„Ik kan niet eens inbreken" IVOREN SCHAT De inschrijving van vervoermiddelen Radioprogramma Het geheim van de uit den exprestreiri Reisje in drie gestolen auto's Zijn jasmouw ingeslikt Een lapje van duizend kwijt Wonder boven wonder door: A. PANDOR Het Meisje Moet Haarlem of Amsterdam den boosdoener straffen? Aan het gerechtshof te Amsterdam werd gisteren een juridische puzzle voorgelegd de bevoegdheidskwestie van de rechtbank te Haarlem betreffende. Het betrof hier een diefstal in een apotheek in de Kleverparklaan te Haarlem, waar in den avond van 4 Maart j.1. een of meer in sluipers met een valschen sleutel waren bin nengekomen. In het vergiftkastje was een bedrag van ruim f26— aan kleingeld ge borgen en dit geld werd den volgenden dag vermist. De verdenking viel op een ex-loop jongen van de apotheek, den 24-jarigen K. K., die te Amsterdam woont. De schuld op een ander. Een paar dagen na den inbraak werd deze man ingerekend. Hij schoof de schuld ech ter op zijn vriend J. Ph., een 25-jarigen opper man, dien hij inlichtingen over de inrichting van de apotheek had gegeven; van het gesto len geld waren zij samen dien nacht in Am sterdam uit geweest. Ook de opperman werd gearresteerd; doch hield zijn onschuld vol. Tegen beide mannen werd een vervolging ingesteld en de rechtbank te Haarlem veroor deelde den opperman recidivist wegens diefstal tot een gevangenisstraf van twee jaar, mede met het oog op zijn duister ver leden. Vonnis van de Haarlemsche rechtbank. De rechtbank te Haarlem achtte de mede daderschap aan diefstal van den 24-jarigen K., den ex-loopjongen, niet bewezen, zoodat hij daarvan werd vrijgesproken. In het sub sidiair ten laste gelegde, de heling, achtte de rechtbank zich niet bevoegd, omdat de he ling het opmaken van een deel van het gestolen geld te Amsterdam (dus in een ander arrondissement) was gepleegd. De rechtbank te Haarlem verwees de zaak niet naar de rechtbank te Am sterdam, maar veroordeelde verdach te tot tien maanden gevangenisstraf, wegens het meer subsidiair ten laste gelegde: uitlokking en geven van in lichtingen. Het tweetal teekende hooger beroep aan, zoodat thans het gerechtshof, gepresideerd door mr. Jolles, deze zaken te berechten kreeg. Een juffrouw getuigt. De opperman bleef op zijn stuk staan. Hij noemde K. een leugenaar. Vriend K., als getuige gehoord, bleef bij zijn lezing, en een juffrouw, die in dien tijd veel met verd. Ph. omging, vertelde, dat hij tegenover haar een volledige bekentenis had afgelegd. Hij had op haar kamer zelfs an dere schoenen aangetrokken, omdat hij bang was geweest een voetspoor in de apotheek te hebben achtergelaten. „Gelogen", riep verdachte woedend, „ik heb ruzie met haar en nu wil ze me er indraaien! Ik zou wel eens willen weten, waarom K. me den nek wil omdraaien. Het is net als met Klundert en Teunissen, ik word onschuldig veroordeeld. Ik ben geen inbreker... Pres.: En die tien vonnissen'? Verd.: Allemaal gewone diefstallen, en sa men is 't nog geen vier jaar. Ik ben geen zware jongen. Ik kan niet eens inbreken, dat is een vak op zichzelf. De procureur-generaal, mr. J. Ver steeg dacht er anders over Hij achtte het bewijs geleverd en eischte beves tiging van het vonnis (twee jaar ge vangenisstraf). FEUILLETON. Naar het Engelsch bewerkt dooi J. van der Sluys 25. Na enkele oogenblikken vervolgde Trent: „Ik kwam tot het besluit dat het 't beste zou zijn, de dingen hun beloop te laten hebben en mijn eigen spoor te volgen: het stukje papier, dat