Postzegels ter waarde van
tien mille verduisterd
IVOREN
SCHAT
Indische regeering
chartert schepen
Nachtelijk Den Haag
Dc zaak Oss cn het
Nationale Dagblad
Amerikaansch schip
gekapseisd
Finland wil weten
Radioprogramma
Het geheim van de
Dc Koningin naar Amsterdam
uit den
exprestrein
Typhoon op Indische
tabaksonderneming
Doodelijkc val van een wagen
doorA. PANDOR
Het Meisje
Behoudens onvoorziene omstandigheden
is Hare Majesteit de Koningin voornemens,
Zaterdag 30 dezer een bezoek aan Amster
dam te brengen, ter inspectie van hetgeen
op het gebied van de organisatie der
luchtbescherming is bereikt.
Bijzonderheden ter zake worden nader
medegedeeld.
KONINGIN GEDENKT DE MILITAIREN.
H. M. de Koningin heeft een aanzienlijke
gift geschonken aan den Raad van Advies
voor Ontwikkeling en Ontspanning van
Militairen.
Kostbare verzameling behoorde
toe aan Joodschen emigrant.
De Enschedesche politie heeft aan
gehouden een zekeren G. L T. uit
Oldenzaal en zijn broer H. T. uit
Enschede. Zij worden er van ver
dacht een verzameling zeldzame
postzegels, waarvan de waarde op
pl.m. 10.000 gulden wordt geschat, te
hebben verduisterd.
Deze verzameling was het eigendom van
een Joodschen emigrant die via Nederland
en Engeland uit Duitschland naar Palesti
na was vertrokken. Hij had de postzegel
verzameling in Duitschland achtergelaten.
In Enschede had hij een kennis opgezocht
aan wien hij vroeg te trachten de verzame
ling, welke een cataloguswaarde had van
meer dan 50.000 R.M., over de grens te bren
gen.
De Enschedeër ging daarop naar den
38.jarigen G. L. T. te Oldenzaal, die beloof
de, de collectie te smokkelen tegen beloo
ning.
De verzameling werd den man te Gronau
ter hand gesteld, maar nadien hoorde men
er niets meer van.
De Enschedeër, die de belangen van den
emigrant behartigde, ging tenslotte naar de
politie. De Oldenzaler deelde echter mede,
dat de verzameling in beslag was genomen
en toonde zelfs het bewijs van de Duitsche
douane. Daar verschillende omstandigheden
verdacht waren, lette de politie er voortdu
rend op, of ook getracht zou worden, zegels,
overeenkomende met de verduisterde van
de hand te doen. Dezer dagen hoorde de re
cherche, dat enkele zeer zeldzame zegels
van de Duitsche koloniën, precies dezelfde
als welke zich in het verduisterde album
hadden bevonden, ten verkoop waren aange
boden.
Men stelde bij den verkooper een onder
zoek in en deze deelde mede, ze te hebben
gekregen van H. T. te Enschede met het
doel de zegels te verknopen. Deze H. T.
bleek een broer van den Oldenzaler te zijn.
Na een nauwgezet onderzoek werden zestig
van de tachtig verdwenen vellen postzegels
in een perceel te Oldenzaal aangetroffen.
Het bleek, dat G. L. T. eerst alle zegels over
de grens had gesmokkeld. Later had hij
twintig vellen met de minst kostbare zegels
naar Duitschland gebracht en ze daar aan
de douane ter hand gesteld, met de mede-
deeling dat iemand uit Enschede hem had
willen overhalen deze zegels te smokkelen.
Hiervoor kreeg T. een bewijs van de Duit
sche douane, terwijl de Enschedeër werd
gedagvaard door de Duitsche justitie, we
gens poging tot deviezensmokkelarij.
De beide broers T. zijn ter beschikking van
de justitie gesteld.
FEUILLETON.
Naar het Engelsch
bewerkt door
J, van der Sluys
16.
Als die oude, springerige druktemaker en
de Londenaar eens bondgenooten waren!
Aangenomen voor een oogenblik, dat dit zoo
was, wat was dan hun doel? Laten we zeg
gen diefstal. Misschien was hun uitgangs
punt, dat de tasch van de oude dame dingen
van waarde bevatte. De Londenaar schaduwt
haar van af Liverpool Street en de oude
springer komt er in Norwich bij.
