Besl issen! Artis-maand Vandaag HERMAN NYPEI.S Arrondissements rechtbank Alkmaar Eigenaardige mentaliteit Boekbespreking Dinsdag 26 September 1939 Tweede Blad &icuiimeuw.i Koningin schenkt Marine Rampenfonds een gift van 500 gulden 100-000 Zeemijl per onderzeeboot voor de radio Met de „Van Speyk" naar Indië fan Menst voor 50 jaar j UoncUten uit het Vliedend Blaadje. oen ^ulizhiyz. de ideale verkooper! voor de Kon. Marine en Landmacht Verschillende kwaliteiten vanaf Kaar maat gemaakt onder volledige garantie DEN HELDER !En aanvaardt het Bescherm- 1 vrouwschap. V Het Bestuur van het Marine Rampen Fonds deelt ons mede, dat H. M. de Koningin een gift van 500.geschon- ken heeft ten bate der hulpactie die C thans gevoerd wordt. Tevens werd Hare Majesteit bereid J gevonden Beschermvrouwe te worden v 1 van het Fonds. A.s. Donderdag voor de AVRO- microfoon en 23 October voor de KRO. Kortgeleden verscheen uitgave van de N.V. Drukkerij Uitgeverij v/h C. de Boer Jr. te Den Helder het boek „100.000 Zeemijl per on derzeeboot met Prof. Vening Meinesz". Zooals wij schreven mocht met dit boek een onge kend succes bereikt worden. De eerste oplaag was in slechts enkele dagen uitverkocht en ook thans nog komen uit alle deelen des lands aanvragen voor dit werkelijk zeer bijzondere marineboek, hetwelk in de pers een enthou siaste ontvangst mocht vinden. Het is in verband met dit alles verheu gend dat ook de Nederlandsche radio-om roep blijkbaar begrepen heeft dat het hier een boek betreft waarvoor belangstelling in breede kringen bestaat. A.s. Donder dagmiddag van 2.15 tot 2.40 zal Custav Czopp het werk bespreken en er tevens enkele episoden uit voorlezen. De K.R.O. zal het boek 22 October a.s. bespreken en wel om 1 uur 's middags. Wat een andere opvarende er van zegt. In ons nummer van Zaterdag J.l. namen wij een artikel over de reis van 't oude fregat „Van Speyk" naar Indië. Een onzer lezers, zelf destijds opvarende, verzoekt het navolgende daaraan te willen toe voegen: Hoewel o.g. het over 't algemeen eens is met den inzender van dit reisverhaal, meen ik toch eenige onjuistheden te moeten rechtzet ten, aangezien ik tot een der opvarenden be hoorde. Over de voeding sprekend, zegt schrijver, dat vijf maal per week snert werd gegeten, dat is geheel onjuist! De voeding in Nederland in 1894 was aldus: Zondag capucijners met spek, Maandag en Dinsdag snert, Woensdag soep met vleesch, Donderdag capucijners met spek, Vrijdag snert, Zaterdag soep! Natuurlijk was de voeding op zee uiteraard geheel anders, en in 't algemeen kan men ge rust zeggen, dat de voeding heel goed was, de soep, rats, gehakt, haché e.d. (alles in blik natuurlijk) was van goede kwaliteit. Alleen het harde brood of zeebeschuit, dit was altijd een teleurstelling en voor het avond-eten (z.g. theewater) absoluut onvoldoende. In vele gevallen werd dan ook van die zee beschuit „arme jongen" gemaakt, hetgeen dan vrij goed te nuttigen was, de oudere onder ons zullen wel weten wat ik hiermede bedoel! Ook was er „wel" een bakkerij aan boord, en als ik mij niet vergis, werd aan de beman ning 2 maal per maand versch brood verstrekt, wat natuurlijk een geweldige attractie was! In gedachten zie ik nog onder het half dek aan stuurboord de slingertafel hangende aan ijzeren stangen gevuld met versch brood, waarbij een marinier op post stond ter voor koming van diefstal. Dat er veel meer kameraadschap en saam- hoorigheidsgevoel was dan nu, spreekt wel haast van zelf, want van hoog tot laag had men elkaar noodig. De commandant was de kapitein ter zee v. d. Meer, de le officier was kapt.