HANSJE EN DE BIJEN IVOREN SCHAT Kampioen in dierengeluiden tëeiie jxmquvi en rtieJAjeA! Invul-Raadsel Oplossingen raadsels vorige week Grappenmaker nummer 1 HET GEHEIM VAN DE door APandor Het aantal briefjes, dat ik ontvangen heb, is nog maar heel kleintjes, dat is trouwens niet bizonders, want ieder jaar weer ko men eerst m'n meest trouwe vriendjes en vriendinnetjes een babbeltje maken en dan komen langzaaam aan ook de anderen eens om den hoek kijken, totdat zo tegen de Kerstdagen een hele stroom iedere week op bezoek komt en dan de eerste maanden van het nieuwe jaar, als alle feestdagen voorbij zijn, dan ligt er Donderdags een rijstebrij berg op m'n bureau. Zo zal het ook nu weer gaan. Wat blijft het weer zomers, vinden jullie niet? 't Is bijna jammer, dat al die soldaten weer uit de scholen zijn. anders zou je nu nog kunnen'genieten van de zon, hoewel... jullie hebt geen klagen. Wat een vacantie is het geweest! De taart, want dat is het van de week, is gewonnen door: PIET KLIK, Violenstraat 40. Martha Briars. Dat is vast geen leuke vacantie voor jou g weestMartha, negen weken met je vinger in een doek. Op school kan je je handen niet missen, maar in de vacantie ook niet, nt als je speelt, heb je alle twee je handen en alle twee je benen nodig. Maar gelukkig, het leed is geleden en je kan nu weer breien en haken en je moet ook nog leren, zonder taalfouten je briefje te schrijven, want brrr, wat zat dat vol leelijke fouten. Ali Kloosterman. Jij hebt geboft, Alie, een vacantie bij je tante in Amsterdam, die op een gezellige .ïarkt woont en dan een oom, die een motorfiets hee en die een plaatsje voor zijn nichtje achter op vrg had. Wat een gelu'-svogel. Teuntje Kloosterman. Dat is even een fijne week geweest, Teuntje, daar in Vier houten op de Veluwe. Jik ken die omge ving wel, het zal er nu ook prachtig zijn in de herfst. Wat zou ik er graag eens een fietstocht maken, door die mooie grote stille bossen. Toen jij er was zal het er wel niet stil geweest znn met die tweeduizend snaterende snoetjes. Goeiemorgen, de hele Veluwe was vol rumoer. Mary Jurg. Je zal niet veel tijd meer hebben, Mary, nu je naar de Middelbare school gegaan bent. Natuurlijk een massa huiswerk en na dien tijd weinig zin meer om me te schrijven, ma^.r ik zal het toch leuk vinden, als ik nog wat van je hoor. Ik ben daarom wel een beetje benieuwd, hoe lang je het nog volhoudt. Annie ter Brugge. Volgende week be loof je me een mooi briefje. Nu, ik ben be nieuwd. Van dat oroertje van twee jaar kan je vast wel iets vertellen. Tini v. Brederode. Ja, dat was zeker een mooi rapport, Tini, een rapport waar je* moeder mee tevreden kon zijn en dat jou geen akelige uren in je vacantie heeft be zorgd en nu is het een prettig begin in de vijfde. Ik weet zeker als je daar even goed je best doet als in de klas waar je uit van daan komt, dat je het dan prettig zal vin den, want je schooltijd is prettiger naarmate je meer je best doet. Zo gaat het met alle werk. Loeki en Deon v. d. Wal. Jullie zullen je niet verveeld hebben in Den Haag en Lei den en Wassenaar, Loeki en Leon. Dat zijn fijne plaatsen, waaraan ik ook aangename herinneringen heb. We zijn met de wtee oud ste kinderen ook nog vier dagen naar Den Haag geweest. Als Den Haag niet zo groot was waren we elkaar misschien wel eens tegengekomen. Ik weet er niets van, dat ik jullie bij de Nutsspaarbank zou hebben gezien, maar het word,. toch tijd, dat we eens met elkaar kennis maken. Jongens en meisjes, de oogst van deze week is binnen en behandeld, tot volgende week dus. van voetbekleding, plaats in ïroningen. getal-teken, muziekinstrument, meubel, zuivel-product. plaats in Limburg, smal water afbakening weiland. plaats in N.-Brabant. stookplaats, plaats in N.