Tal van gevaren
SALON
,Mijnhardt)es
De vreedzame
oorlog
bedreigen den Nederlandschen visscher!
Paraatheid der visschers
nü meer dan ooit
gewenscht
DampolaljKeel enBorsfwerttoucitielci
Morgen zijn Dirk Bot
en z'nvrouw 50 jaar
getrouwd
AU GASTRONOME
Maandag 30 October 1939
Tweede Blad
Nederlandsche visschersvloot vergadert
MANSHANDEN
Wereldspaardag
GEBRADEN KIR
Een optocht, die niet doorging
&addnieuiu-}
Zatei dag 28 October j.1. hield de Nederland
sche Visschersbond een ledenvergadering in
„Boschlust", Den Haag. De Minister van Eco
nomische Zaken was vertegenwoordigd door
den heer Groen,chef van de afdeeling Vissche-
rijen, de secretaris-generaal, door den heer De
Pree, de Ned. Visscherij-Centrale door de hee-
ren Janssens, voorzitter, en Van Dijk, secreta
ris, het Verkoopkantoor voor garnalen, door
den heer Vroolijk, directeur. Verder waren aan
wezig de Kamerleden Van Dijken (A.R.), Kie
vit (S.D.A.P.) en Posthuma (C.D.U.) en de
burgemeesters van Termunten, Zoutkamp,
Texel, Stellendam, Ouddorp. De gemeentebe
sturen van Den Haag en Makkum werden ver
tegenwoordigd door de heeren Vermaat en
Reints.
Dreigende gevaren.
De voorzitter, de heer Joh. W. Stevenson,
opende de vergadering met een woord van wel
kom aan de aanwezige autoriteiten, waaruit
hij concludeerde hun belangstelling en mede
leven met de kustvisscherij, alsmede aan de
zeer talrijke visschers, die opgekomen waren,
omdat zij gevoelen, dat. bijzondere nooden drei
gen.
In een uitvoerige rede zette de voorzitter deze
dreigende gevaren uiteen. Zijn bijzondere waar
deering gold de activiteit der Regeering, die
reeds 5 September een vergadering op het
Departement belegde, onder presidium van den
secretaris-generaal, waarnemende Regeerings-
commissaris voor de Visscherij, waar behan
deld werden de belangrijke onderwerpen: Het
uitvaren, de handel en de export, de prijsstij
ging der visscherijbenoodigdheden. Staande
deze vergadering was een commissie benoemd,
die deze zaken verder onder de oogen zou zien
en daarover advies zou uitbrengen.
Het verstrekken van kaartjes, waarop
de gevaarlijke gebieden in de Noordzee
zijn aangegeven, aan de visschers, door
bemiddeling van de Ned. Visscherij-Cen
trale, was het eerste resultaat.
De voorwaarden, waarop door de visschers,
een molestverzekering kon worden gesloten,
werd bekend gemaakt bij circulaire van 9 Oc
tober j.1.
Uit alle waardeering voor het werk der
commissie, waarvan bekend was dat ze
zeer veel werk verzet had, speet het spre
ker te moeten mededeelen, dat deze rege
ling voor de kustvisschers absoluut on
bevredigend was.
Deze regeling moest gelden voor de
groote trawlvisscherij, voor de haring-
visscherij en ook voor de kustvisschers.
En juist in de uniformiteit zat de fout.
Wat niet kan.
De belangen van de groote trawlvisscherij en
de haringvisscherij en die van de kustvisscherij
loopen zoo ver uiteen en de geaardheid van
het bedrijf is zoo verschillend, dat het uitge
sloten moet worden geacht daarvoor éénzelfde
regeling te treffen. Na lange jaren van telkens
weer teleurstellende bedrijfsresultaten, zijn de
kustvisschers zoo zeer achteruitgegaan, dat
ze de premie der molestverzekering niet kun
nen opbrengen, ook niet met de toegestane
restitutie door de Ned. Visscherij-Centrale.
Maar de beperkende bepalingen aan deze rege
ling verbonden, maken toetreding ook niet
aannemelijk.
Nu schrijft men wel, dat deze verzekering
niet verplicht is. Maar spreker acht het onver
antwoordelijk, wanneer men het uitvaren zon
der verzekeren, zou in de hand werken. De ge
varen dreigen van alle kanten: Eén drijvende
mijn kan het noodlot doen voltrekken. En wel
ke de-gevolgen daarvan zijn, heeft de ervaring
ons reeds geleerd met de rampen van de „Van
Ewijck" en de „Jan van Gelder".