-luitenant ter zee Straatman, bijgenaamd Jan latjes! Dc vervaardiger van die mooie schets was de toenmalige luit. ter zee 2e kl. Junius. Na in Vlissingen het compas geverificeerd te hebben, verlieten we medio November de haven van Vlissingen en arriveerde 19 Maart 1895 te Tandjong Priok. Gedurende den reis welke dus ruim 4 maan den duurde, werd maar ééne plaats aangedaan n.1. Bahia in Brazilië. Aldaar bleven we 14 dagen liggen en wer den we al dien tijd vergast? op soep met vleesch van uitgeteerde sappies, hetgeen veelal ongenietbaar was. Dat deze reis (wat het stormachtige weer betreft) zéér uitzonderlijk is geweest, staat als een paal boven water, en o.g. die toen 16 jaar was, zal het blijvend herinneren. Overigens dank aan den onbekenden inzen der voor zijn onderhoudend verslag van die reis, het doet wel eens goed oude herinnerin gen op te diepen en te toetsen aan het tegen woordige marineleven! Vertrouwende, dat U. geachte Redactie deze bescheiden aanvulling wel een plaatsje zult willen geven in Uw veel gelezen blad. Verblijve met hoogachting, gaarne, J. Hollestelle. WAAROM BEN JE ZOO LAAT? Ze waren in de Toelast echt gezellig aan 't kurken en toen heb ik mee gedaan. Slagkruisers in zicht? De financieele offers, welke de oorlogs toestand van ons land eischt, en nog zal eischen, zullen buitengewoon zwaar zijn, al dus de Marinemedewerker van het Hbld., maar de noodzakelijke versterking der ma ritieme defensie van Nederlandsch-Indië mag daarom niet naar een later tijdstip worden verschoven. Wijzigingen in de machtsverhou dingen welke de positie van Nederlandsch- Indië in ongunstigen zin zouden kunnen be ïnvloeden zullen zich juist in de komende jaren kunnen openbaren. Wanneer over eenige jaren, als de Vereenigde Staten voor de beslissing komen te staan om zich al dan niet definitief van de Philippijnen terug te trekken, de situatie ook voor onze Overzeesche Gewesten in Oost-Azië beïnvloed wordt, moe ten wij over een aanzienlijk sterkere vloot kunnen beschikken dan thans het geval is. Het rapport der commissie, welke het vraagstuk der maritieme defensie van Ned.- Indië in vollen omvang moest onderzoeken, is thans aan de Regeering aangeboden en naar „verluidt", schijnt het tot aanbouw van slagkruisers te adviseeren. Onze lezers zul len begrijpen, dat wij een dergelijk advies bijzonder zouden toejuichen. Wij hebben er langen tijd reeds voor gepleit. Het rapport zal vermoedelijk wel niet gepubliceerd wor den, zoodat wij moeten afwachten wat de re geering over de vlootplannen wil bekend ma ken. Een „aanwijzing" voor aanzienlijke vlootuitbreiding is echter wel te vinden in de millioenen-nota. Daarin staat n.1., dat in elk geval voor de versterking van de maritieme defensie in Indië gerekend moet worden op een jaarlijksche hoogere uitgave van ver moedelijk 15 millioen gulden. Waartoe deze 15 millioen precies moeten dienen, wordt niet gezegd. Men zou kunnen denken, dat het exploitatiekosten zijn en inderdaad bedra gen de exploitatiekosten van een drietal slag kruisers pl.m. 15 millioen per jaar doch deze kosten behoeven uit den aard der zaak eerst betaald te worden nadat de schepen in dienst zijn gesteld, m.a.w. over ruim