Nieuwe vraag: Waarom? Antwoord: om de
feiten ten voordeele van den Londenaar te
kunnen uitleggen als het mis gaat. Tot zoo
ver klopt het. Maar als de Londenaar van
zins is de tasch van de oude dame te stelen,
waarom houdt hij zich dan niet koest, in-
plaats dat hij zijn aanstaand slachtoffer al
begint te prikkelen vóór de 5.18 vertrok?
„Dat klopt niet," redeneerde Freddy. „Dus
we beginnen opnieuw. Waarom tergde de Lon
denaar de oude dame drie uur lang, voordat
hij probeerde haar te berooven Dat doet geen
dief. Hij maakte haar zóó bang, dat het bijna
een wonder was, dat ze niet eerder aan de
noodrem trok.
Toen een bliksemschicht de duisternis van
den weg verlichtte, verlichtte een andere flits
Freddy's geest. Niemand, die de opwinding
van de oude dame gezien had, was verbaasd,
dat ze aan de noodrem getrokken had. Het
voorval maakte op iedereen den indruk van
een volkomen natuurlijk incident, geboren uit
de agitatie van die vrouw! Die geagiteerdhe.d
was ten toon gespreid om als explicatie te
dienen voor het tot stilstand brengen van den
trein; op zoodanige manier, dat de schuld
van den Londenaar buiten beschouwing kon
blijven. Iedereen gou het gebeurde aan „zenu
wen" toeschrijven, zooals de druktemaker
onmiddellijk had gedaan.
Hetgeen beteekent, stelde Freddy vast, dat
Voor vracht naar Nederland.
De „Sumatra Post" verneemt, dat de In
dische regeering, behalve de „Garoet" en
de „Kertosono" van de Rotterdamsche
Lloyd, nog verschillende andere schepen
zal charteren voor speciaal goederenvervoer
naar Nederland, thans rubber, copra en
suiker.
Aneta verneemt in dit verband nog, dat
besprekingen hierover momenteel gaande
zijn. Hierbij zijn ook de contrabande-lijsten
van de oorlogvoerende landen van groot
belang. De beslissing in deze zaak kan
deze week via Holland worden verwacht,
zegt de N. R. Crt.
Ook de „Tarakan" van de Stoomvaart Mij.
Nederland is door de regeering gecharterd
voor speciaal goederenvervoer naar Ne
derland.
Relletjes op verschillende plaatsen.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
omstreeks 2 uur wilden twee surveilleereü-
de agenten en een dronken man in de Boek
horststraat te Den Haag arresteeren. De
broer van den dronken man ging er zich
me^ bemoeien en belemmerde de politie
in haar taak, evenals het publiek, dat met
leege bierflesschen de agenten bekogelde.
Onder het publiek was een 29-jarige ser
geant S. N„ die het de politie vooral lastig
maakte. Tenslotte trok een der agenten zijn
revolver en loste een schot ter waarschu
wing in de lucht.
De arrestant J. de G., diens broer en de
sergeant zijn naar het bureau gebracht.
Toen de dronken man nuchter was is hij
op vrije voeten gesteld.
De broer wordt voorloopig vastgehouden
en de sergeant mocht, nadat tegen hem
proces-verbaal was opgemaakt, vertrekken.
Nog meer rumoer.
Terzelfder tijd was het bij het uitgaan
van de cafés in de Wagenstraat zoo ru
moerig dat e§n paar agenten met de sabel
en de gummistok de orde moesten herstel
len. Niemand werd gearresteerd.
In den vorigen nacht om 1 uur maakte
de politie met de gummistok een einde
aan een vechtpartij in de van der Venne-
straat, tusschen burgers en militairen. Ook
hier werd niemand gearresteerd.
Do procureur-generaal bij den Hoogen
Raad heeft gisteren geconcludeerd tot ver
werping van het cassatieberoep van Mr. M.
