Johnny Weissmuller's wonderlijke carrière De lachspiegel in België De weg naar roem Een Tarzan in levenden lijve Radioprogramma Slechts één stap Sedert enkele weken maakt ook A'cderland kennis met de nieuwste (film)- avonturen van een der grootste figu ren die de zwemwereld ooit voortbracht: John ny Weissmuller, wiens filmroem een voortzet ting vormt van zijn on vergetelijke sportfaam. Van de sport- naar de filmwereld, het is slechts één stap, voor wie tot de uitblinkers behooren! Juist in de jongste jaren, waarin de amateur paragraaf der internationale sport wereld zulk een hevig belangrijke beteekenis heeft gekregen, kennen wij met name in het buitenland en bij voorkeur in de Nieuwe Wereld voorbeelden te over van bekende sportmenschen, die na een succes volle sportcarrière als amateur, in de „beroepswereld" nieuwe lauwe ren oogstten. We behoeven maar aan de befaamde tenniscracks als „Big" Tilden, ijs-phenomenen als Sonja Henie en Karli Schilfer en zwemmers als Johnny Weismuller te denken. De wereld kreeg een échten Tarzan. Johnny Weismuller kende vanaf zijn pril ste jaren hoogstens één uitgesproken ambi tie: zwemmen en liefst zoo snel en zoo goed mogelijk zwemmen. En nu moet ge vooral niet denken dat voor een flinken boy, als hij spoedig bleek, met een bijkans ideale sportbody slechts één weg openstond, want Johnny was een neef van Adam Weissmul ler, een in die dagen bekenden Oostenrijk- schen worstelkampioen. Het heeft dus zoo gezegd maar een oortje gescheeld of ook John was de kant van de worstelmat op gegaan en het kan ons slechts verheugen dat zijn hart nog iets meer naar het water trok anders waren wij tegelijkertijd een fantastisch zwemmer, een ideale „Tarzan"- vertolker en een illusie armer geweest. Want toen de schrijver Edgar Rice Burroughs des tijds met zijn in millioenen en nog eens milloiencn exemplaren verspreide succes serie over den paradijsmensöh in de Afri- kaansche wildernis begon, toen was Tarzan 'n legendarische figuur, hogstens levend in zijn verbeelding en via deze geestelijke sub stantie in de harten van het publiek. Dank zij een frissche gezonde sportjongcn, die tot een boom van een kerel uitgroeide, kreeg de wereld echter een Tarzan in levende lijve, een knaap met allround sport-kwalictiten, een unieken athlcet, zooals iedere eeuw er slechts enkele voortbrengt. Moeder spreekt van haar „zoon tje." Johnny werd in Pennsylvanië geboren, maar al heel vroeg namen zijn ouders hem mee naar Chicago. (Vandaar dat tal van sportsohrij vers nog kramer aan deze plaats als zijn geboortestad vasthouden!) Zijn va der, Peter Weissmuller was een Oosten- rijksch leger-mécanicicn, zijn moeder, Eli-" zabeth Weissmuller, een goedaardige lieve vrouw, die nog altoos met voorkeur over baar „zoontje" sprak, toen die zich allang tot een van Amerika's „he-inen" had op gewerkt. Zelf een man die overtuigd was van de oerwaarheid dat een gezonde geest alleen in een gezond lichaam kan steken, zette vader Peter zijn zoon tot de sport-be- oefening in den meest algemeenen zin aan, maakte hij van zijn kind een sportjongcn. Bovendien werden zijn aanmoedigingen ge voed door het ietwat merkwaardig klin kende feit dat Jonny tamelijk zwak was en vatbaar voor ziekten! Hij leerde zwemmen als een jonge hond. In de Chicago-rivier leerde hij zwemmen, zoo ongeveer als een jonge hond, van wie verwacht wordt dat hij „uitslaat" om zich boven water te houden, Johnny „sloeg uit" en hij kreeg de