Dertig opvarenden vinden den dood Zij die vielen DAGBLAD VOOR DEN HELDER EN»HOLLANDS NOORDERKWARTIER Mijnenveger bij Terschelling op een mijn geloopen en in de lucht gevlogen ZATERDAG De Regeeringspersdienst meldt dat gistermiddag een ernstig ongeluk plaats vond bij de Noordvaarder W.-T er schelling alwaar een Nederlandsche mijnenveger op een mijn is ge loopen en binnen één minuut is gezonken. Het schip in tweeën H. Ms- „Willem van Ewijck'' Verslagenheid in onze stad Uitgave der Ultg.-MiJ. Hollandi Noorderkwartier N.V. te Den Helder HE LDERSCHE COURANT KONINGSTRAAT 78, DEN HELDER, TELEFOON 50 (2 LIJNEN) v Ramp voor de Nederlandsche Marine 9 SEPTEMBER 1939 67eJAARG.No. 8717 De Koninklijke Marine betreurt het verlies van dertig van de een en vijftig opvarenden, die bij het vervullen van hun plicht den dood vonden. Binnen enkele seconden na de ontploffing waren drie barkassen ter plaatse, en vliegtuigen werden uitgezonden om naar drenkelingen te zoeken. Er wordt een nauwkeurig onderzoek ingesteld naar de omstan digheden waaronder het ongeluk plaats had. H.Ms' mijnenveger „Willem van Ewijck", welke Donderdagmiddag in gezelschap van H. Ms. mijnenvegers „Jan van Gelder", „Abraham van der Hulst". „Pieter Florisz" en den mij- nenlegger „Nautilus" uit Nieuwe- diep was vertrokken voor het leggen van mijnenvelden rond de zeegaten van de Waddeneilanden, is, naar na der kan gemeld worden, gistermid dag tusschen tien minuten en kwart over twaalf vijftig meter uit de kust van Terschelling op een mijn ge loopen en in de lucht gevlogen. In vereeniging met de andere mijnenleg- gers was H.Ms. „Willem van Ewijck" bezig hier een mijnenveld te leggen. Voor de juis te ligging van het veld moest in verband met den stroom hier en daar een mijn wor den opgeruimd. Dit geschiedde met behulp van een mi- trailleuse vanaf de mijnenvegers Toen eeni- ge manschappen van H.Ms. „Willem van Ewijck" bij de mitrailleuse op het achterdek gereed stonden om een der mijnen te ver nietigen. dreef H.Ms. „Willem van Ewijck" door een sterken stroom over een anderen mijn. Een sloep met manschappen van H.Ms. Van Ewijck voer in de onmiddellijke nabij heid van den mijnenveger. IN TWEEëN... H.Ms. Willem van Ewijck werd midscheeps getroffen. Met een ge weldige explosie brak het schip in tweeën en binnen enkele minuten verdweer het in de diepte. Groote waterzuilen spoten omhoog. De be mande motorsloep van H.Ms. van Ewijck werd door de kracht van de ontploffing eenige meters de lucht in geslingerd, doch kwam weer be houden op het water terecht zonder dat de bemanning hierbij letsel op liep. Van boord van II.M. „Nautilus", die on der commando van den luitenant ter zee èerste klasse J. A. Gauw, het dichtst in de nabijheid was, werd onmiddellijk een mo torsloep uitgezet, waarin ook de officier van gezondheid, P. X Waegheningh, plaats nam. Deze sloep begaf zich naar de plaats des on- heils om de drenkelingen op te nemen, zulks tezamen met de sloeg van H. M. VAN Ewijck Het eerst werden vier zwaar gewonden in de.sloep opgenomen, onder wie de comman dant van H.M. Van Ewijck, luitenant-ter-zee eerste klasse J. E. ten Klooster, die onder meer een been gebroken had. Deze werd met een anderen drenkeling aan boord van H.M. Nautilus" gebracht. Tijdens de vaart naar Den Helder is hij, evenals dc drie an dere gewonden, v an wie er twee door H.M. „Jan van Gelder" aan boord waren genomen, bezweken. Vat] de 51 ieden der bemanning waren er 25 met HAL Van Ewijck in de diepte ver dwenen. Voorts werden er 22 opvarenden, onder wie eenige gewon len van H.M. an Ewijck door de uitgezet *e sloepen van de andere mijnenvegers aa: boord genomen. Vas het vliegkamp De Mok arriveerden acht watervliegtuigen met medische hulp ter plaatse Toen er geen drenkelingen meer in de nabijheid werden waargenomen, gin gen de schepen niet hun droeve last naar Den Helder, waai het treurige nieuws reeds bekend was geworden. De