M. Rost van Tonningen tegen de beschik
king van het Haasche gerechtshof. Bij deze
beschikking is afgewezen het verzoek om
te worden toegelaten tot het bewijs der
waarheid van de in het Nationaal Dagblad
van Woensdag 13 April 1938 voorkomende
artikel, „de beruchte zedenschandalen te Oss"
aan den minister van Justitie te laste geleg
de feiten. Tevens concludeerde de Hooge
Raad tot verwerping van het cassatieberoep
tegen het arrest van genoemd gerechtshof,
waarbij Mr. Rost van Tonningen naar aan
leiding van bovenbedoeld artikel wegens
smaadschrift is veroordeeld tot een geld
boete van 200 gulden subs. 50 dagen hech
tenis.
De Hooge Raad zal op 23 October arrest
wijzen.
Vier en twintig opvarenden ver
mist.
De „Spray", aan boord van welk schip
zich 26 personen bevonden, de op eenigen
afstand van de kust hadden gevischt, is
tengevolge van de woelige zee gekapseisd.
Twintig minuten na het ongeluk waren
twee personen gered.
Vier-enrtwintig personen worden vermist.
de oude dame ook in het complot was en van
het begin af aan zich nooit werkelijk angstig
had gemaakt over den Londenaar en er uit
sluitend aan de noodrem getrokken werd om,
als de trein stopte, de algemeene aandacht te
concentreeren op een compartiment waarin
niets bijzonders voorviel. Gevolg: de attentie
werd afgeleid van een ander compartiment,
waar wèl iets belangrijks gebeurde.
Freddy werkte de consequentie van deze
theorie uit.
„Als dit juist is, wil het zeggen, dat de
geagiteerde oude dame, de Londenaar, het
drukke, springerige heerschap, de groote
dikke mijnheer en de man met den paarden
kop allen samenwerkten! Met z'n vijven! Brr!
Het was werkelijk een verbijsterende ge
dachte. Ze hield, behalve het feit, dat er
buitengewoon hoog spel was gespeeld, en dat
het plan wel overdacht en uitnemend voor
bereid moest zijn, tevens in, dat de vijand
over een uitgebreide legermacht beschikte.
Bepaalde die zich overigens tot het vijftal,
vroeg Freddy zich af.
„De reverend," riep hij eensklaps uit. „Is
die misschien nummer zes?"
En dan is er nog iemand. De man In 't
bruine pak. De man die verdwenen was!
Nummer zeven?
Daarna kwam de meest ontstellende ge
dachte van alle over hem en een gewaar
wording van hopeloosheid maakte zich van
Freddy meester. Lydia Leveridge, 't meisje
dat ringen wegtooverde en andere deed ver
schijnen, wier portret het eene oogenblik in
een krant stond en het volgende eruit ver
dwenen was, het meisje, dat werd ontvoerd,
maar dat hem verboden had tusschenbeide te
komen, omdat zijn bescherming een bedrei
ging zou zijn... wat was haar rol?
Schade van f 20.000
De tabaksondernemling Kwalaniëntjirim
van de Deii maatschappij, werd Zaterdag
in den namiddag om half vijf door een
typhoon getroffen. Hierdoor werden 23
'droogschuren, benevens verscheidene wo
ningen vernield. Slechts een zeer gering
partijtje tabak is vrijwel intact gebleven-
Een fermenteerschuur is beschadigd. De
totale 9chade wordt volgens de N.R.C., ge
raamd op f 20.000.Persoonlijke ongeluk
ken kwamen niet voor, behalve twee in-
landsche kindeien in een bijgebouw van
een assistententshuis, die slechts zeer licht
door een vallenden boom werden gewond.
Uitlegging gevraagd over torpedee
ring. Gewoon oorlogsgebruik
zegt Duitschland.
Finland heeft Duitschland uitlegging ge
vraagd over de torpedeeringen. De Finsche
gezant te Berlijn heeft zich naar het mi
nisterie van Buitenlandsche zaken begeven
om er te informeeren naar de redenen der
torpedeeringen.
De minister, ald'us Havas, heeft verklaard
dat de actie tegen schepen welke cellulose
vervoeren, een gewoon oorlogsgebruik is Hij
voegde hier aan toe, dat de torpedeering
een waarschuwing beteekent voor de neu
tralen, die handel drijven op Engeland.