smaak te pakken, zóó dat hij er al heel snel achter was hoe hij met eenige oefening belangrijk sneller vooruit komen kon dan een van de andere school jongens. Overigens, de school had maar weinig aan trekkingskracht voor hem, die beschouwde hij, der traditie getrouw, als 'n noodzake- tlijk kwaad... Intusschen groeide hij als een allengs ste viger jongen op, wérd hij op de „Lane Tech- Johnny 'Weissmuller als Tarzan nical School" de sport-uitblinker bij uitne mendheid en begon zijn zwemcapaciteil de aandacht te trekken. William Bachrach, vooraanstaande figuur op sportgebied, begon met zijn belangstelling te toonen en had daarna genoeg reden om zich te ver bazen. Vanaf dat oogenblik wist hij: de jonge Johnny was een kampioen in hart en nieren. Hij bezat kwaliteiten als geen an der en er stond maar één gebrek op zijn sport-credit geboekt: hij was ontzettend lui. Toch begreep Bachrach dat zelfs die fout ongekende voordeden had; wat Johnny deed, deed hij langzaam, behalve het zwem men), maar hij dacht dan ook terdege na vóór hij iets deed en van in de sport wereld dikwijls ongewensebte naiëve spontaniteit was bij hem geen sprake. Man keerde er iets aan een van zijn slagen, dan kon hij die met mierengeduld vijftig of honderd maal repetecrcn, totdat de fout verdwenen was. Johnny Weissmuller's in die dagen spreekwoordelijke gezapige tem po, maakte hem tot een allround zwem- kampioen. Dat bleek eerst recht toen hij als goede troef in de handen van zijn zwem bond ter Olympische Spelen gezonden werd. Zoo enerveerend, zoo roezemoezig en zoo nerveus-geagiteerd kon de stemming in Pa rijs en Amsterdam niet zijn, of Johnny Weissmuller bewaarde zijn ijzige kalmte. In het wedstrijdbad deerde hem de atmosfeer van ongewonden toeschouwers allerminst: hij zwom er als in de rivier of de meertjes van Chicago. Het begin. Het begon in 1921. In het vroege voorjaar startte Johnny in een wedstrijd over 500 yards in het „Great Lakes Naval Training Station", georganiseerd door de „Amateur Athletic Union." Hij won en hij won met vanzelfsprekend gemak. De prijs was een golfstick, maar die interesseerde hein inet, de overwinning zelve bevredigde hem. De rest behoort tot de sportgeschiedenis zooals ieder die kent. Als amateur won hij een gansclie reeks Amerikaansche kampioen schappen. In Parijs, tijdens de Spelen van '24, werd hij de held der Amerikaansche ploeg. De wereld schudde hem uitbundig de hand, Johnny bleef onverstoorbaar. Vervolgens werd bij aangewezen om de Vereenigde Staten in '28 in Amsterdam te vertegenwoordigen. De geschiedenis her haalde zich. Zijn gansclie zwemcarrière werd een aaneenschakeling van kampioenschap pen en records, inclusief het wereldkampi oenschap op de 100 Meter en de 200 meter. Johnny als filmheld. En in 1929, nog altijd onder de oogen van Bachrach, zijn besten vriend als sportva- der, werd hij professional. Met alle conse quenties van dien, als reizen en trekken, de monstralies geven en voor de filmlens po seeren. Want een oersterke knaap van zes voet. drie inch, 190 pond zwaar en gespierd als een leeuw, is ook voor de filmwereld een zeldzame verschijning, te meer wan neer 's werelds snelste zwemmers het tegen die verschijning moeten afleggen. Dus figu reerde hij in een bescheiden sportfilmpjc en toen een vertegenwoordiger van de Metro- GoklwynMayer-film de rolprent zag, nam hij een beslissing die Johnny's lot bepaalde. Men zocht een vertolker voor de hoofdrol in „Tarzan, de