Niet uitvaren... geen brood.
Bovendien denken geldschieters en banken
er anders over en stellen den eisch: verzekeren
en anders niet uitvaren! Niet uitvaren, wil
zeggen: geen brood, en de onmogelijkheid om
aan de verplichtingen te voldoen. En welke
maatregelen zullen geldschieters en banken
dan treffen? Zal men de visschers rustig de
gelegenheid laten tot betere tijden te wachten.
Spreker twijfelt daaraan.
Ook voor de gevaren, die den visschers van
die zijde dreigen, roept spreker de medewer
king der Regeering in. Dat de Ned. Visscherij-
Centrale het recht heeft te bepalen, dat als
40 pet. van de vloot is uitgevaren, de tegemoet
koming in de premie aan andere schepen niet
zal worden verleend, acht hij een bron van on
tevredenheid.
Wat in dezen tijd bijzonder klemt, is de ver
zekering van de bemanning. Men weet, dat de
eigenaar van een visschersvaartuig de onder
houdsplicht heeft voor de nabestaanden, wan
neer de opvarenden een ongeval mocht over
komen. Geen enkele eigenaar zal die verplich
ting kunnen volbrengen. Het is dus eisch, ook
dit risico te dekken, nu de gevaren op zee nog
veel grooter zijn dan anders.
Hoe noodzakelijk verzekering is, bleek uit
het ongeval de „G. O. 10" overkomen, waarbij
twee zoons het leven lieten, het vaartuig zonk
en alleen de 57-jarige schipper werd gered. In
het verslag van de behandeling van deze aan
varing voor den Raad van Scheepvaart trof ons
bijzonder de getuigenis van den schipper: „Dat
een carnallicht, op scheepjes als de „G. O. 10"
niet te voeren is". Wat is er van de zijde der
kustvisschers al niet gewaarschuwd, toen de
scheepvaart-inspectie de installatie voor het
carnallicht opdrong. Het geld daaraan besteed
is weggeworpen. Men ontkomt daaraan niet,
om thans te schrijven, dat er reeds schippers
zijn die een electrische installatie hebben doen
aanbrengen. Wie daartoe financieel niet in
staat is, zit met de ondeugdelijke installatie,
die door de scheepvaart-inspectie werd ver
plicht. Zal men nu van die zijde een oplossing
bevorderen om tot het voeren van goede car-
nallichten voor de heele vloot te komen. Dat is
inzonderheid in dezen tijd zeer gewenscht.
Men bedenke wel, dat wil men de kustvis-
schersvloot niet tot werkloosheid doemen er
wat zal moeten gebeuren. We meenen, dat
juist nu de kustvisschers een belangrijke taak
kunnen hebben bij de vischvoorziening van ons
land.
Spreker stond vervolgens stil bij de moeilijk
heden, die veroorzaakt worden door belemme
ringen bij het uitvaren. De positie van ons land
eischt een groote mate van waakzaamheid. An
derdeels zal de Regeering het zeker op prijs
stellen, dat het economisch leven zooveel mo
gelijk geregeld kan doorgaan. Dat kan, wat de
visscherij betreft, alleen, wanneer er van de
zijde van het bedrijf en van de Marine, een
wederzijdsch begrijpen en een hartelijke mede
werking is.
Het uitvaren vanuit Den Helder brengt voor
het bedrijf bijna onoverkomelijke moeilijkheden
vooral wanneer de weersomstandigheden on
gunstig zijn. Daarom gaat er een dringend ver
zoek van de visschers uit om ook een vaargeul
door het Molengat vrij te geven. Als voorwater
heeft dit Molengat nagenoeg geen beteekenis
meer, voor visschersvaartuigen is het van het
allergrootste belang. Zou nu door den geest
van wederzijdsch begrijpen hier geen oplossing
mogelijk zijn. Het vier uur van tevoren melden
en dan alleen uitvaren bij hoog water is schier
onmogelijk. Deze zaak is in onderzoek en we
hopen op een bevredigende oplossing. Ook el
ders heeft men belemmeringen in het uitvaren
en in het belang van de kustvisschers zouden
we een zoo ruim mogelijke gelegenheid om te
visschen willen verzoeken. Dat de vrije geest
van de visschers en de discipline welke de
Marine kenmerkt, wel eens wrijvingen veroor
zaakt, men kan het begrijpen. Laten de kust
visschers zich echter stipt aan de bepalingen
houden, zoolang er nog geen verbeteringen zijn
ingetreden. Dat vergemakkelijkt zeker het ver
krijgen van billijke verlangens.