Paard sloea op hol.
Doordat zijn paard op hol sloeg is de 73-
jarige landbouwer ten B. uit Borne, Zater
dagmiddag van een mestwagen gevallen.
De man is des nachts aan de kwetsuren be
zweken.
WOENSDAG 27 SEPTEMBER 1939.
Hilversum I. 1875 en 414.4 m.
VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. VPRO.
6.307.00 RVU. 7.308.00 VPRO.
8.00 Eventueel berichten ANP, gramofoon-
platen.
9.30 Causerie: „Onze keuken".
10.00 Morgenwijding.
10.20 Voor arbeiders in de continubedrijven.
12.00 Gramofoonplaten.
12.30 Orgelspel (Om 12.45 eventueel berichten
ANP).
I.151.45 Gramofoonplaten.
2.00 Kniples.
2.30 Gramofoonplaten.
2.35 VARA-Orkest en solist.
3.20 Voor de kinderen.
5.30 VARA-Orkest.
6.30 Cursus: „Graphologie, middel tot men-
schenkennis".
7.00 VARA-Kalender.
7.05 Felicitaties.
7.10 Vocaal concert met orgelbegeleiding.
7.30 Bijbelvertellingen.
8.00 Herhaling SOS-Berichten.
8.03 Berichten ANP, VARA-Varla.
8.15 Vraag en antwoord.
8.30 VARA-Orkest.
9.00 Radiotooneel.
9.40 VARA-Orkest.
10.15 Causerie: „...en toch ben ik van mee
ning, dat..."
10.25 Gramofoonplaten.
10.40 Medische vraagbaak.
II.00 Betrichten ANP.
11.1012.00 Dansmuziek (gr.pl.).
Hilversum II. 301.5 m.
NCRV-uitzending. 6.307.00 Onderwijsfonds
v. d. Scheepvaart.
8.00 Schriftlezing, meditatie.
8.15 Gramofoohplaten (9.30—9.45 Gelukwen-
schen)
10.30 Morgendienst.
11.00 Gramofoonplaten.
11.15 Ensemble v. d. Horst. (12.0012.15 Ber.)
1.00 Gramofoonplaten.
1.30 Hollandsch kamermuziekensemble en
gramofoonplaten.
3.00 Christ. lectuur.
3.30 Pianovoordracht en gramofoonplaten.
4.25 Kinderkoor „Lenteleven" met pianobege
leiding.
Onder de regen op zijn voorhoofd begon
zich een ander vocht vast te zetten. Was
Lydia Leveridge Nummer acht?
„Luister Freddy", hield hij zichzelf voor.
„Er is één ding, wat je glad vergeten
schijnt te zijn, mijn jongen. Haar oogen.
Kan een meisje met zulke oogen op een of
andere manier in een complot van schurken
betrokken zijn?"
Zijn wanhoop week en zijn plan om de
politie te Aylsham te waarschuwen, stond
niet meer zoo vast als zooeven. Was het
wel heel zeker dat de politie Miss Leveridge's
belangen zou dienen Zoozeer was hij aan
twijfelingen ten prooi, dat hjj de gevaren
van den glibberigen weg vergat, tot hij op
eens uit zijn overpeinzingen opgeschrikt
werd, doordat hij opzij slipte, welk ongeval
hem een hap uit zijn broek kostte en de
waarde van een werkmansfiets met minstens
drie shilling deed verminderen.
Maar het had niets te beteekenen! Hij was
nu vlak b(j zijn bestemming. In een paar
minuten zou hij er zijn, als hij de aanduidin
gen van zijn vriend goed begrepen had.
„Hé!" riep hij plotseling, toen uit de duis
ternis een gestalte in den lichtkring van zijn
lantaarn kwam. „Dat is toch de weg naar
Aylsham. nietwaar?"
Pas toen de woorden over zijn lippen wa
ren, bemerkte hij, d.t hjj de vraag had ge
richt tot den rug van iemand in de kleeding
van een reverend...