aapmensch" men had hem gevonden. Aanvankelijk verweerde Weiss muller zich, de affaire lokte hem niet aan. Maar de regisseur wist hem te overreden, en Johnny teekende zijn eerste groote filmcon tract. En plantte zijn sportroem naar de filmwereld over. Drie groote Tarzanfilms brachten hem een wereldfaam, de vierde, die thans ook hier te lande de aandacht trekt, bevestigde dJie nog eens ten overvloe de. Sportief. „Aan William Bachrach heb ik alles te danken", zegt Johnny Weissmuller, „hij leerde me wat je met een beetje moeite in het water bereiken kunt en dat ik het be reikt heb, is zijn werk". En uit die woorden moge blijken dat Johnny Weissmuller sport man gebleven is, met alle oprechtheid, die dit woord onderstelt önó koJii oeJiAoat: DOOR C. DARAMY. Maar de kop lachte nog! Dat was zijn trots, zijn glorie. Én zoover kregen ze hem niet, dat ook dat hem ontfutseld werd! Nee, lachen zou hij tot zijn stervensuur of nog later! Zijn lach was de wimpel, welke hij wapperen deed uit het brokkelende huid van zijn leven. En dat zou hij volhouden, al puinde ook alles rondom af. Al toen hij jongen was, had zijn lach ge wcldig gedaverd. Luid schalde die lach hoog boven de pruts-gewichtigheden des levens uit. Daar solde hij mee als een kind mét een har lekijn, die beweegt door aan een touwtje te trekken. Er vallen klappen, er worden mep pen uitgedeeld, het einde van het lied is, dat het koddige speelgoed gedeukt in een hoek ligt, gefrommeld. Zoo had ook bij altijd alles, wat hem de baas wilde zijn, lachend naar be neden gewerkt. Ook toen hij ouder werd, la ter als volwassen man. Nu vond hij er zijn laatste houvast aan. O, zoo lang hij nog maar lachen kon! Het leven had zich niet tot een genoegelijk glijbaantje voor hem geëffend. Hij was vaak leelijk uit het zadel geworpen, langs den grond gesleurd, over den kop gegaan. Maar zijn lach zegevierde, zijn vroolijke spot, ten teeken, dat hij nog niet onder lag. Die laatste knauw van het noodlot had hem anders wel zoo ontredderd, dat hij haast zich zelf niet meer was. Gevallen was hij als een der vele strijders in het moderne tumult der steden. Aangereden door electrischen trein en de beenen afgesneden, zoodat zijn lichaam een wrak werd, waarmee het leven geen weg meer wist. Het ongeluk had hem wel be dacht! Hij lag, met gesloten oogen. Zelden had hij ze na dien ramp nog geopend, hij scheen vrees te hebben voor de zon. Al wat buiten woelde, daverde, zong, voelde hij vijandig aan. Dat kon hij immers niet meer bereiken, de afgeslotene. Daarom wendde hij zich zwij gend af, tuurde in het duister van het inner lijk leven. Hoe lang zou die marteling, dit leven nog duren? Doch gaandeweg was er rust gekomen. Zijn overpeinzingen deden hem tenslotte als iets weldadigs aan. Hij opende de oogen weer, met tusschenpoozen telkens. Nu keek hij, bleek licht omhulde de kamer. Hij zag het stille gaan van zijn vrouw. Bui ten was het stil. Niets stoorde de rust, die verkwikte als een bad. Zou alles nog goed worden? Hij peinsde weer. Kwam hij dat ooit te bo ven! Maar toch, het licht scheen nog. En zijn oogen konden het zien! Hij dacht en dacht, en sloot de oogen weer. Toen hij ze andermaal opende, stond zijn vrouw naast hem, die lieve vrouw, die alles had meegemaakt. Hij keek haar aan met een opzagbare teederheid en dankbaarheid En plotseling baar hand vattend, fluisterde hij: „Zeg, zou ik nog kunnen lachen?" Zij wendde zich af, huiverend. Had hij haar Eerste