Van ingrijpende beteekenis is het af
sluiten van de haven van Den Helder van
zonsondergang tot zonsopgang. Dit is voor
de garnalenvisscherij op levende garnalen
zeer nadeelig en als straks de tijd voor
sardines aanbreekt, zal het fnuikend zijn.
We hopen dat er een oplossing gevonden
kan worden oin op bepaalde tijden ook na
zonsondergang de haven te kunnen bin-
nenloopen. 't Is immers nog geen oorlog in
Nederland en men behoeft toch niet direct
gevaar te vreezen.
Ten aanzien van de vischsoorten, waarvoor
een vasten prijs is gesteld, zal overwogen die
nen te worden of prijsverhooging niet nood
zakelijk is.
De garnalenprijzen.
Juist deze week lazen we in de pers het be
richt, dat de prijs der drogerij garnalen is ver
hoogd. Reeds IV2 jaar werd daar actie voor
HEEREN
Tel. 514
DAMES KAPPER
Stakmanbossestr. 65
gevoerd, nu komt een verhooging, die zeer
zeker thans onvoldoende is, in verband met de
prijsstijgingen. Ook voor de consumptiegar
nalen zal overwogen moeten worden of de prij
zen niet moeten stijgen.
De olie en de petroleum.
De zeer snelle prijsstijgingen voor visscherij
benoodigdheden doet ons vragen of die wel ten
allen tijde gewettigd zijn. Dat de prijzen zou
den oploopen was te voorzien, maar in enkele
dagen zulke groote verschillen lijkt ons niet
noodig. We vragen ons angstig af, wat zullen
die prijzen nog worden. In de vorige oorlogs
periode werd wel 40.voor een vat stook
olie betaald. Zal er voldoende olie zijn voor de
motoren. Thans reeds mag maar 70 pet. ge
leverd worden van het jaarverbruik van het
vorige jaar en telkens maar 1/12 gedeelte
daarvan per maand. Dat moet tot moeilijkheden
leiden. Moge het de autoriteiten gelukken om
een goede voorziening van motorbrandstoffen
te verzekeren.
Nog een tweetal artikelen, die aan boord
noode en geheel niet kunnen worden gemist,
mogen we hier aanhalen. Waar de kustvisscher
uitvaart, onder zooveel bezwaren en zijn taak
er dus nog moeilijker op geworden is, mag ver
wacht worden, dat zij voor hun bedrijf een toe
wijzing van een kwantum suiker zullen ver
krijgen.
Onmogelijk kan petroleum aan boord worden
gemist en het zal noodig zijn, dat voor die be
drijven dus een regeling worde getroffen als de
distributie van petroleum zal worden ingevoerd.
De Deensche invoer.
Noodig is het te wijzen op de enorme invoer
van Deensche visch. In een persbericht lazen
we, dat dit invoer geschiedde tot genoegen van
beide partijen, de Denen, die hier een zeer goed
afzetgebied vinden, en de handel, die de in
voer van groote partijen visch uit Denemarken
apprecieert, omdat het in hoofdzaak levende
schol en andere zeer gewilde vischsoorten be
treft.
Is hier niet een derde partij? En is die
derde partij ook zoo tevreden?
We betwijfelen dat ten zeerste en we
hopen, dat de Regeering dezen invoer wel
zoo zal willen regelen, dat dumping van
den prijs van de Nederlandsche visch daar
van niet het gevolg zal zijn.
De heer Janssens, directeur Ned. Visscherij-
Centrale, besprak de moeilijkheden om te
komen tot een goede regeling van de molest
verzekering, zette verkeerde opvattingen recht,
toonde aan de taak der Marine ter beveiliging
van het algemeen belang, verdedigde een groo
teren invoer van buitenlandsche visch, toen
onze visscherij niet kon leveren en zette uiteen,
dat prijsstijgingen der benoodigdheden niet
altijd kon voorkomen worden.