drie jaar indien althans spoedig met den bouw een aanvang wordt gemaakt. Waarschijnlijker komt het ons dan ook voor, dat dit bedrag de annuïteit is voor den vlootbouw zelf, waarmede, voor den aanbouw van een drietal slagkruisers, alsook voor de daarbij noodig wordende verbetering van het vaarwater naar Soerabaja, alsmede de aan schaffing van een drijvend dok, enz., toch zeker een bedrag van 250 a 300 millioen zou zijn gemoeid. Met spanning zien wij nadere mededeelin- gen van de regeering inzake de vlootplannen tegemoet. Wij koesteren nog steeds de hoop, dat wij nog niet definitief te laat zijn met de veel te lang uitgestelde versterking der In dische maritieme defensie, en wij zijn de vaste meening toegedaan, dat de oorlogstoe stand die nu ook andere onmiddellijke voor zieningen eischt, geen reden mag zijn om nog verder te dralen met vlootversterking, welke voor de komende jaren onvermijdelijk is en zal blijven. In breede kringen, zoowel hier te lande als in Indië, heerscht ovér de defensie van onze Overzeesche Gewesten in Oost-Azië bezorgd heid. Het is hoog tijd, dat de beslissing nu onverwijld wordt genomen. Conferenties voor Niet-Katholieken In de Katholieke Kerk aan de Kerkgracht. Op de tweede conferentie, morgenavond, waar Pater Wijnand Sluis zal spreken over „Verhouding van Kerk en Bijbel" zal de org.- dir. A. J. Leewens, precies 8 uur aanvangen met de orgelvoordrachten: „Praeludium" G dur F. Mendelssohn „Interludium" J. S. Bach „Largo e spiccato" W. Friedemann Bach „Concert F dur" le deel G. F. Handel (met orgelimitatie) Het zangkoor der Kerk „St. Caecilia" zal vóór, tusschen en na de conferentie wederom eenige zangnummers doen hooren. Burgerlijke Stand van Den Helder van 25 September 1939. BEVALLEN: C. A. J. MolijnMonsma, d.; M. KoppelTijdeman, d.; M. E. Plevier Visser, z. September is voor de Amsterdammers van oudsher de Artis-maand. Want voor de luttele prijs van vijfentwintig cents kan de stadge noot dan toegang krijgen tot die tuin vol won deren, die zich „als een gordel van groen" slin gert langs de Plantage Middenlaan. En al moge de toegangsprijzen voor andere instellingen tot lering en vermaak verdriedubbeld zijn: Artis handhaaft met dat kwartje een oer-oude tradi tie. En daar ik een minnaar ben van tradities, zo toog ik op een late zomerochtend dierentuin- waarts. Het was nog stil daar. De echte Artisgan- gers, zij, die belast en beladen met karabiczen en tassen neerstrijken tussen het lommerrijk geboomte, en de hele dag daar zoek brengen, waren nog niet gearriveerd. Zo dwaalde ik rustig langs hokken en kooien. Dc leeuwen op het Kerbert-terras lagen als smerige dotten poetskatoen in het woestijn zand, lui, gapend, blijkbaar zonder een aasje belangstelling in het schokkende wereldgebeu ren. Ik doolde langs tijgers en poema's, langs reebruine gazellen met zacht glanzende meisjes ogen, langs schuchtere reebokken en stond stil voor het grote wisentenpark. Zoals U weet, is de wisent een soort bison, die slechts zéér spo radisch in Europa voorkomt. En ik dacht zo, dat 't toch vreemd toegaat in de wereld: hier probeert men een bijna uitgestorven dierenras weer op de been te helpen, en niet zo héél ver hier vandaan probeert men met alle mogelijke DE SIERLIJKE OOSTSLOOTSTRAAT. De Oostslootstraat alhier schijnt niet bestemd om door sierlijkheid uit te munten. Behalve dat de toegangen vanaf de Loodsgracht te