-Brabant. natuurverschijnsel, deel van het jaar. allen, zonder uitzondering, zwarte man uit Afrika, deel van een huis. De beginletters der woorden vormen te zamen, van boven naar onder gelezen, een woord, dat in dezen tijd veel gebruikt wordt. a I I I I fl I 9 R Goede oplossingen ontvangen van t Corrie en Jo Doorn, Huisduinen; Tillie en Ellie Bischop; Eduard en Johan v. d. Pol; Loek en Leon v. d. Wal; Jan Koomen; Tini v. Brederode; Piet Klik; Bali, Annie en Cor v. Bijnen; Annie ter Brugge; Annie en Loekie Janssen; Mary Jurg; Teuntje Kloos terman; Martha Briars; Beppie Vink. i. H. Pottenbakker. Vuurwerk. WE KIEZEN HET RUIME SOP! Al jarenlang hebben de mensen gepro beerd om verschillende dieren na te doen. Wie heeft zelf nog nooit gekraaid als een haan, geloeid als een koe en gemiauwd als een poes? De een kan het beter dan de an der, dat is nu eenmaal zo, maar gepro beerd hebben we het toch zeker allemaal wel eens! Door de radio horen we telkens „dieren- imitatoren", zoals ze met een moeilijk woord genoemd worden en we hebben vaak verbaasd gestaan, hoe een mens zo precies een hond, een eend of een kikvors kon na doen. Ook in het fluiten hebben de men sen het al ver gebracht. Herhaaldelijk komt het voor, dat een grappenmaker een grote troep mensen Voor de gek houdt, door zich ergens in het struikgewas te verstoppen en dan te fluiten als een nachtegaal, met alle moeilijke trillertjes en klanken, die deze koning der zangvogels uit zijn keeltje kan krijgen. Het is dan ook geen wonder, dat er nu een wedstrijd wordt opgezet voor de titel van de wereldkampioen in dierengeluiden. In alles worden wedstrijden gehouden, dus waarom niet hierin. Maar deze wedstrijd zal pas in 1940 plaats vinden en er zullen vertegenwoordigers komen van Japan en van Canada. Men vermoedt niet, dat er nog afgevaardigden uit andere landen zul len komen. In Canada woont een zekere Charles Johnson, die heel bekend is om de meesterlijke manier, waarop hij dierenge luiden nadoet. Toen deze nu hoorde, dat de Japanner Suekichi Tanaka in zijn eigen land al even beroemd was als hijzelf in Ca nada, schreef hij den Japanner een brief, waarin hij hem uitdraagde om een wed strijd met hem te houden. De Japanner nam de uitdaging aan en hij voelt zich heel zeker van zijn overwin ning. Hij heeft het gezang en gefluit van de vogels wetenschappelijk bestudeerd en zijn kunst bij een heel knap man geleerd. Hij beweert, dat hij alle vogels naar zich toe kan lokken. Het volgend jaar zal dus de wereldkampioen in dierengeluiden gekozen worden. We zijn benieuwd! door Iet Hoogers. Men beweert wel eens, dat dieren en zelfs wilde dieren nooit kwaad doen aan kleine kinderen. Nu is dit niet helemral waar, want er kunnen wel omstandigheden zijn dat deze dieren zo hongerig of boos zijn, dat ze ook kinderen aanvallen, maar in de regel laten ze hen werkelijk met rust. Dit geldt voor grote en voor kleine die ren, voor viervoetige en voor insecten. Ik zal jullie hier een verhaal vertellen van een kleinen jongen, die helemaal niet bang was voor bijen, hoewel iedereen hem voor deze diertjes waarschuwde. Het is echt ge beurd. Aan het eind van de weg, waar Hansje woonde, stond het huisje van oom Henk, zoals hij door alle kinderen uit de buurt het eind van de weg om een praatje met oom Henk te maken. Hij had al zo vaak gevraagd of hij nu eens vlak bij de korven mocht komen, maar oom Henk wilde het niet hebben. Eén keer had hij hem bi; de hand genomen en was toen op een paar meter afstand van de korven gaan staan, waar de dieren druk heen en weer vlogen. Dat vond Hansje prachtig en hij riep vrolijk: „Dag bijtjes, dag!" Maar ook daarmee was hij niet tevreden en hij besloot om toch eens echt tot vlak bij de korven te gaan. Hij was niet bang voor die aardige dieren