Tal van gevaren SALON ,Mijnhardt)es De vreedzame oorlog bedreigen den Nederlandschen visscher! Paraatheid der visschers nü meer dan ooit gewenscht DampolaljKeel enBorsfwerttoucitielci Morgen zijn Dirk Bot en z'nvrouw 50 jaar getrouwd AU GASTRONOME Maandag 30 October 1939 Tweede Blad Nederlandsche visschersvloot vergadert MANSHANDEN Wereldspaardag GEBRADEN KIR Een optocht, die niet doorging &addnieuiu-} Zatei dag 28 October j.1. hield de Nederland sche Visschersbond een ledenvergadering in „Boschlust", Den Haag. De Minister van Eco nomische Zaken was vertegenwoordigd door den heer Groen,chef van de afdeeling Vissche- rijen, de secretaris-generaal, door den heer De Pree, de Ned. Visscherij-Centrale door de hee- ren Janssens, voorzitter, en Van Dijk, secreta ris, het Verkoopkantoor voor garnalen, door den heer Vroolijk, directeur. Verder waren aan wezig de Kamerleden Van Dijken (A.R.), Kie vit (S.D.A.P.) en Posthuma (C.D.U.) en de burgemeesters van Termunten, Zoutkamp, Texel, Stellendam, Ouddorp. De gemeentebe sturen van Den Haag en Makkum werden ver tegenwoordigd door de heeren Vermaat en Reints. Dreigende gevaren. De voorzitter, de heer Joh. W. Stevenson, opende de vergadering met een woord van wel kom aan de aanwezige autoriteiten, waaruit hij concludeerde hun belangstelling en mede leven met de kustvisscherij, alsmede aan de zeer talrijke visschers, die opgekomen waren, omdat zij gevoelen, dat. bijzondere nooden drei gen. In een uitvoerige rede zette de voorzitter deze dreigende gevaren uiteen. Zijn bijzondere waar deering gold de activiteit der Regeering, die reeds 5 September een vergadering op het Departement belegde, onder presidium van den secretaris-generaal, waarnemende Regeerings- commissaris voor de Visscherij, waar behan deld werden de belangrijke onderwerpen: Het uitvaren, de handel en de export, de prijsstij ging der visscherijbenoodigdheden. Staande deze vergadering was een commissie benoemd, die deze zaken verder onder de oogen zou zien en daarover advies zou uitbrengen. Het verstrekken van kaartjes, waarop de gevaarlijke gebieden in de Noordzee zijn aangegeven, aan de visschers, door bemiddeling van de Ned. Visscherij-Cen trale, was het eerste resultaat. De voorwaarden, waarop door de visschers, een molestverzekering kon worden gesloten, werd bekend gemaakt bij circulaire van 9 Oc tober j.1. Uit alle waardeering voor het werk der commissie, waarvan bekend was dat ze zeer veel werk verzet had, speet het spre ker te moeten mededeelen, dat deze rege ling voor de kustvisschers absoluut on bevredigend was. Deze regeling moest gelden voor de groote trawlvisscherij, voor de haring- visscherij en ook voor de kustvisschers. En juist in de uniformiteit zat de fout. Wat niet kan. De belangen van de groote trawlvisscherij en de haringvisscherij en die van de kustvisscherij loopen zoo ver uiteen en de geaardheid van het bedrijf is zoo verschillend, dat het uitge sloten moet worden geacht daarvoor éénzelfde regeling te treffen. Na lange jaren van telkens weer teleurstellende bedrijfsresultaten, zijn de kustvisschers zoo zeer achteruitgegaan, dat ze de premie der molestverzekering niet kun nen opbrengen, ook niet met de toegestane restitutie door de Ned. Visscherij-Centrale. Maar de beperkende bepalingen aan deze rege ling verbonden, maken toetreding ook niet aannemelijk. Nu schrijft men wel, dat deze verzekering niet verplicht is. Maar spreker acht het onver antwoordelijk, wanneer men het uitvaren zon der verzekeren, zou in de hand werken. De ge varen dreigen van alle kanten: Eén drijvende mijn kan het noodlot doen voltrekken. En wel ke de-gevolgen daarvan zijn, heeft de ervaring