ik Jarvis afgenomen had". „Dat", concludeerde Freddy, „zou de ras- Londenaar wel wezen". „Ik wilde naar het daarop vermelde adres gaan", zette de detective zijn mededeelingen voort. „Daarom zocht ik een dokter op, die me een beetje oplapte en me zijn motorfiets leende. Drommels, wat een rit in dat onweer. Nu, ik ben er toch gekomen!" Met een zucht ging hij plotseling zitten en sloot de oogen. Maar toen Freddy op hem toe kwam, opende hij ze weer en glimlachte. „Maak je niet ongerust. Maar denk er om, dat we niet heelemaal twee menschen zijn. Hoogstens anderhalf". „Wilt u misschien even rustig gaan zitten, terwijl ik rondkijk?" stelde Freddy voor. „Dat kunnen we beter direct samen doen", meende Trent. „Maar laat me eerst mijn recon structie ten einde brengen. Die reverend komt natuurlijk in het huisje terug, vindt uw briefje en gaat door hierheen. Maar hij zal wel een paar agenten mee naar het huisje genomen hebben. Dus we kunnen uitzien naar assisten tie, zou ik zeggen!" Even een adempauze en toen: „U zegt, dat uw wagen hier ergens in de buurt geparkeerd is?" „Ja, in een boschje". „Eigenaardig, dat ik hem niet gezien heb. Vraag me af of ie er nog staat? We zullen er heen gaan. Maar laten we eerst naar Barlow kijken. Mogelijk komen we van Barlow iets te weten". „U bedoelt, dat hij misschien niet dood is?" „Hij is waarschijnlijk wel dood. Maar de zak- De verdediger, mr. Th. Eskens, noemde de getuigen in deze zaak hoogst onbetrouwbaar en hij concludeerde tot vrijspraak. Anderhalf jaar geëischt. Vervolgens stond de ex-loopjongen, de 24- jarige K., terecht. Volgens den procureur-generaal had de zaak moeten worden verwezen naar de rechtbank te Amsterdam om daar te worden berecht. De straf van tien maanden is veel te laag. Voor het geval het hof de zaak niet naar de rechtbank te Amsterdam verwijst, vorderde spr. tegen den ex-loopjongen anderhalf laar gevangenisstraf. De verdediger, mr. Frankenhuis, was het met den procureur-generaal eens, dat de zaak verwezen had moeten worden. Ten onrechte bevindt verd. zich z.i. thans in voorarrest, zoodat hij zijn invrijheidstelling verzoekt. -Na raadkamer weigerde het Hof de ge vraagde invrijheidstelling. Op 19 October zal arrest worden gewezen. BIJZONDERHEDEN VAN DE REGELING. Ter uitvoering van de „Wet Gebruik Ver voermiddelen 1939" zijn in de Staatscou rant van 25 September 1939 no. 187 bekend gemaakt: de inschrijvingsbeschikking vrachtauto's en tractoren 1, 1939, de in- schrijvingsbeschikking binnenschepen 1, 1939 en de inschrijvingsbeschikking sleep- booten 1, 1939. Vrachtautos en tractoren' moet men doen inschrijven ten kantore van den inspec teur-generaal van het verkeer. De hiertoe benoodögde formulieren zijn kosteloos verkrijgbaar bij de secretarieën der gemeen ten en door bemiddeling van de volgende organisaties: Den Algemeenen Nederland- schen Bond van Beroepsgoederenvervoer- ders (A.N.W.B.), de Bond van Bedrijfsauto- houders in Nederland (B.B.N.), den Bond van Expediteurs en Transportondernemers (B.E.T.O.) en de Centrale Organisatie voor Beroepsgoederenvervoer langs den weg (C. O.B.) De formulieren moeten na invulling portvrij opgezonden worden naar den in specteur-generaal van het verkeer. Het nalaten van de opgaven tot inschrij ving is strafbaar. TEGEN PRIJSOPDRIJVING. Voorts stellen de houders van vrachtauto's sleepbooten en binnenschepen zich bloot aan een aanwijzing door of vanwege een rijksverkeersinspecteur, hoofd van een dis trict van de rijksverkeersinspectie