Besl issen!
Artis-maand
Vandaag
HERMAN NYPEI.S
Arrondissements
rechtbank Alkmaar
Eigenaardige
mentaliteit
Boekbespreking
Dinsdag 26 September 1939
Tweede Blad
&icuiimeuw.i
Koningin schenkt Marine
Rampenfonds een gift
van 500 gulden
100-000 Zeemijl
per onderzeeboot voor
de radio
Met de „Van Speyk"
naar Indië
fan Menst
voor 50 jaar j
UoncUten uit het Vliedend Blaadje.
oen ^ulizhiyz.
de ideale verkooper!
voor de Kon. Marine en
Landmacht
Verschillende kwaliteiten
vanaf
Kaar maat gemaakt onder volledige garantie
DEN HELDER
!En aanvaardt het Bescherm- 1
vrouwschap. V
Het Bestuur van het Marine Rampen
Fonds deelt ons mede, dat H. M. de
Koningin een gift van 500.geschon-
ken heeft ten bate der hulpactie die C
thans gevoerd wordt.
Tevens werd Hare Majesteit bereid
J gevonden Beschermvrouwe te worden v
1 van het Fonds.
A.s. Donderdag voor de AVRO-
microfoon en 23 October voor de
KRO.
Kortgeleden verscheen uitgave van de N.V.
Drukkerij Uitgeverij v/h C. de Boer Jr. te
Den Helder het boek „100.000 Zeemijl per on
derzeeboot met Prof. Vening Meinesz". Zooals
wij schreven mocht met dit boek een onge
kend succes bereikt worden. De eerste oplaag
was in slechts enkele dagen uitverkocht en
ook thans nog komen uit alle deelen des lands
aanvragen voor dit werkelijk zeer bijzondere
marineboek, hetwelk in de pers een enthou
siaste ontvangst mocht vinden.
Het is in verband met dit alles verheu
gend dat ook de Nederlandsche radio-om
roep blijkbaar begrepen heeft dat het hier
een boek betreft waarvoor belangstelling
in breede kringen bestaat. A.s. Donder
dagmiddag van 2.15 tot 2.40 zal Custav
Czopp het werk bespreken en er tevens
enkele episoden uit voorlezen.
De K.R.O. zal het boek 22 October a.s.
bespreken en wel om 1 uur 's middags.
Wat een andere opvarende er van
zegt.
In ons nummer van Zaterdag J.l. namen wij
een artikel over de reis van 't oude fregat „Van
Speyk" naar Indië.
Een onzer lezers, zelf destijds opvarende,
verzoekt het navolgende daaraan te willen toe
voegen:
Hoewel o.g. het over 't algemeen eens is
met den inzender van dit reisverhaal, meen ik
toch eenige onjuistheden te moeten rechtzet
ten, aangezien ik tot een der opvarenden be
hoorde.
Over de voeding sprekend, zegt schrijver, dat
vijf maal per week snert werd gegeten, dat is
geheel onjuist!
De voeding in Nederland in 1894 was aldus:
Zondag capucijners met spek, Maandag en
Dinsdag snert, Woensdag soep met vleesch,
Donderdag capucijners met spek, Vrijdag snert,
Zaterdag soep!
Natuurlijk was de voeding op zee uiteraard
geheel anders, en in 't algemeen kan men ge
rust zeggen, dat de voeding heel goed was, de
soep, rats, gehakt, haché e.d. (alles in blik
natuurlijk) was van goede kwaliteit. Alleen het
harde brood of zeebeschuit, dit was altijd een
teleurstelling en voor het avond-eten (z.g.
theewater) absoluut onvoldoende.
In vele gevallen werd dan ook van die zee
beschuit „arme jongen" gemaakt, hetgeen dan
vrij goed te nuttigen was, de oudere onder ons
zullen wel weten wat ik hiermede bedoel!
Ook was er „wel" een bakkerij aan boord,
en als ik mij niet vergis, werd aan de beman
ning 2 maal per maand versch brood verstrekt,
wat natuurlijk een geweldige attractie was!
