De spotvogel
fluit ons na
ZAL DE ZEEOORLOG BRENGEN?
Convooien en duikbootaanvallen
het oord der
verschrikkingen
Radioprogramma
Het oorlogsjaar 1939
1917
1939
Lloyd George bepleit
convoyeeren
Engelandpast convooi-
systeem toe
in.
Dit artikel, aan den zeeoorlog ge
wijd, poogt een beeld te geven van de
verbitterden strijd, die in de laatste oor
logsjaren ter zee gevoerd is door
Duitschland, met het duikbootwapen,
waarbij de toestand begin 1917 zóó cri-
tiek was geworden dat de Britsche admi
raliteit bijna radeloos was. Het con-
vooyeeringssysteem zal in den huidigen
krijg een zóó groote schade onmogelijk
maken
Brittanië heerschte over de zee...
de zee
Maar haar overwinning duurde niet lang.
Duitschland ging het gevaarlijkste wapen ter
zee gebruiken, waartegen Engeland langen
tijd machteloos stond, totdatzij het
middel gevonden had.
Dat middel was het varen in groot ver
band, het varen in convooien.
Gedwongen dooor het geraffineerde
middel, dat den vijand langzaam uitteert,
de hongerblokkade, namen de Duitschers
hun toevlucht tot den onbeperkten duik
bootoorlog.
Om de Duitsche duikbooten te beletten de
Noordelijke doorgang tot den Atlantischen
Oceaan te passeeren en om de terugkeerende
met contrabande geladen schepen te contro
leeren werden verschillende vlooteenheden in
het noordelijk deel van de Noordzee gecon
centreerd en wel een patrouille ten Noorden
van de Far Öer, een patrouille ten Westen
van Schotland, een patrouille ten Zuiden
van Sydero en een patrouille ten Westen
van de Hebriden. Dat zelfs deze controle niet
effectief genoeg was, bleek uit het feit, dat
herhaaldelijk de blokkade werd doorbroken,
en zelfs mijnen werden gelegd ten Westen
van de Iersche kust.
De blokkade te doorbreken was het
eenige doel, dat de centralen zich voor
oogen stelden. Bernsdorff schreef ter ver
dediging van den onbeperkten duikboot-
oorlog: „Mijn regeering zou de onderzee
ërsblokkade gaarne hebben uitgesteld.
Dit gaat echter niet, want de maatregelen
zijn getroffen. Mijn regeering is van mee
ning, dat de onderzeeërsblokkade den
oorlog spoedig zal beëindigen. Deze blok
kade zal worden opgeheven, zoodra een
conferentie kan worden bijeengeroepen
ter bespreking van redelijke voorstellen."
De Britsche regeering gihg daar niet op
in. Haar berekening was, dat tegenover
elke drie centralen vijf geallieerden in het
vuur konden worden gebracht, dus dat het
een eenvoudig rekensommetje was, dat de
Centralen het altijd moesten verliezen, als er
maar goed werd gevochten.
Een wanhoopsdaad.
„Eind 1916 schreef Lloyd George: „De
duikbootoorlog bewijst, dat Duitschland
voor zijn ondergang staat".
„Maar," schrijft hij in een zijner me
moires: „dit nam niet weg, dat soms de
meest voorzichtige leiders meenden, dat
wij vernietigd zouden worden, en dat wij
goed deden vrede te sluiten, terwijl onze
schepen nog drijvende waren".
Groote duikbooten werden in een razend
tempo in de Duitsche werven gebouwd. De
Duitsche zwaardvisschen vreesden niets en
niemand, zij doorsneden alle wereldzeeën en
torpedeerden het eene schip na het andere.
De laatste vier maanden van 1916 be
droeg het verlies der Britsche vloot 632.000
ton. Na het afkondigen van den onbeperkten
duikbootoorlog op 1 Februari 1917 stegen de
verliezen met reuzesprongen.
