiek, de tot standkoming van een niet-aanvals- pact tusschen Duitschland en Rus land brengt het Sovjet-Rijk eens te meer in het brandpunt der -belang stelling. En in dat verband moge het interessant zijn eens na te gaan wat de jongste Russische volkstel ling geleerd heeft. In den grond van de zaak moet de wor tel van de groote Europeesche crisis dezer dagen gezien worden als een probleem, dat ten nauwste samenhangt met den groei van een volk, resp. van het bevolkingsover schot. De beide totalitaire staten verlangen „le vensruimte" voor haar bevolkingsoverschot en uit die factor wordt de rechtvaardiging geput van de gansche territoriale en dvna mische politiek van den laatsten tijd.'An ders dan Duitschland en Italië bezit Sovjet-Rusland meer dan genoeg „Lebens- raum" voor zijn bevolking. Juist dezer dagen zijn de resul taten openbaar gemaakt van de volkstelling, die op 17 Januari j.1. gehouden is en het spreekt vanzelf dat zij interessant vergelijkings materiaal opleveren met de volks telling van 1926. Meer vrouwen dan mannen. De totale bevolking van Sovjet-Rusland bedraagt: 170.467.186 inwoners. De vrout wen zijn sterk in de meerderheid; er zijn er 88.802.205 tegen 81.664.981 mannen. Ver gelijkt men deze bevolking met die van 1926, welke 147.027.915 bedroeg, dan blijkt hieruit een bevolkingstoename van 23% •millioen mensc'hen of 15.9 pet. Er is geen ander land ter wereld, met uitzondering van China, waar de statistieken echter niet nauwkeurig zijn, dat een dergelijke groei van de bevolking kan aanwijzen. Het gemiddelde gedurende de laatste 12 jaar bedraagt dus ongeveer 2 millioen. Wanneer deze groei zich gelijk matig voortzet dan zal de bevol king van Sovjet-Rusland omstreeks het jaar 1955 het verbluffende ge tal van 200 millioen bedragen... Stad en platteland. Zeer interessant zijn de totale verschillen tusschen de bevolking der steden in Rus land en die van het platteland. Ook in Rusland zien wij de algemeene ontwik keling der geciviliseerde landen: de stads bevolking groeit zienderoogen! Van 26.314.114 in het jaar 1926 steeg zij tot 55.909.90S, d.w.z. met 212 pet. Het percen tage van de bevolking der steden bedroeg FEUILLETON. 42. En daarmee moest hij zich tevreden stel len. Hij deed zijn jas uit en samen onderzochten zij zijn arm. De kogel was langs de binnen zijde daarvan juist boven den elleboog ge schuurd en had een korte groef in het vleesch gemaakt van niet meer dan een cen timeter diep. Maar er was een tamelijk groote ader geraakt en daar door had de wond he vig gebloed. Claudia vouwde O'Malley zakdoek dubbel en bond deze stevig om den arm. Ze had de met bloed doordrenkte mouw van zijn over hemd tot ongeveer den schouder openge scheurd om de wond te kunnen bereiken. Op O'Malley's verzoek, trok ze de mouw er heele- maal af, zoodat hij gemakkelijker met den arm weer in zijn jas kon komen. Ze huiverde een paar maal toen voorbijflitsende lichten de donkere plekken op den arm zichtbaar deden worden en hij was nog juist op tijd om zijn manchetknoop te redden, toen ze e vochtige, bevlekte mouw uit het raampje Wierp. Daar gaat een geheimzinnig spoor, lachte O'Malley. Een mooie puzzle voor de politie, waar die bebloede mouw vandaan komt, als ze hem vinden! Een oogenblik later sloten zijn vingers zich om een kleine, zachte hanc Heb je het erg beroerd bij die schooie gehad? vroeg hij. t f PP Eerst niet. Maar ik wist niet wat er met mij