voor het goederenvervoer, indien zij zich schuldig maken aan prijsopdrijving. De houders van het vervoermiddel, jegens wien de aanwij zing wordt gedaan, is verplicht zijn ver voermiddel tegen prijzen en condities ter beschikking te stellen als door een rijks inspecteur voor het goederenvervoer wordt bepaald. Jeugdige Amsterdammer te Maastricht aangehouden. Een surveilleerend agent van politie heeft in den nacht van Woensdag op Donderdag op de Bilserbaan te Maastricht aangehou den den 18-jarigen bestuurder van een auto, H. B., uit Amsterdam. De jongeman had, zooals hij aan de poli tie verklaarde, de ouderlijke woning te Am sterdam verlaten, en was met een auto, die hij in de hoofdstad had gestolen, naar Arn hem gegaan. Daar heeft hij de gestolen auto achtergelaten en een anderen wagen ont vreemd. Met deze auto zette hij de reis voort naar Venlo, waar hij opnieuw van wagen verwisselde en doorreed naar Maas tricht, waar hij ten slotte werd aangehou den. De politie heeft de in Venlo gestolen auto in beslag genomen. De jongeman is ter be schikking van den commissaris van politie gesjeld. Een uitgebreid onderzoek wordt ingesteld. ken van een doode kunnen soms spreken. Ga mee!" Hij stond op. Freddy voelde een plotselingen tegenzin om heen te gaan. „Wat met hem?" mompelde hij, naar den werkman kijkend. Trent keerde zich om en keek thans ook naar den doode. „Wees gerust, Mr. Reeve, ik zal hem niet vergeten", sprak hij haast plechtig. „We gaan hem immers wreken". Plotseling knielde hij neer naast den werk man en bestudeerde diens onbeweeglijk gelaat. Hij bestudeerde het een heelen tijd en eenmaal raakte hij den levenloozen arm aan. Toen stond hij op en terwijl hij naar de deur liep, zei hjj zacht: „Niet alle flinke en dappere kerels op deze wereld zijn detectives". XXIX. In den afgrond. De maan kwam op. Een deel ervan slipte uit een groote zwarte wolk te voorschijn toen Freddy en de detective de gang inkwamen; en deuren doemden uit de schaduw op, verlicht door dit nieuwe bleeke licht. De atmosfeer was bepaald spookachtig. „Hoe zit dat met die deuren?" informeerde Freddy. „Datzelfde vroeg is me ook af", antwoordde de detective. ..Ik ben het heele huis nog niet door geweest." „Dan was het misschien niet verkeerd om dat nu te doen?" meende Freddy. De detetive knikte. „Ik was er druk mee bezig, toen ik tegen u opliep." Ze besteedden vijf minuten met het openen van deuren. Het was een ietwat griezelige taak. De deuren van de kasten waren het erg ste. De kast onder de trap, in twee trapsgewijs Amsterdamsche agenten moeten vreemd karweitje opknappen. Een arrestant van het bureau Warmoes straat te Amsterdam, die voor een overi gens niet al te zwaar vergrijp was opgeslo ten, wilde blijkbaar liever op de ziekenaf- deeling terecht komen. In ieder geval wilde hij op een of andere wijze de aandacht op zich vestigen. Daarom nam hij een vreemd middel te baat: hij poogde zijn jasmouw in te slikken. Toen hij de dikke stof moeizaam tot in zijn slokdarm naar binnen had ge werkt .schoten agenten toe en trokken de mouw er weer uit. Het jasje werd meegenomen en de man weer aan zijn lot overgelaten. Nu kan hij het niet zijn hemd probeeren Buitenman in Den Haag beroofd. In een perceel aan de Koediefstraat te Den Haag is een buitenman beroofd van 't niet onaanzienlijke bedrag van 1200 gul den, hierbij bevond zich een biljet van 1000 gulden. De politie heeft beide bewoonsters van het perceel aangehouden, n.1. de 40-ja- rige niej. J. H. en