Burgemeester v. d. Lei, van Termunten, be
sprak zeer uitvoerig de prijzen van de gedroog
de garnalen en de actie, die tot verhooging ge
voerd was. Hij was van meening, dat de thans
•afgekomen verhooging .een gevolg van die actie
was en dat we dus thans weer een nieuwe actie
moesten voeren. Wat de prijsstijging der be
noodigdheden betreft, is er maar één manier
n.1. het opmaken van proces-verbaal, hetgeen
hij in zijn woonplaats heeft gedaan van het
artikel zakken (voor vervoer gedroogde gar
nalen) en toen die getroffen leveranciers niet
wilden afleveren of men moest hen eerst ver
tellen wie hen er „bijgelapt" had, kreeg deze
een tweede proces, omdat hij aanwezige voor
raden weigerde af te leveren.
Burgemeester Kamp van Texel was van
meening, dat door onderlinge samenwer
king van den burgemeester van Den Hel
der en van Texel, wellicht bij de Marine
autoriteiten meer vrijheid bij het uitvaren
kon worden verkregen dan wanneer de
visschers daarom vroegen. Hij gaf raad
inzake de suiker voor visschersvaartuigen.
De burgemeesters van Stellendam en Oud-
dorp prezen de welwillende medewerking der
Marine-autoriteiten en bespraken de medewer
king der gemeentebesturen voor hun visschers.
Van de zijde der leden werden verschillende
vragen gesteld en beantwoord. De directeur
van het Verkoopkantoor voor garnalen deelde
nog mede, dat ook hij verzocht had meer vrij
heid voor garnalenvisschers in Den Helder.
De voorzitter, hoorende de welwillende mede
werking van zoovele zijden, meende, dat er dan
ook wel verbeteringen zouden komen, al moe
ten de visschers er ook wellicht rekening mede
houden, dat nimmer alle verlangens van het
verlanglijstje werden vervuld. Hij dankte alle
autoriteiten, zoowel van het Rijk, als de ge
meenten voor hun medewerking en verzekerde
den Kamerleden, waarvan de heer Van Dijk
naar voren gebracht had, dat zij gaarne zouden
medewerken, wanneer langs anderen weg ver
beteringen niet konden worden bereikt, dat de
Ned. Visschersbond van deze toezegging gaarne
zou gebruik maken. Hij sloot daarmede de mor
genvergadering.
's Middags werden huishoudelijke zaken van
den bond besproken in een prettige sfeer en tot
aller tevredenheid. De voorzitter waarschuwde
voor verbrokkeling. Alleen eenheid onder de
kustvisschers tot versterking van den bond,
met allen die daar bij behooren, kan tot succes
leiden.
tegen Gevatte koude, Koorts, Griep
Dinsdag, 31 October.
Naar de Directie der Nutsspaarbank ons
mededeelt, zal het kantoor der Spaarbank
Dinsdag onafgebroken geopend zijn en wel
van des morgens 9 uur tot des avonds 8 uur.
Op elk oogenblik van den dag kan men dus
terecht om zijn spaarpenningen in te bren
gen. Spaarbusjes worden den geheelen dag ter
lediging aangenomen.
Voor de op school sparende kinderen der
4 laagste klassen is een aardige verrassing
beschikbaar gesteld.
Evenals in vorige jaren, wordt aan hen, die
nog geen spaarder zijn, en zich morgen als
inlegger laten inschrijven, ter aanmoediging
een kunstkalender of een in leer gebonden
zakagenda beschikbaar gesteld.
Dat het aantal spaarders ondanks het aan
zienlijk aantal, dat thans reeds ingeschreven
staat, ca. 12.600, nog steeds voor uitbreiding
vatbaar is, moge blijken uit de omstandig,
heid, dat sedert den vorigen Wereldspaardag
(30 October 1938) het aantal spaarders op
nieuw met ruim 800 is toegenomen.
Ieder, die iets gevoelt voor onze pogingen
het sparen zooveel mogelijk te bevorderen,
zouden wij willen verzoeken:
Vestigt in eigen kring de aandacht op den
Wereldspaardag.
De Nutsspaarbank wacht U gaarne.
Voorts wordt de aandacht op de Adverten
tie in dit nummer gevestigd.
CANDIDAATSTELLING KAMER VAN
KOOPHANDEL.