Februari 310.000 ton, Maart 352.000 ton,
April 526.000 ton. Op 1 Januari 1917 was
een vijfde deel der Britsche handelsvloot in
de diepte verdwenen, maandelijks werden er
52.000 ton bijgebouwd.
In een rapport, dat de Engelsche mi
nister Runciman opstelde, zeide hij o.m.
dat voor Juni 1917 de Britsche scheep
vaart vernietigd zou zijn.
„Er bestaat geen afdoende middel op
deze wijze van oorlogvoering en misschien
zal het nooit gevonden worden!" was het
moedelooze oordeel der Brtische admi
raliteit.
,,De Britsche verdediging," aldus Lloyd
George, „was in het geheel niet in orde.
Van de twintigduizend Engelsche mijnen ble
ken er slechts 1500 bruikbaar
Maandenlang vocht Lloyd George met de
Admiraliteit. Hij wilde convooien en de Brit
sche admiraliteit oordeelde dit middel on
deugdelijk.
Admiraal Jellicoe was tegen zijn plan.
Convooien.
Admiraal Sims van de Amerikaansche
marine, vertelt over een onderhoud met
Jellicoe het volgende: „Na de gewone
begrooting nam Jellicoe een blad papier
uit zijn lade en overhandigde het mij. Het
was een volledige lijst van de Britsche
verliezen der laatste maanden. Uit deze
lijst bleek onder andere, dat de totale
verliezen van Engeland en die der neu
tralen in Februari 537.000 ton bedroegen,
en dat de verliezen voor April onge
veer 900.000 zouden beloopen. Deze cijfers
wezen uit, dat de verliezen ongeveer drie
k vier maal zoo groot waren als er in de
kranten werd geschreven. Ik druk mij
zeer zacht uit, wanneer ik zeg, dat deze
onthulling mij ten zeerste verbaasde. Ik
was stom van verbazing, want zooiets
had ik in het geheel niet verwacht. Ik
sprak Jellicoe over mijn ontsteltenis."
Daarop antwoordde Admiraal Jellicoe: „Het
is ons onmogelijk den oorlog verder te voe
ren, als dergelijke verliezen blijven aanhou
den."
Admiraal Sims vervolgt dan zijn verslag
van dit gesprek: Ik vroeg:
„Wat denkt U te doen?"
„Alles wat wij kunnen. Op alle mogelijke
manieren vermeerderen wij onze antiduikboot
krachten. Wij gebruiken alles, wat ons die
nen kan in den strijd tegen de onderzeeërs.
Wij bouwen zooveel destroyers, treilers en
dergelijke schepen, als ons maar eenigszins
mogelijk is. Maar de toestand is zeer ernstig.
Alle hulp, die wij kunnen krijgen is zeer drin
gend noodig
„Het schijnt er naar uit te zien, dat de
Duitschers den oorlog gaan winnen," merkte
ik op.
Zij zullen inderdaad winnen als wjj geen
einde maken aan deze verliezen en dat zoo
spoedig mogelijk, was het antwoord van Jel
licoe.
„Is er geen oplossing voor dit vraagstuk?"
vroeg ik.
„Voor zoover ik kan zien, absoluut niet."
Maar Lloyd George wist den Amerikaan-
schen admiraal te overtuigen en zijn eerste
succes was een convooi van 17 schepen, dat
van Gibraltar vertrokken, veilig en wel de En
gelsche havens wist te bereiken.
In totaal namen in 1917 tot November 191S
16.657 schepen deel aan convooien; 102 daar
van werden door Duitsche U-booten getorpil-
leerd, 36 afgedwaalde schepen gingen verloren
en 16 vergingen door andere oorzaken. De aan
bouw van Britsche schepen steeg tot rond
150.000 ton per maand.
De onbeperkte duikbootoorlog had voor
een groot deel haar verschrikking ver
loren. De Britsche admiraliteit her
ademde.
De oorlog was door de Geallieerden ge
wonnen.