gebeuren zou. Ik wilde het niet laten merken, maar ik was te angstig om te eten. Gisteravond heb ik het laatst gege e heten heb ik echter niet en 'sm* *V jk ook vrijwel niets gehad en dat g:a het idee van hongerstaking. O, wat een honger! _f Nu, liefste, we zijn zoo thuis, troostte O'Malley vroolijk. .0,r Claudia nam als een soort protes hand weg en er viel even een zwijgen. De wereld draait. Wij draaien mee, Is het naar oorlog. Of naar vree? We zien verward Dit schouwspel aan, En durven nauw'lijks Verder gaan! AVat zegt ons Hoog're politiek. Is ze gezond. Of is ze ziek? En dient nu AVerk'lijk alle taal Ook voor een Hooger ideaal? Is heel het recht Niet wat verzwakt, Is er nog echt Een pact, dat pakt?! Bestaat er nog Een sterk verdrag? Verdraagt men nog Eikaars gezag? Is non-agressie AVel vertrouwd, Of blijkt het ook Op zand gebouwd? En stelt de tijd Soms wat teleur, Is er dan niet Een achterdeur? We weten 't niet We weten 't niet, 't Is altijd weer Hetzelfde lied! Want wie maakt recht, En wet en grens? 't Is altijd weer, De miènsch..., de mènschü Augustus 1939. KROES (Nadruk verboden.) in 1926: 17,9 pet., thans: 32.8 pet. Er zijn in Rusland 174 steden met een bevolking van meer dan 50.000 zielen, 82 met meer dan 100.000 en 11 met meer dan een half millioen. Volksverhuizing. Wat zijn nu de oorzaken van deze groei d'er steden in Sovjet-Rus- land? In de allereerste plaats de groote beweging die de boeren naar de stedelijke centra lokte om daar te werken in de industrie, het transportwezen en and'ere groote, stedelijke bedrijven. Tusschen 1926 en 1939 moeten ongeveer 18% mil lioen menschen van het land naar de stad zijn verhuisd. Te Kai in Suez landden dezer da gen 7200 Britsch-Indische soldaten, die Ehgelrytd. noodig heeft voor de versterking van het eenzame garni zoen Mersa Matrouh in de nabij heid van de Libysche grens. De tweede oorzaak is de natuurlijke groei der stadsbevolking (als overal elders), die in dezelfde periode op een toename van 5.3 millioen zielen wijst. De derde oorzaak is de radicale industrialiseermig in het ka der der beide vijf-jarenplannen. Tal van plaatsen veranderden in dien tijd in uitge sproken industrie-centra en met dat proces zijn weer 9.8 millioen menschen gemoeid geweest. Dit laatste was vooral in Siberië liet geval, waar de steden als paddestoelen uit den grond verrezen zijn. Steeds minder boeren. Daarentegen vertoont de landbouwbevol king een teruggang, van 120.713.801 in het jaar 1920 liep zij terug tot 114.557.278 thans Terwijl vroeger het percentage der land bouwbevolking 82,1 bedroeg, is dat per centage thans nog maar 67,2 zoodat men Sovjet-Rusland niet mieer als een uitgespro ken agrarisch land kan beschouwen. Een feit dat voor de ontwikkeling van dit reus achtige land van groote beteekenis is. Den wezenlijk grootsten groei van de be volking vertoonen de Oeral en het Verre Oosten. Daarheen emigreerden meer dan 3 millioen menschen uit andere deelen van Rusland. En ook bevolkingsverplaatsingen in ccntr.-Rusland vonden plaats, op initiatief van de Sovjet-regeering. Daarmee werd be reikt dat overbevolkte gebieden ontlast en andere streken bevolkt werden. 