In een adv. in dit nr. wordt door het be
stuur van de Middenstandsver. „Den Helder"
medegedeeld, dat als candidaat voor de Ka
mer v. Koophandel (kleinbedrijf) is gesteld
het zittend lid, de heer L. Coltof.
Wonderlijk zooals dat helpt zoowel bij kinderen als volwassenen. Pot 50 ct. Tube 40 ct. Doos 30 ct. Bij Apothekers en Drogisten
Het Gouden Bruidspaar
van de Gasstraat
Op bezoek bij een bescheiden
visscher'menschenredder
Morgen zijn Dirk Bot en z'n vrouw, uit de
Gasstraat, een halve eeuw getrouwd. Vijftig
jaar in de huwelijksschuit50 jaar samen
zoowel het lief als het leed gedeeld en samen
de vele moeilijkheden bevochten die het be
staan van den visscherman-zeeridder kenmer
ken.
Zaterdagmorgen zijn wij even in het van
properheid glanzende huisje van de Botten
aangewipt, en aan alles was te zien dat er voor
de familie een hoogtij-dag op komst is: de
voorkamer gevuld met roode en witte en paarse
bloemen, een stukje binnentuin dat geurt en
fleurt. Juist als we binnenkomen, wordt er
weer een mand gebracht. Dat gaat daar nu
zoo al dagen lang. Of ze ook populair zijn, de
Botten!
Binnen zat moeder en vader en een dochter.
Met z'n vieren hebben we wat zitten babbelen.
Het had niets van een serieus interview. Daar
voor zijn Bot en z'n vijftig procent te „ge
woon", te eenvoudig. Ze vonden het trouwens
ook heelemaal overbodig om er in de krant
drukte van te maken. En een foto was er ook
niet te krijgen. Noch Bot noch zijn vrouw heb
ben de fotografen rijk gemaakt. Dat was maar
ijdelheid, en deze eigenschap vindt men niet in
de Gasstraat nummer 70.
Toen we na een uurtje opstapten, wisten we
echter zooveel van het leven van Dirk Bot, dat
we toch besloten er eenige regelen aan te
wijden. Het kan niet anders, of alle geboren
en getogen Nieuwediepers stellen daar be
lang in.
Wat we hoorden, was het harde leven
van den zeeman in Nieuwediep. Geboren
in ditzelfde huis in de Gasstraat, toog de
jonge Dirk reeds als 10-jarige met z'n
vader er op uit. nl de vletten hielp hij de
mannen de haring, de schar en de geep
vangen. Dag-in, dag-uit trok hij mee en
hij was nog heel jong, toen hij reeds als
volleerd zeeman te boek stond.
En hij blééf zeeman. Begin October werd hij
72 jaar, maar nóg gaat er geen dag voorbij of
Bot zit aan den buitenkant. Hij bleef belang
stellen met het reilen en zeilen van de Nieuwe
diepers aan de haven. Hij hoort erbij. Hij kent
ieder schuitje, iedere botter en hij kent iederen
visscherman van deze stad.
Bot was ook menschenredder. Hij heeft er
geen kouwe drukte van gemaakt. Hij heeft
niet zoo heel veel medaille's en papieren waar
op de reddingen aangeteekend staan, bezit hij
in het geheel niet.
Blaar dat neemt niet weg, dat we
weten dat hij ontelbare malen er op uit
getrokken is. Des nachts en overdag. Om
met de open vlet hulp te gaan bieden
aan hen, die buitengaats met hun leven
vochten. Samen met Dorus Rykers, met
de Beenen en Jaap Bijl. Biet alle beken
de redders wier namen sedert een drie
kwart eeuw in de annalen van dit storm
nest opgeteekend werden. Blaar meestal
trok hij er met de eigen vlet op uit. En
we hooren van de „concurrentie" die men
de officieele reddingboot aandeed. Een
schoone tijd een tijd van ruwe kerels,
van open vletten. Blaar ook een tijd van
daden. Van vechten met de zee. Een tijd
waarin mensehen gemaakt werden van
jjzer en staal. Gen moeder's kindjes, geen
slappelingen, geen Jan Salie's.
Op 7 December 1893 toog Dirk en z'n man
nen naar buiten. In een wilden storm wist hij
in twee maal 23 man van de Engelschman af
te halen. Een avontuur, dat iedere ouwe jutter
zich nog als den dag van gisteren herinnert.