Bezien wij nu de berichten over den zee
oorlog der laatste dagen, dan kunnen wij het
zelfde streven onderkennen bij Duitschland om
door het torpedeeren van Britsche en Fransche
handelsschepen op den Atlantischen Oceaan
deze landen te benadeelen in hun voedseltoe-
voer.
Een groot aantal Britsche schepen zijn reeds
het slachtoffer geworden. De voornaamste
daarvan zijn wel: s.s. Athenia 13.581 ton, s.s.
Manaar 7.242 ton, m.s. Regent Tiger 10.177
ton, s.s. Magdapur 8.641 ton, m.s. Inverliffey
9.456 ton, m.s. Cheyenou 8.826 (de beide laat
ste tankers) in totaal 36 Britsche handels
schepen.
De afweermiddelen der Britsche admiraliteit
vertoonen een groote overeenkomst met die
der laatste jaren van den vorigen oorlog. Op
nieuw wil Groot-Brittannië Duitschland op de
knieën brengen door een volledige blokkade
toe te passen. In Britsche kringen rekent men
daartoe op een oorlog van 3 i 4 jaar, waar
door Duitschland niet tengevolge van groote
slagen, maar door een langzame uitputting
moet verloren gaan.
Het Duitsche wapen, de onbeperkte duik
bootoorlog, waartoe op alle zeeën reeds de
U-booten zijn verspreidt en uitgezonden, zal
Engeland niet die slagen toe kunnen brengen
als het in den vorigen oorlog heeft gedaan.
Door de Engelsche radio werd begin September
herhaalde malen een boodschap der Britsche
admiraliteit verspreidt, waarin gezegd werd,
dat, hoewel er geen berichten werden ver
strekt over het buitmaken of onschadelijk
maken van Duitsche duikbooten, men niet
moest denken, dat zulks niet geschiedde.
Het doel hiervan was om den vijand niet
de noodige gegevens over zijn verliezen in
handen te spelen. Bovendien hoopt de Britsche
regeering door haar, in den vorigen oorlog
met succes toegepast systeem van convoyee-
ring der handelsschepen het gevaar grooten-
deels te kunnen beperken.
Zij wijst er op, dat de op het oogenblik nog
verspreide en rondzwervende roovers der zee
spoedig door brandstofgebrek zullen gedwon
gen zijn hun bases weder op te zoeken, die
hoe langer hoe meer door de Engelsche
schepen worden bewaakt.
In zijn rede van 13 Augustus voor het Brit
sche Lagerhuis verklaarde Chamberlain:
In den huidigen oorlog is de Duitsche aan
val op onze koopvaardij begonnen met een
daad van meedoogenloosheid tegen een pas
sagiersschip in strijd met alle regels van de
oorlogvoering ter zee, hetgeen wordt voort
gezet. Een zeker aantal Britsche koopvaar
ders is aangevallen en hun verliezen zijn onge
twijfeld ietwat ernstig geweest. Dat was echter
niet meer dan verwacht moest worden, omdat
de oorlog kwam op een oogenblik, toen
groote aantallen van onze koopvaardijschepen
verspreid voeren over de zeven zeeën, varende
onder vredesomstandigheden. Aan den anderen
kant hadden de Duitschers hun duikbooten en
voorraadschepen voor den oorlog op de beste
strategische posities geplaatst en het is niet
verrassend, dat eenige onzer schepen verrast
zijn door duikbooten, voor zij in staat waren
een haven te bereiken.
Wij maken echter haast met een convooi -
systeem, dat dagelijks optreedt met steeds
toenemende doeltreffendheid. Het convooi-
systeem is onmiddellijk in toepassing gebracht
en zoodra het volledig kan functioneeren, heb
ik geen reden om te veronderstellen, dat het
minder beslissend zal blijken dan dat twintig
jaar geleden het geval was.
Intusschen kan ik het huis de verzekering
geven, dat de duikbooten voortdurend worden
aangevallen en dat successen zijn behaald.