112. Terwijl hij Valthor beduidde hem te volgen, ondernam de onbevreesde Tarzan zijn wanho pige missie. Voorzichtig sluipend tot vlak bij de vreselijke poten van de oorlogs-olifanten, begon hij de banden los te snijden van de bakken, waarin de berijders op de ruggen der dieren zaten. Daardoor vielen de bakken er af en de soldaten kwamen op den grond te recht. De olifanten trachtten nijdig Tarzan en Valthor te vertrappen, want zij waren afge richt op het vermorzelen van den vijand. Eens was Valthor bijna onder zo'n poot geraakt, maar Tarzan redde hem nog juist op tijd. De aapman, die veel vlugger was in zijn bewe gingen, kroop tussen de poten door, terwijl hij de gevaarlijkste olifanten voor zichzelf uit zocht. Het gegil van de soldaten, het getrom petter van de olifanten en het gebrul van de leeuwen, het gekerm van de gewonden ver mengden zich tot een onbeschrijfelijk lawaai en dit gevoegd bij het verwarrende toneel, verhoogde de bloeddorst van de leeuwen en de duivelse moordlust van de soldaten. Weldra was Tarzan met zijn werk gereed. Zonder be rijders weigerden ie olifanten te vechten en de Athenianen waren spoedig overwonnen. Maar nu naderde een groot leger voetvolk uit de stad. Daarom wendde Thudos zich tot Tar zan om met hem te beraadslagen over het geen zij nu zouden doen. Maar de aapman was verdwenen, hij rende dwars over het slagveld heen! RUSSISCHE MONNIK. ZATERDAG 26 AUGUSTUS 1939, Hilversum I. 1875 en 414.4 m. VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30 —8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek (Om 8.16 Ber.). 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Continubedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek (Om 12.16 Berichten). 2.00 Causerie „Socialistische Jeugd uit twintig landen". 2.20 Zang met pianobegeleiding en gramofoon muziek. 3.00 Causerie over handschriftkunde. 3.20 Gramofoonmuziek. 3.30 VARA-orkest. 4.30 Economisch overzicht. 4.50 Gramofoonmuziek. 5.30 Filmland. 6.00 Orgelspel. s.28 Berichten. 6.306.55 Gramofoonmuziek. 7.00 VARA-kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Cursus „Langs steden en dorpen". 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP, VARA-Varia. 8.15 De SDAP in Nederland bestaat 45 jaar. 9.00 Puzzle-uitzending. 9.25 Uit Luzern: Zangvoordracht met pianobe geleiding. 10.00 VARA-orkes-. 10.15 Vervolg van 9.25. 10.45 VARA-orkest. 11.00 Berichten ANP. 11.3012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II. 301,5 m. KRO-Ultzending. 8.009.15 Gramofoonmuziek (Ca. 8.15 Ber.). 10.00 Gramofoonmuziek. hand viel van Claudia's schoot, lag tusschen hen in en het volgend oogenblik nam O'Malley er weer bezit van. Het is allemaal tevoren dikwijls gebeurd, maar voor O'Malley en Claudia was het nieuw. —Weet je waarom ze je gevangen hielden vroeg hij. Neen. Ik vroeg het hen, maar ze lachten alleen maar. Ze zeiden dat mij niets zou ge beuren als ik niet schreeuwde of probeerde weg te komen. Ze vertelden mij dat ik zou worden vrijgelaten als mijn broer me kwam halen. Maar dat leek me een uitvlucht. Claudia drukte plotseling zijn vingers. Zou hij in de taxi hebben gezeten straks? Wat dacht u? Dat is niet uitgesloten. Wie zal het zeggen? We konden moeilijk het risico nemen omdat te onderzoeken. Maar vertel eens, hoe ben je daar in dat huis gekomen? Dat ging gemakkelijk genoeg, ant woordde Claudia met een somber lachje. Toen ik thuiskwam lag er een telegram voor mij: „Taxi komt je om zeven uur halen; heb je hulp noodig; kom alsjeblieft; chauffeur weet waar." De onderteekening was „Ward". Natuurlijk dacht ik er geen oogenblik aan dat het van een ander dan van mijn broer zou kunnen zijn. Het was juist