In gedachten zie ik nog onder het half dek
aan stuurboord de slingertafel hangende aan
ijzeren stangen gevuld met versch brood,
waarbij een marinier op post stond ter voor
koming van diefstal.
Dat er veel meer kameraadschap en saam-
hoorigheidsgevoel was dan nu, spreekt wel
haast van zelf, want van hoog tot laag had
men elkaar noodig.
De commandant was de kapitein ter zee
v. d. Meer, de le officier was kapt.-luitenant
ter zee Straatman, bijgenaamd Jan latjes!
Dc vervaardiger van die mooie schets was
de toenmalige luit. ter zee 2e kl. Junius.
Na in Vlissingen het compas geverificeerd
te hebben, verlieten we medio November de
haven van Vlissingen en arriveerde 19 Maart
1895 te Tandjong Priok.
Gedurende den reis welke dus ruim 4 maan
den duurde, werd maar ééne plaats aangedaan
n.1. Bahia in Brazilië.
Aldaar bleven we 14 dagen liggen en wer
den we al dien tijd vergast? op soep met
vleesch van uitgeteerde sappies, hetgeen veelal
ongenietbaar was.
Dat deze reis (wat het stormachtige weer
betreft) zéér uitzonderlijk is geweest, staat als
een paal boven water, en o.g. die toen 16 jaar
was, zal het blijvend herinneren.
Overigens dank aan den onbekenden inzen
der voor zijn onderhoudend verslag van die
reis, het doet wel eens goed oude herinnerin
gen op te diepen en te toetsen aan het tegen
woordige marineleven!
Vertrouwende, dat U. geachte Redactie deze
bescheiden aanvulling wel een plaatsje zult
willen geven in Uw veel gelezen blad.
Verblijve met hoogachting, gaarne,
J. Hollestelle.
WAAROM BEN JE ZOO LAAT?
Ze waren in de Toelast echt gezellig
aan 't kurken en toen heb ik mee
gedaan.
Slagkruisers in zicht?
De financieele offers, welke de oorlogs
toestand van ons land eischt, en nog zal
eischen, zullen buitengewoon zwaar zijn, al
dus de Marinemedewerker van het Hbld.,
maar de noodzakelijke versterking der ma
ritieme defensie van Nederlandsch-Indië mag
daarom niet naar een later tijdstip worden
verschoven. Wijzigingen in de machtsverhou
dingen welke de positie van Nederlandsch-
Indië in ongunstigen zin zouden kunnen be
ïnvloeden zullen zich juist in de komende
jaren kunnen openbaren. Wanneer over
eenige jaren, als de Vereenigde Staten voor
de beslissing komen te staan om zich al dan
niet definitief van de Philippijnen terug te
trekken, de situatie ook voor onze Overzeesche
Gewesten in Oost-Azië beïnvloed wordt, moe
ten wij over een aanzienlijk sterkere vloot
kunnen beschikken dan thans het geval is.
Het rapport der commissie, welke het
vraagstuk der maritieme defensie van Ned.-
Indië in vollen omvang moest onderzoeken, is
thans aan de Regeering aangeboden en naar
„verluidt", schijnt het tot aanbouw van
slagkruisers te adviseeren. Onze lezers zul
len begrijpen, dat wij een dergelijk advies
bijzonder zouden toejuichen. Wij hebben er
langen tijd reeds voor gepleit. Het rapport
zal vermoedelijk wel niet gepubliceerd wor
den, zoodat wij moeten afwachten wat de re
geering over de vlootplannen wil bekend ma
ken. Een „aanwijzing" voor aanzienlijke
vlootuitbreiding is echter wel te vinden in de
millioenen-nota. Daarin staat n.1., dat in elk
geval voor de versterking van de maritieme
defensie in Indië gerekend moet worden op
een jaarlijksche hoogere uitgave van ver
moedelijk 15 millioen gulden. Waartoe deze
15 millioen precies moeten dienen, wordt niet
gezegd. Men zou kunnen denken, dat het
exploitatiekosten zijn en inderdaad bedra
gen de exploitatiekosten van een drietal slag
kruisers pl.m. 15 millioen per jaar doch
deze kosten behoeven uit den aard der zaak
eerst betaald te worden nadat de schepen in
dienst zijn gesteld, m.a.w. over ruim drie
jaar indien althans spoedig met den bouw
een aanvang wordt gemaakt.