en ze zouden hem cok heus niets doen. Hij durfde best naar ze toe te gaan. Op een keer ging hij weer naar oom Henk, maar toen hij in de tuin kwam, zag hij oom Henk niet zoals anders op de bank bij het schuurtje zitten. Hansje liep eens om het huis heen, maar nergens was oom Henk te vinden. Toen besloot hij om maar rustig op het bankje te gaan zitten en to wachten. Hij kon dan meteen naar de bijen kijken. Een tijdlang zat hij daar rustig, maar toen oom Henk nog steeds niet kwam, kreeg hij er genoeg van om zo stil op het bankje te zitten. Hij stond op en liep wat heen en weer. Een paar bijen vlogen om zijn hoofd. Hansje stak zijn hand uit en -- t< werd genoemd. Oom Henk was een aardige oude man met een lange, witte baard. Hij kon heel mooi vertellen en was altijd even vriendelijk tegen de kinderen. Maar dat was lang niet het belangrijkste van dezen oom. Het belangrijkste stond in zijn tuin en het was het schuurtje met de bijenkor ven. Daar konden de kinderen maar niet genoeg naar kfjken. Ze mochten 'er niet al te dicht bij komen, want oom Henk zei al tijd: „Als er iets gebeurt en als een van de bijen je per ongeluk steekt, is het mijn schuld. Blijven jullie dus maar liever een eindje uit de buurt. Jullie mogen er van uit de verte naar kijken!" Zelf zat oom Henk altijd vlak bij de korven, maar hij zei, dat de bijen hem ken den en dat ze hem nooit staken. Hansje was een speciale vriend van oom Henk en als hij maar even weg mocht van moeder, ging hij vlug naar het huisje aan één van de dieren ging op zijn arm zitten. Aandachtig keek Hans naar 't dikke, wol lige beest. Hij liet hem rustig over zijn arm wandelen en dacht er geen ogenblik aan om hem weg te jagen. Zonder dat hij het merkte was hij dichter bij de korven gaan staan en nu zwermden tientallen bijen om zijn hoofd. Hij keek naar alle kanten. Hij dacht er niet meer aan, dat hij niet zo dicht bij de korven mocht komen. De bijen zaten nu op zijn hoofd en armen. Ze kriebelden met hun pootjes en Hansje stond te lachen van ple zier. Met de bijen op zijn armen ging hij nu vlak voor de korven staan. Wat was dat een gegons en gezoem! Wat waren die kleine diertjes toch ijverig in de weer. Het leek wel alsof ze geen ogenblik stil konden zitten. Het was een drukte in de bijen- schuur, alsof er een grote volksverhuizing plaats vond. Hansje dacht er juist over om eens in de korven te kijken, toen hij plotseling hoor de roepen: „Hansje!" Dat was oom Henk, hij hoorde het al aan de stem. Hij draaide zich lachend om en keek zo, met de bijen op zijn armen en gezicht naar zijn groten vriend. Maar deze lachte helemaal niet. Hij was zelfs erg boos. „Ik heb je toch al zo vaak gezegd, dat je niet vlak bij de korven mocht komen", zei hij. „Als ze je steken is het te laat! Kom maar heel langzaam en voorzichtig naar me toe, dan vliegen ze misschien vanzelf wel weg." Hans begreep niet, waarom oom Henk zich zo druk maakte. Hij vond het zelf he lemaal niet erg, dat de bijtjes op zijn ge zicht zaten, het was wel een leuk gevoel! Maar toen de bijen langzamerhand weer allemaal wegge logen waren en Hansje naast oom Henk op het bankje zat, vertel de deze hem, waarom hij nooit zo heel dicht bij de korven mocht komen. „Deze keer is het goed gegaan en misschien gaat het nog een paar keer goed", zei oom Henk, ,want de bijen zijn aardige dieren, maar het kan gebeuren, dat er een paar tussen zitten, die boos zijn en dan kunnen ze heel lelijk steken. Weet je wel, dat de mensen bijna altijd een korf voordoen ,als ze vlak bij de bijen komen? En dan doen ze ook heel dikke handschoenen aan, zo dat de bijen niet meer kunnen steken. Zal je voortaan»beter opletten?" En dat beloofde Hansje toen maar, hoe wel hij nog steeds niet begreep, waarom die lieve bijtjes, die hem