„Ik wil een leider worden"
lazen voor U
Regeering wendt zich
tot de werkgevers
Uit den tijd van
roede en plak
De jonge Edouard Daladier zei
mmm
Levensonderhoud
wordt duurder
Opheldering gevraagd aan Kabinet-De Geer
Luidsprekers aan
het Westfront
Voor herscholing
arbeiders
„De kleine piccolo"
Prins inspecteert troepen
Een Australisch
expeditieleger
°1
DE FRANSCHE PREMIER IS
NIET HOFFELIJK EN LACHT
ZELDEN. MAAR ER GAAT GE
ZAG VAN HEM UIT.
Hij is op het oogeriblik de man in
Frankrijk: Daladier. Hij is het in
een Frankrijk, dat zich na een pe
riode van „laissez faire, laissez al
ler" weer op dusdanige wijze wist
te concentreeren als de rest van de
wereld niet voor mogelijk had ge
houden. De hernieuwde Fransche
eenheid heeft de wereld verbaasd,
maar niet Frankrijk zelf, dat zich
immers telkens weer op zichzelf
concentreerde en allen partijstrijd
overwon, wanneer in den loop van
zijn duizendjarige geschiedenis een
gevaar dreigde voor het volksbe
staan zelf.
De Franschen hebben zich aaneen ge
schaard onder leiding van den kleinen, ste
vig gebouwden man het de Napoleontische
gestalte en den kenmerkenden stierennek,
dien men bij parades en andere plechtig
heden donker kijkend tusschen de minzaam
glimlachende autoriteiten kon zien staan.
Democraten kiezen een leider.
Het meest democratische van alle volke
ren heeft vrijwillig in hem haar leider ge
kozen, het heeft met en door hem de een
heid uit den grond gestampt, die er nu is
Iedere democratie weet, aldus de Haagsche
Post. een vorm te vinden voor een tijdelij
ke dictatuur, en de Franschen hebben dien
vorm gevonden. Door telkens nieuwe beslui
ten heeft het parlement zichzelf uitgescha
keld en Daladier de macht gegeven. En
zoo vaak als zijn volmachten een einde ne
men, vraagt hij er nieuwe en krijgt ze. Zoo
was het hem mogelijk, niet alleen de lands
verdediging in snel tempo tot volmaaktheid
te brengen, maar ook den bezem te hantee-
teeren in den Augiasstal van verraad en
défaitisme. Kort voor het uitbreken van
den oorlog zei hij eens tot een vriend, doe
lende op de door vijandelijke staten omge
kochte persmannen en andere landverra
ders: „Als de oorlog mocht uitbreken, laat
ik alle verraders, die nu nog vrij rondloo-
pen, tegen den muur zetten".
Steviger dan ooit in het zadel.
Daladier zit, na 18 maanden geregeerd
te hebben, steviger dan ooit in den zadel.
Dit is een prestatie in Frankrijk! En men
bedenke daarbij, dat Daladier evenmin als
een van de groote figuren, die hem zijn voor
afgegaan, bewaard is gebleven voor een
stroom van laster! Eigenlijk was hij na
den Februari-opstand van 1934 de felst ge
hate politieke figuur in Frankrijk. Velen,
die hem nu hemelhoog prijzen, noemden
hem nog kort geleden nooit anders dan „le
fusilleur". Menigeen dacht, dat Daladier's
politieke loopbaan reeds ten einde was.
Tot de weinige menschen, die een andere
meening waren toegedaan, behoorde hij
zelf.
Zijn zelfvertrouwen stamt reeds
uit zijn kinderjaren. Toen zijn va
der hem vroeg, wat hij wilde wor-
deen, was zijn antwoord: „Ik wil
een leider worden". Hij stond toen
nog maar voor het eindexamen van
de middelbare school. Vader Dala
dier antwoordde: „Je wilt later bo
ven de andere menschen staan, en
dat begrijp ik. Je moet studeeren,
jongen".