XIX. Wat het venster onthulde.
Freddy Reeve 1 in het laatste uur het
noodweer menigmaal verwenscht, maar nu
zegende hij het eensklaps, want zijn vraag
was in het onstr .xiig gev.-„ld der elementen
verloren gegaan en de reverend gaf geen
Een avontuurlijke reis naar de ontoegan
kelijke oerwouden van Afrika, op zoek naar
de plaats, waar de olifanfen hun laatste le
vensdagen slijten.
97.
Woedend sprong de gorilla op René af, doch
middenin zijn sprong trof hem de kogel uit
René's geweer en het dier viel als een blok
op den grond. Grommend trachtte de grote
aap op te staan, doch hij zakte bewusteloos
ineen. Terwijl hij zijn geweer opnieuw laadde,
wachtte René tot de anderen zich bij hem
zouden voegen. Allen kwamen naar buiten en
wensten René geluk met den goeden afloop.
De rest van den dag werd gebruikt voor on
derzoekingen.
99.
„Het is geteekend door Tippoo Tib en het
is een Arabische boodschap. Er staat: „In
den naam van den profeet: Vrede! Maar voor
hem, die zoekt naar de plaats waar de olifan
ten sterven, zal geen vrede zijn tot hij gevon
den zal hebben „Het Kasteel dat roept" en
waar de opgaande zon den weg wijst".
Een diepe stilte volgde op het lezen van
deze geheimzinnige boodschap. De kleine
groep stond aan den 'ngang van de grot,
die met een sprookjesachtige glans verlicht
werd door de volle maan.
„Het kasteel dat roept", mompelde René,
„dat is een plaats, die ook op de kaart voor
komt, /ader". Ze keerden nu naar de vlieg
machine terug en bleven daar dien nach
veilig in de cabine.
Toen René den volgenden morgen wakker
werd, bemerkte hij, dat de geweerkist open
gebroken was en dat er een geweer uit ont
brak. Een plotseling vermoeden deed hem
rond zien. „Vader!" schreeuwde hij, „Vader,
wordt wakker! Lopez is er van door!"
98.
Uren verliepen het zonlicht maakte
plaats voor het maanlicht en nog steeds was
men op zoek naar het dal der olifanten.
Eindelijk, toen ze vermoeid in een van de
vele grotten binnengingen, die zich in de ber
gen bevonden, verlichtte de straal uit René's
lantaarn een inscriptie in den kalksteenen
muur. „Arabische letters," zei mijnheer Hen
driks. Uitroepen van verbazing weerklonken.
René en Koen hielden hun lantaarns op den
muur gericht, terwijl mijnheer Hendriks ver
taalde wat er stond.
HOOFDSTUK 8.
Verraad.
100.
Eerlijk gezegd waren ze allemaal blij, dat
Lopez verdwenen was. „Ik vind, dat wij dit
moeten vieren", zei Bep verheugd. De Zilve
ren Albatros vertrok met één reiziger min
der en mijnheer Hendriks zette koers naar
„het kasteel, dat roept", aangegeven op de
kaart var. Rene.
„We zullen over het Victoria Nyanzameer
vliegen", zei hij tegen de anderen. „Het is op
één na het grootste meer van de wereld". De
motoren van 't vliegtuig bromden regelmatig,
terwijl het zich door de lucht bewoog en het
duurde nie lang of ze zagen het water van
het uitgestrekte meer, glinsterend in de zon.
neschijn. „We zullen in Kisumu stoppen om
proviand en ammunitie te kopen", zei mijn
heer Hendriks. „Dat is een stad aan den
Noordoosthoek van het meer".
4.45 Felicitaties.
5.00 Vo.r de jeugd.
5.455.55 Gramofoonplaten.
6.00 Land- en tuinbouwcauserie.
6.30 Causerie: „Het nut van de Binnenvaart-
scholen speciaal in dezen tijd" en causerie
over het Binnenaanvaringsreglement.
7.00 Berichten.
7.15 Causerie over Sophie Hedwig.
7.45 Causerie: „De wereldoogst van kunst
foto's in 1939".
8.00 Berichten ANP, herhaling SOS-Ber.
8.15 Molto Cantabile en orgelspel.
10.00 Berichten ANP, actueel halfuur.
10.30 Chineesche liederen (opn.).
11.00 Gramofoonplaten.
ch. 11.5012.00 Schriftlezing.
teeken, dat hij haar verstaan had.