de 33-jarige mej. H. O., geb. van der H. Beiden ontkennen zich aan de berooving te hebben schuldig gemaakt. Zij zijn door de politie in bewaring gesteld en voor het huis is een post geplaatst. Tien ineter door tram meegesleurd en ongedeerd opgestaan. Op het Frederiksplein in de hoofdstad is, een ongeval gebeurd, dat zoo wonderlijk goed is afgeloopen, dat dit het vermelden waard is. Een 29-jarige wielrijdster reed onvoor zichtig voor de tram langs en werd gegre pen door den motorwagen van lijn 5. Zij werd een tiental meters door den baan- schuiver meegesleurd, voordat de tram tot stilstand kwam. Van alle kanten snelde men toe om het slachtoffer hulp te verlee- nen. De vrouw lag even versuft door den schrik op straat, maar al gauw kwam ze onder de tram vandaan en stond vrijwel ongedeerd op. Zij had slechts enkele onbe- teekenende schrammen opgeloopen. ZATERDAG 7 OCTOBER 1939. Hilversum I. 1875 n 414.4 m. KRO-uitzenidng. 4.005.00 HIRO. 8.00 Berichten ANP. 8.059.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 11.3 Godsdienstige causerie. 12.00 Berichten. 12.15 KRO-orkest (12.45—1.20 Berichten ANP en gramofoonmuziek). 2.00 Voor de rijpere jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 2.45 Kinderuur. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.05 Toespraken: „De jubileerende Vakbond" en „Een perspectief". 4.35 Gramofoonmuziek. 4.40 Causerie: „De stoel omgekeerd tegen den muur". 5.00 Gramofoonmuziek. 5.15 Internationale sportrevue. 5.30 Gramofoonmuziek. 5.45 KRO-Nachtegaaltjes. 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Journalistiek weekoverzicht. 6.45 Gramofoonmuziek. 7.00 Berichten. 7.15 Causerie: „Man en vrouw in het huwe lijk". 7.35 Actueele aetherflitsen. 8.00 Berichten ANP, mededeelingen. 8.15 Meditatie met muzikale omlijsting. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.45 Gevarieerd programma. 10.30 Berichten ANP. 10.40 „Per te ad nihilum redegit inimicos nos- tros", voordracht (met muzikale omlijsting). 11.10—12.00 Gramofoonmuziek. Hilversum xl. 301.5 m. VARA-uitzending. 10.0010.20 v.m. en 7.30 —8.00 VPRO. 8.00 Berichten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek. achter elkaar gelegen helften verdeeld door een paar Lreedjes, was bijzonder onbehaaglijk. Het achterste, lagere gedeelte had een don keren hoek, die een diepe ademhaling ver- eischte vóór je er toe kon besluiten er je hoofd in te steken en er in rond te loeren. Dan was er nog een deur van een kamer die afgesloten was. „Die zullen we moeten forceeren," stelde de detective vast. Freddy knikte bevestigend. Zij werd gerammeid. Bij dezen stormaanval verloor een stoel een poot. De kamer was leeg, als alle andere. De detective glimlachte. „Gladde vogels zijn het", merkte hij op. „Ons tijd laten verknoeien." „Schijnt zoo", beaamde Freddy. „En wat nu?" „Nu Barlow," antwoordde de detective. „Het huis heeft ons niets verteld, misschien dat het terrein mededeelzamer is." Ze verlieten het huis. Toen Freddy de goot pijp bekeek stond hij verbaasd, dat hij straks die acrobatentoer had klaargespeeld. Het moest een sterke magneet binnen zijn geweest, die hem een dergelijke schier bovenmenschelijke kracht had verleend. „Dit is de richting?" vroeg de detective. „Ja", was het antwoord. „Wat verder op. Bij dien boom." Het maanlicht maakte den tocht gemakke lijk. Ze hielden stil waar het maanlicht ein digde in een diepte van zwarte schaduw. Er gens in de diepte lag Barlow. „Hoe komen we daar beneden?" informeerde Freddy. „Niet langs den weg, dien hij gegaan is", oordeelde de detective. „Ik vermoed, dat we meteen wel een plek zullen vinden, waar we veilig kunnen afdalen." Een avontuurlijke reis naar de ontoegan kelijke oerwouden van Afrika, op zoek naar de plaats, waar de olifanten hun laatste le vensdagen slijten. De tooverzalf. 