Toen de zoon als student het eerste exa
men aflegde .zakte hij. Kwam het omdat
de familie niet rijk was of sproot het voort
uit den moedertrots, maar Daladier's moe
der schreide, en die mislukking van den
jongen had in huis een heel drama tot ge
volg. Voor den tweeden keer examen doen
de kwam Daladier er glansrijk door,, want
hij had sinds die vernedering niet anders
gedaan dan studeeren. Hij wilde zijn vader
bewijzen, dat hij geen onnutte offers had
gebracht.
Bakkerszoon.
Inderdaad, het waren offers, die vader
Daladier moest brengen om zijn zoon ge
legenheid te geven een universitairen titel
te behalen. Daladier is als de meeste lei
dende figuren van Frankrijk van geringe
afkomst. In Carpentras. een dorp in het
departement Vaucluse, in een zeer woeste
bergachtige omgeving, waar de menschen
niet de lichte vriendelijkheid hebben, die
andere Fransche landstreken kenmerkt,
integendeel sterk, gezond en hard zijn als
de natuur, had de oude Daladier een bak
kerij. Hij stond voor den oven en kneedde
het brood, toen op 18 Juli 1884 een vrouw
binnenstoof en riep: „Het is een iongen!"
Het gezicht van den met meel bestoven
man klaarde op, maar hij kon niet weg
van den oven. In de woonkamer achter de
bakkerij is Daladier opgegroeid als de
jongste van de drie kinderen. Als hij
thuis kwam van school, moest hij altijd
eerst nog de versche broodjes rondbrengen,
voor hij mee mocht aanzitten aan den
middagdisch. Edouard was de knappe bol
in de familie, de geleerde in het kleine
dorp, terwijl Gustave, de oudere broer, in
de voetstappen van den vader trad door
bakker te worden en zijn zuster Marie haar
moeder hielp in de huishouding. Hij zelf
was een zwijger. Zijn vader noemde hem
al „de zwijger". Toch stond hij niet los van
zijn omgeving, zooals hij niet los staat van
zijn volk.
Geridderd wegens dapperheid.
Zoo is het, hij bleef „een zoon van het
volk" en bleef zich steeds die afstamming
en dat verband bewust. Wij hooren hem
nóg, tijdens een debat met Vincent-Auriol,
die hem heftig aanviel wegens door hem
DALADIER.
doorgedreven sociale wetten, zich met klem
beroepen op zijn afkomst, wij zien hem nog
staan met vlammend-rood gelaat hij krijgt
altijd een opgezet gezicht, als de toom zich
van hem meester maakt wij hooren hem
nog uitroepen: „Dat verwijt u mij, mijnheer
Auriol? Mij, die een zoon ben uit den wer
kenden stand en zelf een werker
Hij voelt inderdaad in zichzelf altijd
den werkman, boer en soldaat, en
dat is de voedingsbodem van zijn
sterke democratische gezindheid.
Vier jaar stond hij in de loopgraven,
ging als soldaat en kwam als kapitein
terug. Daladier is de eerste Fran
sche minister-president, die het Le
gioen van Eer kreeg op grond van
dapperheid. Ongetwijfeld zit er een
dictator in hem, maar geen dictator
„voor de galerij".
Hij is geen vriend van onnutte redevoe
ringen, hij is niet hoffelijk en lacht zelden.
Daartegenover voelt ieder, dat er gezag van
hem uitgaat. De hoogste generaals staan als
vanzelf voor hem in de houding. Met geen
van zijn collega's is hij intiem. Hij spreekt
met hen alleen over dienstzaken.
dat uala-voersteUlngen?"
Toen de Parijsche boulevardpers kans had
gezien, de onthoofding van Weidmann door
fotografieën op afschuwelijke wijze realis
tisch weer te geven, riep hij zijn minister
van justitie toe: „Zijn dat galavoorstellin
gen onder de auspiciën van uw ressort?" En
aanstonds maakte hij een verordening, die
voor het eerst sinds de Fransche Revolutie
de guillotine aan het oog van het publiek
onttrekt. Een dictator. En toch een eenvou
dig man. Hij gebankt zijn maaltijden steeds
in een klein restaurant in de buurt van het
ministerie van Oorlog, en het is in een onop
vallende auto, met een soldaat aan het stuur,
dat hij zich daar heen laat brengen. Hij
is namelijk weduwnaar, want enkele jaren
geleden stierf zijn vrouw, de dochter van een
plattelandsdokter.