ons reeds geleerd met de rampen van de „Van Ewijck" en de „Jan van Gelder". Niet uitvaren... geen brood. Bovendien denken geldschieters en banken er anders over en stellen den eisch: verzekeren en anders niet uitvaren! Niet uitvaren, wil zeggen: geen brood, en de onmogelijkheid om aan de verplichtingen te voldoen. En welke maatregelen zullen geldschieters en banken dan treffen? Zal men de visschers rustig de gelegenheid laten tot betere tijden te wachten. Spreker twijfelt daaraan. Ook voor de gevaren, die den visschers van die zijde dreigen, roept spreker de medewer king der Regeering in. Dat de Ned. Visscherij- Centrale het recht heeft te bepalen, dat als 40 pet. van de vloot is uitgevaren, de tegemoet koming in de premie aan andere schepen niet zal worden verleend, acht hij een bron van on tevredenheid. Wat in dezen tijd bijzonder klemt, is de ver zekering van de bemanning. Men weet, dat de eigenaar van een visschersvaartuig de onder houdsplicht heeft voor de nabestaanden, wan neer de opvarenden een ongeval mocht over komen. Geen enkele eigenaar zal die verplich ting kunnen volbrengen. Het is dus eisch, ook dit risico te dekken, nu de gevaren op zee nog veel grooter zijn dan anders. Hoe noodzakelijk verzekering is, bleek uit het ongeval de „G. O. 10" overkomen, waarbij twee zoons het leven lieten, het vaartuig zonk en alleen de 57-jarige schipper werd gered. In het verslag van de behandeling van deze aan varing voor den Raad van Scheepvaart trof ons bijzonder de getuigenis van den schipper: „Dat een carnallicht, op scheepjes als de „G. O. 10" niet te voeren is". Wat is er van de zijde der kustvisschers al niet gewaarschuwd, toen de scheepvaart-inspectie de installatie voor het carnallicht opdrong. Het geld daaraan besteed is weggeworpen. Men ontkomt daaraan niet, om thans te schrijven, dat er reeds schippers zijn die een electrische installatie hebben doen aanbrengen. Wie daartoe financieel niet in staat is, zit met de ondeugdelijke installatie, die door de scheepvaart-inspectie werd ver plicht. Zal men nu van die zijde een oplossing bevorderen om tot het voeren van goede car- nallichten voor de heele vloot te komen. Dat is inzonderheid in dezen tijd zeer gewenscht. Men bedenke wel, dat wil men de kustvis- schersvloot niet tot werkloosheid doemen er wat zal moeten gebeuren. We meenen, dat juist nu de kustvisschers een belangrijke taak kunnen hebben bij de vischvoorziening van ons land. Spreker stond vervolgens stil bij de moeilijk heden, die veroorzaakt worden door belemme ringen bij het uitvaren. De positie van ons land eischt een groote mate van waakzaamheid. An derdeels zal de Regeering het zeker op prijs stellen, dat het economisch leven zooveel mo gelijk geregeld kan doorgaan. Dat kan, wat de visscherij betreft, alleen, wanneer er van de zijde van het bedrijf en van de Marine, een wederzijdsch begrijpen en een hartelijke mede werking is. Het uitvaren vanuit Den Helder brengt voor het bedrijf bijna onoverkomelijke moeilijkheden vooral wanneer de weersomstandigheden on gunstig zijn. Daarom gaat er een dringend ver zoek van de visschers uit om ook een vaargeul door het Molengat vrij te geven. Als voorwater heeft dit Molengat nagenoeg geen beteekenis meer, voor visschersvaartuigen is het van het allergrootste belang. Zou nu door den geest van wederzijdsch begrijpen hier geen oplossing mogelijk zijn. Het vier uur van tevoren melden en dan alleen uitvaren bij hoog water is schier onmogelijk. Deze zaak is in onderzoek en we hopen op een bevredigende oplossing. Ook el ders heeft men belemmeringen in het uitvaren en in het belang van de kustvisschers zouden we een zoo ruim mogelijke