nauw zijn, wordt de straat ontsierd door de schuttingen op den hoek der Verlengde Vroon straat. De open plek aan het einde der straat, met de schutting van 't Park Tivoli in 't ge zicht, draagt mede weinig bij om het aanzien der Oostslootstraat te verfraaien. Ter gelegen heid van de kermis werd de bedoelde open plek door het Théatre van Wery heel aardig bezet. Zou nu zoo dacht ik bij een bezoek aan dat deel dezer gemeente, deze dagen gebracht, zou nu die onbebouwde grond, die thans ner gens toe dient, niet publiek verkocht kunnen worden om daarop te bouwen? Ik geve dit in overweging. Uit het politie-rapport RUIT INGEGOOID. Gisteren werd de politie ervan in kennis gesteld, dat bij een bewoner van de West straat een ruit was ingegooid. Er werd een onderzoek ingesteld. DE PAMFLETTIST. Gisteren was iemand bezig met het op plakken van pamfletten op openbare plaat sen. Dat is verboden, zoodat proces-verbaal volgde. DENK AAN HET RIJTIJDEN-BESLUIT! Een stadgenoot moest gisteren de gevol gen ondervinden van het overtreden van het Rijtijdenbesluit, Chauffeurs... weest gewaar schuwd! DAT KOMT ERVAN! Gisteren waren voor de Weststraat-school eenige jongens aan het ravotten. De een zat de ander na, maar op een noodlottig oogenblik liep een der jongens pal tegen een voorbijrijdende auto op. De politie werd op gebeld om hulp te brengen. Het bleek, dat het jongmensch licht gewond was aan hoofd en been. Nadat het verbonden was volgde overbrenging naar de ouderlijke woning. Opgenomen om 8 uur hedenmorgen Barometerstand Den Helder: 764,3 Temperatuur lucht: 13,9 Maximum temp. lucht: 15,8 Wind: richting: N.W.f kracht: 5. Temperatuur zeewater: 16,0 Licht op: 7.23 EIGEN COUPEUR EN ATELIERS MILITAIRE KLEEDERMAKERIJ middelen een mensenras van de wereld weg te vagen Maar laat ons niet zwartgallig worden; Krieg ist Krieg, en dan is er geen tijd tot der gelijke mijmerijen. Even blikte ik omjioog naar het bronzen beeld van den mediterenden Boeddha, en vond daarin voldoende levenswijs heid, om in alle dingen het betrekkelijke te onderkennen. De beren bromden in hun hokken, maar ik liet ze, uit een soort piëteitsgevoel, links lig gen. Trouwens: ik kén dat geluid! Eve)izo deed ik met het wildebeest, dat, ge lukkig, in slaap verzonken lag. Wildebeesten zijn er momenteel voldoende wakker, dacht ik zo. Slenterend door de prachtige tuin raakte ik aan 't peinzen. Want als ik zó doorging, dan had ik beier thuis kunnen blijven. Associaties van afschuwelijke gedachten moest ik maar vdn mij zetten Toch lukte dat niet. Bij de struisvogels dacht ik aan een zeker soort politiek, en b(j de bun- sings moest ik wéér ergens aan denken. De gieren en roofvogels bezorgden mij kippenvel, en de schapen en lammeren zag ik fin ge dachten!) ter slachtbank drijven Ik vluchtte. Ik draaide een klephekje open, ik herademde. Waar, in welk paradijs ivas ik te land gekomen f Een boerderij. Een boerderij met makke die ren. Er wandelt een kalkoen rond, en een toom kippen. Biggen, geiten, een hond in z'n hok, ezels, en jonge kalveren met stijve poten dar telen om mij heen. Een pony trekt me aan m'n jasmouw, een geit besabbelt m'n schoenen. Er is een konijnenberg en 'n eendenvijver, er zijn (Zitting van Maandag 25 September). Een ontrouwe dienstbode. Bij de familie P. te Den Helder was mej. A. K. als dienstbode werkzaam, maar erg trouw was deze gedienstige niet. Ze had verschillende