distributieverschijnselen PRIJSOPDRIJVING OP GROOTE SCHAAL KRACHTIG ONDERDRUKT. Rcgeeringsmaatregclcn tegen alarmeerende berichten. (Van onzen Brusselschen correspondent). BRUSSEL, September 1939. We bereiden ons hier voor op een langdurigen oorlog. Dat blijkt uit al le maatregelen, welke de regeering neemt. We hebben nog wel niet de distributiekaarten, zooals in Neder land het geval schijnt te zijn, maar ze worden klaar gemaakt en dat is een kwestie van dagen. Tegen het einde van de maand zal de rantsoe neering van brood ingevoerd zijn. Hoeveel? Men spreekt van 350 gram per dag en per hoofd. Welke andere andere artikelen gerantsoeneerd zul len worden? Men weet het nog niet. Maar één ding staal vast: de winke liers zullen in bet distributiebedrijf ingeschakeld worden. Groote graanspeculaties. De regeering treedt nu ook op vele plaat sen regelend op. Het was noodig, want ten gevolge van de hamsterpraktijken zijn in sommige gedeelten des lands tekorten ont slaan aan zout, aan suiker, zeep, koffie c.a. artikelen; doch dit is reeds verholpen, door dat de transportmiddelen verbeterd zijn. De overheid voert ook bier een fikschen strijd tegen de prijsopdrijvers. Er hebben groote graanspeculaties plaats gehad. Som inigen hebben bijv. den prijs van rogge- en tarwemeel met 100 pet. opgedreven; van sui ker met 25 pet. Hieraan wordt nu gelei delijk een eind gemaakt, omdat krachtens de volmachtwet de rechtbanken direct kun nen ingrijpen en straffen opleggen van 15 dagen tot drie jaar gevangenisstraf en boe ten van honderd tot honderdduizend fran ken. We staan er beter voor dan In 1914. Het is wel ieders opvatting, dat we er nu heel wat beter voorstaan, dan in 1911. De kwaliteit van het brood zal wel wat ver minderen en er zal wel een en ander on aangenaams zijn, maar men is vol goeden moed; men is ervan overtuigd, dat de le vensmiddelen voorziening zal afbangen van de eigen economische bedrijvigheid, waar door men zich zal moeten instellen op nieu we eischen. Het eerste resultaat van de mo bilisatie is geweest een stijging van het aan tal werkloozen van 168.000 tot 188.000. Groo- tendeels bet gevolg van het lamleggen der transportmiddelen, waardoor bedrijven stil werden gelegd. Dit komt nu geleidelijk weer in orde. België als kolenleverancier van het buitenland. De groote taak is nu, dat België weer in staat zal moeten zijn, zijn producten aan het buitenland te leveren, zoowel industrieele als agrarische. Besprekingen worden hier omtrent reeds met de oorlogvoerende mo gendheden gevoerd. België heeft een be langrijk ruilmiddel: de kolen. Men verwacht dat hieraan spoedig een tekort zal bestaan op de wereldmarkt, omdat de oorlogvoeren den als leveranciers van brandstof zullen verdwijnen. Men overweegt nu reeds, de Kempische kolenmijnen op vollen capaci teit te laten werken en ook wat de werktijd regeling betreft, nieuwe bepalingen in te voeren, opdat de lasten der sociale wetge ving niet meer zoo zouden drukken op de bedrijven. Er zullen besprekingen worden gevoerd met de vakorganisaties om terug te keeren tot de 48 uren, ja, tot de 50- en meer urenweek, want men is ervan overtuigd dat België zonder kolen een sterk economisch wapen zou ontberen. Ook wat betreft de me taal- en textielindustrieën verwacht men groote opleving. Men hecht ook groot be lang aan den landbouw, hoewel wat laat. België heeft van de 3 millioen hectare grond slecht 1.880.000 ha. akkergrond en kan zich slechts voor 50 