Daladier intiem.
Zijn prettigste oogenblikken beleeft Dala
dier, als hij in zijn particuliere woning in de
buurt van de Etoile thuis komt. Daar
wordt hij ontvangen door zijn zuster en zijn
twee zoons. De oudste, Jean, ook wat men
noemt een „studiehoofd", wil zijn vaders
voetspoor volgen. Zeventien jaar oud is hij al
de leider van de „Jeunesse de 1'Empire", een
vereeniging, die hij vorig jaar zelf heeft ge
sticht. De tweede zoon is vijftien jaar oud.
Daladier kent men als een liefhebbenden
vader. Als hij niet in zijn vrije uren met zijn
zoons kon babbelen, ging hij soms 's avonds
geheel alleen er op uit. Hij dnikte dan zijn
hoed diep over het hoofd, nam een zoo-
veelste rangs plaats in den bioscoop, en als
hij dan zichzelf op het witte doek zag ver
schijnen, was hij de eenige, die niet applau-
diseerde. Voordat het licht weer opging,
verliet hij, door niemand herkend, het ge
bouw. Dat vond hij heerlijk: niet herkend te
worden. Weinig voorkomend type van den
dictator!
Verspreiding van Hitlers rede
Te Parijs wordt onthuld, dat de
Duitschers Zondagavond voor den
eersten keer aan het Westelijk
Front machtige luidsprekers heb
ben gebruikt voor de verspreiding
van uitgezochte passages uit de
redevoering van Hitier. De uitzen
ding geschiedde in het Fransch en
Duitsch.
Jf
1wmmés&
Ook een beroep op de vakbonden.
De regeeringspersdienst meldt:
Het belangrijke vraagstuk van de weder
opneming van werkloozen in het bedrijfsle
ven heeft de volle aandacht van de regee
ring. Deze acht het noodzakelijk, dat, nu
aan den eenen kant nog steeds groote werk
loosheid bestaat en aan den anderen kant
nog bij voortduring vraag naar arbeids
krachten valt waar te nemen, terwijl ook
uit de mobilisatie aanmerkelijke verschui
vingen voortvloeien, de bezetting van open
plaatsen op de arbeidsmarkt niet afstuit op
een gebrek aan bekwaamheid of geoefend
heid van de beschikbare arbeidskrachten.
Daarom komt het de regeering
noodzakelijk voor, dat met kracht
wordt voortgegaan in de richting,
welke den laatsten tijd niet zonder
succes is ingeslagen om in voorko
mende gevallen van overheidswege
behulpzaam te zijn bij scholing, om
scholing, training enz. van anbeids
krachten.
Aangezien hier in de eerste plaats de me
dewerking van het bedrijfsleven noodzake
lijk is, heeft de minister van Sociale Zaken
zich in een uitvoerig schrijven tot de navol
gende werkgeversorganisaties gewend:
1. Het Verbond van Prot.Chr. Werkge
vers in Nederland;
2 Do Alg. R. K. Werkgeversvereeniging en
3. Het Verbond van Nederlandsche Werk
gevers.
In dit schrijven heeft de minister van So
ciale Zaken o.m. gewezen op het groote be
lang, dat het bedrijfsleven en de- overheid
hebben om hier bij voortduring krachtig en
goed samen te werken en spreekt de mi
nister voorts zijn vertrouwen uit, dat de ge
vraagde medewerking door het bedrijfsleven
ten volle zal kunnen worden verleend.
Vlotte voorzieningen noodzakelijk.
De minister vestigt er verder de aandacht
op, dat, waar hier vlotte en soepele voor
zieningen noodzakelijk zijn, zijnerzijds een
regeling is getroffen, dat, zoowel de arbeids
inspectie als de Rijksdienst voor de Werk
loosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling
voor zaken als deze nauw samenwerken
met de afdeeling Werkverruiming van zijn
departement, welke meer in 't bijzonder be
last is met de behandeling van deze mate
rie.