diefstallen bij de familie gepleegd, waar zij wei kzaam was en het goed dan mede naar huis genomen, voorgevende, dat ze die goederen op afbetaling had gekocht. Het was eigenlijk een tragisch geval. Terwijl de juffrouw op het bankje der beklaagden zat, stootte het zoontje van vijf maanden, dat op haar schoot zat, allerlei geluiden uit. Het bleek, dat ze gescheiden was, maar nu van plan was met een zekeren A. te trouwen. Iemand, die niet gunstig bekend stond. De heer Wiggers, ambtenaar der Reclasseering kon geen gunstig rapport uitbrengen. Een boete kon deze verd. niet betalen en een voorwaardelijke gevangenis straf werd afgeraden. De heer Wiggers wist er geen weg mee. De officier van Justitie, mr. v. d. Feen de Lille meende, dat de keuze niet moeilijk was. Reclasseering achtte spr. uitgesloten. Vooral ook, omdat de man waarmede zij nu wilde trou wen, ook al niet gunstig bekend staat. De vrouw barstte in tranen uit en riep tusschen haar snikken door, dat ze het nooit meer doen zou en nooit meer terug zou komen. De officier eischte drie maanden gevangenis straf wegens diefstal, meermalen gepleegd. De Politierechter, mr. Krabbe, wilde de om standigheden, waaronder deze vrouw leefde in aanmerking nemen en veroordeelde haar tot een gevangenisstraf van zes weken. Luid snikkend verliet verdachte de zaal. Een dierenbeul. Een zekere J. G„ wonende te Zijpe, liet op Dinsdag 11 Juli een jonge koe naar den stier brengen en daar het dier lastig was, had verd. het dier wat al te hardhandig aangepakt. „U heeft het dier met een stok afgeranseld", merkte mr. Krabbe op. „Een stokkie, zoo dun as me vinger", ant woordde verd. „Maar toen is toch het dier in een greppel gevallen, want het was doodop", zei mr. Krabbe. „Nee, nee, hij kon best; maar hij wou niet", aldus verd. Get. M. v. d. VI., wonende te Oudesluis, gem. Zijpe, heeft gezien, dat verd. de koe geweldig heeft geslagen met een stok. „Heeft U gezien, dat de koe uitgeput in een greppel viel?" wilde mr. Krabbe weten. „Ja, waarachies en hij heeft het beest nog geschopt ook", aldus lichtte get. den rechter in. „Dat hè je nooit kenne zien op een honderd meter afstand", zeide verd. „Nou, of ik het gezien heb", zeide get. Een volgende get. T. v. d. VI., van beroep expediteur te Oudesluis, heeft eveneens de mis handeling gezien en is naar verd. toegegaan om te zeggen, dat het nou genoeg was. „Het was niet erg, want het beest mankeer de niks", merkte verd. op. De officier van Justitie achtte de dierenmis handeling wettig en overtuigend bewezen, niet tegenstaande verd. zegt, dat het een noodzake lijkheid was de koe té slaan. Een geldboete kan verd. niet betalen en daarom eischte mr. v. d. Feen de Lille een gevangenisstraf van veertien dagen. De Politierechter veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor den tijd van tien dagen. Een winkeldievegge. Op Woensdag 28 Juni heeft mej. C. J. v. D. uit Den Helder een doosje poeder en een bloed koralen ketting uit een winkel weggenomen. Get. mej. C. SI. te Den Helder was op genoem den datum in den winkel van v. W. te Den Helder. Zij zag, dat verdachte de goederen weg nam. „Ze was erg zenuwachtig, nietwaar?" vroeg mr. Krabbe. „Maar, daar had ze ook reden voor". „Ja, zenuwachtig was ze", zeide get. „Was dat nu de eerste keer?" vroeg de Poli tierechter. „Ja, de eerste keer", antwoordde verd. snik kende. De officier van Justitie geloofde