mijnenveger „Willem van Ewijck" werd in 1936 bij P. Smit Jr. te Rottendam op stapel gezet en te water gelaten het jaar daarna. Be lengte van het schip bedroeg 65.8 meter, de breedte 7.9 meter. De standaard ^.caterverplaatsing be droeg 460 ton, machinevermogen 1600 p.k. De bewapening bestond Uit' 1 kanon van 7.5 c.M. no. 3, 1 mitrailleur tno. 4 1-k. en 4 mitrail leurs van 12.7 m.m. De normale bemanning bedroeg 46 koppen. Een ramp, zoo tragisch dat men haar weerga slechts met moeite zal vinden, heeft gistermiddag de NederlandscheMa- rine getroffen. Een ramp, zoo ernstig, dat het moeite kost zich deze ten volle te realiseeren. Harer Majesteit mijnenveger „Willem van Ewijck" is in de Noordvaarder bij West Terschelling door een ontzettende ramp getroffen: hoewel de bijzonderhe den ook thans nog uiterst schaarsch zijn, moet worden aangenomen, dat het schip, aan boord waarvan zich 51 man bevon den, onder commando van den luitenant ter zee le kl. J. E. ten Klooster, tijdens werkzaamheden bij aldaar gelegen mij nen, in contact gekomen is met een de zer projectielen, tengevolge waarvan dit ontplofte en het schip in'de lucht vloog. Met den diepsten weemoed is het, dat wij diegenen herdenken, wier leven door deze ontzettende catastrophe weggeno men werd, tijdens werkzaamheden, die zij in dienst der Koninklijke Nederland sche Marine volbrachten; werkzaamhe den ten dienste van de neutraliteit van ons land, die zij met plichtsgetroüwheid vervulden, en waarvan zij nimmer heb ben kunnen bevroeden, dat deze hun le ven zouden eischen. Reeds vroeg in den middag kwamen de eerste berichten in Den Helder binnen. Be richten zoo ernstig, dat wij aanvankelijk weigerden er eenig geloof aan te hechten. Het klonk ook te onwaarschijnlijk, dat daar in de Noordelijke wateren een van onze nieuwste marinévaartuigen ten onder ge gaan zou zijn. Maar de mare hield aan en om half vier was het bekend dat het noodlot inderdaad de marine deze ramp beschoren had. t Op verzoek der marine-autoriteiten werd de tijding nog niet gepubliceerd, en daar om was het des te merkwaardiger hoe snel zij door Den Helder, Nêerlands eerste mari- nobasis trok. Jong en oud zag men tusschen half vier en vier uur naa^- de haven van Nieuwediep trekken. Marinevrouwen met groote onge rustheid, oude varensgezellen, die hun ont roering maar nauwelijks meester konden blijven. Maar ook aan de haven kwam men slechts weinig gewaar. Alle toegangswegen bleken Hieronder geven wij de namen van de overledenen en vermisten van Hms. „Willem van Ewijck". Het stoffelijk overschot werd aangebracht in het Marine-Hospitaal te Willemsoord van den commandant, Luitenant ter zee d. le klasse Adjudant onderoff. machinist Bediende z. m. Vermisten: Bootsman Sergeant machinist Korporaal machinist Korporaal torpedomaker Stoker olieman Stoker olieman Stoker der le klasse Stoker der le klasse Stoker der 2e klasse Stoker der 3e klasse Stoker der 3e klasse Matroos der 2e klasse Matroos z. m. Matroos z. m. Stoker z. m. Stoker z. m. Bediende z. m. Bediende z. m. Hofmeester z. m. Kok z. m. Kok z. m. Ads. kwartiermeester z. m. Matroos der le klasse Korporaal machinist z. m. Stoker olieman z. m. Ziekenverpleger z. m. J. E. ten Klooster B. C. de Bruijn J. Bosch. G. J. van Dort J. J. de Smit M. F. Poortvliet J. C. Bromlewe L. P. C. Soede A. Verkuylen W. F. H. Verhoeff G. de Boom F. G. Boone A. F. J. Cadot B. W. van Boekei H. J. Gillesen F. G. Stobbelaar J. Buys J. van den Beucken H. H. A. Peters J. de Waal J. van Belzen S. C. van Steenkiste A. Beyer A. V. Lohman P. M. Hofman P. Boone J. Oudshoorn M. Moermond J. Krul Overleden in het Marine-Hospitaal te Willemsoord: Luitenant ter zee der 3e klasse K.M.R. G. Anema hermetisch gesloten te zijn voor het burger en militair verkeer, door gewapende wach ten: Er werd geen uitzondering gemaakt en uitsluitend diegenen, die voor de hulpver leening noodig waren, bevonden zich aan don steiger. VLAG