De minister van Sociale Zaken
heeft verder een overeenkomstig
schrijven gericht tot alle gemeente
besturen en tot de besturen van de
vier groote landelijke vakcentralen,
waarin eveneens een krachtig be
roep op medewerking wordt gedaan.
Tenslotte zij er nog op gewezen, dat men
zich om inlichtingen terzake kan wenden
tot het hoofd der afdeeling Werkverruiming
i van het Departement van Sociale Zaken,
„Weg met koffie, weg met thee,
Ik ben met bier alleen tevree".
Vele zijn de anvallen op het klassikaal
onderwijs; de fouten daarvan worden soms
breed, te breed, uitgemeten. Daartegenover
worden in schitterende bewoordingen, te
sterk van toon vaak, de deugden van het
individueele onderwijs uiteengezet. Wie
solliciteert naar een andere betrekking zal
zeer gaarne van zich vermeld zien, dat
„Candidaat veel gevoelt voor hoofdelijk on
derwijs, elk kind latende werken naar de
mate van zijn krachten". Dat hij klassikaal
onderwijs geeft, behoeft als van zelf spre
kend, niet te worden vermeld. Toch is dat,
aldus de „Vrijz. Dem", niet altijd het geval
geweest, wat b.v. blijkt uit een getuigschrift,
uit 1853; het luidt als volgt:
„De ondergcteeken.de, Schoolopzie
ner in het vijfde district van Noord-
Holland. verklaart dat de Heer S.
de Vries, bezittende den derden on
derwijzersrang, thans ondermees
ter in de openbare school te Groo-
tebrock, iemand is van zeer goede
bekwaamheden, bekend met het
geven van klassikaal onderwijs, en
gedurende al den tijd, dat hij in de
genoemde school is geplaatst ge
weest, daarin ook te mijnen genocge
is werkzaam geweest.
Gedaan den 18 Januari 1853.
w.g. A. BEELOO.
De bezem, de bezem.
Wat doe je er mee,
Wat doe je er mee?
Je veegt er mee,
Je veegt er mee,
Hoezee! Hoezee!
Zóó denkt deze Italiaansche ge
meentewerkman er ook over. Hij
kan er niet zonder en heeft nog
veel meer reinigingsvoorwerpen op
zijn karretje, waarmee hij lustig
door de straten van Florence ped
delt
.J
De zinsnede „bekend met het geven van
klassikaal onderwijs" zou niet vermeld zijn,
wanneer zij niet een aanbeveling had inge
houden. Waaruit blijkt hoe de tijden ver
anderen.
Lofzang op bier.
Ook in de leerstof is wijziging gekomen.
Een leesboekje van dezen tijd zal geen lof
spraak bevatten op het bier, zooals we die
vinden in het „Vierde boekje voor de lieve
kleinen", door R. G. Rijkens. 1824, met den
titel: „De goedaardige Johannes". Daarin le
zen we:
„Het bier is zeer gezond, als men er niet
te veel van drinkt. Zooals de heer Gron
doet (3 a 4 glazen) o kan het wel. Maar
de herbergier Jan Dik geeft een slecht
voorbeeld (6 kan per dag). Ja kinderen, van
veel bier drinken wordt men altijd loom,
lui, en dikwijls ziek.
Ik raad U ten sterkste aan, nu en dan
een glaasje bier te gebruiken, vooral als ge
in de gelegenheid zijt het te kunnen krij
gen. Gij wordt daardoor sterk en blijft
er veel gezonder bij dan bij koffie en thee.
Koffie en thee, bah, dat moet gij nimmer
drinken. Geloof mij kinderen, het is voor U
ongezond en schadelijk. Menig kindje lijdt
er van, zonder dat de ouders begrijpen,
dat het van de leelijke koffie en thee komt.
Weg met koffie,
weg met thee,
Maar een glaasje bier,
Drinkt dat gaarne mee.
En dan volgt een loflied op het bier, op
de wijs van: „Slecht is het dorpje, waar en
wis. Waar het nooit eens kermis is".