En daar was dien 27sten December 1897, waar
bij men naar de „Ockenfels" toog. Hier wer
den geen menschen gered, maar het scheelde
bitter weinig of geen der vletterlui had ooit
de haven van Den Helder meer gezien. En daar
was de redding van de opvarenden van de
„Promus", 17 Augustus 1924, waarbij 18 man
aan de golven werden ontrukt. En tenslotte het
grootsche „Serbia"-avontuur, waarbij Bot zich
deed kermen als een volbloed zeeridder, zon
der vrees en blaam.
Buiten regent het. Af en toe stapt een voor
bijganger langs het raam. Bot tuurt door het
beslagen raam. En dan neemt zijn vrouw het
woord. Een echte zeemansvrouw. Een dochter
van Bijl. Opgegroeid tusschen zeemansvrouwen
en die van te voren wist welk leven haar boven
het hoofd hing. Nu is de avond van het leven
gekomen. En daarmee de grijze haren en de
herinneringen aan weleer. Kerngezond is deze
vrouw nog, en alleen een lichte „staffigheid"
handicapt haar een beetje. Ook zij vertelt.
Van het trouwen in het huis hier, waarin ze
altijd zijn blijven wonen. Dirk woont er nu 72
jaar inEn van de stormnachten, als zij er
met de andere vrouwen op uittoog om de man
nen op te kloppen.
Daar waren vele dagen en nachten waarin
zij lang naar de klok tuurde en waarin zij met
haar gedachten in de vlet zat. De Voorzienig
heid spaarde hem, Dirk Bot, en nu is het hun
gegeven samen dit grootsche feest, dezen gou
den bruiloft, te vieren.
Zij zegt één woord, dat wij hier willen op-
teekenen: „ik heb wel veel meegemaakt in m'n
leven, maar als ik alles naga, dan zou ik het
toch weer over willen leven. Want naast de
misère was er ook veel reden tot dankbaar
heid". Dirk zwijgt: hij kijkt haar aan maar z'n
oogen antwoorden instemmend. Fijne men
schen. Gezond van lichaam, allebei, en gezond
van geest. Menschen die nog midden in het
leven staan.
We zien nog de medaille, gegeven door
Koningin Victoria aan Bot, als dank voor de
redding van de „Wandle". En we praten nog
over den ouden tijd, die lang niet zoo „goed"
was als dat wel beweerd wordt.
Morgen is het feest. Morgen zullen vele
Nieuwediepers in de woning van Bot en zijn
vrouw komen en er zullen gelukwenschen uit
gesproken worden die gemeend zijn.
Des avonds wordt het feest besloten in
„Centraal". Want de Botten hebben nog 11
kinderen in leven, en vele van deze kinde
ren hebben ook weer kinderen, zoodat
het oude home in de Gasstraat veel te klein
is om zoo'n feestschaar te bergen.
tv at zal dat een prachtig feest worden!
Ze^ zullen er nog lang over praten, Dirk
en z n vrouw, en deze herinnering wordt
vast en zeker gevoegd bij de goede din
gen van den modernen tijd.
Dit weekeinde bracht geen nieuws.
Er was vrijwel niets wat de toestand, zoo
als deze zich tot nu toe gevormd heeft, wij
zigde. Er werden geen krijgsdaden van belang
gepleegd, er werden geen grenzen gewijzigd,
en men vernam niets van eenige voortgezette
diplomatieke activiteit, ofschoon men veilig
kan aannemen, dat men zich achter de scher
men ndg op allerlei wijzen beraadt over een
mogelijkheid om aan dezen feitelijk nog niet
begonnen oorlog alsnog' te ontkomen.
De geallieerden hebben niet nagelaten in
pers en radio van hun groote blijdschap te
getuigen inzake de opheffing van het wapen
embargo in de Vereenigde Staten. Weliswaar
beteekent deze opheffing, dat alle landen
van den onuitputtelijken wapenfabrikant, die
Uncle Sam heet, kunnen profiteeren, maar
in werkelijkheid beteekent het, dat speciaal
Engeland' en Frankrijk van dit besluit de
vruchten plukken. Want de V.S., zich nog al
te goed herinnerend de betalingsmoielijkheden
uit den vorigen oorlog, stellen als eersten eisch
het „cash and carry", hetwelk vrij vertaald
luidt: boter bij de visch. En waar de ge
allieerden zich de weelde van contante be
taling uitstekend kunnen veroorloven, daar is
dat in het Derde Rijk, dat reeds nü met
ernstige deviezenmoeilijkheden te kampen
heeft, zoo niet onmogelijk, dan toch wel van
dien aard, dat Engeland en Frankrijk met het
leeuwendeel schoot zullen gaan. In dit op
zicht vormen de fantastische bestellingen, die
klaar liggen om uitgevoerd te worden, wel
het bewijs hoezeer men van de diensten van
den nieuwen leverancier gebruik zal maken.