Maar de weinige aandacht, die de genoem
de persoon aan de vraag schonk, kwam niet
alleen op rekening van het onweer. Zelf
was hij in een of ander probleem verzonken.
Zijn rug bleef onbeweeglijk, elke zenuw er
van scheen gespannen.
Wat deed hij hier? Hoe was hij hier ge
komen? Wat was de oorzaak van zijn gecon
centreerde aandacht? Nieuwe geheimen om
te ontsluieren. Voorzichtig en zooveel af
stand bewarend als mogelijk was, stapte
Freddy af en zocht een schuilplaats onder
overhangend gebladerte.
Terwijl hij den rug van den reverend bleef
gadeslaan, doemden uit de duisternis andere
dingen op. Een muur. Een deur in een muur.
De flauwe omtrek van een dak. Een paar
doode vensters, en één, vagelijk levend. Ja,
achter die blinden was licht. Een zwak
schijnsel. De blik van den reverend scheen
erop gericht te zijn.
Maar Freddy's blik had meer belangstel
ling voor de deur. Hij had het gevoel, dat
die aanstond, toen hjj den reverend voor het
eerst zag, hoewel hjj zich van dat gevoel
geen rekenschap kon geven. Vaak hebben
onze hersens de dingen in zich opgenomen,
voordat we ze bewust gewaar worden.
En zoo wist Freddy, dat de deur van het
huisje, waarnaar de reverend stond te kijken,
een paar seconden geleden had opengestaan
en dat ze nu dicht was.
De reverend bevond zich heel dicht bij de
deur. Had h ij haar misschien dicht gedaan
Of misschien iemand, die nu achter dat half
levenlooze venster stond? In dat geval,
waarom bleef de reverend hier? Waarom
ging hjj niet verder, zooals een gewoon be
zoeker zou doen...
Ah! Daar ging hij! Hij bewoog zich lang
zaam naar links naar den zijkant van het
huis. Hij bleef een oogenblik bij het raam
staan. Toen ging hij weer verder, bereikte
den hoek van het huisje en glipte langs den
kant.
Freddy zette zijn fiets vlug tegen de heg
en sloop iets naar voren. Hij wilde niets van
de bewegingen van den reverend missen.
Thans kon hij zien hoe de ander opzij langs
het huis liep ook dat hij weer stil stond
en naar een ander raam keek. Dit raam liet
evenzeer een flauw schijnsel door. Blijkbaar
was het een zijvenster van dezelfde kamer,
waaruit aan den voorkant dat flauwe licht
viel, maar het verschilde op twee belang
rijke punten van 't andere venster. De blin
den waren niet gesloten en het raam was
open.
Wel een halve minuut lang keek de reve
rend door het open raam naar binnen. Iets
wat hij zag scheen hem te fascineeren. Toen
keerde hij zich om en keek naar de plek
waar Freddy stond.
Freddy had er geen vermoeden van of hij
te zien was; het was onmogelijk iets van de
uitdrukking op het gelaat van den reverend
te onderscheiden. Hij keek beslist in Freddy's
richting, maar zien deed hjj Fready niet.
Hij zag heel andere •ingen.
Toen lichtte het opeens fel. De weg de
bosschen, de hut, de lucht, alles werd ver
blindend wit en eveneens de beide gestalten
die met het gezicht naar elkaar stonden. Een
oogenblik later verzonken ze weer in het niet.
Maar elk der beide gestalten wist thans
dat de ander bestond...
Freddy kwam een paar stappen naar vo
ren, de reverend eveneens.
„Is het onbescheden te informeeren hoe u
hier gekomen bent," begon Freddy uitdagend
„Toen ik u 't laatst gezien heb..."
„Zat ik in een trein. Om precies te zijn in
dien. welke om 5.18 uit Liverpool Street ver-
trekt. Maar u ook. En ik heb niet gezien dat
u aan 't station uitgestapt bent"
„Bent u er dan aan een station uitge
gaan? informeerde Freddy met een onge-
loovigen klank in zijn stem.
Zeker. Ik ben uitgestapt aan het station
even voorbij de plek, waar de trein stilstond.
(Wordt vervolgd.)
V