gelegenheid om te visschen willen verzoeken. Dat de vrije geest van de visschers en de discipline welke de Marine kenmerkt, wel eens wrijvingen veroor zaakt, men kan het begrijpen. Laten de kust visschers zich echter stipt aan de bepalingen houden, zoolang er nog geen verbeteringen zijn ingetreden. Dat vergemakkelijkt zeker het ver krijgen van billijke verlangens. Van ingrijpende beteekenis is het af sluiten van de haven van Den Helder van zonsondergang tot zonsopgang. Dit is voor de garnalenvisscherij op levende garnalen zeer nadeelig en als straks de tijd voor sardines aanbreekt, zal het fnuikend zijn. We hopen dat er een oplossing gevonden kan worden oin op bepaalde tijden ook na zonsondergang de haven te kunnen bin- nenloopen. 't Is immers nog geen oorlog in Nederland en men behoeft toch niet direct gevaar te vreezen. Ten aanzien van de vischsoorten, waarvoor een vasten prijs is gesteld, zal overwogen die nen te worden of prijsverhooging niet nood zakelijk is. De garnalenprijzen. Juist deze week lazen we in de pers het be richt, dat de prijs der drogerij garnalen is ver hoogd. Reeds IV2 jaar werd daar actie voor HEEREN Tel. 514 DAMES KAPPER Stakmanbossestr. 65 gevoerd, nu komt een verhooging, die zeer zeker thans onvoldoende is, in verband met de prijsstijgingen. Ook voor de consumptiegar nalen zal overwogen moeten worden of de prij zen niet moeten stijgen. De olie en de petroleum. De zeer snelle prijsstijgingen voor visscherij benoodigdheden doet ons vragen of die wel ten allen tijde gewettigd zijn. Dat de prijzen zou den oploopen was te voorzien, maar in enkele dagen zulke groote verschillen lijkt ons niet noodig. We vragen ons angstig af, wat zullen die prijzen nog worden. In de vorige oorlogs periode werd wel 40.voor een vat stook olie betaald. Zal er voldoende olie zijn voor de motoren. Thans reeds mag maar 70 pet. ge leverd worden van het jaarverbruik van het vorige jaar en telkens maar 1/12 gedeelte daarvan per maand. Dat moet tot moeilijkheden leiden. Moge het de autoriteiten gelukken om een goede voorziening van motorbrandstoffen te verzekeren. Nog een tweetal artikelen, die aan boord noode en geheel niet kunnen worden gemist, mogen we hier aanhalen. Waar de kustvisscher uitvaart, onder zooveel bezwaren en zijn taak er dus nog moeilijker op geworden is, mag ver wacht worden, dat zij voor hun bedrijf een toe wijzing van een kwantum suiker zullen ver krijgen. Onmogelijk kan petroleum aan boord worden gemist en het zal noodig zijn, dat voor die be drijven dus een regeling worde getroffen als de distributie van petroleum zal worden ingevoerd. De Deensche invoer. Noodig is het te wijzen op de enorme invoer van Deensche visch. In een persbericht lazen we, dat dit invoer geschiedde tot genoegen van beide partijen, de Denen, die hier een zeer goed afzetgebied vinden, en de handel, die de in voer van groote partijen visch uit Denemarken apprecieert, omdat het in hoofdzaak levende schol en andere zeer gewilde vischsoorten be treft. Is hier niet een derde partij? En is die derde partij ook zoo tevreden? We betwijfelen dat ten zeerste en we hopen, dat de Regeering dezen invoer wel zoo zal willen regelen, dat dumping van den prijs van de Nederlandsche visch daar van niet het gevolg zal zijn. De heer Janssens, directeur Ned. Visscherij- Centrale, besprak de moeilijkheden om te komen tot een goede regeling van de molest verzekering, zette verkeerde opvattingen recht, toonde aan de taak der Marine ter beveiliging van het algemeen belang, verdedigde een groo teren invoer van buitenlandsche visch, toen onze visscherij niet kon leveren en zette uiteen, dat prijsstijgingen der benoodigdheden niet