pet. met producten van eigen bodem voorzien. Men zal nu dadelijk ruim 250.000 ha. weiland in akkerland om zetten. Steden in licht of donker? Wat de luchtbescherming betreft, geldt nog steeds het „lichtendooven" voor de groote steden. Men komt hiertegen hoe lan ger hoe meer op, omdat verlichte steden voor vliegers liet bewijs zijn, dat ze zich boven neutraal gebied bevinden. De maat regel zal dan ook wel spoedig gewijzigd worden. De café's mogen maar geopend zijn van 12 tot 14.30 uur en van 17 tot 21 uur. Aanvankelijk heeft men dezen maatregel met blijmoedigheid aanvaard, maar de pu blieke opinie is er toch tegen in verzet ge komen, met het gevolg dat men eenige da gen tot sluiting te middernacht besloot, maar daarvan is teruggekeerd op bevel van den minister van Landsverdediging, omdat zich incidenten en ergerlijke gevallen van dronkenschap hebben voorgedaan. Vermijding van alles wat onrust zou kunnen veroorzaken! De regeering tracht ook zooveel mogelijk alarmeerende en sensationcele berichten te gen te gaan. Men bespeurt zulks ook duide lijk in de radio-niededeelingen, die zeer kort en zakelijk zijn. De bevolking wil men zoo weinig mogelijk opschrikken en daarom is aan fabrieken verboden de sirenes te laten functioneeren, ook al omdat anders geen controle meer bestaat bij eventueele lucht aanvallen. We kennen hier ook het beroep op de automobilisten om zuinig om te gaan met de benzine en mogelijk zal men, ter besparing, besluiten den zomertijd te ver lengen tot na 8 October. Het voorbeeld van Koning Leopold tijdens een inspectie van de grenstroepen* pijn gedaan? Aarzelend zochten zijn handen Zag plots de spiegelkast tegenover zijn bed. Hij bleef staren, onafgebroken. Was dat zijn' gezicht? Hoe afgemat en vermagerd. Hij lier- kende zichzelf niet meer. Had het leven hem dan toch nog beet gehad, hem eronder ge duwd? Nee, ze kregen hem niet! Hij gaf zich niet over. Alle pijn immers was niet waard er orn te kreunen. Hij riep zijn vrouw vertelde haar iets grappigs, dat hij verzon! Even moest ze vroolijk kijken en glimlachen! Niets kon hem breken! Dien nacht ijlde hij in koorts. Hij ijlde dagenlang. Dan mompelde hij: „Toch zal ik ik 't winnen. Ze vangen me niet. De dood zelfs lach ik uit in zijn gezicht! Ze zullen 't zien daar in den spiegel. Wacht maar even!" Op een vroegen morgen stierf hij. Zijn vrouw drukte hem de oogen toe. Zijn ge. laat stond rustig. Toen, onwillekeurig, keek ze naar de spiegelkast. En daar zag ze 'n seconde 'hoe z'n kop zich verwrong tot een afschuwelijken, oppermachtigen grijnslach, welke 'n daverenden spot schalde over al wat hem 'n menschenleven lang had trachten te fnuiken. In een worgangst draaide zij zich om, zoo snel ze kon. Was 't een hallucinatie? Of had hij waarlijk over den dood getriom feerd, was zijn wil zoo sterk geweest, dat hij, na zijn verscheiden nog, de weerkaatsing van zijn kop lachen deed, ten teeken dat ze hem niet konden overwinnen. Als een wilde greep ze naar een hard voorwerp en sloeg er den spiegel mee aan gruzelementen. Dan keek ze opnieuw naar het gelaat van den doode, dat zoo vredig, zoo rustig nu leek, alsof daarover nooit een spotlach was gegleden. VRIJDAG 22 SEPTEMBER 1939 Hilversum I. 1875 en 414,4 m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO, 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. 10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA. 8.00 Gramofoonmuziek, 10.00 Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10.40 Gramofoonmuziek. 