Waarschijnlijker komt het ons dan ook
voor, dat dit bedrag de annuïteit is voor den
vlootbouw zelf, waarmede, voor den aanbouw
van een drietal slagkruisers, alsook voor de
daarbij noodig wordende verbetering van het
vaarwater naar Soerabaja, alsmede de aan
schaffing van een drijvend dok, enz., toch
zeker een bedrag van 250 a 300 millioen zou
zijn gemoeid.
Met spanning zien wij nadere mededeelin-
gen van de regeering inzake de vlootplannen
tegemoet. Wij koesteren nog steeds de hoop,
dat wij nog niet definitief te laat zijn met de
veel te lang uitgestelde versterking der In
dische maritieme defensie, en wij zijn de
vaste meening toegedaan, dat de oorlogstoe
stand die nu ook andere onmiddellijke voor
zieningen eischt, geen reden mag zijn om
nog verder te dralen met vlootversterking,
welke voor de komende jaren onvermijdelijk
is en zal blijven.
In breede kringen, zoowel hier te lande als
in Indië, heerscht ovér de defensie van onze
Overzeesche Gewesten in Oost-Azië bezorgd
heid. Het is hoog tijd, dat de beslissing nu
onverwijld wordt genomen.
Conferenties
voor Niet-Katholieken
In de Katholieke Kerk aan de
Kerkgracht.
Op de tweede conferentie, morgenavond,
waar Pater Wijnand Sluis zal spreken over
„Verhouding van Kerk en Bijbel" zal de org.-
dir. A. J. Leewens, precies 8 uur aanvangen
met de orgelvoordrachten:
„Praeludium" G dur F. Mendelssohn
„Interludium" J. S. Bach
„Largo e spiccato" W. Friedemann Bach
„Concert F dur" le deel G. F. Handel
(met orgelimitatie)
Het zangkoor der Kerk „St. Caecilia" zal
vóór, tusschen en na de conferentie wederom
eenige zangnummers doen hooren.
Burgerlijke Stand van Den Helder
van 25 September 1939.
BEVALLEN: C. A. J. MolijnMonsma, d.;
M. KoppelTijdeman, d.; M. E. Plevier
Visser, z.
September is voor de Amsterdammers van
oudsher de Artis-maand. Want voor de luttele
prijs van vijfentwintig cents kan de stadge
noot dan toegang krijgen tot die tuin vol won
deren, die zich „als een gordel van groen" slin
gert langs de Plantage Middenlaan. En al moge
de toegangsprijzen voor andere instellingen tot
lering en vermaak verdriedubbeld zijn: Artis
handhaaft met dat kwartje een oer-oude tradi
tie. En daar ik een minnaar ben van tradities,
zo toog ik op een late zomerochtend dierentuin-
waarts.
Het was nog stil daar. De echte Artisgan-
gers, zij, die belast en beladen met karabiczen
en tassen neerstrijken tussen het lommerrijk
geboomte, en de hele dag daar zoek brengen,
waren nog niet gearriveerd.
Zo dwaalde ik rustig langs hokken en
kooien. Dc leeuwen op het Kerbert-terras lagen
als smerige dotten poetskatoen in het woestijn
zand, lui, gapend, blijkbaar zonder een aasje
belangstelling in het schokkende wereldgebeu
ren. Ik doolde langs tijgers en poema's, langs
reebruine gazellen met zacht glanzende meisjes
ogen, langs schuchtere reebokken en stond stil
voor het grote wisentenpark. Zoals U weet, is
de wisent een soort bison, die slechts zéér spo
radisch in Europa voorkomt. En ik dacht zo,
dat 't toch vreemd toegaat in de wereld: hier
probeert men een bijna uitgestorven dierenras
weer op de been te helpen, en niet zo héél ver
hier vandaan probeert men met alle mogelijke
DE SIERLIJKE OOSTSLOOTSTRAAT.