altijd kon voorkomen worden. Burgemeester v. d. Lei, van Termunten, be sprak zeer uitvoerig de prijzen van de gedroog de garnalen en de actie, die tot verhooging ge voerd was. Hij was van meening, dat de thans •afgekomen verhooging .een gevolg van die actie was en dat we dus thans weer een nieuwe actie moesten voeren. Wat de prijsstijging der be noodigdheden betreft, is er maar één manier n.1. het opmaken van proces-verbaal, hetgeen hij in zijn woonplaats heeft gedaan van het artikel zakken (voor vervoer gedroogde gar nalen) en toen die getroffen leveranciers niet wilden afleveren of men moest hen eerst ver tellen wie hen er „bijgelapt" had, kreeg deze een tweede proces, omdat hij aanwezige voor raden weigerde af te leveren. Burgemeester Kamp van Texel was van meening, dat door onderlinge samenwer king van den burgemeester van Den Hel der en van Texel, wellicht bij de Marine autoriteiten meer vrijheid bij het uitvaren kon worden verkregen dan wanneer de visschers daarom vroegen. Hij gaf raad inzake de suiker voor visschersvaartuigen. De burgemeesters van Stellendam en Oud- dorp prezen de welwillende medewerking der Marine-autoriteiten en bespraken de medewer king der gemeentebesturen voor hun visschers. Van de zijde der leden werden verschillende vragen gesteld en beantwoord. De directeur van het Verkoopkantoor voor garnalen deelde nog mede, dat ook hij verzocht had meer vrij heid voor garnalenvisschers in Den Helder. De voorzitter, hoorende de welwillende mede werking van zoovele zijden, meende, dat er dan ook wel verbeteringen zouden komen, al moe ten de visschers er ook wellicht rekening mede houden, dat nimmer alle verlangens van het verlanglijstje werden vervuld. Hij dankte alle autoriteiten, zoowel van het Rijk, als de ge meenten voor hun medewerking en verzekerde den Kamerleden, waarvan de heer Van Dijk naar voren gebracht had, dat zij gaarne zouden medewerken, wanneer langs anderen weg ver beteringen niet konden worden bereikt, dat de Ned. Visschersbond van deze toezegging gaarne zou gebruik maken. Hij sloot daarmede de mor genvergadering. 's Middags werden huishoudelijke zaken van den bond besproken in een prettige sfeer en tot aller tevredenheid. De voorzitter waarschuwde voor verbrokkeling. Alleen eenheid onder de kustvisschers tot versterking van den bond, met allen die daar bij behooren, kan tot succes leiden. tegen Gevatte koude, Koorts, Griep Dinsdag, 31 October. Naar de Directie der Nutsspaarbank ons mededeelt, zal het kantoor der Spaarbank Dinsdag onafgebroken geopend zijn en wel van des morgens 9 uur tot des avonds 8 uur. Op elk oogenblik van den dag kan men dus terecht om zijn spaarpenningen in te bren gen. Spaarbusjes worden den geheelen dag ter lediging aangenomen. Voor de op school sparende kinderen der 4 laagste klassen is een aardige verrassing beschikbaar gesteld. Evenals in vorige jaren, wordt aan hen, die nog geen spaarder zijn, en zich morgen als inlegger laten inschrijven, ter aanmoediging een kunstkalender of een in leer gebonden zakagenda beschikbaar gesteld. Dat het aantal spaarders ondanks het aan zienlijk aantal, dat thans reeds ingeschreven staat, ca. 12.600, nog steeds voor uitbreiding vatbaar is, moge blijken uit de omstandig, heid, dat sedert den vorigen Wereldspaardag (30 October 1938) het aantal spaarders op nieuw met ruim 800 is toegenomen. Ieder, die iets gevoelt voor onze pogingen het sparen zooveel mogelijk te bevorderen, zouden wij willen verzoeken: Vestigt in eigen kring de aandacht op den Wereldspaardag. De Nutsspaarbank wacht U gaarne. Voorts wordt de aandacht op de Adverten tie in dit nummer gevestigd. CANDIDAATSTELLING KAMER VAN