HALFSTOK.... Om kwart over vier arriveerde een mijnenveger, het was moeilijk te zien wat er aan boord voorviel, daarvoor schitterde de zee te fel. Eerst enkele honderden meters voor de haven zag men dat de vlag half stok hing. Slap hing het dundoek naar beneden. Als het ware een treu rige manifestatie van datgene, wat daar bij Terschelling gebeurd was. Inmiddels valt aan den wal groote bedrij vigheid waar te nemen. Van het Marinehos pitaal komen ambulance-auto's aangereden. Hospitaalsoldaten komen aandraven met draagbaren en brancards. Enkele particu liere auto's met een doek met groot rood kruis zijn er eveneens bij. En dat alles stelt zicli op, op den steiger van den mijnenveger, die langzaam ligt te deinen langs den kant Voorzichtig komen matrozen de loopplank af: ze dragen iets tusschen zich in. Matro zen loopen vlug over de plank, bleek en met bedrukte gezichten, lil dekens en witte kleeden gewikkeld komen anderen. Zoo ver loopt het eerste transport- De menigte zwijgt. De militairen die de leiding hebben, zwijgen en de schildwachten zwijgen. WAT WIJ ZAGEN.. Eenige der overlevenden van de bemanning bij aankomst in Den Helder. Een ambulance-auto rijdt snel de haven op, op weg naar het Hospitaal. Erin ziet men enkele adelborsten zitten en matrozen. Een hand van een der inzittenden gaat ook omhoog. Traag en zonder veel optimisme: Ze leven, maar wat ze gezien hebben zullen ze waarschijnlijk hun leven lang bij zich dragen: Ze zullen het nooit meer uit hun hart kunnen bannen: Het zal er ingegrift blijven tot hun laatste levensdag. Geruischloos rolt een brancard voorbij. Twee hospitaalsoldaten in smetteloos wit loopen erachter. Draagbaren komen voorbij. En weer ambulance-auto's en weer brancards. Het duurt een half uur. Dan een draagbaar, die met opval lend veel piëteit gedragen wordt. Officieren brengen op den steiger het saluut. De schildwachten voor het publiek zien elkaar aan. Een er van slikt wat weg. En hij lijkt er toch waarachtig de man niet naar, dat hij zich tot sentimentaliteit zal laten verleiden. Hooger komt de draagbaar. Dan gaan de geweren van den schouder, en stram houden de matroozen deze voor zich uit. Met een droge klik komen ze op de straat terecht. Het laatste saluut voor een kameraad, een collega, die niet meer is. Die viel voor zijn vaderland. H.Ms. „Sumatra" ligt aan den steiger en ontelbare oogen staren van over de railing naar datgene wat hier gebeurt. Een marine motorboot ligt er eveneens, en ook hier staat men, man aan man, dit droeve schouwspel gade te slaan. En evenzoo op het „Wacht schip" en op al de andere onderdeelen van onze vloot. Ook op de batterij van Fort Louise bij Wierhoofd. Hier staan de militairen van de landmacht. Ook zij treuren in deze oogen- blikken mee met hun collega's van de \loot. ALLE HENS AAN DEK. Een schip vaart naar binnen. Een grauw grijs marinevaartuig. Bij het passeeren brengt het 't saluut. Met de vlag en de bekende klanken van het bootsmansfluitje doortrillen de lucht. De eerbewijzen gaan normaal door. De auto's, de brancards en de draagbaren zijn nu alle weg. Ze zijn do poort van het hospitaal ingereden. Het Hospitaal, waarin chirurgen en doktoren thans met alle hens aan 't werk zijn om te helpen, die geholpen kunnen worden. De vloot komt binnen: Met korte tusschenpoozen versohiil jagen de schepen de veilige haven binnen. On derzeebooten, mijnenvegers. Telkens kijkt nuen naar de vlag. Er komt een politievaartuig binnen; een grijze snelle boot, nnet het rood-wit-blanw slechts ten halve geheschen. En weer weet men, dat daar aan boord van dat schip zioh monschen bevin den van wier diensten de Neder landsche marine zich nimmer meer zai kunnen bedienen. En opnieuw golft er ontroering door de menigte. Door het groote pu-bliek dat stil en somber op de afgezette trottoirs staat te wachten. (Zie verder volgende pagina).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 1