Het vierde couplet luidt:
„Weg met koffie, weg met thee,
Ik ben met bier alleen tevree.
Ik wil mijn krachten niet verslappen,
Door die ongezonde sappen.
Neen, neen, het lekkere bier.
Drink ik immer met plezier".
Het boekje kostte 4 stuivers. De schrijver
was een man van groote bekwaamheid.
CIJFERS UIT DE HOOFDSTAD.
Het Bureau van Statistiek der gemesnt#
Amsterdam publiceert indexcijfers over
September.
Het cijfer der kosten van het levensoj.
derhoud bedraagt in Sept, berekend o#
de basis van het peil der prijzen in lf>H_
1913 100, 139,1 voor de totale kosten
van het levensonderhoud tegen 1365 ij
Augustus j.1. en 128.2 voor de voeding at
zonderlijk tegen 124.4 in laatstgenoemde
maand,
In September 1939 was het prijs
niveau derhalve voor hot geheele
gezinsbudget 2.6 punten of 1.9
procent hooger dan in Augustus;
voor het gedeelte van dit budget,
dat op de voeding alleen betrek
king heeft, was het 4.2 punten of
3.1 procent hooger.
De nadruk moet hierbij worden gelejj
op het feit, dat het indexcijfer telkens het
gemiddelde prijspeil gedurende de geheel#
maand weergeeft. Een oploopende prijs,
beweging, welke zich voor een aantal ar.
tikelen in September heeft doen gelden,
komt dus in het cijfer minder sterk M
uiting, dan indien dit laatste uitsluitend
was berekend volgens den stand aan het
einde van de maand. Het Octobercijfer zal
wel een grootere stijging te zien geven.
Voor zoover de voeding aangaat, is een
stijging bij elk van de rubrieken waar te
nemen, met uitzondering van aardappe
len, welke lager in prijs waren dan in
Augustus en van de rubriek brood, welke
nog ongewijzigd is gebleven.
Arbeider hield
zender op na.
er geheimen.
Z.K.H. Prins Bernhard heeft gisteren, ver
gezeld van zijn waarnemenden adjudant,
majoor Phaff, namens de Koningin onder-
deelen van de lichte divisie in oogenschouw
genomen.
De marechaussee te Hengelo heeft in sa
menwerking met ambtenaren van de P.T.T.
in een arbeiderswoning aan de Oldonzaal-
schestraat ten huize van D. H. een gehei
men zender in beslag genomen, die juist
clandestiene uitzendingen deed onder den
naam van „De kleine piccolo".
Procesverbaal is opgemaakt. Toestellen e,
d. zijn in beslag genomen.
3200 man luchtstrijdkrachten
De minister-president van Australië.
Menzies, heeft medegedeeld, dat onmiddel'
lijk een begin zal worden gemaakt met de
recruteering van 3200 man voor een Austra
lisch expeditiecorps (luchtstrijdkrachten).
Hij voegde hier aan toe, dat daarbij zo«
zijn inbegrepen het personeel van den
gronddienst
„VOOZE CRITIEK".
De Haagsche Post (lib.)
schrijft:
Toon kort geleden twee so
ciaal-democratische minis
ters optraden, was al dade
lijk te voorspellen, dat zij èn
de verantwoordelijkheid van
hun nieuwe positie èn de on
billijkheid van veel vroegere
critiek, door hen uitgebracht
spoedig aan den lijve zouden
gevoelen. De inhoud der Mil-
lioenennota was er reeds een
duidelijk bewijs van. Immers,
wat stelde het kabinet daar
in met nadruk op den voor
grond? Dat aan nieuwe uit
gaven voorloopig niet kan
worden gedacht, behalve dan
wat betreft de defensie en de
werkloosheidsbestrijding.