KOOPHANDEL. In een adv. in dit nr. wordt door het be stuur van de Middenstandsver. „Den Helder" medegedeeld, dat als candidaat voor de Ka mer v. Koophandel (kleinbedrijf) is gesteld het zittend lid, de heer L. Coltof. Wonderlijk zooals dat helpt zoowel bij kinderen als volwassenen. Pot 50 ct. Tube 40 ct. Doos 30 ct. Bij Apothekers en Drogisten Het Gouden Bruidspaar van de Gasstraat Op bezoek bij een bescheiden visscher'menschenredder Morgen zijn Dirk Bot en z'n vrouw, uit de Gasstraat, een halve eeuw getrouwd. Vijftig jaar in de huwelijksschuit50 jaar samen zoowel het lief als het leed gedeeld en samen de vele moeilijkheden bevochten die het be staan van den visscherman-zeeridder kenmer ken. Zaterdagmorgen zijn wij even in het van properheid glanzende huisje van de Botten aangewipt, en aan alles was te zien dat er voor de familie een hoogtij-dag op komst is: de voorkamer gevuld met roode en witte en paarse bloemen, een stukje binnentuin dat geurt en fleurt. Juist als we binnenkomen, wordt er weer een mand gebracht. Dat gaat daar nu zoo al dagen lang. Of ze ook populair zijn, de Botten! Binnen zat moeder en vader en een dochter. Met z'n vieren hebben we wat zitten babbelen. Het had niets van een serieus interview. Daar voor zijn Bot en z'n vijftig procent te „ge woon", te eenvoudig. Ze vonden het trouwens ook heelemaal overbodig om er in de krant drukte van te maken. En een foto was er ook niet te krijgen. Noch Bot noch zijn vrouw heb ben de fotografen rijk gemaakt. Dat was maar ijdelheid, en deze eigenschap vindt men niet in de Gasstraat nummer 70. Toen we na een uurtje opstapten, wisten we echter zooveel van het leven van Dirk Bot, dat we toch besloten er eenige regelen aan te wijden. Het kan niet anders, of alle geboren en getogen Nieuwediepers stellen daar be lang in. Wat we hoorden, was het harde leven van den zeeman in Nieuwediep. Geboren in ditzelfde huis in de Gasstraat, toog de jonge Dirk reeds als 10-jarige met z'n vader er op uit. nl de vletten hielp hij de mannen de haring, de schar en de geep vangen. Dag-in, dag-uit trok hij mee en hij was nog heel jong, toen hij reeds als volleerd zeeman te boek stond. En hij blééf zeeman. Begin October werd hij 72 jaar, maar nóg gaat er geen dag voorbij of Bot zit aan den buitenkant. Hij bleef belang stellen met het reilen en zeilen van de Nieuwe diepers aan de haven. Hij hoort erbij. Hij kent ieder schuitje, iedere botter en hij kent iederen visscherman van deze stad. Bot was ook menschenredder. Hij heeft er geen kouwe drukte van gemaakt. Hij heeft niet zoo heel veel medaille's en papieren waar op de reddingen aangeteekend staan, bezit hij in het geheel niet. Blaar dat neemt niet weg, dat we weten dat hij ontelbare malen er op uit getrokken is. Des nachts en overdag. Om met de open vlet hulp te gaan bieden aan hen, die buitengaats met hun leven vochten. Samen met Dorus Rykers, met de Beenen en Jaap Bijl. Biet alle beken de redders wier namen sedert een drie kwart eeuw in de annalen van dit storm nest opgeteekend werden. Blaar meestal trok hij er met de eigen vlet op uit. En we hooren van de „concurrentie" die men de officieele reddingboot aandeed. Een schoone tijd een tijd van ruwe kerels, van open vletten. Blaar ook een tijd van daden. Van vechten met de zee. Een tijd waarin mensehen gemaakt werden van jjzer en staal. Gen moeder's kindjes, geen slappelingen, geen Jan Salie's. Op 7 December 1893 toog Dirk en z'n man nen naar buiten. In een wilden storm wist hij in twee maal 23 man van de Engelschman af te halen. Een avontuur, dat iedere ouwe jutter zich nog als den dag van gisteren herinnert. En daar was dien 27sten December 1897, waar bij