11.00 Declamatie. 11.15 VAR A-orkest en solist. 12.00 De Palladians. 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 1.00 AVRO-Amusementsorkest en solist. I.45 Het Sylvestre-trio. 2.30 Declamatie. 2.55 Gramofoonmuziek. 3.30 AVRO-Dansorkest. 4.00 Gramofoonmuziek met toelichting. 4.305.00 Pianovoordracht, 5.05 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. t, 6.00 Orgelspel en zang. 6.30 Letterkundig overzicht. 6.50 Gramofoonmuziek. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Toespraak „Dertig jaar Algemeene Ne- derlandsche Mijnwerkersbond". 7.23 Berichten ANP. 7.30 Berichten. 7.35 Cursus De boeken van de Bijbel: Genesius, Over het begin van de geschiedenis. 00 Het Rotterdamsch pianokwartet en soliste. 8.30 Cursus „De boodschap van het Vrijzinnig Protestantisme: II. De zin der verlichting". 9.00 Vraag en antwoord. 9.15 VARA-orkest en solisten. 10.00 Puzzle-uitzending. 10.15 Gramofoonmuziek, 10.40 Avondwijding. II.00 Berichten ANP. 11.10 Jazzmuziek (gr. pl.) 10.4012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum II. 301,5 m. Algemeen Programma, verzorgd door de NCRV. 8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Gramofoonmuziek (9.309.45 Gelukwen- schen). 10.30 Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek, 11.15 Cellovoordracht met pianobegeleiding en gramofoonmuziek. 12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonmuziek. I.00 Orgelspel. 2.00 Zang met pianobegeleiding en gramo foonmuziek. 2.30 Christ. lectuur. 3.00 Vioolvoordracht met pianobegeleiding en gramofoonmuziek. 3.55 Gramofoonmuziek. 4.305.55 en 6.00 Quintolia en declamatie. 6.30 Causerie „Bloembollen in de tuin", 7.00 Berichten. 7.15 Literaire causerie. 7.45 Gramofoonmuziek, 8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-berichten. 8.15 NCRV-orkest en gramofoonmuziek, 9.30 Actueel halfuur. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Causerie „Christen en huwelijk", 10.35 de Postillons. II.25 Gramofoonmuziek. Ca. 11.5012.00 Schr ftlezing, ft— het socialistische Kamerlid Hubin, die op hoogen leeftijd zich aanmeldde voor dienst neming in het Fransohe leger, is gevolgd door een anderen Wa,al, uit. Charleroi. Men beeft er algemeen slechts afkeer voor over. Het „wordt beschouwd als ontrouw aan Bel gië en als een daad, die onze neutraliteit sterk in het gedrang zou kunnen brengen, indien nog meer Walen daartoe zouden overgaan. Algemeen eischt men een streng optreden van de regeering. De kunst komt in het gedrang. Het, artistieke leven in de hoofdstad komt danig in de knel door de gebeurtenissen. De meeste schouwburgen hebben hun deuren n°g niet geopend. Men sprak zelfs over de finitief gesloten blijven van den Munt schouwburg; maar dat zal blijkbaar toch wel in orde konten. Het Palcis voor Schoone Kunsten zal wel voor een groot deel geslo ten blijven. Van internationale tentoonstel lingen zal niets komen en op muzikaal ge bied zullen de talrijke tournées met eerste- angs altisten tot de onmogelijkheden be hooren. Brussel zal tijdelijk als internatio naal muziekcentrum zeer veel schade lij- len. Bij wijze van schadeloosstelling wordt hier gezocht naar samenwerking met Neder land, voor uitvoeringen bijv. met het Con certgebouw-orkest en zangeressen als Jo ineent en Theodora Versteegh. Maar daar zijn naturlijk ook groote moeilijkheden aait verbonden-.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 8