129. Gedurende een ogenblik overtrof de jungle kampioen de man van beschaving doch slechts een ogenblik. René rukte zich uit zijn greep los en de twee jonge mannen draaiden om elkaar heen. De toeschouwers konden reeds zien, dat de snelheid en lenigheid van René opwogen tegen het grotere gewicht van den kaffer. Plotseling schoot René naar voren en naderde zijn tegenstander. De twee zwaaiden heen en weer in het midden van de kring van rumoerige kijkers. Daarna grepen ze elkaar vast en beiden vielen op de grond. René lag bovenop. Dé strijd beperkte zich nu tot een serie 131. Kreten van verbazing en bewondering wer den gevolgd door wanhoopsuitingen van de kaffers, die den zoon van hun opperhoofd roerloos zagen liggen. Met een glimlach wend de René zich tot het opperhoofd. Met een zijde- lingsen Hik ving hij een trek op van het ge zicht van den Braziliaan. Kazimoo liet geen tjjd verloren gaan om erkenning van de over wining te vragen, terwijl mijnheer Hendriks er Koen vlug een handdoek namen en René daarmede wreven. De kaffers hurkten rond om hun verslagen kampioen neer. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor arbeiders in de Continubedrijven. 12.00 Gramofoonmuziek (Om 12.45 Ber. ANP). 2.00 Toespraak „Student en politiek". 2.20 Muzikale causerie (met gr.pl.). 3.00 Reportage. 3.30 VARA-orkest. 4.30 Causerie „Handschriftkunde". 4.50 VARA-orkest. 5.30 Filmland. 5.50 Orgelspel. 6.15 Twents programma. 6.45 Kinderleesclub. 7.00 VARA-Kalender. 7.05 Felicitaties. 7.10 Politiek radiojournaal. 7.30 Cursus „Leekenspel en jeugdtooneel". 8.00 Herhaling SOS-Berichten. 8.03 Berichten ANP. VARA-Varia. 8.20 Vraag en antwoord. 8.30 De Ramblers. 9.10 Causerie: „Als de winter komt". De bodem glooide zachtjes omlaag, en den rechtschen kant van de uitholling volgend, ontdekten ze weldra een bruikbaar pad. De maan verlichtte het eerste deel en de lantaarn van den detective de rest. Het pad draaide en eindigde in een breeden, rotsachtigen kuil „Ik zie hem niet", mompelde Freddy. „Ginds", wees de detective, zijn lantaarn in de aangeduide richting bewegend. Ze traden op het lichaam toe zwijgend. De detective bukte en betastte de verstijfde ge daante. „Morsdood zeker?" vroeg Freddy. „Als een pier, knikte Trent. „Wanneer hij zijn straf te pakken heeft, is het niet van menschenhand. Kan overigens geen revolver vinden." „Neen, die heeft hij laten vallen voor ik hem er over wipte." „O, juist, dat hebt u verteld! En toen heb ben ze u de revolver weer afgenomen?" „Ja.' „Dat is jammer. Het zou nuttig geweest zijn, als we er een hadden. Hallo, hier puilt iets uit zijn zak..." De detective trok iets uit den heupzak van den doode. „Portefeuille." Een lange pauze. „Groote Hemel!" mompelde Trant daarop, terwijl hij zachtjes floot „Een klein fortuin. Allemaal bankpapier." „Hoeveel?" wilde Freddy weten. „Het moet in de duizenden loopen. Briefjes van een pond van vijf pond van honderd. Een irtie van den buit - blijkbaar konden ze nog niet alles klein krijgen." „Hoe bedoelt U?" „Och, je kunt bankbiljetten van honderd por-1 niet zoo gemak' kwijt, als de num mers bekend zijn en er op gelet wordt. Ik denk, dat er