men naar de „Ockenfels" toog. Hier wer den geen menschen gered, maar het scheelde bitter weinig of geen der vletterlui had ooit de haven van Den Helder meer gezien. En daar was de redding van de opvarenden van de „Promus", 17 Augustus 1924, waarbij 18 man aan de golven werden ontrukt. En tenslotte het grootsche „Serbia"-avontuur, waarbij Bot zich deed kermen als een volbloed zeeridder, zon der vrees en blaam. Buiten regent het. Af en toe stapt een voor bijganger langs het raam. Bot tuurt door het beslagen raam. En dan neemt zijn vrouw het woord. Een echte zeemansvrouw. Een dochter van Bijl. Opgegroeid tusschen zeemansvrouwen en die van te voren wist welk leven haar boven het hoofd hing. Nu is de avond van het leven gekomen. En daarmee de grijze haren en de herinneringen aan weleer. Kerngezond is deze vrouw nog, en alleen een lichte „staffigheid" handicapt haar een beetje. Ook zij vertelt. Van het trouwen in het huis hier, waarin ze altijd zijn blijven wonen. Dirk woont er nu 72 jaar inEn van de stormnachten, als zij er met de andere vrouwen op uittoog om de man nen op te kloppen. Daar waren vele dagen en nachten waarin zij lang naar de klok tuurde en waarin zij met haar gedachten in de vlet zat. De Voorzienig heid spaarde hem, Dirk Bot, en nu is het hun gegeven samen dit grootsche feest, dezen gou den bruiloft, te vieren. Zij zegt één woord, dat wij hier willen op- teekenen: „ik heb wel veel meegemaakt in m'n leven, maar als ik alles naga, dan zou ik het toch weer over willen leven. Want naast de misère was er ook veel reden tot dankbaar heid". Dirk zwijgt: hij kijkt haar aan maar z'n oogen antwoorden instemmend. Fijne men schen. Gezond van lichaam, allebei, en gezond van geest. Menschen die nog midden in het leven staan. We zien nog de medaille, gegeven door Koningin Victoria aan Bot, als dank voor de redding van de „Wandle". En we praten nog over den ouden tijd, die lang niet zoo „goed" was als dat wel beweerd wordt. Morgen is het feest. Morgen zullen vele Nieuwediepers in de woning van Bot en zijn vrouw komen en er zullen gelukwenschen uit gesproken worden die gemeend zijn. Des avonds wordt het feest besloten in „Centraal". Want de Botten hebben nog 11 kinderen in leven, en vele van deze kinde ren hebben ook weer kinderen, zoodat het oude home in de Gasstraat veel te klein is om zoo'n feestschaar te bergen. tv at zal dat een prachtig feest worden! Ze^ zullen er nog lang over praten, Dirk en z n vrouw, en deze herinnering wordt vast en zeker gevoegd bij de goede din gen van den modernen tijd. Dit weekeinde bracht geen nieuws. Er was vrijwel niets wat de toestand, zoo als deze zich tot nu toe gevormd heeft, wij zigde. Er werden geen krijgsdaden van belang gepleegd, er werden geen grenzen gewijzigd, en men vernam niets van eenige voortgezette diplomatieke activiteit, ofschoon men veilig kan aannemen, dat men zich achter de scher men ndg op allerlei wijzen beraadt over een mogelijkheid om aan dezen feitelijk nog niet begonnen oorlog alsnog' te ontkomen. De geallieerden hebben niet nagelaten in pers en radio van hun groote blijdschap te getuigen inzake de opheffing van het wapen embargo in de Vereenigde Staten. Weliswaar beteekent deze opheffing, dat alle landen van den onuitputtelijken wapenfabrikant, die Uncle Sam heet, kunnen profiteeren, maar in werkelijkheid beteekent het, dat speciaal Engeland' en Frankrijk van dit besluit de vruchten plukken. Want de V.S., zich nog al te goed herinnerend de betalingsmoielijkheden uit den vorigen oorlog, stellen als eersten eisch het „cash and carry", hetwelk vrij vertaald luidt: boter bij de visch. En waar de ge allieerden zich de weelde van