Overigens beschouwt men dit alles, van ge
allieerden kant bezien, dat het tweede winst
punt gedurende den oorlog. Het eerste was de
afsluiting van het verdrag met Turkije. De
toekomst zal moeten leeren of deze vreugden
inderdaad bestaansrecht hadden.
Zooals gezegd in den aanvang van dit
overzicht, er is geen „nieuws". Ofschoon de
oorlog gisteren 2 maanden oud was, kan men
nog niet spreken van een enkel belangrijk
wapenfeit. Tenzij men de luchtaanvallen op
de Britsche kust of de aanrandingen van
koopvaardijschepen in volle zee zoo wilt noe
men. Het steeds maar weer beloofde groote
offensief blijft evenzoovele malen uit, en velen
vragen zich af, of en wanneer men nu feite
lijk werkelijk krijg gaat voeren. Hierover zijn
de meeningen verdeeld. Men hoort daarover
de meest afwijkende veronderstellingen. Een
daarvan is, dat de geallieerden een offensief
zoo lang mogelijk wenschen te verschuiven,
omdat zij meer heil zien in een langzame
wurging van het levensapparaat in Duitsch-
land. Een andere, dat men nog steeds niet
geheel klaar is met de voorbereidingen van
het defensie-apparaat en dat men, speciaal in
de lucht, eerst den achterstand wenscht in te
halen. Nog anderen weten te vertellen, dat
het hier een psychologisch punt betreft: geen
der strijdende partijen wil er in de historie
voor gedoodverfd worden als eerste een
massamoord ontketend te hebben. En dan
7„n er de velen, die meenen dat zich achter
de schermen nog een levendig diplomatiek
spel afspeelt. Dat er nog steeds pogingen in
het werk gesteld worden om te ontkomen
aan dezen ergsten ramp die ooit de wester-
sche beschaving, of wat daarvoor doorgaat,
bedreigde.
Maar ook al zijn er dan geen wapen
feiten van beteekenis te melden, de span
ning blijft, die de mogelijkheid in zich
houdt dat ieder oogenblik van iederen dag
deze hel op aarde ontketend kan worden
met alle gevolgen van dien voor de
menschheid, die nog steeds haar oorlogs
weerzin niet overwonnen heeft.
Doch ook dét is een gunstige factor...
Spoorstraat 94. Telef. 660.
Ragen als spelbreker.
De optocht met de Zondagsschoolkinderen,
die Zaterdag j.1. zou worden gehouden, is in
den meest letterlijken zin van het woord in het
water gevallen. Storm en regen traden der
mate als spelbrekers op, dat de tocht moest
worden afgelast. Voorloopig is vastgesteld den
tocht Zaterdagmiddag te houden,
dag te houden.
HIJ SLIEP OP DEN BERBI.
Zaterdagavond vonden voorbijgangers ter
hoogte van vliegkamp „De Kooy" op den Rijks
weg een rijwiel dwars over den weg. Bij nader
onderzoek ontdekte men, dat zich op dezelfde
hoogte in de berm een persoon bevond, die niet
veel teekenen van leven gaf. Terstond stelde
i i® op de h0°gte' die een onderzoek
instelde Op het Hoofdbureau bleek, dat de man
heviglijk aangeschoten was
INBRAAKJE.
Zondag bleek, dat gedurende den nacht on-
bevoegden zich middels het verbreken van het
slot, toegang verschaft hadden in een gebouw-
je staande op het stationsemplacement. Ver
mist werden aardappelen, uien en appelen Een
onderzoek wordt ingesteld. PPeien. Een
RUITEN VERNIELD.
p-in!nnbTV°ner van den Kanaalweg deed aan
agantede^rwegendPeaS„Van A
Ook dat zal nader onderzochten.