zeven uur toen ik het las en ik ging direct naar beneden. Een taxi wachtte voor de deur. Ik had den chauf feur nooit eerder gezien. Hij vroeg mij of ik miss Hunt was en toen ik dat bevestigde, opende hij het porüer voor mij. Ik stapte in en we reden weg. Heb je hem niets gevraagd? O ja. Maar hij vertelde alleen dat mijn broer gezond en wel was en in Brooklyn op me wachtte. Toen we halverwege waren zei hij, dat mijn broer wilde dat ik eerst ging eten en hij stopte aan een restaurant. Dat kwam me vreemd voor, omdat ik evengoed eerst thuis of met Ward samen had kunnen eten. Maar de man zei, dat mr. Barrett op het laatste moment opgehouden was. Ik stapte uit en at eerst in m'n eentje. De chauffeur wacht te tot ik buiten kwam. Daarop reed hij me naar dat ellendige huisje; ik stapte uit en liep als een lam naar binnen. Die twee afschu welijke kerels grepen me, trokken me mee naar boven en sloten me gedurende den nacht in een slaapkamer op. Ik dacht er eerst ovet een venster open te breken, want het was dichtgespijkerd. Maar ze zeiden dat een van hen bij me in de kamer zou blijven als ik pro beerde weg te komen. Dus deed ik dat niet. Hebbenhebben ze je geslagen? Claudia huiverde en schoof dichterbij, tot haar schouder dien van O'Malley even raakte. Neen. Tot vanavond ging het. Ik was te veel van streek om te ontbijten, 's Mid dags at ik een kleinigheid, maar vanavond kon ik niets naar binnen krijgen en ze dreig den mij te Ja, dat heb ik gedeeltelijk gehoord viel O'Malley haar in de rede en zijn stem trilde van ziedende verontwaardiging. Probeer dat te vergeten. Ze hebben hun loon beet. En er staat nog meer voor ze in het vet! voegde hij er grimmig bij. Ze wilden juist beginnen me te slaan. Weer huiverde Claudia bij de herinnering. U was net op tijd, mr. O'Malley! Terrance, verbeterde O'Malley. Terry dan, lachte ze. Ja, vervolgde O'Malley en zijn toon ver ried niet alleen voldoening over zijn af straffing aan de twee schavuiten, maar ook om het feit, dat het ijs nu tusschen hen ge broken was; daar hebben ze wat voor te- ruggehad. En nu heb ik je iets te vertellen. Ik heb je broer. Ward Barrett gesproken. Claudia's vingers klemden zich om de zijne. Heusch? O wanneer? En waar? Is het goed met hem? O'Malley grinnikte bij de herinnering. O, het was best met hem. Toen ik thuis kwam, zat hij op mij te wachten. Hij dacht, dat ik je ontvoerd had! Nee toch! riep Claudia. Waarom dacht hij dat in vredesnaam? Ik vermoed dat hij te weten gekomen is hoeveel ik van je houd! waagde O'Malley op te merken. Claudia negeerde deze opmerking. Maar het leek hem toe, dat de druk van haar vingers iets steviger was. Hij zei later, dat hij het zelf eigenlijk niet geloofd had, vervolgde O'Malley. Hij had het gehoopt eigenlijk, omdat, als ik het niet gedaan had, het veel erger zou zijn. Maar waarom is hij niet... Claudia brak eensklaps af. Waarom hij je niet is komen zoeken? Hij had geen flauw idee waar je kon zijn en boven dien had hij gisteravond iets dringends te doen. Ik tast, wat die heele verwikkelde, geheim zinnige geschiedenis betreft, nog absoluut in het duister, maar ondanks alles geloof ik niet dat Barrett... Nu was het O'Malley's beurt om beschaamd af te breken. daar ben ik blij om! riep Claudia uit. Maar toch begrijp ik niet waarom hij niet ge komen is. De zaak zit zoo, legde O'Malley uit. We hadden beiden het vermoeden, dat Mc Girk de hand had gehad in de ontvoering. Ik slaag de er namelijk in om een tweeden brief te lezen, dien Mc Girk in zijn bezit had. Daar stond je naam in en het uur waarop je ver dwenen bent. Ik wist waar Mc Girk uithing, 11.30 Godsdienstig halfuur. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest. 1.00 Gramofoonmuziek (Ca. 1.15 Ber.). 1.20 KRO-Melodisten en solist. 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.45 Kinderuur. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.30 Haagsch Harmonie-orkest. 5.15 Sportoverzicht. 5.30 Gramofoonmuziek. 5.45 De KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Berichten, gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie „Schijnhygiëne". 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP. Mededeelingen. 8.15 Overpeinzing met muzikale omlijsting. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.45 Gevarieerd programma. 10.30 Berichten ANP. 10.4012.00 Gramofoonmuziek. dus volgde ik hem tot dat huisje en vond jou. Een tweede brief vroeg Claudia nieuws gierig. Ja, bevestigde O'Malley. En luister eens, lieveling ik bedoel Claudia ik sta nu heelemaal aan Barretts kant. Voor een deel komt dat doordat ik in hem geloof, omdat jjj het doet. Maar ik zou graag willen, dat je me vertelde wat er dien avond in zijn kantoor is voorgevallen. Ik wil hem helpen als ik kan; ik geloof namelijk, dat hij in een of ander afschu welijk net verward zit. Maar ik zou hem beter kunnen helpen als ik wat meer wist. Ik zal je eerst iets vertellen om je van mijn goede trouw te overtuigen. Ik heb dien eersten brief ge lezen, voor ik hem dien gaf. Ik had redenen om hem te verdenken in verband met iets dat goede vrienden van mij overkomen is. Ik heb hem ook gezegd, dat ik den brief heb gelezen. Het was een mededeeling in code, maar ik heb die laten ontcijferen. En die was hoogst ge vaarlijk voor hem. Claudia was een oogenblik stil. Stond er in dat... dat hij iets was dat hij niet moest zijn? vroeg ze aarzelend. Juist! glimlachte O'Malley. Nu, hernam Claudia na een kleine pauze, onder deze omstandigheden zie ik niet in, dat het kwaad kan je te vertellen wat er in zijn kantoor gebeurd is dien avond, dat je mij uit de handen van dat afschuwelijke tweetal hebt gered. Het zit zoo: er was dien morgen een brief voor mijn broer bezorgd. Toevallig raakte die onder mijn post verzeild. Ik las mijn brieven eerst na het ontbijt, toen Ward al weg was. Ik telefoneerde hem, dat ik in den middag bij hem zou komen en den brief mee brengen. Hij zei, dat het goed was. Maar ik vergat het heelemaal tot na den eten, toen ik van Julian was weggegaan en weer thuiskwam om een paar brieven te schrijven. Het dienst meisje was uit daarom aten we in dat res taurant. Ik had zoo het land over mijn vergeetachtig heid, dat ik direct weer wegging en een bus pakte naar Wards kantoor. Hij had mij gezegd dat hij laat bleef werken. De liften in het gebouw komen uit in de personeelkantoren. Daar was niemand meer en het was er bijna donker. Dus ik ging direct door, naar zijn privé-kantoor. Maar ik wilde hem verrassen, daarom liep ik zacht. Toen ik bij de deur kwam. hoorde ik stemmen en ik merkte dat er een man bij hem was. Natuurlijk aarzelde ik. De man was Mc Girk, hoewel ik pas gisteravond zijn naam gehoord heb. Heb je gehoord wat ze zeiden? infor meerde O'Malley. ik geloof overigens wel, dat ik het raden kan. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 7