er niets van, dat het de eerste keer was. Het zou wel erg toevallig zijn, dat ze dan dien eersten keer ge pakt werd. Mr. v. d. Feen de Lille wil de zaak aanhouden om den heer Wiggers gelegenheid te geven een rapport over verd. uit te brengen. De Politierechter gaat ermede accoord de zaak tot 23 November a.s. aan te houden. tamme duiven, die roekoeënd op mijn schouder zitten Ik sta in dat paradijsje, waarmee het ijverige bestuur van Artis gelukgewenst kan worden, ik sta in de nieuwe kinderboerderij! Een aanwinst voor stadgenoot en vreemde ling, een vondst, een juweel. Iets om na te doen! Ik bewonderde bij V de ,J)onkere Dui nen" en dcszclfs pluimage. U moet eens komen kijken hoe wij, Amsterdammers, dat inpikken! Toen 't overbevolkt raakte in dit aardse Eden ben ik opgestapt. En laat ik daar m'n vriend Basliaan tegen 't magere lijf lopen. Bastiaan is kunstschilder, en uit dien hoofde zo doorzich tig als een trayisparant. 't Gaat slecht met de kunst, dus vroeg ik maar niks. Maar Bastiaan begon zélf. ,JBen je al bij de apen geweestvroeg-ie. ,Jfee". „Ga mee", zei Bastiaan en trok me mee naar de orang oetan. „Kees", zoals dat beest heet, zat rustig aan z'n ontbijt, krabde zich de harige rimpelkop en draaide zn' achterwerk naar ons toe. ,,'n Schandaal", zei m'n vriend. Waaromf" vroeg ik. ,£o'n beest wordt z'n pens vet gevoerd met banaantjes en appeltjes en rijst en sinaasappe len, terwijl ik op een houtje kan bijten", bromde Bastiaan. ,Jfou, kruip dan óók in een kooi", raadde ik hem aan. ,,'t Verschil tussen 'n mens en 'n aap, wat is dat?" ,JJdelheid", zei Bastiaan. Zonder één woord ben ik haastig naar huis gegaan Ofschoon ik moet toegeven, dat in mijn vriends verontwaardiging enige grond schuilt! Het Engelsche volk is ontstemd en veront waardigd, zoo lazen we gisteren, dat er maar geen schot komt in den oorlog. Men zit nu ai eenige wekenlang op luchtbombardementen te wachten en er komt maar niets, men verneemt nog maar steeds niet, dat er zooveel honderdan vliegtuigen en zooveel duizend dooden geval len zijn, men neemt geen genoegen met de ver klaring van de Britsche regeering, dat men de zaken eerst rustig verkennen wil en dan een grooten slag ondernemen, dat men zijn kracht niet zal zoeken in een bliksemoorlog, maar in een economischen strijd, in een uitputtingsoor log. Die ontstemming en verontwaardiging getuigt van een wonderlijke mentaliteit. Ieder gezond denkend mensch verheugt er zich over, dat de groote slachting nog steeds niet begonnen is, dat .van een mas- salen luchtaanval nog geen sprake is en dat dus het aantal slachtoffers van den oorlog, aan het Westfront tot op heden niet groot is. Het Engelsche volk kan overigens gerust zijn. Van een liquidatie van den strijd z 1 geen spra ke zijn. De rede van Mussolini, waarin hij te kennen gaf, dat de oorlog met de beslissing van Polen geëindigd is, welke meening Berlijn deelt, wordt in Engeland en Frankrijk met een schou derophalen ontvangen. Beide landen zijn vast besloten den oorlog voort te zetten, tot het doof hen gestelde doel, de vernietiging van haft nationaal-socialisme bereikt is. Of men dit ooit bereiken zal is een tweede vraag. Dat zal af hangen van de krachtsverhouding in den toe- komstigen strijd. De houding van Italië is tot nog toe afzijdig, maar Mussolini heeft een slag om den arm gehouden en zal naar alle waar schijnlijkheid naar Duitschland omzwenken