helemaal niets ge daan hadden, niet op zijn gezicht en han den mochten zitten! Elk land heeft wel zijn eigen grappen makers. Deze zijn meestal erg geliefd on der de bevolking, want de mensen houden er nu eenmaal van om eens flink te lachen. In Amerika is ook zo'n grappenmaker. Hugh Troy heet hij en hij is 32 jaar. Hij heeft er plezier in om de mensen voor de gek te houden en heeft al heel wat malle gtreken uitgehaald. Enige tijd geleden zat hij met een vriend op een bank in het Centraal-park in New- York. Toen er een politieagent aankwam, stonden beiden plotseling op, pakten de bank op en begonnen er mee te lopen. Heel vlug konden ze met hun zware last niet vooruitkomen, maar ze liepen toch flink door. De agent keek hen eerst heel verbaasd na. Hij kon zich niet indenken, dat een paar mannen zomaar op klaarlich te dag een bank uit het park zouden mee nemen, maar toen hij zag, dat ze werkelijk naar de uitgang gingen en helemaal geen aanstalten maakten om de bank neer te zetten, ging hij achter hen aan. Toen hij hen bereikt had vroeg hij ver ontwaardigd hoe ze het in hun hoofd kre gen om die bank mee te nemen. Hugh Troy antwoordde hierop rustig, dat hij de bank naar huis wilde brengen omdat hij brand hout nodig had. Dit was den agent te erg. Hij bracht de twee vrienden naar het poli tiebureau om daar hetzelfde te vertellen. Tot zijn grote verwondering liet Troy daar een kwitantie zien, waaruit bleek, dat hij de vorige dag een bank had gekocht, die precies leek op de banken uit het Centraal- park. Troy had dat ook ontdekt en nad daarom 's nachts de bank naar het park gesleept, alleen om er de volgende dag een agent mee te kunnen foppen! Een avontuurlijke reis naar de ontoegankelijke oerwouden van Afrika, op zoek naar de plaats waar de olifanten hun laatste levensdagen slijten 89. „De wilden respecteren ja aanbidden zelfs de olifanten. Als de grote dieren een geheime plaats hebben waar ze heen gaan om te sterven, denkt Boo-loo-la, dat het verkeerd is, iemand daar te brengen, die niet bezield is met even goede gevoelens voor het welzijn der olifanten." „Maar dat zijn we wel!" protesteerde Bep. „Gaan we niet naar „Zeker," viel René haar in de rede, „maar misschien weet Boo-lo-la dat nog niet." Na den nacht in de vliegmachine te heb ben doorgebracht, waren de menschen gereed om op reis te gaan. 90. René zat in de stuurstoel en zette koers naar de Maanbergen. Ongeveer twee uur la ter, nadat ze eerst nog wat rondgecirkeld hadden, kwamen ze bij een gebied, dat veel leek op het doel van hun reis. „Luister, René Marcelles", verklaarde Lo- pez, „probeer niet hier ergens te landen, want dit is het gorilla-land". Maar René liet het vliegtuig reeds dalen. Mijnheer Hendriks keek uit naar een terrein waar gedaald kon wor den en voordat Lopez nog andere argumen ten kon aanvoeren, was het vliegtuig reeds aan den grond gezet. 91. „Nu kunnen we even rondkijken naar de Maangrot", verklaarde René. Een geluid als tan het slaan op een drum onderstreepte zijn woorden. „Daar is er al een", schreeuwde Lopez", dat is een gorilla!" Door de patrijs poorten konden de mensen een reusachtige gorilla zien, die zich op de borst sloeg en naar het vliegtuig keek. 92. In het felle zonlicht leek het dier koolzwart. Het was ongeveer zes voet lang. Terwijl René en zijn vrienden uitkeken, kwamen nog twee gorilla's aanwaggelen van achter de rotsen en voegden zich bij de eerste. Alle drie kwamen ze nu naar den Zilveren Albatros toegewag- geld. „Daar komen ze!" schreeuwde Lopez, terwijl hij klappertande van ontzetting. René greep naar zijn jachtgeweer. Terwijl hij een van de patrijspoorten opende, zag hij de booze, rooddoorlopen ogen van de gorilla's vlak te genover zich.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 11