En op 30 Sept. volgde een nog positiever
verklaring voor het Lagerhuis, waarin door
Chamberlain werd gezegd:
„De oorlog ter zee is een van intense en
voortdurende activiteit van de vloot. Het
resultaat van den strijd tegen de duikbooten
is na iets meer dan veertien dagen grooter,
dan wat de Britsche marine zelfs gedurende
den vorigen oorlog tot stand heeft gebracht.
Terwijl wij in den vorigen oorlog een ver
dedigende houding aannamen tegen de duik
booten, zijn wij thans in den aanval en steeds
worden zij onmiddellijk aangevallen, zoodra
zij zich vertoonen.
Ik geloof, dat ik niet te veel zeg, wanneer
ik verklaar, dat reeds zes of zeven Duitsche
duikbooten den vollen prijs hebben betaald
voor hun aanvallen op Britsche schepen.
Van de 70 Duitsche duikbooten, waarvan
slechts een deel „ozeangehend" was, zijn
pl.m. 2/3 vernietigd, verklaarde Churchill op
17 Oct. 1939 voor het Lagerhuis.
Ik vertrouw, dat, wanneer het convooi-
systeem in vollen omvang zal worden toege
past en het aantal en de doeltreffendheid van
de jacht makende eenheden snel zal zijn ver
meerderd, deze onderzeesche bedreiging met
overeenkomstige snelheid zal verdwijnen.
We moeten verwachten, dat we nu en dan
klappen zullen krijgen en soms zelfs zware,
zooals het verlies van de „Courageous", doch
dit is niet te vermijden."
En reeds Zaterdag wisten de Duitschers
den Engelschen een* zeer gevoelig verlies toe
te brengen, door een gemoderniseerd slag
schip, de „Royal Oak", te doen zinken voor
de haven van Scapa Flow.
De Duitsche duikbootkapiteins blijken ook
nu weer over grooten moed te beschikken.
De doeytreffendheid van den convooidienst
blijkt echter nu uit het feit, dat de Ameri
kaansche verzekeringsmaeatschappijen de
molestpremies voor het handelsverkeer over
den Atlantischen Oceaan weer hebben ver
laagd.
De zeeoorlog is begonnen, waar hij in '18
eindigde, zoowel wat betreft de indirecte
maatregelen tegen Duitschland, n.m. scherpe
controle op den neutralen handel, als directe,
n.m. bestrijding van het duikbootwapen.
Gezien al deze gegevens en het verloop
van den vorigen oorlog zijn er o.i. geen
groote verrassingen te wachten. Mogelijk
dat over eenigen tijd de Duitsche vloot,
die snel wordt aangevuld, een poging zal
wagen om de Engelsche blokkade te door
breken, waardoor een tweede slag bij
Jutland niet tot de onmogelijkheden be
hoort. Bovendien bewijzen de resultaten
der laatste weken, dat het luchtwapen
der Duitschers (basis Noordzeehavens en
Helgoland), in sterke mate actief deel
neemt in de bestrijding van de Engelsche
vloot. Overigens zal de zeeoorlog zich be
perken tot den duikbootoorlog met wisse
lende kansen, maar beslist minder fataal
voor de Engelsche belangen, dan hg in
den vorigen wereldoorlog is geweest.
Niemandsland,
Onder een qranatenreqen tus-
schen prikkeldraadversperrin
gen.
OOK NIEMANDSLAND IN VREDES
TIJD KENT ZIJN TRAGEDIEËN.
(Van onzen Parijschen correspondent.)
i Parijs, October 1939.
Het woord Niemandsland, dat in
den wereldoorlog een zoo sinistere
beteekenis heeft gekregen, is op
nieuw opgedoken, nu de schermut
selingen aan het Westelijk front de
allures van een wcrkelijken oorlog
beginnen aan te nemen. Tusschen
Westwal en Maginotlinie strekt zich
een nieuw Niemandsland uit.