wel een seintje gegeven is, toen zuchten en hevig gebrom van den zoon van het opperhoofd, terwijl hij vocht om onder René's gewicht uit te komen. Tenslotte ge lukte het hem zich los te wringen. „Laat hem niet weggaan, René" waarschuwde Koen te laat. 130. Opnieuw grepen de worstelaars elkaar beet. De kaffer hijgde hevig. Op zijn gezicht lag een grimige trek, de witte tanden waren zicht baar tussen de dikke rode lippen. René draaide zich woest om. Hij ontkwam juist aan de grijparmen van den kaffer. Toen, naar voren komend, viel René aan, greep den kaf fer juist bij de knieën beet. Hij tilde hem op, draaide hem in het rond en smeet hem daarna tegen de grond. De kampioen-bokser bleef sti' liggen. 132. Weldra ging hij opzitten en schudde duize lig zijn- hoofd. René liep nu weer naar zijn te genstander toe, strekte zijn hand uiten hiel» hem opstaan, „Hem goed baas!" riep Kazimoto opgewon den uit. „Hem zegt, zijn zoon moet stop. Hem zegt witte man winnaar. Hem zegt, wij d-or zijn land. Maar Lopez hem niet goed, hem niet houden van Lopez". „Nu, dat zijn mannen van hun woord", mompelde Bep vol bewondering. 9.15 Vroolijke voordracht. 9.30 Gramofoonmuziek. 9.40 Vragenbus. 10.00 En nu... Oké! 11.00 Berichten ANP. 11.10 Radiotooneel. 11.3012.00 Orgelspel en zang. een der slachtoffers opgedokt heeft. Maar het zijn niet allemaal groote en hoe dan ook, tenslotte vinden ze altijd een weg. Maar de kerels zien er niet naar uit om dit plukje te laten schieten." De detective sloot even in nadenken de oogen en opende ze toen weer. „Het komt me voor", vervolgde hij toen, „dat ze oorspronkelijk gedacht zullen hebben, dat Barlow zich in de vlucht bij hen zou voe gen. En nu hij niet te voorschijn komt, zullen ze vast en zeker iemand terugsturen om naar hem te kijken." „Wetende, dat wij hier gewéést zijn", verbe terde Trent. „Maar wat zou ons hier houden behalve juist de wetenschap, die we zoo even hebben opgedaan de wetenschap van iets, dat hen hier weer heen zal lokkem" Freddy overwoog de theorie van den detec tive even. „Zouden ze niets belangrijkers te doen heb ben, dan terug te komen voor het geld?" vroeg hij daarop. „U hebt blijkbaar nog niet voldoende ge realiseerd hoe gróót het bedrag is", was het wederwoord. „Er zijn ettelijke biljetten van vijfhonderd pond bij. De prijs voor 'n vrouw of een verloofde. Of zwijggeld de schooiers! Ik taxeer, dat het, alles bij elkaar, niet ver van tienduizend pond kan zijn. Dat is de moeite waard om wat voor te riskeeren." „Maar ze weten niet, dat het geld hier is, in het ravijn", bracht Freddy in het midden. „Neen. Ze hoeven alleen maar te weten, dat Barlow vermist wordt en dat hij het geld bij zich heeft. Aan den anderen kant ze zouden wel eens meer kunnen weten, dan wij vermoe den. We kunnen ons niet geheel in hun ge- dachtengang verplaatsen, maar mijn idee is, dat ze zullen probeeren vóór zonsondergang twee karweitjes op te knappen het veilig overbrengt n van Miss Leveridge en Rose Ter" rence naar een andere schuilplaats, en het terugkrijgen van dien stapel bankpapier. Het geen beteekent, dat u en ik onze taak moeten verdeelen." „Ik zie niet in, waarom", protesteerde Freddy. „Kunnen we niet bij elkaar blijven?" „Ik zou niets liever willen", verklaarde Trent. „Maar het is onmogelijk. Eén van ons zal moeten trachten ze te volgen, want als we samen gaan, wie zal dan dengeen of degenen, die voor het geld komen, een welkom berei den?" (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 7