als Hitier in nood komt, of als de Duce zich, om practische overwegingen, in den oorlog moet mengen. Verwacht wordt, dat er deze week een verrassende zwenking in den strijd zal komen. Naar verluidt zou Duitschland momenteel l'/2 millioen soldaten aan de Siegfriedlinie hebben en het feit, dat er gisteren voor de kust van Noorwegen een hevige zeeslag heeft plaats gehad, wjjst eveneens op grootere activiteit. Nog steeds tasten we in het duister over de ontwikkeling van den oorlogstoestand. Dat de strijd echter niet zoo rustig zal verloopen als Engeland en Frankrijk dat wellicht wen- schen, is niet te gelooven. Duitschland laat zich niet langzaam aan van alle toevoer van grondstoffen en levensmiddelen afsluiten en zal dus straks, misschien zeer spoedig, krach tige tegenmaatregelen nemen. Opnieuw heeft Hitier de Nederlandsche en Belgische neutraliteit gegarandeerd en er op gewezen, dat deze onafhankelijkheid ook in het belang van Duitschland is. Wij mogen gelooven, dat deze verklaring op waarheid berust en dat alleen militaire omstandigheden Duitschland van ziens wijze zou kunnen doen veranderen. Laat ons hopen, dat die omstandigheden nim mer komen. „De wateren werden S t i i", door Aldous Huxley. Zuid-Hollandsche Uitgevers maatschappij, Den Haag. Gebeurtenissen en ideeën, welke plaats vin den of ontstaan in een tijdvak van ongeveer 33 jaar, worden in een aantal dagboekbladen en hoofdstukken, waarvan de oudste uit 1902, de jongste uit 1935 dateeren en welke op de schijnbaar meest grillige wijze dooreen ge mengd zijn, beschreven. Die dooreenmenging wijst in de richting van de wet van Karma, gelijk er zooveel in Huxley's werken is, dat wijst op een instemming met Boedhistische ideeën en opvattingen. De stellingen van Huxley, bekend uit zijn andere werken, worden hier gepropageerd bij monde van de verschillende handelende per sonen. Zoo b.v. de vraag of de mensch wel zijn eigen, ware zelf is, of de stelling dat de mensch steeds doet wat hij niet wil en nalaat hetgeen hij wél wil. Deze laatste stelling is nieuw noch oorspronkelijk. Bijna 1800 jaar geleden leerde Paulus van Tarsus hetzelfde in zijn brief aan de Romeinsche Christenge meente. Die onwil tot het goede wordt in de perso nen van H. tot volslagen onmacht en het tra gische is, dat zij het allen, of bijna allen, zich zoo wél bewust zijn. Het is een triste expositie van zich aan de grootste ondeugden en uitspattingen over gevende beschaafde en intellectueele mannen en vrouwen of anderen die niet zóó verdorven zijn door hun werkelijke of vermeende men- schelijke zwakheid, doch niet in staat zijn of zich niet in staat achten tot iets beters of hoogers. Zelfs de sterke en stoïcijnsche Mark Strai- thes weet geen raad met zich zelf. De eenige werkelijk sterke en rustige persoon in dit boek is de Amerikaansche dokter James Miller, die dan ook de drager en verkondiger van H.'s ideeën is. Men leze dit boek niet om zich aangenaam bezig te houden of ter verpoozing. Huxley is geen romancier, maar een denker, die over tuigd is. een roeping ten opzichte van de men9chheid te hebben In dit boek zijn de fei ten en personen slechts bijzaak. Hoofdzaak is de krachtige en overredende propageering van een wereldbeschouwing, waarvan de invloed en uitwerking slechts gedemonstreerd worden ran en door middel van die personen en feiten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 5