Maar alle andere uitgaven,
hoe dringend misschien ook,
moeten blijven rusten. Zie
daar een politiek, die dus
ook de socialistische minis
ters voor hun rekening na
men. Tal van hervormingen,
die zij, ongeacht de omstan
digheden. in de laatste jaren
bleven eischen. moeten nu
worden prijsgegeven. Maar
wat zien wij nu? In het or
gaan van het Nederlandsche
Vakverbond, de groote socia
listische vakcentrale (die, te
zamen met de S.D.A.P., de
twee sociaal-democraten had
„gemachtigd" een portefeuil
le te aanvaarden) wordt die
pe teleurstelling uitgespro
ken over het heleid van het
kabinet, zooals dit blijkens
Troonrede en Millioenennota
is bepaald. „Geen woord"
zegt het orgaan „over
rechtvaardige verlangens der
arbeidersklasse; „geen
woord" over een wettelijke
regeling der vacanties: „geen
woord" over „de schromelijk
lange arbeidstijden van vele
groepen arbeiders en werkne
mers"; „geen woord" over
„herstel van het onderwijs of
over leniging van de nooden
der ouden van dagen". Zoo
gaat het voort. „Financiën re
geert', zegt het N.V.V.-orgaan;
precies als onder Colijn, voegt
het er zuchtend aan toe. Het
orgaan is „in niet geringe
mate teleurgesteld". „Wij had
den wat anders en beters ver
wacht". Ziehier een onbewim
pelde afkeuring aan het
adres der socialistische be
windslieden, door hun eigen
vakbeweging. Blijkt er mis
schien niet uit. hoe voos de
critiek op Colijn is geweest
en hoezeer allen, die op de
verantwoordelijke posten
staan, ongeacht hun verschil
lende politieke kleur, dezelf
de moeilijkheden te bevech
ten hebben op vrijwel dezelf
de manier?
KABINET EN KAMER.
Het Handelsblad (lib.)
dringt er op aan, dat de Ka
mer haar jaarlijksch politiek
debat, dat in Nov. en Dec.
zal plaats hebben, streng be
perkt, De ministers mogen
in verband met hun dringen
de werkzaamheden, voort
vloeiend uit de mobilisatie,
niet te lang in het parlement
worden opgehouden.
Toch zijn er, aldus het blad,
op binncnlandsch politiek ge
bied een paar punten, die
men niet uit het oog mag ver
liezen. Het Kabinet-De Geer is
opgetreden, zonder dat het
voor dc uiteenzetting van zijn
program eenig contact met de
Kamer heeft gezocht. Ook in
de Troonrede heeft men al
was dit wel begrijpelijk
niets of weinig kunnen verne
men omtrent de richtlijnen
welke het tegenwoordige Ka
binet zich voor z'n toekomstig
beleid heeft gesteld. Men kan
dan ook kwalijk verwachten
dat de Kamers, zij het zeer
summierlijk, niet met de re
geering van gedachten zal wil
len wisselen over haar optre
den en over den Eerder te
volgen koers. De regeerinü
zal veel vrijheid van bewe
ging en beslissing vragen,
veel vertrouwen dus, maar
dan moeten haar bedoeling*®
in deze nieuwe „werelden-
sis" ook zoo duidelijk moge-
lijk worden aangegeven.
Voor de nieuwe crisisUM®"
den zal ons volk in breed®
lagen aan de regeering veel
armslag willen geven, nm*
deze niet worde gebruikt o®
permanente veranderingen
door te drijven, die in n°r)
male tijden door groote Proe"
pen van ons volk met zou'
den worden begeerd.
NEDERLAND EN HET
VATICAA.N.
ln hetzelfde Handelsblad
artikel, waaruit wij hier'wc
ven citeeren, vinden wij n0"
een overzichtje van de on
derworpen, welke aanstorm®
in het Binnenhof ter sPf3/)
zullen komen. Dit overzien)
je is ontleend aan het r. -
dagblad „De Tijd", welk biao
ook de kwestie van e?.n VL
dorlandschcn gezant bij ne
II. Stoel behandeld zou w
len zien. „Wij kunnen",
schrijft het Handelsblad, „n®
r.-k. blad ditmaal toegeven
al is hot dan uit eigen n
weegredenen dat men u
een oogpunt van algeme®
Nederlandsch belang
vraag onder het oog zal rn
ten zien, of een diplomatie^
van
vertegenwoordiger
land bij het Vaticaan in
huidige Europeesche c
niet een voordeel zou zijn
crisis