De Oostslootstraat alhier schijnt niet bestemd
om door sierlijkheid uit te munten. Behalve
dat de toegangen vanaf de Loodsgracht te
nauw zijn, wordt de straat ontsierd door de
schuttingen op den hoek der Verlengde Vroon
straat. De open plek aan het einde der straat,
met de schutting van 't Park Tivoli in 't ge
zicht, draagt mede weinig bij om het aanzien
der Oostslootstraat te verfraaien. Ter gelegen
heid van de kermis werd de bedoelde open plek
door het Théatre van Wery heel aardig bezet.
Zou nu zoo dacht ik bij een bezoek aan dat
deel dezer gemeente, deze dagen gebracht,
zou nu die onbebouwde grond, die thans ner
gens toe dient, niet publiek verkocht kunnen
worden om daarop te bouwen? Ik geve dit in
overweging.
Uit het politie-rapport
RUIT INGEGOOID.
Gisteren werd de politie ervan in kennis
gesteld, dat bij een bewoner van de West
straat een ruit was ingegooid. Er werd een
onderzoek ingesteld.
DE PAMFLETTIST.
Gisteren was iemand bezig met het op
plakken van pamfletten op openbare plaat
sen. Dat is verboden, zoodat proces-verbaal
volgde.
DENK AAN HET RIJTIJDEN-BESLUIT!
Een stadgenoot moest gisteren de gevol
gen ondervinden van het overtreden van het
Rijtijdenbesluit, Chauffeurs... weest gewaar
schuwd!
DAT KOMT ERVAN!
Gisteren waren voor de Weststraat-school
eenige jongens aan het ravotten. De een
zat de ander na, maar op een noodlottig
oogenblik liep een der jongens pal tegen een
voorbijrijdende auto op. De politie werd op
gebeld om hulp te brengen. Het bleek, dat
het jongmensch licht gewond was aan hoofd
en been. Nadat het verbonden was volgde
overbrenging naar de ouderlijke woning.
Opgenomen om 8 uur hedenmorgen
Barometerstand Den Helder: 764,3
Temperatuur lucht: 13,9
Maximum temp. lucht: 15,8
Wind: richting: N.W.f kracht: 5.
Temperatuur zeewater: 16,0
Licht op: 7.23
EIGEN COUPEUR EN ATELIERS
MILITAIRE KLEEDERMAKERIJ
middelen een mensenras van de wereld weg te
vagen
Maar laat ons niet zwartgallig worden;
Krieg ist Krieg, en dan is er geen tijd tot der
gelijke mijmerijen. Even blikte ik omjioog naar
het bronzen beeld van den mediterenden
Boeddha, en vond daarin voldoende levenswijs
heid, om in alle dingen het betrekkelijke te
onderkennen.
De beren bromden in hun hokken, maar ik
liet ze, uit een soort piëteitsgevoel, links lig
gen. Trouwens: ik kén dat geluid!
Eve)izo deed ik met het wildebeest, dat, ge
lukkig, in slaap verzonken lag. Wildebeesten
zijn er momenteel voldoende wakker, dacht
ik zo.
Slenterend door de prachtige tuin raakte ik
aan 't peinzen. Want als ik zó doorging, dan
had ik beier thuis kunnen blijven. Associaties
van afschuwelijke gedachten moest ik maar
vdn mij zetten
Toch lukte dat niet. Bij de struisvogels dacht
ik aan een zeker soort politiek, en b(j de bun-
sings moest ik wéér ergens aan denken. De
gieren en roofvogels bezorgden mij kippenvel,
en de schapen en lammeren zag ik fin ge
dachten!) ter slachtbank drijven
Ik vluchtte. Ik draaide een klephekje open,
ik herademde. Waar, in welk paradijs ivas ik
te land gekomen f
Een boerderij. Een boerderij met makke die
ren. Er wandelt een kalkoen rond, en een toom
kippen. Biggen, geiten, een hond in z'n hok,
ezels, en jonge kalveren met stijve poten dar
telen om mij heen. Een pony trekt me aan m'n
jasmouw, een geit besabbelt m'n schoenen. Er
is een konijnenberg en 'n eendenvijver, er zijn
(Zitting van Maandag 25 September).