Opnieuw ontmoet het oog van millioenen
krantenlezers in de communiqué's van het
front het woord Niemandsland. Wat is Nie
mandsland? Een koraalrif in den Indischen
Oceaan, slechts enkele vierkante meiers in
omvang metend, bij storm geheel onder wa
ter. Een stukje van het vasteland in de
Noordelijke IJszee, verborgen onder een
dikke laag sneeuw en ijs. Een troostcloozc,
gele woestenij in het binnenland van Azië.
omgeven door woeste, hooge bergen slechts
enkele malen -per jaar betreden door de
voeten van Toerkestansche, Tibetaan.-che of
Russische grenspatrouilles. Ilat is. in don
letterlijken zin, Niemandsland. Een Land
zonder menschen, zonder wetten een strook
lands tusschen andere landen in. Het begrip
Niemandsland een woord, ontleend aan
het Engelsch: „No Man's Land" welke aan
duiding gebezigd werd door de oude Engel
sche zeevaarders en ontdekkingsreizigers
voor tot dusverre door-niemand in bezit ge
nomen eilanden in den Oceaan is van
betrekkelijk jongen datum. Het stamt uit
den tijd, toen de wetenschap van het vol
kenrecht en de diplomatie het begrip „sou-
vereiniteit" in hot leven hadden geroepen:
de onbetwiste, óver een land uitgeoefende
heerschappij. Daar, waar niemand de sou-
vereiniteit uitoefende, sprak men van Nie
mandsland. Toen op de aarde nog groote
witte vlekken bestonden op de landkaart, ge
bieden. waar de ontdekkingsreizigers nog
niet waren doorgedrongen, was Niemands
land geen uitzondering. Thans evenwel heeft
het woord een sclirikbarenden. tragischen
klank gekregen.
De kampplaats der millioenen-
lecjers.
In den wereldoorlog bestonden er twee
enorme strooken Niemandsland; de eene
strekte zich uit van de Oostzee tot aan de
Zwarte Zee, de tweede van de Noordzee tot
Zwitserland twee strooken lands, tusschen
de vijandelijke loopgraven in, omgewoeld
door granaten, met lijken bedekt, vriend en
vijand door elkaar, in den dood vereend;
de toekomstige kampplaats, waarop de mil-
lioenenlegers elkaar den zege zouden be
twisten. Niemandsland heette het trooste-
looze terrein, bezaaid met een wirwar van
prikkeldraadversperringen, waarop een bij-
ne onvermijdelijke dood ieder wachtte, die
zich er op waagde.
Als een onoverkomelijke slagboom
lag het daar, tusschen de strijden
de legers, die het elk van hun kant
met hun moorddadig vuur bestre
ken. Elke meter terreinwinst in
Niemandsland werd met stroomen
bloeds gekocht. Hoog boven zijn
troostelooze eenzaamheid verheffen
zich de vliegmachines in de lucht
en onder de aarde wroeten de tegen
standers om elkaar met landmijnen
te vernietigen. Op een gegeven oogen
blik weerklinkt een kort signaal
de eene golf aanvalstroepcn na de
andere klautert uit de loopgraven
en verspreidt zicli over Niemands
land. het duivelsche concert van do
lichte en zware artillerie en de ma
chinegeweren laten zich hooren
Weder is Niemandsland het tooneel van
verwoede, bloedige gevechten, soms. maar
niet altijd, eindigend met een kleine, duur
gekochte terreinwinst.
Niemandsland in vredestijd.
Het kan echter ook voorkomen, dat Nie
mandsland zich over een vrij groote opper
vlakte uitstrekt, dat er kilometers afstand
geen loopgraaf te ontdekken is. Dan vertoont
zich aan liet oog een vreedzame, groene wei
de, waarop koeien loopen te grazen en kal
veren dartelen. Doch dit beeld is bedriegelijk;
want zonder voorafgaande waarschuwing
kan juist op dezen sector van het front een
regen van granaten nederdalen, die do oase
in een woestenij verandert. En dan willen
wij ook nog spreken van Niemandsland "in
vredestijd, waarover bijna niemand spreekt,
doch dat evengoed zijn tragische beteekenis
heeft als het Niemandsland in den oorlog.