contante be taling uitstekend kunnen veroorloven, daar is dat in het Derde Rijk, dat reeds nü met ernstige deviezenmoeilijkheden te kampen heeft, zoo niet onmogelijk, dan toch wel van dien aard, dat Engeland en Frankrijk met het leeuwendeel schoot zullen gaan. In dit op zicht vormen de fantastische bestellingen, die klaar liggen om uitgevoerd te worden, wel het bewijs hoezeer men van de diensten van den nieuwen leverancier gebruik zal maken. Overigens beschouwt men dit alles, van ge allieerden kant bezien, dat het tweede winst punt gedurende den oorlog. Het eerste was de afsluiting van het verdrag met Turkije. De toekomst zal moeten leeren of deze vreugden inderdaad bestaansrecht hadden. Zooals gezegd in den aanvang van dit overzicht, er is geen „nieuws". Ofschoon de oorlog gisteren 2 maanden oud was, kan men nog niet spreken van een enkel belangrijk wapenfeit. Tenzij men de luchtaanvallen op de Britsche kust of de aanrandingen van koopvaardijschepen in volle zee zoo wilt noe men. Het steeds maar weer beloofde groote offensief blijft evenzoovele malen uit, en velen vragen zich af, of en wanneer men nu feite lijk werkelijk krijg gaat voeren. Hierover zijn de meeningen verdeeld. Men hoort daarover de meest afwijkende veronderstellingen. Een daarvan is, dat de geallieerden een offensief zoo lang mogelijk wenschen te verschuiven, omdat zij meer heil zien in een langzame wurging van het levensapparaat in Duitsch- land. Een andere, dat men nog steeds niet geheel klaar is met de voorbereidingen van het defensie-apparaat en dat men, speciaal in de lucht, eerst den achterstand wenscht in te halen. Nog anderen weten te vertellen, dat het hier een psychologisch punt betreft: geen der strijdende partijen wil er in de historie voor gedoodverfd worden als eerste een massamoord ontketend te hebben. En dan 7„n er de velen, die meenen dat zich achter de schermen nog een levendig diplomatiek spel afspeelt. Dat er nog steeds pogingen in het werk gesteld worden om te ontkomen aan dezen ergsten ramp die ooit de wester- sche beschaving, of wat daarvoor doorgaat, bedreigde. Maar ook al zijn er dan geen wapen feiten van beteekenis te melden, de span ning blijft, die de mogelijkheid in zich houdt dat ieder oogenblik van iederen dag deze hel op aarde ontketend kan worden met alle gevolgen van dien voor de menschheid, die nog steeds haar oorlogs weerzin niet overwonnen heeft. Doch ook dét is een gunstige factor... Spoorstraat 94. Telef. 660. Ragen als spelbreker. De optocht met de Zondagsschoolkinderen, die Zaterdag j.1. zou worden gehouden, is in den meest letterlijken zin van het woord in het water gevallen. Storm en regen traden der mate als spelbrekers op, dat de tocht moest worden afgelast. Voorloopig is vastgesteld den tocht Zaterdagmiddag te houden, dag te houden. HIJ SLIEP OP DEN BERBI. Zaterdagavond vonden voorbijgangers ter hoogte van vliegkamp „De Kooy" op den Rijks weg een rijwiel dwars over den weg. Bij nader onderzoek ontdekte men, dat zich op dezelfde hoogte in de berm een persoon bevond, die niet veel teekenen van leven gaf. Terstond stelde i i® op de h0°gte' die een onderzoek instelde Op het Hoofdbureau bleek, dat de man heviglijk aangeschoten was INBRAAKJE. Zondag bleek, dat gedurende den nacht on- bevoegden zich middels het verbreken van het slot, toegang verschaft hadden in een gebouw- je staande op het stationsemplacement. Ver mist werden aardappelen, uien en appelen Een onderzoek wordt ingesteld. PPeien. Een RUITEN VERNIELD. p-in!nnbTV°ner van den Kanaalweg deed aan agantede^rwegendPeaS„Van A Ook dat zal nader onderzochten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1939 | | pagina 13