Een ontrouwe dienstbode.
Bij de familie P. te Den Helder was mej. A.
K. als dienstbode werkzaam, maar erg trouw
was deze gedienstige niet. Ze had verschillende
diefstallen bij de familie gepleegd, waar zij
wei kzaam was en het goed dan mede naar huis
genomen, voorgevende, dat ze die goederen op
afbetaling had gekocht.
Het was eigenlijk een tragisch geval. Terwijl
de juffrouw op het bankje der beklaagden zat,
stootte het zoontje van vijf maanden, dat op
haar schoot zat, allerlei geluiden uit. Het bleek,
dat ze gescheiden was, maar nu van plan was
met een zekeren A. te trouwen. Iemand, die
niet gunstig bekend stond. De heer Wiggers,
ambtenaar der Reclasseering kon geen gunstig
rapport uitbrengen. Een boete kon deze verd.
niet betalen en een voorwaardelijke gevangenis
straf werd afgeraden. De heer Wiggers wist er
geen weg mee.
De officier van Justitie, mr. v. d. Feen de
Lille meende, dat de keuze niet moeilijk was.
Reclasseering achtte spr. uitgesloten. Vooral
ook, omdat de man waarmede zij nu wilde trou
wen, ook al niet gunstig bekend staat. De
vrouw barstte in tranen uit en riep tusschen
haar snikken door, dat ze het nooit meer doen
zou en nooit meer terug zou komen.
De officier eischte drie maanden gevangenis
straf wegens diefstal, meermalen gepleegd.
De Politierechter, mr. Krabbe, wilde de om
standigheden, waaronder deze vrouw leefde in
aanmerking nemen en veroordeelde haar tot
een gevangenisstraf van zes weken.
Luid snikkend verliet verdachte de zaal.
Een dierenbeul.
Een zekere J. G„ wonende te Zijpe, liet op
Dinsdag 11 Juli een jonge koe naar den stier
brengen en daar het dier lastig was, had verd.
het dier wat al te hardhandig aangepakt.
„U heeft het dier met een stok afgeranseld",
merkte mr. Krabbe op.
„Een stokkie, zoo dun as me vinger", ant
woordde verd.
„Maar toen is toch het dier in een greppel
gevallen, want het was doodop", zei mr.
Krabbe.
„Nee, nee, hij kon best; maar hij wou niet",
aldus verd.
Get. M. v. d. VI., wonende te Oudesluis, gem.
Zijpe, heeft gezien, dat verd. de koe geweldig
heeft geslagen met een stok.
„Heeft U gezien, dat de koe uitgeput in een
greppel viel?" wilde mr. Krabbe weten.
„Ja, waarachies en hij heeft het beest nog
geschopt ook", aldus lichtte get. den rechter in.
„Dat hè je nooit kenne zien op een honderd
meter afstand", zeide verd.
„Nou, of ik het gezien heb", zeide get.
Een volgende get. T. v. d. VI., van beroep
expediteur te Oudesluis, heeft eveneens de mis
handeling gezien en is naar verd. toegegaan
om te zeggen, dat het nou genoeg was.
„Het was niet erg, want het beest mankeer
de niks", merkte verd. op.
De officier van Justitie achtte de dierenmis
handeling wettig en overtuigend bewezen, niet
tegenstaande verd. zegt, dat het een noodzake
lijkheid was de koe té slaan. Een geldboete kan
verd. niet betalen en daarom eischte mr. v. d.
Feen de Lille een gevangenisstraf van veertien
dagen.
De Politierechter veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf voor den tijd van tien
dagen.
Een winkeldievegge.
Op Woensdag 28 Juni heeft mej. C. J. v. D.
uit Den Helder een doosje poeder en een bloed
koralen ketting uit een winkel weggenomen.
Get. mej. C. SI. te Den Helder was op genoem
den datum in den winkel van v. W. te Den
Helder. Zij zag, dat verdachte de goederen weg
nam.
„Ze was erg zenuwachtig, nietwaar?" vroeg
mr. Krabbe. „Maar, daar had ze ook reden
voor".
„Ja, zenuwachtig was ze", zeide get.