Wij herinneren slechts aan do tafereelen, die
zich nog niet zoo lang geleden hebben afge
speeld aan de Poolsehe grens, toen de Duit
sche regeering duizenden Poolschc en sta-
tenlooze joden uit het binnenland van het
Derde Rijk over do Poolsehe grens wilde
zetten, aan welke menschen de Poolsehe re
geering evenwel den toegang tot het land
ontzegd,e. Zoo leefden daar de verdrevenen,
bijeengedreven op een smalle strook land,
stilzwijgend tot Niemandsland verklaard, in
bange afwachting van hetgeen over hen zou
worden beslist. Het Poolsehe Roode Kruis
ontfermde zich over hen, zoover het daartoe
in staat was en medelijdende grenswachters
stonden dekens af. Docii er is ook een vi'eed-
zamer voorbeeld van Niemandsland.
Aan de ZwitserschFransche grens, tus
schen Genève en Annemasse, is door de au
toriteiten een kunstmatig Niemandsland in
het leven geroepen: een kleine, van een af
rastering voorziene weide, waarop de weder-
zijdsche grensbewoners op beperkte schaal
handel kunnen drijven. Doch iets dergelijks
behoort tot de grootste uitzonderingen. In de
ooron van den modernen mensch zal het
woord Niemandsland altijd een sinisteren,
noodlottigen klank behouden.
Vogels zijn zéér muzikaall
Vogels, wij hoeven slechts aan onze be
roemde zangertjes te denken, kunnen in het
algemeen prachtig moduleeren. De spotvo
gel fluit ons na. Zijn toonvorming gaat in
het algemeen gepaard met zeer geringe in
tervallen, wat alles op 'n goed gehoor wijst,
wijst. De vraag is nu, of er bij den vogel
verband staat tusschen de muzikaliteit en
den bouw van liet gehoor. Wij weten, aldus
de N.R.Crt., uit de menschelijke anatomie,
dat in het slakkenhuis van ons inwendige
oor een vlies voorkomt, het membraan van
Corli, waarin vezels gespannen zijn, die met
geluidstrillingen meetrillen, zooals dit met
snaren van een muziekinstrument geschiedt,
die resonnoeren op een aangeslagen toon
van een stemvork. Ons eigen membraan
van Corti heeft zooveel van deze fijne sna
ren, dat zich met Helmholtz ons onder
scheidingsvermogen voor tonen verklaren
laat uit het meetrillen van deze vezels,
waarvan wij er 24000 bezitten. Bij den vogel
zijn er veel minder, niet meer dan 1200, De
Duitsche geleerde Knecht heeft nu de muzi
kaliteit van den vogel getest door de dieren
te dresseeren op fijn afgestemde tonen:
Voor hoogere toonen minder ge
voelig?
Afgaande op wat het membraan van Corti
van het vogeloor bij anatomische studies
vertoont, waar wij per mm. van het vlies
462 vezels vinden bij den papegaai, tegen
4(10 713 per m.m. van het menschelijke
membraan van Corli. zou men verwachten
dat het vogeloor voor hoogere tonen minder
gevoelig zou zijn dan het onze. terwijl tevens
de lagere regionen van de toonschaal zouden
moeten uitvallen. In het gohoorgebied, dat
vogel en mensch gemeen hebben, zou men
dan gezien het feit, dat bij den vogel een
geringer aantal vezels per mm. van het
membraan van Corti voorkomen, een min
der goed toononderscheidingsvermogen ver
wachten als inderdaad het hooren een reson-
neeren van de vezels van genoemd mem
braan voorstelt. Dit nu blijkt niet op te gaan.
Er bestaat bij vogels wel degelijk
een zeer fijn vermogen om tonen te
kunnen onderscheiden. De onderste
LOKAAS.
hoorgrenis ligt bij den parkiet bij een
trillingsgetal van 40, de bovenste
grens bij parkiet en kruisbek bij
trillingsgetallen van 1400016000
resp. 1900020000 trillingen, zoodat
het gehoor een gebied van 89 oc
taven omvat, of 34 octaven minder
dan bij den mensch. Het gehoor is
zeer scherp, zoodat nog verschillen
van 0,30,5 trilling worden waarge
nomen.