„Was dat nu de eerste keer?" vroeg de Poli
tierechter.
„Ja, de eerste keer", antwoordde verd. snik
kende.
De officier van Justitie geloofde er niets van,
dat het de eerste keer was. Het zou wel erg
toevallig zijn, dat ze dan dien eersten keer ge
pakt werd. Mr. v. d. Feen de Lille wil de zaak
aanhouden om den heer Wiggers gelegenheid
te geven een rapport over verd. uit te brengen.
De Politierechter gaat ermede accoord de
zaak tot 23 November a.s. aan te houden.
tamme duiven, die roekoeënd op mijn schouder
zitten
Ik sta in dat paradijsje, waarmee het ijverige
bestuur van Artis gelukgewenst kan worden, ik
sta in de nieuwe kinderboerderij!
Een aanwinst voor stadgenoot en vreemde
ling, een vondst, een juweel. Iets om na te
doen! Ik bewonderde bij V de ,J)onkere Dui
nen" en dcszclfs pluimage. U moet eens komen
kijken hoe wij, Amsterdammers, dat inpikken!
Toen 't overbevolkt raakte in dit aardse Eden
ben ik opgestapt. En laat ik daar m'n vriend
Basliaan tegen 't magere lijf lopen. Bastiaan is
kunstschilder, en uit dien hoofde zo doorzich
tig als een trayisparant. 't Gaat slecht met de
kunst, dus vroeg ik maar niks.
Maar Bastiaan begon zélf. ,JBen je al bij de
apen geweestvroeg-ie.
,Jfee".
„Ga mee", zei Bastiaan en trok me mee naar
de orang oetan. „Kees", zoals dat beest heet,
zat rustig aan z'n ontbijt, krabde zich de harige
rimpelkop en draaide zn' achterwerk naar ons
toe.
,,'n Schandaal", zei m'n vriend.
Waaromf" vroeg ik.
,£o'n beest wordt z'n pens vet gevoerd met
banaantjes en appeltjes en rijst en sinaasappe
len, terwijl ik op een houtje kan bijten", bromde
Bastiaan.
,Jfou, kruip dan óók in een kooi", raadde ik
hem aan. ,,'t Verschil tussen 'n mens en 'n aap,
wat is dat?"
,JJdelheid", zei Bastiaan.
Zonder één woord ben ik haastig naar huis
gegaan
Ofschoon ik moet toegeven, dat in mijn
vriends verontwaardiging enige grond schuilt!
Het Engelsche volk is ontstemd en veront
waardigd, zoo lazen we gisteren, dat er maar
geen schot komt in den oorlog. Men zit nu ai
eenige wekenlang op luchtbombardementen te
wachten en er komt maar niets, men verneemt
nog maar steeds niet, dat er zooveel honderdan
vliegtuigen en zooveel duizend dooden geval
len zijn, men neemt geen genoegen met de ver
klaring van de Britsche regeering, dat men de
zaken eerst rustig verkennen wil en dan een
grooten slag ondernemen, dat men zijn kracht
niet zal zoeken in een bliksemoorlog, maar in
een economischen strijd, in een uitputtingsoor
log.
Die ontstemming en verontwaardiging
getuigt van een wonderlijke mentaliteit.
Ieder gezond denkend mensch verheugt er
zich over, dat de groote slachting nog
steeds niet begonnen is, dat .van een mas-
salen luchtaanval nog geen sprake is en
dat dus het aantal slachtoffers van den
oorlog, aan het Westfront tot op heden niet
groot is.
Het Engelsche volk kan overigens gerust zijn.
Van een liquidatie van den strijd z 1 geen spra
ke zijn. De rede van Mussolini, waarin hij te
kennen gaf, dat de oorlog met de beslissing van
Polen geëindigd is, welke meening Berlijn deelt,
wordt in Engeland en Frankrijk met een schou
derophalen ontvangen. Beide landen zijn vast
besloten den oorlog voort te zetten, tot het doof
hen gestelde doel, de vernietiging van haft
nationaal-socialisme bereikt is. Of men dit ooit
bereiken zal is een tweede vraag. Dat zal af
hangen van de krachtsverhouding in den toe-
komstigen strijd. De houding van Italië is tot
nog toe afzijdig, maar Mussolini heeft een slag
om den arm gehouden en zal naar alle waar
schijnlijkheid naar Duitschland omzwenken als
Hitier in nood komt, of als de Duce zich, om
practische overwegingen, in den oorlog moet
mengen.
Verwacht wordt, dat er deze week een
verrassende zwenking in den strijd zal
komen. Naar verluidt zou Duitschland
momenteel l'/2 millioen soldaten aan de
Siegfriedlinie hebben en het feit, dat er
gisteren voor de kust van Noorwegen een
hevige zeeslag heeft plaats gehad, wjjst
eveneens op grootere activiteit.
Nog steeds tasten we in het duister over de
ontwikkeling van den oorlogstoestand. Dat
de strijd echter niet zoo rustig zal verloopen
als Engeland en Frankrijk dat wellicht wen-
schen, is niet te gelooven. Duitschland laat
zich niet langzaam aan van alle toevoer van
grondstoffen en levensmiddelen afsluiten en
zal dus straks, misschien zeer spoedig, krach
tige tegenmaatregelen nemen.
Opnieuw heeft Hitier de Nederlandsche
en Belgische neutraliteit gegarandeerd en
er op gewezen, dat deze onafhankelijkheid
ook in het belang van Duitschland is. Wij
mogen gelooven, dat deze verklaring op
waarheid berust en dat alleen militaire
omstandigheden Duitschland van ziens
wijze zou kunnen doen veranderen. Laat
ons hopen, dat die omstandigheden nim
mer komen.
„De wateren werden S t i i", door
Aldous Huxley. Zuid-Hollandsche Uitgevers
maatschappij, Den Haag.
Gebeurtenissen en ideeën, welke plaats vin
den of ontstaan in een tijdvak van ongeveer
33 jaar, worden in een aantal dagboekbladen
en hoofdstukken, waarvan de oudste uit 1902,
de jongste uit 1935 dateeren en welke op de
schijnbaar meest grillige wijze dooreen ge
mengd zijn, beschreven. Die dooreenmenging
wijst in de richting van de wet van Karma,
gelijk er zooveel in Huxley's werken is, dat
wijst op een instemming met Boedhistische
ideeën en opvattingen.
De stellingen van Huxley, bekend uit zijn
andere werken, worden hier gepropageerd bij
monde van de verschillende handelende per
sonen. Zoo b.v. de vraag of de mensch wel
zijn eigen, ware zelf is, of de stelling dat de
mensch steeds doet wat hij niet wil en nalaat
hetgeen hij wél wil. Deze laatste stelling is
nieuw noch oorspronkelijk. Bijna 1800 jaar
geleden leerde Paulus van Tarsus hetzelfde
in zijn brief aan de Romeinsche Christenge
meente.
Die onwil tot het goede wordt in de perso
nen van H. tot volslagen onmacht en het tra
gische is, dat zij het allen, of bijna allen,
zich zoo wél bewust zijn.
Het is een triste expositie van zich aan de
grootste ondeugden en uitspattingen over
gevende beschaafde en intellectueele mannen
en vrouwen of anderen die niet zóó verdorven
zijn door hun werkelijke of vermeende men-
schelijke zwakheid, doch niet in staat zijn of
zich niet in staat achten tot iets beters of
hoogers.
Zelfs de sterke en stoïcijnsche Mark Strai-
thes weet geen raad met zich zelf. De eenige
werkelijk sterke en rustige persoon in dit boek
is de Amerikaansche dokter James Miller,
die dan ook de drager en verkondiger van H.'s
ideeën is.
Men leze dit boek niet om zich aangenaam
bezig te houden of ter verpoozing. Huxley is
geen romancier, maar een denker, die over
tuigd is. een roeping ten opzichte van de
men9chheid te hebben In dit boek zijn de fei
ten en personen slechts bijzaak. Hoofdzaak is
de krachtige en overredende propageering van
een wereldbeschouwing, waarvan de invloed en
uitwerking slechts gedemonstreerd worden ran
en door middel van die personen en feiten.