Bij het aanslaan van twee tonen gelijktij
dig worden duidelijke verschillen gehoord
bij een trillingsverschil van 1020 trillin
gen. Bij hooge en diepe tonen moeten de
verschillen 1 pet. van het trillingsgetal be
dragen om te worden waargenomen. In de
zesgestreepte octaaf kunnen zij nog tertsen
onderscheiden. Bij den parkiet lieten zich in
1'A octaaf vier voedertonon opwekken, waar
op regelmatig gedresseerd werd.
Klankgeheugen zeer ontwikkeld,
Het klankgeheugen is zeer ontwikkeld.
Tonen met een trillingsverschil van 5 tril
lingen worden nog 1 uur onthouden, be
draagt het verschil 12, dan worden deze
tonen 14 minuten onthouden, bij een ver
schil van 20 is 2 uur onthouden mogelijk,
In het hooge gebied is het herinneringsver
mogen minder goed. Alles wijst er op, dat de
vogel, die een absoluut gehoor bezit, en ooi
den dressuurtoon kan hooren in tweeklan
ken, een gehoorgebied omvat, dat alleen in
de hoogere regionen onderdoet voor dat van
den mensch.
VRIJDAG 27 OCTOBER 1939.
Hilversum I. 1875 en 414,4 m.
Algemeen programma verzorgd door den
KRO.
8.00 Berichten ANP.
8.059.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Bijbelsche causerie.
12.00 Berichten.
12.15 Paul Wijnappel's strijkensemble (12.45
1.10 Berichten ANP en gramofoonmuziek
1.301.40 Gramofoonmuziek).
2.00 Orgelconcert en gramofoonmuziek).
3.00 Gramofoonmuziek. - 1
3.15 KRO-orkest. (4.00—4.15 Gramofoonmuz.)
5.00 Gramofoonmuziek.
5.15 KRO-Melodisten en solist (6.006.15
Gramofoonmuziek)
7.00 Berichten.
7.15 Causerie: „De internationale arbeidt
markt in oorlogstijd",
8.00 Berichten ANP.
8.15 KRO-orkest en de KRO-Boys.
9.15 Gramofoonmuziek.
9.35 Radiotooneel.
10.05 Het Rococo-octet.
10.30 Berichten ANP.
10.45 Bertus van Dinteren's orkest.
11.0512.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum II. 301,5 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA-
12.00 AVRO. 4.00 VARA, 7.30 VPRO. 9.0»
VARA. 10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek,
10.00 Morgenwijding.
10.20 Pianovoordracht.
10.50 Declamatie.
11.20 Orgelspel.
12.00 De Palladians.
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek
I.15 AVRO-Amusementsorkest (opn.).
2.00 Voor de vrouw.
2.10 Het Lyra-Trio.
2.45 Disco-Variétét.
3.304.00 AVRO-Dansorkest.
4.05 Gramofoonmuziek met toelichting.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Gramofoonmuziek.
6.00 De Ramblers.
6.30 Letterkundig overzicht,
7.00 Orgelspel en zang.
7.18 Berichten ANP. ,,en,
7.30 Causerie „De kans", Hierna: Bene
7.35 Cyclus: „De boeken van den Bijbel
8.00 Het Rosa Spier-kwintet. u.#
8.30 Cyclus: „Het ontwaken van het P
land (II).
9.00 Vraag en antwoord. TT,„,,er-
9.15 Fragmenten uit de operette „Ein
traum".
10.15 Puzzle-uitzending.
10.30 Gramofoonmuziek.
10.40 Avondwijding.
II.00 Berichten ANP.
11.10 Jazzmuziek (gr.pl.).
41-4012.00 Hammond-orgelspel-